[E-Missie] The Princess and the Dragon (Alaric & Shong)
Auteur
Bericht
Master Shong
PROFILE Real Name : ✮Fox Posts : 1376 Points : 93
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Water ✗ Ice Klas: You're my ☆-pupil, each and every one of you! Partner: Tremble, little lion man, you'll never settle any of your scores.
Onderwerp: [E-Missie] The Princess and the Dragon (Alaric & Shong) zo jul 30 2017, 01:59
The princess and the dragon
E-missie | Cassia | 5 points
Vaak is het de prinses die van een draak moet worden gered - in dit geval is het een weerloze babydraak die van een bezitterige prinses moet worden gered; een Raziaanse soort die minstens tot zijn jongvolwassenheid in een heet klimaat moet blijven, meestal slapend in een vulkaan. De sneeuwvlaktes van het ijzige Noord-Cassia zijn geen goede omstandigheden voor het diertje, dus! Reis met maximaal twee andere teamgenoten (optioneel) naar het ijzige noorden van Cassia. Zoek een manier om binnen het kasteel te komen en het draakje ongezien mee te nemen. Klein detail: het volledige kasteel bestaat uit ijs. Een vuurmagiër in het team is daarom essentieel!
Doel: Redt een babydraak van een lelijke, bezitterige prinses! Houdt het draakje warm door middel van vuurmagie en breng het veilig terug Rang: E Niveau: Recruit Locatie: Cassia Team: Alaric & Shong Reward: 50 + 20 punten (Shong, Ascendant), + 70 punten (Alaric, Elite) + een item
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Water ✗ Ice Klas: You're my ☆-pupil, each and every one of you! Partner: Tremble, little lion man, you'll never settle any of your scores.
Onderwerp: Re: [E-Missie] The Princess and the Dragon (Alaric & Shong) zo jul 30 2017, 03:01
Let it shine, until you feel it all around you And I don't mind - if it's me you need to turn to
♒
Speren zonlicht, geworpen door zacht wiegende boomkruinen in de bries, lieten de in de lucht hangende stofdeeltjes glinsteren. Het was nog vroeg in de ochtend, de lucht grauw met een zweem van pastelkleurig paars, de stilte van de nacht als laatste teken heersend in haar tegenpool. Alleen het voorzichtige getjilp van ontluikende vogels was te horen, maar ver op de achtergrond, alsof het nog niet tot zijn recht door kon breken totdat het waterige ochtendzonnetje het sein gaf wanneer hij trillend boven de horizon was geklommen. Het gras dat grensde aan het stuk woud, fonkelde in het licht van de opkomende zon door de dauw. Zelfs de met een tik op de pet groetende piloten op het lanceringsplatform, dat een paar meter verder lag, waren er nog niet bij. Alles was verder verlaten en onverstoord. Op één bescheiden gestalte na, hoewel hij makkelijk over het hoofd kon worden gezien. 'Kijk, Bella,' zei hij glimlachend op een zachte toon met een blik op de rijzende zon. 'Sinha ontwaakt om ook vandaag over ons te hoeden.' Als hij zijn donkere ogen tot spleetjes kneep, kon hij daadwerkelijk de leeuw uit de Syaorische religie in de enorme brandende bol onderscheiden. Daar rondom, die likkende lichtbundels die van de zon leken te willen ontsnappen, vormden de prachtige gouden manen, en daar, in het midden, de majestueuze leeuwenkop die hem haast onmerkbaar toeknikte. Hem namens Nansra weer een nieuwe dag schenkend. Bedachtzaam liet hij de leidsels los, plaatste een vuist tegen de palm van een geopende hand en maakte uiteindelijk een kleine buiging naar de zon, die zelfs over de kracht beschikte om zelfs hém groot en machtig te doen laten lijken. Zijn lang uitgerekte schaduw reikte namelijk zelfs bijna tot halverwege de bast van de boom achter hem. Zijn adem vormde kleine condenswolkjes in de nog prille lucht toen hij vervolgens zijn werk weer oppakte. Met enige moeite gooide Shong een simpel bruinlederen ponyzadel over de rug van de snuivende ezel bij hem, reassureerde de singel en trok de gespjes van het hoofdstel nogmaals voor de zekerheid aan. Achterop de rug van het dier, vlak boven de vliegen weg zwiepende staart, had hij zijn schapenwollen dekens bevestigd, maar liefst drie stuks opgerold in een keurig pakketje. Niet alleen voor hem, maar ook voor zijn reisgenoot. Links en rechts aan het zadel rustten op de flanken van de ezel een flinke zadeltas, gevuld met voedsel, olielampen, een handjevol ₮alons, een kompas, een kaart van de Noord-Cassiaanse omgeving, een zakje poeder en kruiden en wat extra kleding. Zo praktisch bepakt als had gekund. Zo doelmatig mogelijk om vooral Bella niet teveel te belasten. Haar eerste grote reis hoefde niet moeilijker voor haar te verlopen dan het aannemelijk al zou worden. Liefdevol streek hij door haar borstelige korte manen terwijl zijn vingers in geoefende bewegingen enkele dieppaarse lotusbloemen in haar langste lokken vlechtten; het kon nog nét. Een bloemensoort uit zijn thuisomgeving, een token van zegening en goed geluk. Aaiend en kriebelend onder haar kaak, sloot de Syaori zijn ogen en legde glimlachend zijn voorhoofd te rusten tegen haar snuit. Zo bleef hij even met haar staan, de golvende omlijning van de ezel en zijn kleine voorkomen voor een kort moment omringd door een bundel goud licht van de zon precies achter hen. Zijn hand reikte naar beneden en stak haar een wortel toe, die ze - zo te voelen aan de slobberende lippen over zijn handpalm - graag van hem aannam. 'Voor de mooiste ezel die ik ken,' klonk het zacht fluisterend. Zijn knieën knikten en zijn benen beefden toen hij zich vervolgens van haar af draaide en een stukje bij haar vandaan wankelde. In alle eerlijkheid was hij behoorlijk zenuwachtig. Als een bezetene roffelde zijn hart in zijn keel. Hij kon het nog maar nauwelijks bevatten dat hij verordend was om met Heer Alaric, Lord Ëlmaere, Legendarisch vertegenwoordiger van wonderlijk Cassia, samen te reizen en essentiële kwesties op te lossen. Hier, vlakbij in Oak's Field, op Kovomaka's Zeven - overal. Hij, een onbeduidende luttele Syaori die zich in nog geen jaren kon meten aan de waterbeteugelende Grootmeester. En hoewel alles tot in de eeuwigheid in verbinding met elkaar stond - Cassia, haar water en leven, haar flora en fauna, de Syaorin, Heer Alaric - bleef het ondenkbaar. Het was haast een te grote eer om waar te zijn. Vanzelfsprekend had Shong zich op zijn best willen kleden, in zijn traditionele Cassiaanse livrei die zijn ras kenmerkte; het uniform met de blauwste en helderste kleuren uit zijn kledingkast. Daaroverheen een vaalblauwe wintermantel met bontkraag, omdat hier wellicht het zomerseizoen was aangebroken, maar het klimaat op Noord-Cassia guur en verraderlijk was. Als een lang uitsteeksel had hij zijn trouwe bo-staf van rijkelijk macassar ebony-hout schuin achter zijn ceintuur gestoken, het wapen dat geen wapen was. Slechts een verlengstuk van zijn armen, en een geleider voor zijn watermagie. De Water Mirror rustte daar als een groot stuk hemel - of, in ieder geval, de reflectie hiervan - in een authentieke lijst over heen, met leren gespen bevestigd om zijn schouders en bijna te groot voor zijn breekbare rug. Misselijk van de zenuwen boog de leraar Watermagie zich trillend als een rietje over een regenplas. Hij trachtte zijn gejaagde ademhaling onder controle te krijgen en zijn kop phở-noedels die hij deze morgen als ontbijt had verorberd, binnen te houden. Zijn bevende vingers deden een poging om de gesp van zijn mantel dicht te klikken. In de reflectie van de regenplas nam hij ook een moment om zijn zachte sneeuwwite lokken, delicater dan zwanendons, een beetje in model te brengen - maar dat mocht weinig baten toen ze het volgende ogenblik weer in een warrige hanenkam terug sprongen. Shong hoopte vurig dat hij enigszins een goede indruk bij de Heer kon achterlaten. En, als het even kon en Nansra hem genadig was, een keer zonder geklungel en konijn-achtige drang om angstig weg te schieten.
PROFILE Real Name : Sansan Posts : 622 Points : 898
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Water Klas: That doesn't apply to me, but... one is never too old to learn, right? Partner: Awake me..
