MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Air Klas: N/A Partner: The way you slam your body into mine reminds me I’m alive, but monsters are always hungry, darling.
Onderwerp: Why don't you do Right [ Open ~ ] za nov 15 2014, 10:51
You had plenty money, 1922
You let other women make a fool of you Why don't you do right, like some other men do Get out of here and get me some money too You're sittin' down and wonderin' what it's all about You ain't got no money, they will put you out Why don't you do right, like some other men do? Get out of here and get me some money too
Het was een kille zaterdagochtend en haar vingers plukten aan de rollers op haar hoofd, de beweging zo voorzichtig zodat geen pluk ontsnappen kon. Met pinnen en naalden stond haar donkere haar vast op haar schedel, gewikkeld rond babyroze krullers. Gisteravond waren ze nog gloeiend heet geweest (en zelfs toen had ze geen spier vertrokken, beauty is pain) maar nu waren ze niet warmer dan de temperatuur van haar slaapzaal – koud. Kippenvel trok over lelieblanke stukken huid, deed onzichtbare haren opstaan om alle warmte van haar koele lichaam te bewaren. Tegen de winden die genadeloos en onoverkomelijk over haar etage trokken was haar katoenen nachthemd al niet bestand, laat staan dat het ondergoed waar de jonge vrouw nu in zat iets van bescherming bood. Zelfs de zijden ochtendjas die over haar schouders hing hielp niet: het was koud, ze voelde het in haar botten. Verlangend keek ze naar de kast waarin ze haar bloezen, haar rokken en haar jurken bewaarde. Nog heel even en ze zou zichzelf van deze kou bevrijden mogen door zichzelf op te sluiten in lagen van stof. Haar blauwe ogen fixeerden zich weer op de persoon in de spiegel op haar dressoir, de persoon met de krullers op haar hoofd en een helft van haar gezicht perfect in de verf. De andere kant begon ze nu te versieren, nu ze zeker was van het feit dat haar haren nog even rond hun rollers bleven zitten. Ze trok lijnen van haar binnenste ooghoek naar de buitenkant, trok de lijnen samen in een punt. Het was een kille zaterdagochtend: ze hoefde voor niemand mooi te zijn behalve zichzelf en Avarice vond zichzelf mooi met gelijnde ogen en ongeverfde lippen. Ze kon mooier zijn, ja. Ze kon meer werk steken in wat ze deed, ja. Maar het was en bleef koud en ze verlangde naar de bescherming van haar lagen kleding, ze verlangde naar zwarte krullen die haar nek beschermden tegen de rukwinden die door haar etage raasden.
Haar gezicht leek op een schilderij nu ze klaar was, haar haren lagen nog als schapenwol op haar hoofd. Met de scherpe achterkant van een kam en expertise die slechts kwam met de jaren trok ze schuifjes en naalden uit haar rollers, rolde ze haar haren van het babyroze plastic af en kamde ze de zwarte lokken door. Aan de bovenkant was haar haar zo stijl als een afgrond. Aangekomen bij haar zwanennek krulde het om en vormde het een beschermende laag tussen haar en de buitenwereld. Zelfs al had ze die niet nodig, of meende ze die niet nodig te hebben. De jonge vrouw draaide zich richting de kledingkast, stond op van de stoel en liet over de leuning haar ochtendjas liggen. Haar vinger kromde zich en de deuren van haar kast sloegen open, onthulden een kleurenpalet van wit en blauw en rood en zwart. Het kostte haar niet meer dan een minuut om te besluiten wat ze vandaag zou dragen: meer dan een minuut en het was tijdsverspilling, niet? Haar vingers manoeuvreerden zwarte kousen met een achternaad over haar benen, tot de kanten rand die ze zou ophouden haar bovenbeen bereikte. Voor jarretels had tegenwoordig niemand nog tijd, zelfs Avarice DeWitt niet, die er toch minstens vijf in haar kast had liggen. Over de kousen kwam een zeeblauwe rok, in de rok stopte ze de onderzijde van haar witte blouse met de zwarte boorden, bovenste knoop open en mouwen opgerold tot haar ellebogen. Tegen de tijd dat haar voeten in de gelakte zwarte hakken gleden, was ze al twee uur wakker en nog steeds zou ze op tijd zijn voor het ontbijt.
Ze dwaalde de duizend-en-een traptreden van de Puffoonse etage die ze haar thuis noemde af, de ene wenteltrap af, de andere op, deze gang door, die gang in, die weer uit – tot ze kwam waar ze wilde zijn, waar ze moest zijn. Drie lucifers en een sigaret, verborgen in haar brassière, vonden hun weg naar buiten toen Ava aankwam bij een van de weinige ramen die ze open kon doen zonder sleutel of zonder het raam te breken. Haar blauwe rok bevuilde ze licht toen ze in de diepe vensterbank plaatsnam, half tegen de muur geleund. Haar vingers duwden op het oude raam, bewogen het open. De eerste lucifer die ze probeerde siste, weigerde daarna dienst. De tweede viel tot hetzelfde lot: de jonge vrouw vloekte binnensmonds, met woorden die de nieuwe leraar watermagie nog zouden doen blozen. De derde lucifer vlamde echter op als de wangen van een jong meisje zodra ze haar eerste liefde ontmoet. Vlug bracht ze de lucifer naar de sigaret en de sigaret naar haar mond. Pas toen de rook in haar longen nestelde, voelde ze zich weer op haar gemak.
