Sapphire stond met een hol gevoel in haar maag op. Ze wierp een blik op het mes en toen knikte ze. Vandaag ging ze het doen. Er was geen twijfel meer aan. Het was haar veel te benauwd geworden. Ze hadden het haar veel te moeilijk gemaakt. Ryuu was weg, God weet waar heen, haar oma was dood. Sapphire trok het niet meer. Lola stond op en keek Sapphire aan. Sapphire keek Lola terug aan en Lola jankte. Sapphire trok zich er weinig van aan. Ze trok een roze rok met een roze trui en een roze vest erover aan. Stilletjes liep Sapphire naar buiten, haar tenen stijf van de kou. Ze had geen schoenen aangetrokken. Het mes hing in haar hand, maar om te maskeren dat zij hem bij zich had, stopte ze hem zo goed mogelijk in haar mouw. Sapphire's gevoel werd holler toen ze het bos zag. Sapphire liep echter zonder vrees door. Haar lange haren, waar ze eerst zo trots op was, konden haar niks meer schelen. Sapphire had het gisterenavond besloten. Met trage, rustige stappen liep ze verder en kwam ze op een soort open plek aan. Dit was wel een goede plek. Niemand die het zag. Niemand die er iets over durfde zeggen. Het moest trouwens toeval zijn als iemand net op dit moment kwam. Sapphire liet het mes op de grond vallen en raapte het langzaam op. Ze bundelde haar haren samen en pakte ze voor haar gezicht. Ze mat een lengte af. Daarna zette ze de punt van het mes tegen haar haar. Ze haalde diep adem en met een zucht sneed ze het stukje haar af. De roze plukken vielen op de grond en gingen weg. Sapphire voelde. Haar haren waren nu een flink stuk korter. Mooi zo. Met een tevreden grijns bleef Sapphire zitten.