Onderwerp: Re: [E-Missie] The Princess and the Dragon (Alaric & Shong) ma jul 31 2017, 17:38
Het was vroeg in de ochtend, maar dat had de Heer van het Water er niet van weerhouden om al voor het eerste ochtendgloren op te staan. Er hadden zich al enkele uren verstreken sinds hij zich in de buitenlucht had begeven. Als in een ritueel gevangen, bewoog zijn lichaam kundig mee op de deining van het water rondom hem. De jonge dauw op de toppen van de grassprieten vormde een pure bron om zijn magie te trainen, aan te scherpen en vooral… zijn lijf wakker te schudden. Zoals iedere morgen, was dit een uitgelezen kans voor hem om plichtsgetrouw zijn dagelijkse oefeningen te doen. Dat hij zijn huidige positie bekleedde, betekende niet dat hij vrijgesteld was van training. Integendeel! Wilde hij enig respect afdwingen van de Cassiaanse bevolking, dan moest hij scherper, alerter dan ooit zijn. Het was één van de redenen waarom hij eigenlijk niet had geaarzeld om akkoord te gaan met het oplossen van problemen rond de school en op de andere planeten in de vorm van “missies”. Tegelijkertijd was het een manier om zijn gezicht veelvuldig te laten zien, om voldoende in contact te blijven met andere planeten en uiteraard met zijn thuisplaneet, om mensen van dienst te kunnen zijn en… als hij heel eerlijk was… was het ook wel een welkome afwisseling van de stapels en stapels aan papierwerk die nog wel op hem lagen te wachten als hij terug zou keren. Ervaren in het maken van lange tochten, had hij de voorgaande avond al vrij snel de noodzakelijke spullen ingepakt, waardoor hij deze morgen als iedere morgen kon starten en zich zo dadelijk verfrist bij Shong kon voegen. In een magische cirkel, danste het water om hem heen, vormde figuren van lang vergeten legendes, boog zich naar zijn wil, suisde omhoog de lucht in en schikte zich van spreuk naar spreuk, ogenschijnlijk zonder enige moeite. Pas op het moment dat de eerste zonnestralen zijn zongebruinde gezicht belichtten en zijn ijsblauwe ogen haast licht leek te doen geven, stond Alec zichzelf toe het water te laten terugkeren naar zijn oorspronkelijke plaats en gunde zichzelf een adempauze. Zijn hevig op en neergaande borstkas toonde dat hij voldoende inspanning had geleverd. Er was genoeg adrenaline door zijn lichaam gepompt om hem scherp genoeg voor de dag te laten komen. Met een triomfantelijke uitdrukking, hees hij daarom de simpele, lederen schoudertas weer nonchalant over één schouder en richtte zijn blik op de horizon. In de tas was het nodige proviand te vinden, al bestond het overgrote deel van de inhoud uit geneeskrachtige kruiden en andere praktische zaken, zoals een zakmes, tondeldoos, een warme deken voor de ijzige nachten en een kruik met water. Met de jaren had Alaric zichzelf aangeleerd zich naar de tijd te kleden en oogde hij voor zijn werkelijke leeftijd vrij modern. Maar op dagen als deze, tijdens langere tochten naar uitgestrekte, barbaarse gebieden, was een glimp zichtbaar van de man die hij ooit geweest was, als een schim uit het verleden. Alleen al de tas rond zijn schouders was in de stijl van vergane tijden, van zíjn tijd, speciaal voor hem op die manier gemaakt en als geschenk aan hem gegeven door een goede kennis. Eveneens waren de voorwerpen binnenin niet allemaal even “recent” te noemen. De tondeldoos was achtergelaten in Ilma door een voorganger, waardoor hij niet met zekerheid kon zeggen uit welk jaar het precies dateerde. Gepaard met de stevige mantel van bont rond zijn brede schouders, mistte alleen de traditionele klederdracht nog om het geheel af te maken. Het waren daarbij de ogen zo zuiver en blauw als het kraakheldere Cassiaanse water en de asblonde lokken als de stranden in het westen, wat Alaric niet alleen een manifestatie deed lijken van de oud-Cassiaanse cultuur, maar tevens van de planeet zelf. In het diepst van zijn gedachten kon hij zich nog goed herinneren hoe zijn moeder daarom vroeger de grap had gemaakt dat hij en zijn zusje in werkelijkheid de planeet toebehoorde en zij hun echte moeder was. Bepakt en bezakt, begaf Alec zich na zijn training op weg naar het lanceringsplatform. Vanaf de plek waar ze later op Cassia zouden arriveren, zouden hij en Shong nog een aardige reis moeten maken. Vandaar dat hij van tevoren had geregeld dat bij aankomst op hun thuisplaneet, één van zijn paarden voor hem zou klaarstaan. Aangezien hij eerder niet de noodzaak had gezien hen uit hun natuurlijke habitat te halen, had hij geen van hen mee naar de school gebracht. Met zijn eeuwig jeugdige blik op de horizon vastgepind, zocht hij al naar de verschijning van zijn reisgenoot; Shong, leraar Watermagie en… een Syaorin. Alaric had het als zijn plicht gezien zich te verdiepen in alle bewoners van de planeet die hij behoorde te vertegenwoordigen naar het best van zijn kunnen. Shong’s volk vormde daar geen uitzondering op, waardoor hij al enige voorkennis bezat over het ras van de persoon met wie hij de komende tijd meerdere tochten zou spenderen. Het had in werkelijkheid zijn motivatie om deze “missies” uit te voeren, alleen maar vergroot. Hoe rijk aan geschiedenis de Syaorin ook waren, hoe meer ze daarbij nog altijd een mysterie voor hem vormde. De regering met haar doel de gehele planeet zoveel mogelijk te verenigen (en controleren) had meerdere pogingen gedaan meer grip te krijgen op dit bijzondere volk, maar tot op de dag van vandaag was het hen niet gelukt de Syaorin geheel van hun eigen tradities, gebruiken en manier van leven te beroven. Gelukkig maar, aangezien er voor Alec niets kostbaarders bestond dan volkeren met een eigenheid als die van hen. Bovendien… was de kennis die zij (vermoedelijk) bezaten simpelweg te waardevol om verloren te laten gaan. Hierdoor had de Legendarische Magiër er niet voor geschuwd zich de afgelopen jaren hard te maken om de Syaorin in rust en vrede hun eigen leven te laten leven. Mede door zijn eigen visie en oprechte nieuwsgierigheid naar de samenwerking met juist iemand van dit volk, merkte Alec hoe zijn stap iets versnelde toen hij enige tijd later een kleine, bekende gestalte in de verte dacht op te merken. Zijn lange, getrainde benen brachten hem zonder al te veel moeite binnen de kortste keren naar de ander toe, achter wie hij met een brede glimlach bleef stilstaan. “Een goedemorgen, heer Shong!” klonk daarbij zijn aangename, sonore stem op een wijze alsof hij tegen een oude kameraad sprak. Met al het geduld van de wereld, wachtte hij vervolgens tot de man zich naar hem zou toedraaien, waarna hij beide vuisten eerbiedig voor zijn borst tegen elkaar plaatste en iets door zijn rug boog in een respectvolle buiging. Het was de traditionele manier waarop Syaorin elkaar en anderen begroetten, zo wist hij. Het feit dat Alec hem op dezelfde wijze gedag zei, was voor hem om te tonen dat hij de ander als een gelijke zag en bereid was hem met een wederzijds respect te behandelen, ter bevordering van een goede samenwerking. Langzaam ging Alaric uiteindelijk weer rechtstaan en keek de ander nog altijd met een stralende glimlach aan. "Nǐ zěnmeyàng?”[Hoe gaat het met je?] probeerde hij nog in de moedertaal van de ander, waarbij zijn eigen Schots-klinkende accent toch nog ietwat doorschemerde.
Master Shong
PROFILE Real Name : ✮Fox Posts : 1376 Points : 93
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Water ✗ Ice Klas: You're my ☆-pupil, each and every one of you! Partner: Tremble, little lion man, you'll never settle any of your scores.