Het was een kille zaterdagochtend toen Avarice DeWitt haar rook uit een van de weinige open ramen op de academie blies. Het was echter geen ochtend die de Puffoonse alleen door zou brengen.
Open ~
Cedric .
PROFILE Real Name : Prince Peacock Posts : 10
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Water, a touch of Dark Klas: Partner: .l Drop two magic hands and careful lies. To a vanishing point that leaves me tongue-tied l.
Onderwerp: Re: Why don't you do Right [ Open ~ ] do nov 20 2014, 05:03
I know all about it, so you don’t have to shout it I’m gonna straighten it out somehow Yeah, I wanna do right but not right now
Met een schok werd hij wakker en schoot overeind. Al zittend bewoog Cyril zijn linkerhand door zijn bezwete haar en probeerde nog nahijgend tot rust te komen. Zijn tong hing bijna uit zijn mond en onder de dekens bevonden zijn benen zich in een situatie te vergelijken met de kern van Razen. Zijn hele lichaam was zo warm dat het voelde alsof hij erin opgesloten zat en er nodig uit moest ontsnappen. Om zichzelf dat gevoel te gunnen gleed hij uit zijn bed en liep naar de kleine wasbak om wat ijskoud water over zijn gezicht te spoelen – oh nee, lauw water. Beter voor de huid. Voorzichtig depte Cyril zijn gezicht droog met de zachte handdoek aan het rekje terwijl de hitte langzaam van zijn huid wegtrok. Verward bij de relatieve lichtval in de kamer wierp hij snel een blik op de klok. Het was nog vroeg, maar zin om verder te slapen had hij niet. Niet nadat hij het gevoel had gehad er letterlijk uit te zijn gevallen. Om zijn tijd niet te verdoen, besloot hij zijn rituele ochtenddouche nu maar te nemen. Hij pakte de benodigde spulletjes bij elkaar en verruilde daarna de slaapzaal voor de badkamers.
Sinds er niemand was zo vroeg op de zaterdagochtend nam hij een lange, uitgebreide douche. Na ongeveer zo een half uur van het stromende water en de geurige dampen van zijn shampoo, conditioner, body wash, body scrub en body lotion te hebben genoten verliet hij eindelijk de badkamer om met alleen de handdoek om zijn middel terug te keren in de slaapzaal.
Nu gezeteld voor de spiegel was het moment aangebroken. Liever had hij dit voor zijn aankomst hier op de academie gedaan, maar zijn schema had het hem niet toegelaten. Met een glycerine zeep waste hij zijn huid grondig schoon en depte daarna zijn gezicht weer goed nat met een warme, vochtige washand. Vervolgens smeerde hij het onderste gedeelte van zijn gezicht, zijn kaaklijn, zijn kin en stukken van zijn nek en wangen in met kostelijk scheerschuim. Een dunne laag, want zóveel baardgroei had hij nu ook weer niet en doopte daarna het ouderwetse mesje, waar de voorkeur aan werd gegeven over zo’n plastic ding waar de meeste jongens het tegenwoordig meededen of over zo’n elektrisch rotapparaat, in de koperen cilinder gevuld met water. Met uiterste voorzichtigheid en een grote dosis ervarenheid bewoog hij daarna het mes over de met wit schuim bedekte huid, meegaand met de vormingen van zijn gezicht en geen plekje missend. Een hand trok de huid strak terwijl de ander er met het mes vloeiende lijnen overtrok, af en toe het mes schoonspoelend onder de heldere straal water uit de kraan. Het was ondanks het open raam akelig stil in de kamer, het enige opmerkelijke geluid het raspen van het mes. Doordat zijn concentratie en accuraatheid leek het scheerproces oneindig lang te duren, maar dat kon ook zijn door zijn uitstelgedrag. Het mes maakte een schril geluid toen het weer in aanraking kwam met de stenen tafel, alsof dat het einde van het proces markeerde. Met lauw en daarna even met koud water spoelde Cyril de laatste schuimresten van zijn gezicht af en depte voor de derde keer dezelfde ochtend zijn gezicht droog. Om zijn gezichtshuid niet uit te laten drogen smeerde hij het in met een zacht geurende aftershave zonder alcohol alvorens hij de tijd nam om achterovergeleund zichzelf aan te staren in de spiegel. Hij had hier geen zin in. Het was pijnlijk om te zien, om het even niet meer te kunnen ontkennen. Tot op de dag van het “ongeval” was hij nooit zo intens bezig met zijn uiterlijk, maar nu had hij iets te compenseren.
