In de jongensslaapzaal van de Dark Magicians was het rustig zoals altijd rond deze tijd van de dag. Veel waren natuurlijk naar hun lessen. In het grote raam zat Jake rustig een boek te lezen. Het ging over de kracht van maanmagie. Een kunst die niet veel Shadranen konden leren. Hij was echter altijd al uitermate geïnteresseerd geweest in hoe deze magie te gebruiken. Zeker omdat hij al van jongs af aan ook veel met de maan had gehad. Het gaf hem altijd een goed gevoel om s'nachts als de volle maan scheen rond te lopen. Allicht zou het ook kunnen zijn door zijn Noord-Shadraanse genen. De nachten in het noorden van de planeet waren vaak ook langer dan op de rest van de planeet. Misschien dat zijn liefde voor de maan hier dan ook vandaan kwam.
Buiten scheen de zon volop. Hierdoor maakte het dat de slecht geïsoleerde zaal veel warmte op ving en dit niet kwijt kon. Het was echter nu ook een beetje benauwd aan het worden. Hij zuchtte lichtjes. Starshine had toch geld genoeg? Waarom had deze school er dan niet voor gezorgd dat er
op z'n minst een raam open kon hier? Met een zucht deed Jake zijn boek dicht. Werkelijk, bij Neara nog aan toe. Hij keek naar buiten. Aan de bomen te zien stond er een briesje buiten. Misschien toch maar eens naar buiten gaan. Buitenlucht is immers goed voor je zeggen ze.
Eenmaal buiten aangekomen keek hij even omhoog. Strak blauwe lucht. Geen wolkje te zien. Hij zuchtte weer even. At least stond er een briesje. Dat zorgde wel voor verkoeling even. Hij liep het schoolterrein af, richting het bos. Dat was altijd wel 1 van zijn favoriete plekjes overdag, maar ook s'avonds geweest. Overdag was er veel schaduw en kon je lekker genieten van de stilte. S'avonds hing er weer een compleet andere sfeer omdat er dan weer andere wezens actief waren. Het zou hem dan ook niets verbazen als sommige nachtwezens van Shadra zich in dit bos ophielden.
Eenmaal in het bos bedacht hij zich iets anders. Was er hier niet in de buurt een grote waterval? Daar was vast ook veel schaduw en verkoeling. Plus het geluid van stromend water vond hij erg kalmerend altijd. Hij stopte even, en luisterde. Hij hoorde vaagjes ergens in de verte stromend water. Hij glimlachte lichtjes. Die kant op.
Hij zag de waterval al in de verte. Mooi. Bestemming in zicht. Net toen hij de open plek waar de waterval was wou betreden, zag hij opeens een ander persoon ook. Het was een voor hem onbekende vrouw. De vrouw had haar pijl en boog gespannen, alsof deze ieder moment kon afvuren. Hij keek licht verbaasd. Hij had dit totaal niet voorzien. Hij was niet bang. Hij had wel vaker een pijl op zich gericht gekregen. Hij moest even weer denken aan het
voorval met Celia een tijd geleden. Even keek hij naar de punt van de pijl en toen naar de vrouw. Hij wist eigenlijk totaal niet wat hij ermee aan moest. Hij besloot haar een knikje te geven. "Ook een goedemiddag."
@Evelynn