Onderwerp: Re: [E-Missie] The Princess and the Dragon (Alaric & Shong) zo aug 27 2017, 06:20
Eén van zijn spitse oren klapperde even protesterend in aanraking met het sneeuwwitte nepbont toen Shong zijn mantel beter schikte. Als een klein, onbeduidend balletje zat hij geknield aan de rand van de regenplas. Daar nam hij meteen ook even de gelegenheid om het frisse water tegen zijn wangen te kletsen, al was het maar in een beroerde poging om zichzelf terug naar het hier en nu te aarden. Dromen in een voor hem weggelegd talent waren voor de geschikte momenten. Niet voor vandaag - of, hoeveel tijd hun aanbrekende reis dan ook in beslag mocht nemen. Met de lange afstand, helemaal naar het barre noorden van Cassia in rekening genomen, zou dat best nog eens een paar dagen kunnen duren. Heer Alaric had niets aan hem als hij niet op en top gereed was. Hij moest zijn focus leggen op wat nu telde! En toch.. het lag nu eenmaal veel te diep in zijn aard geworteld om verloren te gaan in etherische maalstromen van gedachten; voor hij het zelf goed en wel in de gaten had staarde hij afwezig naar zijn eigen spiegelbeeld, en het zonlicht dat in zilveren spikkels op het water fonkelde. Bella plukte onderwijl verveeld wat grashalmen tussen kiezels vandaan, de prille ochtendlucht door haar wijde neusgaten snuivend in kortstondige wolkjes. Het was zo stil en vredig dat het ook voor menig persoon zónder een druppeltje Syaorin-bloed moeilijk was om zichzelf niet in dagdromen te verliezen. Klakkeloos plofte de bescheiden Syaori toen plotseling doodleuk achterover op zijn bips, gelukkig de voor hem vrij diepe regenplas op een haartje na missend door de andere kant op te vallen. Nansra! Hij was zich wezenloos geschrokken van een bronzen stem die het moment van stilte verbrak. En - en hij gokte dat hij niet eens hoefde te raden aan wie die toebehoorde. Als een knullige tuimelpop op zijn bilhelften bonzen: dat was dan zijn wijze van een allereerste begroeting aan één van de oppermachtigste Magicians in heel Kovomaka. Nog met een wild na roffelend hart, zijn donkere ogen groot en zichzelf half verstrikkend in de hoopjes stoffen waarin zijn mantel veranderd was, slaagde hij er uiteindelijk in om zich op handen en knieën naar de gestalte achter hem toe te keren. Hij slikte moeizaam bij de enorme gestalte die zich in het schijnsel van de zon aftekende - alsof hij het licht als een krans droeg, wat nogmaals een zekere streep zou vormen onder zijn grote magische potentie. Niet alleen was Heer Alaric van lange omvang; hij was ook breedgeschouderd, krachtig gebouwd en een icoon van gunstig gezag. Automatisch voelde hij zich tien keer kleiner, tien keer lutteler. Van godenstatus. In ieder geval wel voor hem. 'H-heer Grootmeester!' De zachte, satijnen stem van de Syaori die stamelend en ademloos klonk, was op het moment net zo schamel als een klein zuchtje wind. Met grote, ongelovige ogen keek hij toe hoe de Heer - de Heer - de traditionele groet van zijn volk bij wijze van diep respect voor hem toe uitvoerde. Voor hém. Hij - hij verdiende dat allerminst. De spulletjes waar hij mee bepakt en bezakt was klingelden, rinkelden en rammelden (inclusief een geïrriteerd 'au!' van de wakker geschudde watergeest in de Water Mirror) toen Shong haastig overeind krabbelde. Hij wist werkelijk niet hoe snel hij zich overeind moest werken om de groet van de Legendarische Magiër te beantwoorden. Koortsachtig streek hij de zomen van zijn Cassiaanse uniform glad, ontdeed zijn mantel hier en daar van witte plukjes, stompte een vuist tegen een geopende hand en maakte toen een buitengewoon diepe buiging; waarbij de gigantische spiegel op zijn rug, een overvolle knapzak en zijn bo-staf over zijn hoofd zakten en hij zowaar voorover op zijn hoofd kukelde. Gelukkig voor hem (en zijn imago) kon hij zijn evenwicht bewaren en een tweede blunder voorkomen. Een beetje buiten adem en met zichtbaar roodgloeiende oorpunten, kwam hij uiteindelijk overeind - alleen om zich een seconde later weer aangedaan op zijn knieën te werpen. Heer Alaric vroeg namelijk naar zijn welzijn.. in zijn moedertaal. Het zware accent dat doorschemerde was alleen maar bewijs dat de Heer zijn uiterste best probeerde te doen voor een goede benadering. Dat roerde Shong tot in het diepste van zijn ziel. 'Shàn yǒu shàn bào, wǒ de zhǔ.. zèng rén méiguī, shǒu yǒuyú xiāng,' fluisterde hij eerbiedig richting de grond in de vele gekende zachtaardige, doch vloeiende sh-lispelingen van het Oost-Cassiaans. Misschien veel te gehaast. In zijn knielende buiging leek hij zich helemaal tegen de grond te willen drukken. Het leverde niet direct een antwoord op de vraag, maar in de taal van zijn volk betekende het iets onder de lijnen als 'goed, zolang ik goed blijf doen'. Te overmand door bewondering en hoogachting leek het niet eens in Shong op te komen dat de Heer wellicht zijn taal niet voldoende beheerste om daarop terug te kunnen koppelen. Als een schuifelend hoopje kleding en bijeengebonden spullen, kroop hij over de grond naar de man en legde zijn hoofd even zwijgend te rusten op diens schoen. Hij kon de Heer niet vertellen hoe geroerd hij was om Hem in zijn midden te hebben, hoe trots zijn volk zou zijn geweest als ze.. Nog ietwat natrillend kwam Shong langzaam weer overeind, het stof met het schaamrood op zijn kaken van zijn wintermantel kloppend. 'V-vergeeft u me, meneer Heer,' verontschuldigde hij zich zachtjes, teruggeschakeld naar het Kovomakaans waarbij hij in zijn verwarring en beleefde aard enkele aanspreektitels door elkaar leek te halen. 'Het is alleen.. het is me een grote eer met u samen te mogen reizen. Ik wil u niet aandoen als een man zonder wijsheid, incorrect als dat zou zijn, maar u zou u niet kunnen indenken hoe groot - ' Zijn stem viel weg. Zowel letterlijk als figuurlijk opkijkend naar de langere man voor hem, verloor Shong zichzelf in zijn eigen woorden. Hij kon alleen maar een moment zwijgen, voor hij uiteindelijk een pril glimlachje door liet schemeren op zijn gelaat en een klein gebaartje naar zijn ezel maakte. 'Dit is Bella,' introduceerde hij het zachtaardige dier terwijl hij glimlachend naar haar toeliep en genegen een paar enkele keren over haar snuit aaide. 'Bella; meneer Heer Alaric - Meneer Heer Alaric; Bella! Opdat onze reis voorspoedig en zonder gevaren mag zijn.' Hoewel zijn stem initieel nog monter en vrolijk klonk terwijl hij de twee aan elkaar voorstelde, zo zwakte het af tot een onstabiele fluistering. Het zou immers niet geheel zonder gevaar zijn - dat feit was zo waar als dat de ochtendzon zou rijzen, zakken en rijzen. Het was te zeggen dat de Syaori nerveus was voor de reis, de herinneringen meegenomen hoe reizen van een vertrouwde plaats naar een gebied met uitsluitend gevaar was geweest, en nog vers in zijn geheugen lag gebrand als een lugubere, krakende zwart-wit film. Dat hun doel gelegen lag op Noord-Cassia bracht hem enige opluchting. Een klein rukje van Shongs scherpe oren gaf het eerste seintje dat er iets was dat de stilte verbrak, een pneumatisch gepuf van pompen en cilinders die de impact van een groot gevaarte moesten opvangen. Iets dat Heer Alaric op deze afstand wellicht niet kon horen. 'Heer, ik geloof.. dat onze shuttle is gearriveerd.' Shong slaakte een bevende ademteug en maakte zijn weg richting het lanceringsplatform, Bella's leidsels aan de hand, de spulletjes waar hij mee bepakt en bezakt was rammelend. Eén keer bleef hij midden op het pad staan om over zijn schouder een laatste blik te werpen op het kasteel, dat op deze afstand in de verte en in de mist vervaagde tot een immens silhouet. Hij hoopte op veiligheid voor zijn leerlingen, collega's en voor - voor Emori. Nu hij eraan dacht was hij zo druk geweest met voorbereidingen treffen voor de reis dat hij haar helemaal niet gedag had gezegd. Zou dat significant zijn geweest, of alleen maar opdringerig? Ondanks dat hij het wel graag had gewild, kon hij dat op dit punt nog niet zeggen. Met een blik op Alaric's brede rug vroeg hij zich stilletjes af of ook de Heer iemand had die hij liefhad en in het kasteel moest achterlaten. Voor hem moest het vast gewoonte zijn om regelmatig het thuisfront achter te moeten laten en door heel Kovomaka te reizen. De kleine Watermagiër liet zijn hoofd hangen en keek peinzend naar de kiezels langs zijn rode slofjes. Het was niet zoals toen. Natuurlijk zouden ze terugkeren, naar wat nu zijn 'thuis' was. Het kasteel zou nog gewoon fier overeind staan bij hun terugkomst, hoeveel dagen er daarvoor ook verstreken mogen zijn. Iedereen zou nog in leven zijn. Er zullen geen rookpluimen zijn die de hemel verduisterden, geen brokstukken verspreid over het verdorde land, geen in de aarde geboorde pijlen, levenloze lichamen en geplante, wapperende vlaggen in de wind met het Shadraanse embleem. Geen stelselmatige poging tot uitroeiing, gedreven door de wreedaardige beweeggrond van rassenhaat. Geen beroving op sacrale relikwieën. Geen 'siege'. Geen.. geen Eres, of ieder ander leiderspersoon die bungelde aan een galg. Overmeesterd door een vlaag van angst schoot er een trillende hand over zijn mond om een golf braaksel tegen te houden. Hij hoopte vurig dat de Heer niets gemerkt had. Bovendien, met Heer Alaric aan zijn zijde kon hem weinig overkomen. Toch?