Langzaam leunde Cyril naar voren, de spiegel steeds dichterbij naderend. Toen, op neuslengte afstand, bewoog hij zijn slanke vingers door de nog natte pluk haar die als een gordijn voor zijn linkeroog hing. Hij haalde het haar nog niet naar achteren, was alleen nog maar de duistere spreuk die hij zelf op zijn oog had opgelegd aan het checken. Wanneer hij de kans had om door de nu wat meer uit elkaar vallende haren heen te kijken, was er nog niets speciaals te zien; de kleine verhullingsspreuk deed zijn werk. Cyril zuchtte, zichzelf klaarmakend voor de lelijke waarheid en legde de pluk op zijn hoofd, het vastleggend door er een speld in te schuiven. Met zijn werkende oog keek hij zichzelf in de spiegel aan. Op de een of andere manier had hij verwacht dat op de nieuwe school het anders zou zijn, dat het weg zou zijn, maar dat waren naïeve gedachten geweest. Dat deel van zijn gezicht zou altijd een afzichtelijke ravage zijn. Proberend de opspelende emoties in zijn onderbuik te onderdrukken drukte hij een dikke zalf uit een wit met rode tube en bracht het lichtjes toe op de voor altijd beschadigde huid. Het was gelukkig een vrij snel intrekkende zalf dus zo snel als hij kon ontdeed Cyril zich van de speld en sloot het gordijn van haar dat zijn geheim maskerde. Hij keek zijn voor de rest mooi gevormde gezicht, zwoel blauw rechteroog en zijn afmakende moedervlek aan in de spiegel. Compensatie was er in ieder geval. De somberheid uit zijn ogen knipperend stond hij op en verplaatste zich naar de kast. Cyril trok de kast open en haalde er een hagelwitte blouse uit en een rode, casual stropdas. Toen hij de stropdas op zijn nek en onder zijn kraag had geknoopt sloeg hij een donkerblauwe cardigan om zich heen en knoopte die tot halverwege zijn borstkas dicht. Als laatste trok hij een eveneens donkerblauwe broek aan en vulde die aan met bijpassende herenschoenen. Het was niet de meer relaxte kleding die hij normaal uitgekozen zou hebben voor een vrije zaterdag, maar na al de uitgebreidheid en verzorging van tevoren voelde het alsof dit het allemaal meer afmaakte. Als finishing touch spoot hij zijn favoriete eau de toilette in zijn nek en op de polsen voor een subtiele geur, parfum was te sterk en te duur voor een normale dag maar eau de cologne was meer geschikt voor een alledaagse schooldag. Nu hij klaar was oogde Cyril de klok. Hij had nog even tot het ontbijt en besloot die tijd met ontspanning in te richten.
Met kalme pas struinde hij dus door de lange gangen van de school, op zoek naar een geschikte plek voor zijn gewenste activiteit. Gelukkig duurde het niet lang of hij voelde een koele bries van buitenaf die hem naar precies die plek zou leiden. Tegen de zachte wind in lopend stuitte hij uiteindelijk op een open raam waar hij de rook van de sigaret die hij verlangde door zou kunnen laten ontsnappen. Maar dat was niet het eerste wat hem opviel. In de vensteropening stond namelijk een meisje. Of eerder een klassiek geklede jongedame. Cyril stopte abrupt, niet zeker of hij in was voor interactie al zo vroeg. Of, of zij dat überhaupt wel was. Zijn ogen flitsten even naar de ene kant van de gang en daarna de andere kant. Dit leek op het enige raam in een tijdje en degenen die op afstand waren, waren dan weer te dichtbij om niet antisociaal over te komen. Onzeker speelde zijn vingers met het de aansteker in zijn broekzak. Oh well, change of mind, het was zijn eerste dag hier, die kon hij maar beter sociaal beginnen. Hij stapte op het raam af, zijn ogen gericht op het uitzicht en kwam tot stilstand aan de linkerzijde van het meisje. Cyril keek het meisje aan met zijn ene goede oog, zijn rechteroog, en glimlachte vriendelijk. ‘Zou je het erg vinden?’ vroeg hij haar bedoelend of ze het erg zou vinden als hij hier ook zou komen roken, maar hij hield ondertussen de sigaret en aansteker al voor zijn mond. Nu hij de jongedame –nee, ze was toch echt nog een meisje dacht hij uit haar jonge gezicht op te kunnen maken- van de voorkant kon zien, deed ze hem denken aan de rijke Cassiaanse vrouwen die hij maar al te vaak ontmoet had op zijn polowedstrijden. Het was vooral de kleding en haarstijl die het hem deed, maar haar gezicht en de brandende sigaret gaven meer het idee van de wildere meiden die meededen aan de vrouwelijke versie van de autoraces. Alles bij elkaar interesseerde ze hem, al liet zijn oogcontact dat alleen maar tot haar antwoord op zijn vraag zou duren dat niet merken.
Ava .
PROFILE Real Name : Quartermaster ~ Posts : 85
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Air Klas: N/A Partner: The way you slam your body into mine reminds me I’m alive, but monsters are always hungry, darling.
