Ik ben in gevaar (Snowwhite realiteit)
Proloog
Het was nog niet zolang geleden. Een meisje met raafzwart haar, een sneeuwwitte huid en zeeblauwe ogen liep door de straten van Idenburg. Ik was niet zomaar een meisje maar een prinses en mijn moeder was de koningin van Engeland, Elizabeth was de naam van de Koningin. De koningin was ernstig ziek en lag dagen lang op bed. In plaats dat ik, bij mijn moeder zat ging ik vandaag naar mijn beste vriendin toe. ik deed rustig de deur open en direct werd ze omhelst. “Hey Semira!”zei ik vrolijk tegen het meisje met rood haar en blauwe ogen.
Terwijl ik bij mijn vriendin was gebeurde ik iets in mijn eigen huis. De koningin ,mijn vader, zat naast het bed van mijn moeder. De huid van me moeder Elizabeth was net zo wit als mijn eigen huid maar dit had ze niet van zichzelf. Haar ogen sloten langzaam en haar hart stopte bijna met kloppen toen ze haar laatste wensen uitsprak. “Zorg goed voor Snowwhite” zei ze en toen stierf ze.
Klokken luide terwijl ik bij me vriendin was, de lieveling deun van me moeder. Het liet me op kijken en ik herkende het goed. Ik rende het huis uit richting het paleis. Voor de deur stond me vader en hij keek me aan. De blik in zijn ogen zei mij genoeg.
Hoofdstuk 1
“Het is nog maar een maand geleden”Schreeuwde ik boos tegen mijn vader toen die mij vertelde dat hij wou gaan trouwen met Jeannet. “Hoe durf je me dat aan te doen?” zei ik en toen rende ik boos naar boven. Ik sloot me zelf op en begon te huilen. Dagen later kwam ze pas er uit terwijl haar vader ondertussen getrouwd was met dat wicht. Ze zei niks meer en keek stil voor zich uit. Rustig pakte ze haar tas en wierp nog een laaste boze en arrogante blik naar haar stiefmoeder. Ze liep rustig naar Semira’s huis. Zonder dat ze door had werd ze gevolg. Ze klopte op de deur van haar huis maar niemand deed open. ik werd plotselings tegen de deur aan geduwd en er ging een blinddoek over me heen en een hand op me mond. ik werd vooruit geduwd maar probeerde me tegen te stribbelen. “Probeer je niet te verzetten”zei een stem, duidelijk van een jongen. “Sam?!” zei ik verbaast. Hij maakte me zicht weer zichtbaar en ik keen hem nog steeds verbaast aan. “Waar slaat dit op?” zei ik. “Jeannet gaf me de opdracht”zei Sam “…Opdracht?”zei ik. “De opdracht om je te doden”zei hij. Ik keek hem onvertrouwd aan. “Doden? Ze heeft echt een hekel aan me” zei ik Sam knikte. “Semira en ik hebben een schuilplaats, we zijn met 5 anderen en jou er bij.” Zei hij en ik knikte. We liepen naar het bos toe en toen ontstond er plotseling een huisje gemaakt van hout. Ze deed voorzichtig het deurtje open en direct werd ze omhelst. “Je leef nog!”zei Semira. Ik keek om me heen en zag iedereen. Akatzki,Sam,Semira,Koichi,Crissylee,jiji en Jay. Al mijn beste vrienden waren hier en ze keken allemaal even blij om mij te zien.
Het einde
Het was inmiddels dagen later. Er werd geklopt op de deur terwijl Snowwhite alles was. Voorzichtig deed ze open en er stond een postbode met een pakketje in zijn hand. “Bent u Snowwhite?” Ik knikte voorzichtig en ik pakte het pakketje aan. Ik sloot de deur weer achter me en zette het pakketje op tafel. Ik keek er even naar maar omdat ik een nieuwsgierig type was maakte ik het toch open. Er zat een reep chocolade in. Ik pakte het en nam en hap. Plotseling werd ik duizelig en alles werd zwart.
“Snowwie?” hoorde ik iemand zeggen en toen voelde ik iets warms op me handen en ik opende me ogen. Sam stopte met kussen en hij glimlachte lief. “Wat is er gebeurd?” zei ik en keek om me heen. Alleen hij was er, zelf in ene huis dat ik niet kende. “Jeannet heeft je vergiftig, ze is opgepakt en alles is weer goed, je bent weer vrij om te gaan waar je wil gaan.” Zei hij. Ik knikte en toen zag ik hoe hij naar me keek. Hij pakte mijn hand en bloosde. “W-wil je met me verkering?” zei hij en ik wist even niet wat ik moest zeggen. Een glimlach van geluk verscheen op me gezicht en ik knikte. “ja dat wil ik!”