Zelfs onder de dikke lagen kleding en de stof van zijn bontmantel sijpelde de ijzige kou door. Eentje die de omgeving niet eigen was, maar puur kwam voortgevloeid uit zijn eigen verontrusting. Ondanks dat slaagde hij erin om de stuursman, die hen al stond op te wachten, een vriendelijk glimlachje te schenken en hem te groeten door middel van een klein buiginkje. Met enige tegenzin overhandigde hij Bella, waarna het dier met vertwijfeld gebonk van haar hoeven een laadruimte aan de achterzijde werd binnengeleid. Het liefst hield hij haar dicht bij hem. Hij deelde een antipathie voor shuttlereizen met de ezel, solide als de vaste grond was en onvoorspelbaar als het luchtruim kon zijn. Verlegen zetelde hij zich neer naast de Heer, zijn voeten een paar centimeter boven de grond bungelend. Shong staarde in zijn schoot terwijl hij werktuiglijk met zijn duimen draaide. Eerlijk gezegd wist hij niet zo goed wat te zeggen. Wat zei je tegen een Legendarisch Magiër? Het duurde gelukkig niet lang voor de shuttle onder een ronkend geluid op zijn landingsgestel begon te schudden en hij met grote ogen zowat in Alaric's schoot viel. Snel klikte hij zijn gordel vast. Met roffelend hart in de keel draaide hij zich naar een hoekje van zijn stoel om zo min mogelijk van de opstijging mee te krijgen. Wat er zich daarna afspeelde, dat maakte hij niet bewust mee. De Syaori was gedurende de reis in een vredige slaap gewiegd waarbij hij als een opgekrulde kat in zijn stoel lag, zijn hoofd rustend onder Alaric's oksel. Een bonk die duidelijk de landing aanduidde liet hem wakker schrikken. Dat moest ook wel, want hij werd met zijn lichte gewicht bijna een centimeter of vijf de lucht in gelanceerd. 'Oei zeg, pardon!' pufte hij onbedoeld iets luider uit door de gehele shuttle dan nodig was toen hij merkte hoe, en waar hij in slaap was gesukkeld. Hoe onbeleefd! Met een rood aangelopen gezicht verzamelde Shong haastig al zijn spullen, schudde de piloot als een menselijke milkshake de hand, struikelde triomfantelijk half over het drempeltje en zette toen voet in - sneeuw. Verwonderd staarde hij naar de knerpende witte substantie onder de zolen van zijn slofjes, en van daaruit gleed zijn blik omhoog om het maagdelijk witte landschap te aanschouwen dat tot de horizon en ver, ver daarachter uitstrekte. Hij was er even stil van. Cassia. En hoewel anders, hoewel elders op de Planeet dan waar hij opgegroeid was, kon hij een gevoel van euforie niet onderdrukken. Hij was - thuis.
And I don't mind
♔ IF IT'S ME YOU NEED TO TURN TO
- (shàn yǒu shàn bào) - Do well and have well - (zèng rén méiguī ,shǒu yǒuyú xiāng) - a bit of fragrance clings to the hand that gives flowers (naar Alec's attente benadering) Ik hoop dat het zo goed is!
Alaric .....
PROFILE Real Name : Sansan Posts : 622 Points : 898
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Water Klas: That doesn't apply to me, but... one is never too old to learn, right? Partner: Awake me..
Onderwerp: Re: [E-Missie] The Princess and the Dragon (Alaric & Shong) zo aug 27 2017, 18:53
Nog net wist hij een lach te onderdrukken toen de Syaori zodanig van hem leek te schrikken dat hij spontaan achterover duikelde. Het resulteerde erin dat er enkel wat aandoenlijk gegrinnik van zijn kant hoorbaar werd. De Legendarische Magiër had zich direct iets voorover gebogen om de ander behulpzaam zijn hand aan te reiken en overeind te helpen, maar deze leek het nauwelijks op te merken. Bij de uitroep en term ‘Grootmeester’ verscheen er een kalme glimlach op Alec’s gezicht. “Vergeef me. Ik wilde je niet laten schrikken. Kom, laat me je helpen.” Zijn hoofd kantelde zich iets bij het zien van het verblufte gezicht voor hem waar zijn eigen ijsblauwe ogen juist als de rust zelve in de donkere poelen voor hem staarden, onaangedaan. Hij had zich pas weer rechtgezet en de traditionele buiging vertoond toen Shong uit zichzelf al was opgesprongen. Zijn mondhoeken krulden ongemerkt iets omhoog toen zijn groet werd beantwoord. Het bleef bijzonder om te zien welke tradities het volk van de docent erop nahielden. Het was één van de vele onderwerpen waarvan Alaric wenste dat hij ooit de tijd zou vinden zich er meer in te verdiepen. De roodgloeiende oorpunten van de ander had hij nauwelijks opgemerkt, maar het was duidelijk dat zijn aanwezigheid voor enig ongemak zorgde. Het kleine lichaam voor hem wist zich immers geen moment stil te houden of zich een houding te geven. Het was een aangezicht wat Alec niet geheel vreemd was, maar waar hij hoopte binnen niet al te lange tijd korte metten mee te maken. Er was geen noodzaak voor zodanig diep respect of verering. Wie zij beiden ook waren in het dagelijks leven, deed er nu niet toe. Voor nu waren ze gelijk. Een team zelfs. Met deze gedachte in het achterhoofd, had hij hem gadegeslagen en het antwoord in Shong’s moedertaal aangehoord. Door aandachtig te luisteren wist hij enkele klanken te herkennen, waardoor hij aardig bij elkaar wist te puzzelen wat het ongeveer moest betekenen. Maar juist het sprankje mysterie rond de werkelijke betekenis wat nog overbleef, activeerde zijn interesse alleen maar meer. Interesse ging voor even over in oprechte verbazing op het moment dat de Syaori vervolgens plotseling naar hem toe gekropen kwam. Het stond geschreven op zijn gehele gezicht nu zijn blik op de witte lokken ter hoogte van zijn schoenen rustte. Zijn mond opende zich al iets om er een opmerking over te plaatsen, aan te geven dat het niet hoefde, dat het goed was… Maar de woorden bleven steken in zijn keel. Het… ontroerde hem in zekere zin. Het was alsof zijn begroeting iets had losgemaakt bij de man. Maar wat…? Zijn wenkbrauwen gleden verwonderd omhoog bij de verontschuldiging die volgde. Als vanzelf brak er weer een zachte glimlach door op zijn zongebruinde gelaat, waardoor vertedering zich mengde met een vragende blik. Dit zou vast en zeker nog een interessante reis worden… Zoals het hem betaamde bleef Alaric zwijgen zolang spreken niet nodig leek te zijn. Vandaar dat hij pas weer aanstalten maakte te reageren bij de spontane voorstelronde met de ezel. Het leek Shong te kalmeren even op een ander onderwerp over te springen, dus ging Alec er flexibel in mee. Zijn nieuwsgierige, levendige ogen gleden aansluitend naar het dier. “Aangenaam, Bella.” begroette hij haar net zoals hij een ander mens zou begroeten. Bedachtzaam was hij naar de ezel toegelopen en schuin-voor haar blijven stilstaan. Waar een kleine hand zacht over de snuit had geaaid, voegde nu een grotere, ruwe hand zich erbij die verrassend zachtaardig even met twee vingers over de vacht streek. Het was de aanraking van een man die ervaring had met dieren en er een persoonlijke affiniteit voor koesterde. Met een blik vol genegenheid -wat uiterst in contrast stond met de strenge staar die hij tijdens formele aangelegenheden kon tonen- nam hij het dier nog iets langer in zich op en fluisterde haar uiteindelijk enkele, liefkozende woorden toe in een voor velen onbekende, melodieus klinkende taal, verloren in tijd. “Alec.” klonk het daarop plotseling. In eerste instantie leek het tegen Bella te zijn, maar vanuit zijn ooghoeken had hij Shong weer aangekeken. Zijn breedgeschouderde lijf draaide zich aansluitend weer iets van de ezel af. “Bekenden noemen me ‘Alec’ en aangezien we ongetwijfeld nog voldoende tijd samen zullen spenderen, kunnen we maar beter gelijk goed beginnen, denk je niet?” Het was zijn wijze van aangeven dat elke titel zoals ‘heer’, ‘meneer’, ‘grootmeester’ en zelfs zijn volledige naam ‘Alaric’ wat hem betreft niet nodig waren. Gewoon… ‘Alec’ was meer dan voldoende. Het was in feite de naam, de roepnaam, waar hij zich het meest prettig bij voelde. Wanneer iemand hem op die manier aansprak, was het meer alsof ze tegen hém spraken, in plaats van tegen de positie die hij bekleedde of de reputatie die hij had. Ongeacht de vele jaren dat hij al over de planeten rondstruinden, ongeacht de personen die hij had gediend, de vaardigheden en verantwoordelijkheden die hij bezat, was Alec ook gewoon nog steeds… Alec; een man van weinig woorden soms, maar ook een goedlachs, rechtvaardig persoon met het hart op de juiste plek.