Onderwerp: Re: Why don't you do Right [ Open ~ ] do nov 20 2014, 11:28
You had plenty money, 1922
You let other women make a fool of you Why don't you do right, like some other men do Get out of here and get me some money too You're sittin' down and wonderin' what it's all about You ain't got no money, they will put you out Why don't you do right, like some other men do? Get out of here and get me some money too
Het was een kille zaterdagochtend en de school was in een zacht concert uitgebarsten. Recht boven haar klonken de vurige voetstappen van Raziaanse meisjes die wakker werden in de armen van Raziaanse jongens, hun waardigheid en herinneringen ver van het bed waar ze de avond ervoor zo gepassioneerd in waren gevallen. Ze kon het voor zich zien, de bol van mensen die haar deed denken aan de manier waarop slangen paarden, waarbij een toeschouwer niet zou kunnen zeggen waar de een begon en de ander ophield. Grenzen waar de eigenaressen van de voetstappen zich vast en zeker nu wel bewust van waren: overtreden grenzen, maar wie kon het - wie wilde het ongedaan maken? Nu stond het schaamrood hun vast en zeker op de kaken, maar over zes dagen en een aantal uren zouden ze zich opnieuw tot drank wenden en zouden ze zich opnieuw in de armen van een jongen storten. Alles om de voorbijgegane week, gevuld met kennis en problemen en relaties, te vergeten. Alsof een ander hun problemen kon weg kussen. Aan haar linkerzij klonk er niets dan het zachte gerommel van een levende keuken. Je hoefde niet achter de muur te kijken om te weten dat het ontbijt ten eind liep. Kletterende pannen, sissende olie, gevloek van een van de dames die hun dagen doorbrachten met het verzorgen en voeden van de verwende nesten die zich leerlingen van deze school noemden, alles gedempt door een dikke stenen muur. Een muur gespleten door een gang die recht op het raam uitkeek, die niemand gebruikte tenzij ze een hap frisse lucht nodig hadden, tenzij ze zo laat waren voor een les dat ze de tussengangen gebruiken moesten. Tenzij ze Avarice DeWitt waren op een zaterdagochtend, met jeuk in haar vingers en verlangen naar verdoving in haar longen. Aan haar andere zijkant, de kant die haar sigaret tussen twee vingers en een duim wiebelde, die af en toe een vlok as uit het openstaande raam tikte, floten vogels door de kille mist heen, trachtend hun laatste jongen mee te lokken naar warmere oorden dan deze. Het geluid was al lang geen verleidelijk gezang meer, was naarmate de zomer plaats maakte voor de herfst en de herfst langzaam overliep naar de winter veranderd in een gorgelend gekrijs. Van elke vorm van alledaagse muziek die ze hoorde, waardeerde ze de pogingen van de vogels het minst: herinneringen aan kleine blauwe vogeltjes in houten kooien en de claustrofobisch-makende muren van haar eigen woonruimte spookten door haar mooie hoofdje.
Datzelfde mooie hoofdje draaide zich niet richting de voormalig lege gang toen de voetstappen het concert van ochtendgeluid verstoorden. Haar oren hadden het geluid reeds geregistreerd, scherp genoeg om meisjesvoetstappen boven zich en het gemompel van vrouwen achter een muur naast zich te herkennen. Haar hoofd had er niets mee gedaan: het was haar gewoon voetstappen te negeren, het bestaan van wezens die zich door deze gangen voortbewogen met hun slepende, huppelende, ferme of zwakke pas te ontkennen, zodat haar eigen bestaan er maar niet door gestoord werd. Ooit had ze het zich aangetrokken, als iemand haar zag met een beetje brandende kalmte tussen haar vingers, maar die façade had ze opgegeven. Haar vader wist het – er was weinig meer te verbergen. Haar arm strekte ze ietwat, met de wijsvinger van bijbehorende hand tikte ze zacht de as van haar sigaret. Een ochtendbries nam het mee, verspreidde het op de donkergroene rozenranken die onder het raam groeiden en de muur beklommen met doorns en bloemblaadjes. Van de zomer, toen ze hier aankwam met haar enkele koffer en haar roodgeverfde mond vol woorden die ze tegen haar vader te zeggen had, waren de muren gevuld geweest met donkere knoppen. Nu lagen de bloemblaadjes samen met haar as op de onderste bladeren van de planten, zo dicht bij de grond dat ze er net zo goed in zouden kunnen verdwijnen, opdat de verrotte bloemen volgend jaar de plant zouden voeden. Een natuurlijk kannibalisme waar de ouder het kind opvrat, om maar meer kinderen te kunnen produceren. Het rood van die kannibalistische rozen verscheen in de vorm van een stropdas in haar ooghoek, wat aanleiding gaf tot het eindelijk draaien van haar hoofd. Haar ogen trokken als een zuidelijke passaat over hem heen, van linksonder naar rechtsboven, waar ze eindigden bij het ene oog wat hij onthulde, de glimlach op zijn gezicht.
Haar eigen gezicht vervormde zich tot een glimlach, een antwoord verliet haar lippen voordat ze de situatie kon over-analyseren. ‘Als ik het erg zou vinden, is er weinig wat ik eraan zou kunnen doen, gok ik.’ Met haar woorden verliet het laatste beetje witgrijze rook haar lichaam. Haar arm trok ze terug uit de kou, eindelijk, bijna alsof ze hem buiten vergeten was. De glimlach spookte niet lang over haar gezicht, haar lippen vouwden zich kort om de brandende sigaret. Ze voelde de warmte aan haar vingerkootjes, wist dat de tabak niet langer dan een, twee trekken zou meegaan voordat ze het filter bereikte. Dan zou ze er nog een opsteken, had ze er een gehad. Ze voelde echter niets kleins tegen haar borst drukken, en zelfs als dat wel het geval was geweest, had ze geen lucifers. Haar longen zouden het weer met gewone lucht moeten doen, tenminste tot ze iets meer dan nicotine in haar lichaam had. Voedsel, iets te drinken – ontbijt, misschien. Als ze er tijd en zin voor vond. De sigaret was echter nog niet opgebrand en de tijd die ze nog had in het winderige raam nam ze rustig om haar onverwachte metgezel te bestuderen, haar heldere ogen zo schaamteloos als je van de dochter van een privédetective kon verwachten.
Cedric .
