De jongen kneep zijn ogen dicht op het moment dat de shuttle een duikvlucht leek te maken. Zijn vingers drukten zich in de materie van de zetel voor hem terwijl hij het ding half leek te knuffelen. De riem sneed in zijn buik omdat hij ze ver voorovergebogen zat, maar hij leek het amper te merken. Nathaniël was al een best lang persoon doordat zijn ledematen zodanig uitgerokken waren dat hij nu toch een aantal centimeters groter was dan eerst het geval was geweest. Hij was bijna twee meter lang en toch maakte zijn gestalte hem niet slungelig. In tegendeel, hij wist zich zelfs op een elegante manier voort te bewegen zonder er erg hard over na te moeten denken en het gebeurde meer dan eens dat hij zijn lengte in zijn voordeel wist te gebruiken. Deze keer hielp het hem om zijn hoofd tegen de zetel voor hem te kunnen leggen zonder al te veel last te hebben van de riem die hem zo goed mogelijk op zijn plaats probeerde te houden. Het was niet zo dat de jongen hoogtevrees had, helemaal niet. Het enige probleem was dat hij niet zomaar weg kon lopen als hij wilde en daar werd hij benauwd van. Zelfs in de Ark had hij de ruimte gehad om te bewegen en had hij zichzelf makkelijk kunnen verdedigen tegen de anderen. In de shuttle had hij veel minder bewegingsvrijheid en hij haatte het. Het deed hem denken aan de martelingen die hij had ondergaan en de kleine cellen waar ze hem in hadden opgesloten. Je zou het een vorm van claustrofobie kunnen noemen en als hij eerlijk moest zijn nam hij die bewoording graag aan. Het maakte niet uit dat hij daardoor in een ‘hokje’ geduwd werd, het gaf hem iets menselijks, iets waar hij al een hele tijd naar streefde sinds hij als een ‘defect wapen’ naar Ark gestuurd was en Augustus hem opgevangen had. Je zou kunnen zeggen dat hij het hele menselijk zijn proces wel onder de knie had, maar er waren nog altijd momenten dat hij teruggreep naar oude gewoontes en elk wapen dat binnen handbereik lag durfde te gebruiken om een ander te verwonden als hij zich ingesloten voelde. Het was niet makkelijk om emoties te tonen als je al jaren niet meer wist hoe je moest lachen of op welke manier je je wenkbrauwen moest samentrekken om een boze uitdrukking op je gezicht te krijgen. De zwartharige jongen had terug ongeveer geleerd hoe het juist moest, maar het was altijd makkelijker om met een neutrale uitdrukking op je gezicht rond te lopen en niemand te laten zien hoe je je precies voelde. Het was een zwakte en ondanks het feit dat hij zichzelf van die houding los probeerde te rukken, zag hij het zelf ook nog altijd als een zwakte. Hij was dus goed op weg om dat menselijke weer volledig in hem naar boven te halen, hij moest alleen zijn denkwijze nog wat aanpassen.
Een opgeluchte zucht verliet zijn lippen toen het toestel aan de grond werd gezet en er even later gezegd werd dat de passagiers mochten uitstappen. Snel opende hij zijn donkerkleurige ogen en zijn lichaam ontspande lichtjes terwijl hij de stoel voor zich losliet en zijn riem los klikte. Ondanks het feit dat hij zijn ogen dicht had gehad, was hij zich wel nog gewaar geweest van alles dat om hem heen gebeurde. Hij was getraind om de kleinste veranderingen in hem op te nemen. Meestal met zijn ogen, maar met zijn oren kon hij ook al aardig wat dingen te weten komen. Zo wist hij dat de man naast hem een aantal keer naar voren was gebogen en had willen vragen of alles goed ging, maar dat hij zich altijd op het laatste moment had bedacht en terug met zijn rug tegen de leuning was gaan zitten. Nathaniël keek de desbetreffende man met een neutrale blik aan voordat hij zijn rugzak over zijn schouders sloeg en het toestel verliet. Zijn mondhoeken kropen een klein stukje omhoog van zodra hij de wind door zijn haren voelde waaien. Een minuscuul gebaar waarvoor hij zich vroeger zo hard voor het moeten concentreren. Zijn ogen flitsen van links naar rechts terwijl hij langzaam begon te lopen. Eerlijk gezegd had hij geen idee waar hij nu heen moest. Hij wist niet eens waar Celia zich op dit moment bevond en of het wel zo een goed idee was geweest om te komen. Een zucht verliet zijn lippen terwijl hij elk detail van het platform in zich opnam. Hij was zo druk in zijn geheugen aan het graven naar een plek waar het meisje zou kunnen zijn dat hij de losliggende tegel niet direct had opgemerkt. Zijn bovenste tanden zonken hard in zijn onderlip en scheurde het vel open op het moment dat zijn voet achter de tegel bleef haken en hij een paar stappen naar voren moest zetten om niet te vallen. Pure reflexen zorgden ervoor dat hij zijn armen voor zich uit stak en een ander persoon gebruikte om zichzelf overeind te houden. Zonder de ander aan te kijken, trok hij zijn handen snel terug, alsof de persoon een of andere besmettelijke ziekte had en hij die ook zou krijgen moest hij hen te lang aanraken. ”Sorry,” Was het enige dat zijn lippen verliet. Het woord zelf werd op zo’n manier uitgesproken dat je niet direct wist of hij het echt meende of niet. Emotieloos, net zoals de uitdrukking op zijn gezicht. Het was een soort verdediging tegen de buitenwereld aangezien hij helemaal niet wist hoe hij zich op dit moment moest gedragen. Vriendelijk? Op zijn hoede? Het was hier heel anders dan in Ark en hij moest zich gewoon nog aanpassen, iets dat na een tijdje wel zou lukken, het moest lukken wilde hij Celia helpen.
Voor Ayelinn