Zijn hoofd richtte zich iets op na het korte moment van stilte waarin Shong hem erop had gewezen dat hun shuttle was gearriveerd. Aangezien Alec niet over Ronodan’s magie beschikte, kwam het nieuws voor hem onverwacht en kon hij ook niet zeggen hoe de Syaori van de komst van hun voertuig afwist. De toon waarop de aankondiging gesproken was, was hem niet ontgaan, maar Alaric besloot wijselijk te wachten tot het juiste moment om er eventueel over te beginnen. Met een bevestigende knik was hij in beweging gekomen en liep hij aan Shong’s zijde richting het lanceringsplatform, maar zijn pas hield zich abrupt in toen de ander plotseling toch nog bleef stilstaan en zich uit het niets iets omdraaide richting de school, al leek hij niet in de gaten te hebben dat Alec het had opgemerkt. Voor slechts enkele seconden bleef hij nog zwijgen voor hij toch een stap in Shong’s richting zette. “Is er iets mis?” Maar zijn vraag werd al snel overstemd door beweging in zijn ooghoek. “Ah…” Zijn glimlach verbreedde iets. “Ze is dus toch nog gekomen.” Nog voor iets of iemand zichtbaard werd, stak Alec zijn hand al op, zodat ze hen gemakkelijker kon vinden. Nog geen tel later schoot een slanke gestalte tussen de enkele bomen door en bleef op een afstandje staan zwaaien. De blik van de Legendarische Magiër bleef op het bekende, lelieblanke gezicht rusten terwijl hij lachend terugzwaaide. “Ik had haar toevallig verteld wat we vandaag zouden gaan doen en… ze stond erop ons nog even snel gedag te zeggen. Ik wist helemaal niet dat jullie elkaar kenden.” Een zachte lach ontsnapte hem bij de woorden van de jonge vrouw die, als hij zich niet vergiste, samen een vraag moesten vormen als “Hebben jullie alles bij je?!”, maar ze stond voor hem op een te grote afstand om het duidelijk hoorbaar te laten zijn. Met een geamuseerde grijns maakte Alec een luchtig gebaar terug. “Ik hoor op jou te letten. Niet andersom!” Dankzij de zwaarte van zijn eigen stem, dreunde zijn stemgeluid ver door in de omgeving en leek het Emori gemakkelijk te bereiken. “Pas nu eerst maar goed op elkaar en keer veilig terug! Goede reis!” werd er grinnikend terug geroepen vlak voor de stagiaire nog een laatste keer enthousiast naar beide heren zwaaide, voor de grap een handkus blies als bij een afscheid met een geëmotioneerde echtgenote en zich daarna vlug naar haar eerste les van de dag haastte. Lachend had Alec zijn hoofd geschud en haar nog even nagekeken. Zijn benen leken weer in beweging te willen komen, maar… iets hield hem toch nog iets langer staande: De aanblik van de Toren… Zou Ro ook al wakker zijn..? Wat..? Oh. Eh… Ahum. In ieder geval... In een zekere pas was hij Shong weer gevolgd toen hij verder liep, maar zijn gedachten… bleven nog even langer bij een zeker persoon in het gebouw wat ze nu achterlieten. Hierdoor had hij niet in de gaten gehad wat er bij de ander was gebeurd. Iets wat bijzonder was te noemen, aangezien Alec normaal gesproken juist bekend stond om zijn alertheid.
Eenmaal bij het lanceringsplatform aangekomen, had hij de piloot begroet met een ferme handdruk en was als eerste de shuttle ingestapt. Met inmiddels heel wat shuttlereizen achter de rug van en naar Cassia of de andere planeten, keek Alec weinig nieuwsgierig op toen hij zich in één van de stoelen liet ploffen en zijn gordel vastklikte. Uit zijn schoudertas, haalde hij een dikke pil tevoorschijn en sloeg deze open ergens halverwege, waar hij gebleven was. Maar in plaats van zijn blik direct langs de goede bladzijde te laten glijden, stopte hij zijn hand ertussen als een bladwijzer en sloeg het boek nog even dicht. Mocht de kans ervoor bestaan, dan zou hij onderweg nog een paar zinnen meepikken. Veel liever nog ging hij een conversatie met zijn reisgenoot aan. Zijn goedmoedige ogen waren dan ook op hem blijven hangen toen de ander de shuttle ingestapt kwam en naast hem ging zitten. Zijn lippen sperden zich al iets van elkaar om een gesprek te beginnen, toen het geluid van het voertuig hem voor was. Bij de tweede poging werd hem abrupt het zwijgen opgelegd op het moment dat Shong onverwacht zijn schoot op rolde. “Ho!” Hij lachte kort en helder, maar stopte bij het zien van de uiterst nerveuze en gespannen blik van de ander. Hm… Gemoedelijk hielp hij hem dit keer maar gelijk met één hand overeind en klopte hem even stevig op de schouder… misschien iets té stevig gezien zijn geringe postuur, maar zijn bedoelingen waren er niet minder oprecht om. “Cùm sìos.” klonk het daarop zo zacht dat het zelfs voor de Syaori nagenoeg onhoorbaar zou zijn. Op de juiste toon en met de juiste uitspraak gesproken, had het een kalmerend effect tegen wie het dan ook gezegd werd. Het was een spreuk die Alaric in feite vele malen had gebruikt in zijn verleden, maar er had best een flinke tijd tussen gezeten sinds hij het voor het laatst gezegd had. Hopelijk zou het de man naast hem even veel rust brengen als het de anderen had gedaan… Met een berustende glimlach had hij daarom gadegeslagen hoe Shong na verloop van tijd inderdaad in een vredige slaap was gezakt en tegen hem aan kwam te rusten. Voorzichtig, om hem niet wakker te maken, vouwde hij de mantel nog wat meer om zijn reisgenoot heen, ging iets verzitten zodat hij nog beter kon liggen en raapte zijn boek weer van zijn schoot om verder te lezen tot ze op Cassia zouden arriveren.
Enige tijd later schrok hij uit de tekst op toen het luider rommelen van de motoren aanduidden dat ze de landing inzetten, waarop hij zijn boek weer veilig opborg. Hij was toch zeker drie hoofdstukken verder gekomen. Echter leek Shong weinig van alles mee te krijgen. Pas bij de daadwerkelijke landing, schrok hij wakker en schoot iets omhoog. Alec grinnikte even bij de luid geprevelde verontschuldiging. “Oh, geen probleem. Ik ben blij dat ik me nuttig kon maken tijdens de reis.” reageerde hij enkel geamuseerd met een nonchalant gebaar. “Lekker gesla-“ Maar de ander schoot er alweer vandoor naar buiten. Zelf stond hij een stuk kalmer op, wisselde enkele woorden en wederom een goede handdruk met de piloot en stapte tenslotte achter Shong aan de sneeuw in. Direct leek een bepaalde rust hem te overkomen, nog meer dan hij normaal bezat. Alleen al het aangezicht van zijn vertrouwde planeet, van het landschap waarin hij zich als een vis in het water voelde, deed hem zichtbaar goed. Andersom leek ook de omgeving verheugd op zijn komst te reageren. Enkele sneeuwvlokken nabij zijn schoenen zweefden enthousiast omhoog en cirkelden als levende wezens rond zijn imposante gestalte, bij wijze van begroeten. “Het was alweer te lang geleden…” verzuchtte Alec in zichzelf en tegen zijn element, waarbij hij even liefkozend over de vlokken streek alsof hij een dier aaide. Nog meer sneeuw begon zich te verzamelen en schaarde zich bij elkaar, zodat ze samen in de lucht een figuur konden vormen. Grote vleugels spreidden zich machtig uit naar buiten. De kop was omhoog gericht, richting de lucht, alsof het gevormde fabeldier geluidloos kraste. In hun nieuwe vorm, vlogen de sneeuwvlokken boven Alaric en Shong langs en hield tenslotte weer vragend halt. “Met Sorin gaat het goed.” bevestigde Alec daarop en nam een moment om de kunde waarmee ze zijn geliefde feniks hadden nagebootst te bewonderen. “Ik had hem graag willen meenemen, maar ik heb ook iemand nodig die een oogje in het zeil houdt op de Academy.” Helemaal nu hij er meerdere personen had rondlopen op wiens welzijn hij meer dan wat dan ook gesteld was… Tevreden met de uitleg, leek het element zich vervolgens tot Shong te richten. Nieuwsgierigheid ging gepaard met… enige herkenning. Het was te merken dat het aanvoelde dat ook de Syaori hier meer dan waar dan ook thuishoorde en het hem tegelijkertijd nog beter wenste te leren kennen. Alec zag het een moment geïnteresseerd aan voor hij iets van de opgewaaide sneeuw en Shong afstapte. Hm… Nog niets te zien. Maar hij moest hier vast ergens in de buurt zijn, zo was hem van tevoren per brief verteld. Met twee vingers floot Alec daarom luid en duidelijk twee schelle tonen die direct door de gehele omgeving echode. Eerst was er stilte… Enkel het knisperen van de sneeuw onder hun voeten was hoorbaar. Maar binnen een minuut klonk een geluid in de verte. Donderend als onweer kwam het recht op hen af. Met een vacht en manen zo gitzwart als de diepste nacht op Shadra, was het vrijwel onmogelijk om de hengst in het ijzige landschap over het hoofd te zien. Krachtig, doch gracieus kwam hij met een gevaarlijke snelheid op de shuttle af die zich ondertussen opmaakte weer te vertrekken. Met de doeltreffendheid van een roofdier op jacht, denderde het in één rechte baan naar Alaric toe en hield pas vlak voor hem halt. Toch had de Heer van het Water niet eens geaarzeld opzij te springen, volledig vertrouwend op het dier wat zich naar hem toe had gehaast. “Thoreann!” groette hij het majestueuze dier hartelijk, alsof hij een oude vriend terug gevonden had. Het paard brieste verrukt en drukte zijn snuit uit gewoonte direct tegen Alec’s uitnodigend uitgestoken hand. “Ook goed om jou weer te zien.” Na het dier nog even de nodige aandacht te hebben gegeven, draaide hij zich naar Shong om zichzelf en de plotselinge komst van de hengst te verklaren. “Omdat ik zeer regelmatig op Cassia ben en niet overal de shuttle voor wil pakken, heb ik zo’n vijftig jaar geleden de beslissing gemaakt een aantal paarden te houden. Ze staan over heel de planeet verspreid, zodat ik, als het nodig is, van hun diensten gebruik kan maken. Het zijn van oorsprong allemaal wilde paarden die zoveel mogelijk vrijgelaten worden, maar…” Zijn hand klopte even vriendschappelijk op de rug van het paard waar geen zadel op te vinden was. “…na lang genoeg wennen aan elkaar, weten ze me altijd te vinden. Thoreann hier is de jongste op het moment en… nog een beetje enthousiast, zoals je zag.” Hierop hinnikte het jonge dier luid en duidelijk om een punt te maken en trappelde even ongeduldig. Genegen streek Alec nog één keer met zijn vingers langs de glanzende, donkere vacht voor hij uit zijn tas vandaan een warm kleed pakte en deze over het paard drapeerde. Een zadel en teugels bleven wederom achterwege. Met de tas weer rond zijn schouders geklemd, sprong Alaric -ondanks de indrukwekkende schofthoogte van het dier- vervolgens zonder enige moeite op de hengst en pakte met één hand zacht de manen vast voor steun en controle. Met de ander viste hij ook een kaart uit de tas. “Zullen we gaan?” mompelde hij nog binnensmonds terwijl Thoreann zich al iets in beweging zette en hij zelf vluchtig zijn ogen over het stuk perkament in zijn hand liet gaan.