PROFILE Real Name : Prince Peacock Posts : 10
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Water, a touch of Dark Klas: Partner: .l Drop two magic hands and careful lies. To a vanishing point that leaves me tongue-tied l.
Onderwerp: Re: Why don't you do Right [ Open ~ ] vr nov 21 2014, 03:10
I know all about it, so you don’t have to shout it I’m gonna straighten it out somehow Yeah, I wanna do right but not right now
Waarom hij en zijn vader beiden ooit als Cassianen aan roken; het vrijwillig inademen van de dodelijke walmen en resten van vuur en tabak - waren begonnen, zou voor hem altijd een mysterie blijven.
De glimlach die het knappe gezicht van het meisje sierde stelde hem, ondanks haar woorden, gerust. Het maakte het meer natuurlijk voor hem om zijn eigen glimlach te behouden, die zelfs uit de werken tot een lachje. ‘Dat gok je verkeerd.’ Zijn duim flipte het ijzeren dopje van zijn zilveren aansteker open en rolde daarna het tandwieltje om de kleine vlam te triggeren. Na twee keer deed de sigaret gelijk wat hij wilde en kon hij zijn arme longen vullen met het gas. De rook liet hij even in zijn longen hangen voordat hij het weer uitblies en de aansteker terug in zijn broekzak liet glijden. ‘Als je erop staat.’ Hij keek haar weer aan, ditmaal in de vensterbank leunend, de sigaret losjes tussen zijn wijs- en middelvinger houdend, maar ondanks zijn relaxte houding bleef de serieusheid niet helemaal verborgen onder zijn normale pokerface van beleefd- en vriendelijkheid. Gelukkig wist hij op tijd zijn humor terug te vinden en voegde eraan toe: ‘Al zou dat wel een pijnlijke aftocht voor me betekenen.’ Tja, hij stond hier nu al met zijn sigaret, dus als ze hem weg zo willen zou hij óf met dat ding door de school moeten lopen óf hem bijna ongebruikt moeten uitstompen. Beiden opties die hij liever niet ondernam, maar als ze hem werkelijk niet zou willen hebben, dan zou hij zich ook werkelijk liever uit de voeten maken. Alleen zijn was immers beter dan je in slecht gezelschap verkeren.
Nou, roken. Niet zozeer een van zijn alledaagse bezigheden en ook niet iets dat van Cyril te verwachten viel. Hij was immers een jongen die zijn uiterlijk maar zeker ook zijn gezondheid op hoge waarde achtte. Nu stond roken niet echt bekend als iets dat je daarbij zou kunnen helpen. Integendeel, de genadeloze, ruwe rook brandde je longen beetje bij beetje af – verkoolde het, verstikte het tot het je uiteindelijk zo infecteerde dat het je pijnlijke einde zou betekenen. Maar voor Cyril bracht het ook herinneringen op. Herinneringen aan zijn vader die hem met een vertrouwde glimlach vertelde dat als hij tot zijn achttiende niet zou roken hij zijn rijbewijs op zijn kosten mocht halen. De drie sportwagens, de twee recreatie auto’s en die ene terreinwagen die daarop volgden en bovendien ook op zijn naam stonden waren ook door pappielief bekostigd. Herinneringen aan de dag dat hij na een inspannende autorace stiekem met de andere coureurs zijn eerste sigaret nam. Al was hij de enige die het stiekem deed en ook de enige voor wie het zijn eerste was, al volgde vele dagen meer. Herinneringen aan de chique feestjes van rijke landgenoten of deftige ondereenkomsten op Shadra, Nova, Gren en Puffoon waar de in pak gehesen zakkenmannen en de politieke vriendjes -of vijanden, hij vond het soms moeilijk om daar zijn vinger goed op te leggen, op zijn vader aandrongen zijn jonge zoon ook een sigaar of een pijpje mee te laten roken, waar zijn vader dan vervolgens vrijwel altijd aan ingaf. Het had hem in ieder geval in aanraking gebracht met de sigaar, die hij als hij die nu had gehad liever had gerookt, en die had tegen beter weten in geleid naar diepe, late avondgesprekken met zijn vader onder het genot van de forsere maar minder dodelijke tabaksrollen. Al in al bracht het roken herinneringen teweeg waar hij zich nu het liefst in zou verliezen. De koele buiten bries zijn gezicht strelend terwijl hij de wit met grijs bevlekte buitenlucht in staarde, zijn oog alleen maar bewegend als er een plotse vogel voorbij zou vliegen en zijn oren afsluitend van de schoolse geluiden om zich heen. Oh ja, hoe graag hij zich in zijn nostalgie zou willen onderdompelen om daar later door de afbrandende sigaret weer uitgeschud te worden.
Maar de twee helderblauwe ogen aan zijn rechterzijde lieten dat niet toe. Cyril voelde, kon het vanuit zijn ooghoek ook wel opmaken dat het meisje hem openlijk aan het bestuderen was. De continuerende blik die ze op hem had gevestigd maakte hem ietwat oncomfortabel. Het was niet alsof hij gestaar niet gewend was, ook dat van meisjes, maar ze gaf hem het gevoel alsof hij onder inspectie lag. Alsof hij een fokhengst was die werd gekeurd op wat je van de buitenkant van hem dacht te kunnen verwachten. Een tikkeltje ongemakkelijk schuifelde hij van de ene voet naar de andere en rolde hij de sigaret wat nerveus tussen zijn vingers zo gauw hij die uit zijn mond haalde om de zware lucht uit te blazen. Subtiele hints dat die brandende ogen hem net zoals de sigaret weinig goeds deden. Zijn eigen grijsblauwe oog rolde nu naar de zijkant, het oogcontact met zijn compagnon herstellend. Cyril riep zijn glimlach weer op, die zich nu wat minder ver liet gaan en er vooral tot zou dienen om zijn vraag wat luchtiger over te laten komen. ‘Is er iets?’
