Sommigen zouden zeggen dat de zon hem goed deed. Zijn blonde haren kregen een lichtere tint en de sproetjes op zijn neus werden ook meer zichtbaar omdat de zon op zijn gezicht scheen en er zo voor zorgde dat zijn huid een iets donkere kleur kreeg. Hij was nog altijd redelijk bleek en hij verbrandde nog altijd redelijk snel, maar zijn huid had toch een iets minder ziekelijk bleke tint. Mensen vonden te sproetjes op zijn gezicht blijkbaar schattig en natuurlijk kon meneer er niet mee omgaan dat ze hem ook luidop schattig noemden. Frey was nooit een agressief persoon geweest. Hij was veel beter met woorden en hij was niet bang om die woorden te gebruiken om mensen te laten weten dat hij allesbehalve schattig was. Spijtig genoeg had de dame waar hij lichtjes tegen was uitgevlogen een vriendje gehad die niet zo goed was met woorden en zijn vuisten dus liet spreken. In plaats van terug te slaan van zodra de eerste klap in zijn maag terecht kwam, had Frey zijn armen gewoon voor zijn gezicht gehouden in een poging het af te schermen. Op een gegeven moment was hij op de grond terecht gekomen en was de ander door gegaan met schoppen. Tegen de tijd dat hij stopte omdat er een leraar aan kwam, zat Frey al helemaal onder de blauwe plekken en had hij waarschijnlijk een aantal gekneusde ribben.
De leraar had erop gestaan dat hij naar de ziekenzaal zou gaan en dat was ook precies de plaats waar hij nu vandaan kwam. Ze hadden wat ijs op de beurse plekken gelegd zodat het niet te hard zou zwellen en in een poging de blauwe plekken tegen te gaan. De wonde aan zijn wenkbrauw was genaaid en ze hadden het bloeden gestelpt. Hij zag er in ieder geval iets beter uit nu zijn gezicht niet meer onder het bloed zat en hij propere kleren had aangetrokken. Aan de blauwe plekken op zijn gezicht en armen kon hij echter niet veel doen. Nu zag het er allemaal nog ‘normaal’ uit, maar hij wist dat de plekken morgen waarschijnlijk donkerder zouden zijn en het er veel lelijker zou uitzien dan nu.
Elke stap die hij zette deed pijn en hij moest zijn kaken op elkaar klemmen om het niet uit te schreeuwen van de pijn. Ze hadden hem geadviseerd om in zijn bed te kruipen en zijn lichaam de kans te geven om zichzelf te genezen, maar natuurlijk luisterde hij niet naar dat advies. Frey was een koppige ezel en hij had gewoon geen zin om helemaal alleen op bed te gaan liggen. In plaats daarvan struinde hij rond op het schoolterrein met zijn handen in de zakken van zijn spijkerbroek gestoken. Waar anderen waarschijnlijk iets kortere broeken zouden aandoen met dit weer, hield hij het nog altijd op lange. De reden? Niet iedereen moest weten dat hij in de gaten werd gehouden door de Novaanse politie via een enkelband. Dat scheelde ook al een heleboel vragen. Waarom had hij een enkelband? Goede vraag, gaat je niets aan.
Een grijns kroop over zijn gezicht toen hij een bekend persoon opmerkte, maar die grijns verdween al snel. Zelfs het omkrullen van zijn mondhoeken deden pijn. Misschien moest hij de volgende keer toch proberen om de woorden waarvan hij wist dat het mensen kon kwetsen in te slikken. In plaats van te grijnzen, koos hij dan maar voor een pruillipje terwijl hij op Jodaline afliep. ”Jooo, ik heb je gemist.” Hij had niet veel tijd gehad om rond te gaan en mensen te vertellen dat hij er even tussenuit zou gaan toen de politie ineens voor zijn neus hadden gestaan. Ze hadden hem direct de shuttle naar Nova in geduwd nog voordat hij zijn mond zelf maar had kunnen opendoen. ”Kijk, ik heb zelf een welkom terug cadeau gekregen. Ik wist wel dat ze niet zonder me kunnen.”