Master Shong
PROFILE Real Name : ✮Fox Posts : 1376 Points : 93
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Water ✗ Ice Klas: You're my ☆-pupil, each and every one of you! Partner: Tremble, little lion man, you'll never settle any of your scores.
Onderwerp: Re: [E-Missie] The Princess and the Dragon (Alaric & Shong) zo sep 24 2017, 09:48
Let it shine, until you feel it all around you And I don't mind - if it's me you need to turn to
♒
Heer Alaric Cenred Ëlmare, de Each-Uisge van Cassia's wateren en Legendarisch Beschermer over ieder van haar vezel tot in de diepste kern van de Planeet; hij was zoveel anders dan Shong hem initieel had voorgesteld. Kameraadschappelijk. Toegenegen. Zijn aura was zo warm en aangenaam als een dikke deken op een steenkoude winteravond, en de energie die voelbaar van hem af kolkte was er eentje waarbij symptomatische achtergrondinformatie niet nodig was om de conclusie te kunnen trekken dat hij over een hart van goud beschikte. Hoe de Heer hem goedwillig overeind wilde helpen. Hoe hij Bella benaderde. Hoe hij in iedere stap het mystieke met zich meedroeg als een onzichtbare mantel. Al zijn heel wat indrukwekkende titels intussen wegwuivend om zich haast aan hém te kunnen meten, iemand van zijn volk - of die sterker nog dat zelfs nog niet zijn hele leven was geweest. Een buitenstaander, die meer in verbinding stond met Cassia dan het 'gewone volk' kon bevatten, maar behandeld werd als een klein, groeiend gezwel in de samenleving. Zoals de Leprechauns op Gren, die als uitgebuite slaven dag in dag uit ₮alons sloegen in hun ondergrondse werkplaats. Of de Dwergen op Erd, met geen haar op hun hoofd die er ook maar aan dacht om hun plakkerige baarden vol etensresten een keer uit te wassen, en in plaats daarvan liever de ene na de andere schuimende pint achterover sloegen in de een of andere godvergeten taverne. De diplomatieke Elven, die graag een duit in het zakje deden om de boel op te stirren en naar hun hand te zetten. Klootjesvolk in de ogen van de middenklassen. Het was geen verschil met de Syaorin. Hij en zijn broer Tai-Lung hadden jaren geploeterd voor een schamel appartementje pal aan een rumoerig lanceringsplatform. Een chaotisch mierennest. De ramen en de vazen rinkelden en het complex schudde in zijn grondvesten bij iedere shuttle die om twaalf uur 's middags precies het luchtruim verkoos. Dus waarom zag de Heer er geen schaamte in om zich te reduceren tot.. hem? Hij; een dromer, een vluchteling, een maagd, een discipel van een veelal beschimpte Godin, een auteur, hoger geschoold dan zou moeten voor iemand van zijn kaliber - een angsthaas. Gewoon maar een kleine spruit die niet veel aan de wereld toevoegde, maar des te meer aan de Utopia in zijn hoofd waarin lege duplicaten van geliefde personen en loze dromen zorgvuldig een eigen plekje kregen. Heer Alaric daarentegen had het Water van Nansra zelve door zijn zenuwen stromen, zoals iedereen in de geschiedenis van de Legendarische Cassiaanse linie volgens het Syaorische geloof. Toch wilde Shong dolgraag zijn best doen - meer dan zijn best. En de Heer leek erop te staan dat hij hem eerder als een naaste vriend behandelde dan de Dominus zoals hij hem zag. Dat hij hem - met.. 'Alec' aan moest spreken. Zacht prevelde hij de asblonde man na, struikelend over zijn eigen klanken. Het was onwennig, vergde zeker wat oefening - maar hij dacht daar wel te komen, uiteindelijk. Onwillekeurig reageerde Shong er met een acuut buiginkje op, alsof hij daarmee wilde zeggen dat hij het tweehonderd procent zeker te weten in acht zou nemen. 'J-ja - ja, meneer Alec! Zeker, meneer Alec! Ik bedoel - gewoon Alec!' garandeerde hij Heer 'Gewoon Alec' ervan, bij ieder van die drie zinnen nog maar eens een klein onbeholpen buiginkje voegend. Zijn grote vleermuisachtige oren leken wuivend mee te doen in die uitingen van eerbied. Verdorie - toch iets moeilijker dan hij had gedacht. En.. en dit was nog maar een naam.
Nieuwsgierig keek Shong schuin naar de breedgeschouderde man naast hem op bij het horen van zijn woorden, en niet veel later één van zijn armen die groetend de lucht in schoot. Pas enig ogenblik werd duidelijk waarom toen daar een.. bekend gestalte tussen de bomen door schoot. Meteen voelde de kleine man zijn hart een sprongetje maken. E-Emori? Hij leunde aan Bella's leidsels die hij in twee handen vlak naast zijn gezicht hield, met ietwat vergrote ogen starend naar de bruinharige jonge vrouw. Ze.. stond erop om hen nog even gedag te zeggen.. Het was in het vroegst van de ochtend, het kasteel was nog nauwelijks ontwaakt - en toch.. Ze was hier. Verblijd liet de Syaori zijn kin op zijn borst zakken, een vuist de stof van zijn livrei klauwend op de plek van zijn hart. Graag had hij de Heer voluit verteld over hoe hij haar had leren kennen met het enthousiasme van een jonge jongen, dat hij maar al te blij was om haar per slot van rekening gewoon al te mogen kennen - maar woorden lieten hem in de steek. Immers was hij ook een beetje overmand door het feit dat Emori de Heer ook kende, en ogenschijnlijk op een manier alsof het nog een goede band betrof ook. Dat vergrootte zijn verwondering voor de stagiaire Waarzeggerij des te meer. 'Ze is mooi, hè?' fluisterde hij ietwat soezerig in het ezeloor, nauwelijks hoorbaar, zonder zijn blik daarbij van de jonge vrouw af te scheuren. Wat verlegen, doch zichtbaar verblijd, zwaaide Shong kleintjes terug - tot zijn wuivende hand midden in zijn beweging leek te bevriezen bij het zien van de luchtkus, niet zeker wetend of die aan hem behoorde of niet. Hij verstopte zijn gezicht in Bella's muisgrijze vacht om zijn gêne voor haar te verbergen, hoewel zijn gelaat getekend was door een maar al te brede glimlach. Voor even was dat zichtbaar toen hij zijn hoofd tegen de ezelflank iets opzij draaide en haar afgetekende figuur tussen de bomen met een schuin oog glunderend gadesloeg. Dit.. moest ze niet doen. Zometeen kon de Heer een gesmolten Shong-substantie van het kiezelpad afschrapen. Met ietwat hernieuwde moed besloot de Syaori een souvenirtje voor juffrouw Emori mee te brengen, speciaal voor haar; misschien wel een zeer zeldzame ijsbloem, mocht Nansra hem het geluk geven om de cyaanblauwe pracht midden in het sneeuwlandschap te treffen. Het zou adembenemend prijken naast de Arcus Amandoza's, zo wist hij. Het begon bijna te lijken op een queeste om de vrouw voor wie hij heimelijk een heel teer plekje voor had, bloemen van al over Kovomaka's Zeven te schenken. Misschien verlegden de idyllische Kovomaka's Gardens in Oak's Field zich dan wel naar de werkruimte van ene Emori Bijoux. Het verschafte hem enigszins de nodige rust in de chaotische tumult in zijn hoofd toen hij zich naast de imposante man in de shuttle had gezeteld. De Heer droeg daar aan bij door hem met zijn krachtige hand gemoedelijk wat kloppen op zijn schouder te geven, die niet alleen zijn tere bovenlichaam in leek te kreukelen als een accordeon, maar ook de lucht uit zijn longen forceerde. Shong kon het niet helpen om het vriendelijke, doch robuuste gebaar te aanvaren onder wat onbeholpen kuchjes en een pijnlijk glimlachje. In combinatie met de slaap die hem overviel in zijn stoel, verzachtte dat zijn zorgen over de missie zelve, over de shuttlereis en zijn onhandig opspelende stressstoornis. Gelukkig maar. Hij wilde zich graag nuttiger maken dan zijn normale timide en bange voorkomen. Heer Alaric verdiende een betere metgezel dan dat.