Ava .
PROFILE Real Name : Quartermaster ~ Posts : 85
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Air Klas: N/A Partner: The way you slam your body into mine reminds me I’m alive, but monsters are always hungry, darling.
Onderwerp: Re: Why don't you do Right [ Open ~ ] ma dec 01 2014, 18:48
You had plenty money, 1922
You let other women make a fool of you Why don't you do right, like some other men do Get out of here and get me some money too You're sittin' down and wonderin' what it's all about You ain't got no money, they will put you out Why don't you do right, like some other men do? Get out of here and get me some money too
Ze gokte verkeerd. Achterin haar keel rolde een zachte lach naar voren, over haar tong, een heldere klank ondanks de teer in haar longen. ‘Dat gebeurt me niet vaak, verkeerd gokken.’ gaf ze ietwat speels toe, maar op de rest van zijn woorden zou ze niet reageren. De jongedame had op jonge leeftijd de waarde van een stilte leren te waarderen en deed dat nog steeds, dus zweeg ze. Niet alleen omdat ze de stilde prefereerde – ze had niets te zeggen op zijn opmerking. Het feit dat ze er niet om gaf of hij er wel of niet was, was niet een zeer beleefde mening om te delen met een vreemde, hoe waar dit ook was. Heb je niets leuks te zeggen, zeg dan helemaal niets.
Haar heldere ogen namen hem in zich op, niet op de nieuwsgierige wijze waarop meisjes jongens opnamen, maar de kritische wijze waarop een jonge vrouw een jonge man bestudeerd. Ze glimlachte niet, bloosde niet, schaamde zich niet om haar blik over zijn gestalte, schaamte zou haar immers alleen maar tegenhouden, details die ze niet wilde missen van haar verbergen. Avarice zag veel, maar ze zag niet zoveel als haar vader zou zijn. Ze was zijn dochter, maar niet zijn kloon – niet in lichaam, niet in geest. Slechts de helft van haar wezen was Booker, de andere helft was Livia; maar van die laatste had de jonge vrouw geen enkele herinnering, geen enkele indruk – dus misschien was het beter te zeggen dat ze half Booker was en half onbekend, zelfs voor zichzelf. Een tabula rasa, een onbeschreven wasbord, zoals de filosoof John Locke elk pasgeboren kind noemde. Ava was dan strikt gesproken niet onbeschreven, ze was meer Booker dan dat ze Ava was, hoe erg ze dat ook vond. Hoe anders verklaarde je de sigaret tussen haar verzorgde vingers, de weerstand tegen alcohol die ze in zo een korte tijd had opgebouwd dat ze zichzelf ermee verbaasde (maar niet echt, ze had immers haar vader meegemaakt toen hij dronken was, maar daar had de man ook altijd meerdere flessen voor nodig gehad), hoe anders viel te verklaren dat de zelfverzekerde, verstandige dame zichzelf en haar eigendommen gemakkelijk kon verliezen in een kaartspel? Ze spiegelde haar vader, ondanks dat dat betekende dat de nicotine en teer haar mooie stemmetje zouden aantasten, haar hartvormige gezicht zouden verschrompelen, haar lichaam zouden afbreken voordat ze veertig was. Ze spiegelde haar vader in zijn drankgebruik, had in het krappe jaar voordat ze werkelijk naar deze godvergeten planeet was gekomen meerdere malen haar partners onder de tafel weten te drinken, alleen om daarna met haar hakken in haar hand bungelend door de straten te dansen, terug naar het hotel waar ze op dat moment verbleef op haar steeds maar magerder wordende reserves.
Ze spiegelde haar vader in het analyseren en bestuderen van mensen, hoewel ze andere mensen niet zoals haar vader opspoorde. Het meisje bekeek ze gewoon, plukte de informatie die ze uit de mensen wilde en liet ze dan achter, informatie in haar hoofd, de naam van de persoon al half vergeten. Ze las mensen als boeken, hoewel ze vergeleken met Booker, privédetective, een dyslect was. Haar donkerharige medevazal van nicotine las ze als een Tolstoy – korte gedachten, simpele concepten die, indien onderworpen aan nadere analyse, meer dan een ding betekenen konden. Hij straalde geld uit, maar of het oud geld of nouveau riche was kon ze niet vatten. Rijker dan zij, hoewel dat niet moeilijk was. Rijker dan zij zich voordeed. Hij had iets wat Avarice mysterieus wilde noemen, maar dat woord klonk zo pretentieus dat ze het maar veranderde naar heimelijk. Z’n haar hing voor zijn ogen, dat was het. Zijn kleding was net genoeg en zijn lichaam fit genoeg. In zekere zin leken ze op elkaar, niet alleen omdat ze beiden hun tijd en longen aan deze verslaving verspilden. Hun beider hoofden hulden zich in zwarte sluiers van haar, zijn geschoren gezicht en geur van aftershave (een geur die ze ondanks de rook in haar neus oppikte) weerspiegelde haar opgemaakte ogen en de zweem parfum die ze met zich meedroeg. Aan de andere kant leken ze niet op elkaar: waar zij hem zo stil als een standbeeld in zich opnam, schoof hij van zijn ene voet op de andere. Was ze minder beleefd, dan zou ze erom gelachen hebben – de nervositeit van anderen was een soort bevestiging dat ze de overmacht had, of in elk geval leek te hebben en die overmacht was voor een jonge vrouw als Ava belangrijker dan hij zou moeten zijn.