De onder een zacht sissend geluid neerzakkende deur van de shuttle, werd spontaan de metaforische portaal tot een schitterende ijswereld. Eentje die de docent Watermagie alleen zo nu en dan enkele keren had mogen aanschouwen op tripjes door heel Kovomaka voor zijn boekenpublicaties, en nu maar al te graag weer betrad. Hij wist eigenlijk bar weinig over de witte glaciale woestijn die zich voor hem uitstrekte. Noord-Cassia was als een andere zijde van iets compleets, de sneeuwbol in contrast met de rest van haar grondslag, het grensvlak van een eeuwige lente waarin hij was opgegroeid; hij kon zich exact voor de geest halen hoe hij toen al als kleinste (én snelste) onder de kinderen van de Nimh-stam dolgelukkig door de kleurenuitspattingen van bloemenvelden draafde. En vooralsnog was Nansra's kille kant nog steeds een deel van hem. Het was haar adem die in een geruisloze zucht over de vlakten woede, de poedersneeuw meenemend in golvende witte vlagen en tussen die nevels door kuste de zon het ijs. Een beetje weggezakt in alle dikke lagen van zijn bontmantel, ontdeed Shong zich van een klein gedeelte van zijn bagage, voornamelijk die op zijn rug, en keek hij glimlachend naar het winterse panorama. Een verloren stipje in het landschap, de dikke pak sneeuw bijna tot zijn knieën reikend. Het was ook deze vorm van zijn geschonken element die immers in zijn vingertoppen lag. De ijzige kou prikkelde zijn zintuigen en joeg de roes uit zijn botten, hoewel de vervaagde restanten van zijn laatste droom bleven. Enkele herinneringen, locaties en personen waren in die droom wedergekeerd, zij het in ideale gebeurtenissen. Heer Alaric zelf, die zich een fantastische kameraad bewees. Letterlijk de grootste vriend die hij op het moment kon hebben. Emori, onder andere, hem gedag zeggend waarop hij het wél had gedurfd om met zijn duimen en wijsvingers een klein hartje voor haar te vormen. Al om al had het hem de positieve geestdrift gegeven die hij miste toen hij zich vanochtend rillerig naar het ontmoetingspunt had begeven. 'Alec-heer!' riep Shong enthousiast uit over zijn schouder, zijn adem oprijzende wolkjes vormend. 'Cassia!' Onder zacht gelach dat klonk als een klaterend fonteintje floepte hij de sneeuw in, zoals de aantal centimeters teveel waren voor zijn korte benen om dwars doorheen te klieven, om er even later weer bovenuit tevoorschijn te komen en zich een paar meter verder op zijn rug te laten vallen. Met een euforische uitdrukking op zijn gezicht maakte hij een engel in de sneeuw. Een kleine weliswaar; misschien nog eentje in opleiding. De vlokken zaten al gauw in zijn toch al donzige witte haar, in zijn bontkraag, op zijn mantel en - Heilige Nansra, dat is koud! - in kleine hoeveelheden een beetje onder zijn kleding geslopen; maar dat maakte allemaal niet uit. Het was alsof alle zorgen van voorheen waren weggesmolten - of was 'bevroren' meer op zijn plaats? - op het moment dat hij voet zette op Noord-Cassiaanse grond. Daar kwam bij dat het volk van zijn ras zich mentaal en emotioneel oplaadde door middel van Dream Walking, zelfs als dit maar kortstondig was. Nahijgend lag de Syaori in de sneeuw; zijn armen uitgestrekt naast zich neergelegd, zijn borst op en neer deinend en zijn snoet verwrongen tot een openstaande glimlach, waarmee hij de Heer aankeek toen deze zich bij hem voegde. 'In ieder detail en minutiae gaat het verder dan tevredenheid wanneer je er opnieuw aan herinnerd wordt dat 'thuis' eerder een gevoel is dan een plaats,' verzuchtte de kleine man gelukzalig, zijn ogen even gesloten, alsof hij daarmee ook een verklaring wilde geven voor zijn moment van pure blijdschap.
Stomverbaasd kwam hij niet lang daarna langzaam in een zittende positie overeind bij zijn aanblik van de dansende sneeuwvlokken, die de Heer groetten als een oude vriend. Zijn oren - rood van de kou - legden zich als de oren van een jonge hond verward in verschillende posities; eentje schuin omhoog en de ander gedrapeerd in zijn nek. Een beetje nieuwsgierig schuifelde hij dichterbij door zijn handen tussen zijn gespreide benen in de sneeuw vast te klauwen en zijn lichaamsgewicht steeds een stukje vooruit te trekken, te benomen door de sierlijke sneeuwvaandels om het in hem op te laten komen dat het praktischer zou zijn als hij gewoon overeind kwam. Was het Cassia zelve die met hen communiceerde? Was het - was het Nansra? Hij kon alleen maar met grote ogen en een open mond toekijken hoe de sneeuw zich boven hun hoofd in prachtige, majestueuze vormen manifesteerde. Misschien zag het hem zelfs niet, prullerig als hij zichzelf in een geïmproviseerde loopgraaf van sneeuw gesleept had. In rekening genomen dat hij als Syaori in directe verbinding stond met Cassia's gonzende magie, was dat een loze gedachte. Als het hem niet zou opmerken, zou het zijn aanwezigheid wel voelen. En inderdaad kwam de sneeuw ook hem belangstellend opzoeken, zichzelf nieuwsgierig uitmondend in een tot hem gericht puntje, als een soort van slang. Vragend bleef het zo een kort ogenblik voor zijn neus zweven. 'Een goedendag,' prevelde Shong zacht (en misschien ook ietwat verrukt) tegen de golvende vlokken, alsof hij het alleraardigst tegen een doodgewoon persoon had. Een verlegen glimlach speelde op zijn gelaat terwijl hij zijn blik neersloeg en timide met een vinger in de sneeuw naast zijn bovenbeen draaide. 'Fijn.. fijn dat het goed met U gaat.' Oh - oh nee... wat erg. Cassia - nee, wie weet was het nota bene Nansra wel! - legde contact met hém en dit was hoe hij reageerde? Zijn gezicht vertrok alsof hij op het punt stond om in huilen uit te barsten en beschaamd trok hij de bontkraag tot over zijn neus om diep in zijn jas weg te zinken. Vertwijfeld trok hij na enkele seconden toch de stof weer naar beneden, ietwat aarzelend. Na enige rukjes in aanstalten om zijn lichaam over tot bewegen te dwingen, boog hij zich - woeps, laten we wel recht blijven zitten - naar de kringelende sliert om één luttele kleine kus op een verloren sneeuwvlokje te drukken. Of in ieder geval een poging hiertoe, voor zover dat ging. Het was voor hem niet in woorden uit te drukken hoe diep vereerd hij zich voelde, en hoeveel hij van Haar hield. Ze leek meer dan vergenoegd te zijn met dit gebaar. Als een vervagende zweep verdween Ze in een oprukkende wind, die enkel daarvoor een paar seconden over de vlakte ging en vrijwel meteen erna weer ging liggen.
Geïmponeerd staarde Shong een beetje afwezig de heldere witte leegte in, totdat hij werd opgeschrikt door schelle tonen die plotseling de rust door tweeën spleet. Met een wee gevoel in zijn buik, kwam hij overeind en positioneerde zich aarzelend naast Alaric. Zijn geconcentreerde blik lag gericht op de horizon. Hij.. hij voelde het. Er kwam iets aan gedenderd - iets.. krachtigs, alsof het een enorme stormwolk in zijn kielzog leek mee te slepen. En in eerste instantie voelde dat niet goed. Misschien doordat aura's vanaf deze afstand nog net buiten bereik voor hem lagen. Misschien doordat het met zoveel onvervalste oerkracht gepaard ging. Hij kon het niet zeggen. Alles dat hij wist, was dat er iets of iemand recht op hen af kwam geraasd en dat zij recht in die baan stonden. 'A-Alec?' wist hij schor over zijn lippen te krijgen. Onrustig legden zijn vingers zich al om zijn bo-staf, zijn handen licht bevend terwijl hij zich, zakkend in een sierlijke, doch vigoureuze zelfverdedigingspose, al gereed maakte om tot het offensief over te gaan als het moest. Met een schuine bezorgde blik positioneerde hij zich beschermend half voor de Heer en trachtte te negeren hoe zijn maag zich meerdere keren omdraaide. Vruchteloos als dat was door zijn kleine lengte en de Heer die ongetwijfeld zichzelf wel kon redden, liet het het kotsmisselijke gevoel enkel nog maar meer opspelen. Hij hield niet van gevechten, de spanning, het leed dat overbleef. Maar hij kon niet anders. Het raakte Heer Alaric in ieder geval onder geen beding aan: dan.. dan liever nog hij! Als bij bliksemslag aan een heldere hemel verdwenen zijn zorgen echter op slag toen hij zag dat het geen storm was, geen sneeuwlawine, geen uitgehongerd mythisch poolwezen dat er op uit was hen op zo zijn eigen manier te komen verwelkomen, of ieder ander mogelijk gevaar; het was een gitzwart paard dat opdoemde tegen het wit van de horizon. Energiek en krachtig verlegde de hengst letterlijk zijn grenzen over het landschap, zijn trappelende hoeven het sneeuw los klievend, zijn manen zo vrij en ongetemd als hij in kwestie zelf en de stille wind dwars door tweeën splijtend terwijl hij de afstand in rap tempo overbrugde. Gedecideerd en elegant op hetzelfde moment. Een prachtig dier om te zien. Imponerend ook - Shong kon het niet helpen achteruit te deinzen en zijn evenwicht bewarend op de schoenneuzen van Alaric een verschrikte beweging te maken die het er nog het meest uit liet zien alsof hij spontaan een limbo-dans onder zijn bo-staf uitvoerde. 'Neptunus!' gooide hij er ontsteld uit, zijn vrije hand onwillekeurig om de stof van Alaric's mantel gegrepen. Er heerste harmonie tussen hem en heel wat dieren, waaronder ook paarden. Toch kon hij het niet laten om zich een beetje achter Alaric's lange gestalte schuil te houden, veilig toekijkend hoe Thoreann - zoals de hengst blijkbaar heette - de Legendarische Magiër enthousiast begroette. Indrukwekkende, geaarde schepsels met een zekere psyche werden nu eenmaal al veel te snel intimiderend voor tengere, bescheiden dromers. Veilig achter Alec's lange gestalte, piepte hij zijn hoofd langs de zij van de man en keek wat stilletjes toe hoe de Grootmeester de hengst onthaalde als een oude kameraad. Shong legde zijn hoofd in zijn nek om Alec nieuwsgierig aan te kunnen kijken terwijl hij aandachtig naar de uitleg luisterde die hem werd verschaft, en liet zijn blik vervolgens rusten op de zwarte geestdrift die daar als een snuivend contrast in al het wit stond. 'Thoreann,' herhaalde hij de naam zachtjes voor zichzelf. Voorzichtig kroop hij vanachter Alaric vandaan om het paard schuifelend door de sneeuw te naderen. Behoedzaam - niet te snel! Hij hield zijn adem even in toen hij recht voor het dier stond, misschien wel groter en machtiger dan ieder andere hengst die hij ooit gezien had. Maar ondanks dat het zijn angst waarschijnlijk wel voelde, leek hij niet aangedaan. Shong was opgelucht dat zijn vermoedens werden bevestigd toen hij langzaam een hand onder de forse kaak van de hengst had gelegd. Met een klein geslaakt zuchtje voegde hij er ook zijn andere hand bij, die hij bovenop de snuit legde, en legde zijn voorhoofd glimlachend te rusten tussen de opengesperde neusgaten van het paard. 'Namasté, Thoreann,' groette hij de hengst met evenveel respect als dat hij zijn eigen ezel vanmorgen onthaald had. Het cirkeltje van de kennismaking werd geheel compleet toen het paard als reactie daarop zijn hanenkam tot een vetkuif sabbelde. Vriendelijk nam hij zijn afstand weer om Alaric de nodige ruimte te bieden. Hij stond er ietwat afwezig, maar vooralsnog glimlachend bij te kijken toen de Heer zijn laatste voorbereidingen trof en Thoreann gereed maakte.
Impulsief schrok de Syaori op uit zijn ketting aan soezerige gedachtengangen. Of ze konden gaan! De Heer zat al op zijn paard, wachtend op hem - en wat deed hij? Hij stond maar een beetje sneeuw te vangen als een miniatuurvogelverschrikker. Waarom ook niet. Het was niet alsof ze een belangrijke missie te doen hadden of iets in die mogelijke richting. 'Ah - oh - ja!' Gejaagd draaide Shong een zoekend rondje om zijn as. Die afspraak met zichzelf om vandaag geaard te blijven, bleek maar weer eens al lang te zijn verwaterd. Zo snel als zijn benen hem konden dragen, hobbelde hij naar Bella, en toen naar de spullen die hij even verderop in de sneeuw had afgeworpen. '- Verander hier allemina nog aan toe sowieso in principe nog eventueel in een ijspegel, vind je dat normaal, kleine-' - wat Ocelot, zijn Watergeest, verder gepaard met enige vulgaire scheldwoorden nog te melden had, ging verloren toen Shong haastig de Water Mirror aan de hengsels als een rugzak op zijn rug liet glijden, wat overige kleinere spulletjes vastknoopte aan zijn gordel, zijn in de wind slaande mantel achter zijn benen sloeg en zich half struikelend terug waande bij Alaric. Als een jonger broertje dat verwonderd tegen zijn broer had opgekeken, deed hij een poging om Alec's soepele opstijgen te imiteren - hoewel hem dat bij lange na niet zo eenvoudig af leek te gaan. Integendeel: hij gleed pardoes over de rug van Bella door en kon zich nog net aan de leidsels vastgrijpen voor hij aan de andere kant face-first in de sneeuw plofte. Poging twee. Geconcentreerd kroop hij een kort moment als een zijwaarts schuifelende krab over de rug van Bella. De ezel liet hoorbaar een teug lucht ontsnappen via haar neusgaten, alsof het bij voorbaat al niet meer voor haar hoefde. Maar er werd hier vandaag op Noord-Cassia een zeker succes geboekt! Hij zat. Hoewel met weinig ruimte. Hoewel de ezelrug bomvol met spullen was beladen. Het schaamrood dat zich weer een weg naar zijn wangen probeerde te vinden, trachtte Shong te negeren terwijl hij onder kleine herpositionerende hopjes in het zadel een fijn plekje probeerde te vinden tot hij uiteindelijk goed zat. Hotsend kwam Bella loom in beweging om in een baan naast Thoreann, vele malen groter in lengte, een weg door de sneeuw te klieven. Ze vertrokken! De reis kon eindelijk beginnen. Aan de hand van de zon die blinkend een stuk boven de horizon glinsterde, was het bij elkaar wellicht twee uur later. Dat was meer tijdwinst dan verlies, dacht de leraar Watermagie tevreden. Het had veel langer kunnen uitlopen als ze hadden besloten later te vertrekken, in verband met de opspelende drukte rond die tijd op de lanceringsplatformen. Hij durfde niet te zeggen hoe lang ze even later al hadden gereden. De sneeuwvlakte leek eindeloos, en enkel wat schamele kale bomen veranderden in naaldbomen. Wiebelend met zijn benen en achterste dook hij zoekend in wat tassen en viste er een kaart van de omgeving uit. Bij het openslaan van het grote stuk perkament, sloeg deze meteen in zijn gezicht. 'Meneer Alaric,' glimlachte de Syaori nadat hij het perkament van zijn neus had losgetrokken, alsof er niets was gebeurd. 'Vergeeft u me - ik bedoel Alec! Ik - ik vroeg me af - allereerst mijn diepste verontschuldigingen dat we nog geen gelegenheid hebben gehad om te praten! O - maar wat wilde ik u nu zeggen. Ik zie hier dat we een vrij lange reis voor de boeg hebben,' met het puntje van zijn tong uitgestoken porde hij met een wijsvinger op een specifiek plekje op de kaart, om daarmee ook meteen maar te voorkomen dat het in de wind weg zou fladderen. 'Het lijkt zich op het uiterste puntje te bevinden van Noord-Cassia. Het.. het is uiteraard van belang dat we deze Raziaanse jonge draak in veiligheid brengen, zo snel mogelijk, en via de kortste route. Ik - ik denk dat ik daarbij ietwat van dienst kan zijn; maar enkel wanneer we kamp opslaan, en onze rust benutten. 's Nachts.' Shong zweeg even om met een schuine, voorzichtige blik van de kaart op te kijken en de reactie van de man te kunnen peilen. Hij wilde niet in de weg lopen. Hij wilde zich zo nuttig mogelijk maken. Peinzend staarde hij nietsziend naar de voorbij glijdende sneeuw beneden. 'Denkt u.. denkt u trouwens dat ze naar U zullen luisteren?' vroeg hij plotseling. 'De hofhouding van het kasteel dat onze locatie vormt, bedoel ik. Dat vroeg ik me zomaar af. U.. als Legendarisch Magiër, U zou enig gezag kunnen uitoefenen zonder daar iets voor te hoeven doen, uw naam alleen al doet het werk - maar, dat gezegd te hebben is het niet onbekend dat sommige adellijken een oppositie vormen tegen U en uw collega's. Zelfs vanuit bewoners jegens de beschermheer van de Planeet zelve, met pijn in mijn hart. Zou het wijsheid zijn om aanvankelijk via de entree binnen te komen en poging te doen tot onderhandelen, of om tersluiks onze weg te vinden? I-ik heb wel enige voorbereidingen getroffen, maar ik -' De satijnen stem van de Syaori stierf weg in onzekerheid. Hij sloeg zijn blik neer en staarde naar Bella's leidsels in zijn handen. De Heer zou het vast een stom idee vinden. En was het dat ook niet? Er zou niets mee worden opgelost. Hij kende de jonge prinses van het ijspaleis helemaal niet, hij had geen weet van haar wensen, verlangens, haar idee van normen en waarden. Nu hij daar over nadacht, wenste Shong dat hij zijn woorden terug kon nemen en in kon slikken.
Gesponsorde inhoud
PROFILE
MAGICIAN
Onderwerp: Re: [E-Missie] The Princess and the Dragon (Alaric & Shong)
[E-Missie] The Princess and the Dragon (Alaric & Shong)
Volledig in het thema van Valentijn staan er twee Events op het programma van de site. Beide zullen van start gaan vanaf 14 februari, dus houd de site zeker goed in de gaten.
Cupid Hearts: Verras vrienden of in game characters met een vrolijk hartje deze Valentijn. Met of zonder lief berichtje eraan vast. Anoniem of juist niet. Stuur je hartjes naar het account van Alpha.
Valentine's Dance:Vanaf 14 februari zal de grote zaal van de school omgetoverd worden tot een danszaal vol met eten, drinken en live muziek. Iedereen is welkom om aan dit algemene topic deel te nemen.
WINTER
Tijdens de winter is het terrein van de school in diepe rust. De meeste dieren zijn onvindbaar verscholen en de ijzige wind houd ook de leerlingen binnen. De perfecte tijd om met een kop warme choco naar de vallende sneeuw te kijken.