Haar sigaret vond zijn einde op de vensterbank, waar ze hem uitdrukte en daarna het raam uittikte. Ietwat rouwend om het einde van haar synthetische rust en geluk die de sigaret vertegenwoordigde ademde ze haar laatste rook uit, waarna ze de zwartharige jongeman antwoord gaf op zijn gestelde vraag, haar helderblauwe ogen op zijn ene grijsblauwe. ‘Jij bent er en mijn sigaret is er niet meer.’ vertelde ze, haar stem half zucht, ‘Dus in plaats van mijn rust te zoeken in rook dacht ik het te vinden in je verschijning, maar daaruit kan ik helaas weinig opmaken.’ Haar lippen krulden zich om in een ietwat verontschuldigende glimlach. ‘Behalve dan dat jij nog wel een sigaret hebt.’
Blehh. Laat en ietwat derpy, maar wilde je niet langer laten wachten ~
Cedric .
PROFILE Real Name : Prince Peacock Posts : 10
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Water, a touch of Dark Klas: Partner: .l Drop two magic hands and careful lies. To a vanishing point that leaves me tongue-tied l.
Onderwerp: Re: Why don't you do Right [ Open ~ ] vr dec 12 2014, 07:02
I know all about it, so you don’t have to shout it I’m gonna straighten it out somehow Yeah, I wanna do right but not right now ~
Verkeerd gokken. Dat gebeurde haar niet vaak. Zijn mondhoeken kropen ietwat omhoog. Nou, ze had in ieder geval zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen dat niet doorschoot naar arrogantie sinds ze kon bekennen dat ze nu fout had gezeten, misschien was zelfkennis een beter woord om te gebruiken. Hoe dan ook, ze leek over beiden te beschikken. Voor een seconde vroeg hij zich af of ze bepaalde dingen over hem aan het gokken was en tot in hoeverre ze daar goed meezat. Of ze inderdaad niet vaak misgokte. Hij verwierp de gedachte. Hoe meer hij over het meisje haar mening over hem zou gaan nadenken, hoe vervelender hij de situatie voor zichzelf zou maken. Dus toen zij de stilte aangaf door verder niet op hem te reageren, ging hij daar dankbaar in mee.
Zijn gedachten namen hem langzaam over terwijl de aanwezigheid geleidelijk zijn ogen verliet. Hier had Cedric even geen zorgen. Het zou heerlijk zijn om hier ver van Cassia even geen constante drukte en verwachtingen te hebben. Natuurlijk waren die verwachtingen er nog wel, maar nu waren ze niet meer zo present als voorheen. Het was vluchtgedrag, hij wist het wel, en dat was niet iets om trots op te zijn en zeker niet iets om het Cassiaans leger mee in te nemen. Hij was niet dom genoeg om dat niet in te kunnen zien, maar wel dwaas genoeg om er in te blijven volharden. Het hele idee dat hij überhaupt nu hier op Starshine was, was daar gevolg van; van dat slappe vluchtgedrag. Confrontatie ging hij liever uit de weg. Totdat je het limiet overtrad natuurlijk. Maar dat lag in zo’n mistig gebied dat het maar moeilijk te vinden was tot het al te laat was. De warme rook kroop over zijn droog wordende onderlip en klom zijn weg op sierlijke wijze naar buiten. De grijze, zwierige walm raakte gauw verloren in dezelfde gekleurde hemel en het was vreemd om je af te vragen waar het nu zou zijn. Opgelost in lucht; was het daar voor altijd? Circuleerde het nu dan voor eeuwig door de ademhalingssystemen van generaties nog te komen al was het dan in minuscule anatomen? Zou het op wat voor een manier dan ook ooit de razende winden boven de Cassiaanse wilde zeeën berijden? Zou het in de prachtige boomgaard achter het landhuis waar hij was opgegroeid waaien? De bomen onder de vensterbank en aan de muurzijde zouden vast wel van die rook af geweten hebben. En dat van vele andere stiekeme leerlingen. Als ze gevoelens hadden, zouden ze zich dan bedreigd voelen? Bedreigd door dat voorteken van vuur. Vuur, de ultieme vijand van woud. Zouden ze aanvoelen dat hun aardsvijand nabij was? Zouden ze stikken of gorgelend hoesten bij de eerste snufjes rook? Cedric’s ogen bewogen van de wuivende bomen naar de koude kasteelmuren gemaakt uit steen van wie wist hoeveel jaren oud? Was dat niet apart, zoveel elementen bij elkaar hier op zo een random plek. Of random, de plek voor het samenkomen van magie vanuit heel Kovomaka. De stenen van de muur, de bomen rondom het kasteel, de ijle lucht die het raam binnenkwam waaien en over hun gezichten schuurde, vuur dat in gecomprimeerde vorm plaats had weten te nemen in hun kreukelige sigaretten, water in hun menselijke lichamen, de zon die tussen de grijze wolken een pijnlijk verblindend wit licht voorstelde en de schaduwen die als bijna onmerkbare geesten over hun gezichten slopen. Één blik naar buiten en alles wat dit hele universum voorstelde viel te bezichtigen. De wereld was een wonderbaarlijke, geestige plaats.
Maar zo goed als hij zijn gedachten kon laten gaan in iets simpels als het uitzicht uit het schoolraam, starende ogen zoals haar opvallend blauwe kon hij simpelweg niet negeren. Het was alsof ze een gat door zijn gezicht boorden en daar had hij aan een al genoeg aan. Het was daarom dat hij zijn vraag had gesteld. Hij moest wat van die spanning die ze, in ieder geval voor hem, creëerde kwijt door het hardop aan de kaak te stellen. Zijn oog volgde het meisje haar handelingen toen ze sigaret uitdrukte op de vensterbank, geduldig wachtend op een antwoord. Datzelfde zichtbare oog ving de blik op die ze hem gaf zodra ze weer opkeek. Haar antwoord riep veel tegenstrijdige gevoelens bij hem op. Het kwam op hem over alsof ze liever een sigaret tussen haar vingers rolde dan zijn aanwezigheid hier naast haar had, iets wat hij eerlijk gezegd kon begrijpen. Ze kenden elkaar immers helemaal niet. Alsnog voelde hij zich er niet beter door. “Jij bent er en mijn sigaret is er niet meer”, zucht. Oftewel, ik zou graag willen dat mijn sigaret er nog was en jij niet meer. Maar misschien overdacht hij het. Ja, dat was het. Hij was het weer eens aan het overdenken.
Toen ze haar antwoord vervolgde kon hij die gerust stellende conclusie echter weer in twijfel trekken. Viel er niets uit zijn verschijning op te maken? Straalde hij dan helemaal niets uit? Nu had Cedric niet een bijzonder hoogdravend beeld van hemzelf, maar hij zag zichzelf toch wel meer dan als niets. Het idee dat hij haar woorden misschien uit verband trok of de context niet helemaal meekreeg werd verdoezeld door een automatische steek in zijn ego, de gevoeligheid die daaronder leed en de angst, misschien wel paranoia te noemen, voor falen en niet genoeg zijn. Het ging waarschijnlijk helemaal nergens over, maar die kettingreactie aan emoties viel nu eenmaal niet te stoppen. Totdat het tot uiterlijke expressie kwam dan. Daar werd alles stopgezet. Nee, zijn gezicht wilde die zielige vertwijfeling niet door laten schijnen al viel af en toe een glans over zijn oog dan wellicht niet te stoppen. Haar verontschuldigende glimlach hield alles in toom. Hij wist, dacht te geloven, dat ze haar woorden niet had bedoeld zoals hij ze in eerste instantie had opgevat. Haar brutale vraag gehuld in een onschuldig ogend laagje pakte hem in. Hij grinnikte zachtjes. ‘Oh well. Kan niet beholpen worden.’ Hij droeg nog steeds een glimlach terwijl hij het sigarettendoosje uit zijn achterzak tevoorschijn haalde. Het was van een Puffoons merk. Shadraanse sigaretten droegen een te zware rook naar zijn smaak en de Cassiaanse waren dan weer te zwak. Raziaanse sigaretten? Uit de kwestie. Bovendien rookten die zo snel op. De Puffoonsen waren goed. Ze waren niet al te sterk, maar leken je geest altijd goed te ontruimen. Je gedachten leeg te maken en dat was nu net zijn reden voor zijn ongezonde bezigheid. Hij hield het witte, bruin omlijste pakje naar haar uit zodat ze er zelf een uit kon kiezen. ‘Alsjeblieft, van Puffoon zelf’, zei hij op vriendelijke, uitnodigende toon. Zelf had hij nog een halve sigaret om naar uit te kijken dus zodra als de jonge dame er een uit had gekozen borg hij ze weer op waar hij ze vandaan had gehaald. Het duurde echter niet heel lang of hij had ook door dat ze geen middelen had om de sigaret mee aan te steken. Zijn slanke hand gleed weer in zijn broekzak en nam in zijn terugweg de ruwe, ijzeren aansteker met zich mee. Per ongeluk had hij nog iets anders meegenomen. Met een ketterend geluid vielen zijn autosleutels met een echo aan stuiteren op de vloer. ‘Oeps.’ Uitte hij zonder al te veel verbazing voordat hij half door zijn hurken zakte om ze weer op te rapen en terug in zijn broekzak te stoppen. Vervolgens overhandigde hij haar de aansteker alsof er niets gebeurd was. ‘Hier, lijkt me wel zo handig’. Hij zette zijn eigen sigaret nu weer aan zijn mond, blies de rook na het zijn longen verwarmd te hebben weer uit en keek toen vanuit zijn ooghoek naar zijn compagnonne met de realisatie dat ook zij een hele geschiedenis, allerlei emoties en persoonlijke gedachtes en sensaties had. Dat achter die blauwe ogen een mening, een idee, een gevoel schuilde. Dat in haar schaduw het verhaal van haar verleden hing waar hij waarschijnlijk nooit achter zou komen. Dat ook niet zou kunnen beleven zoals zij dat heeft gedaan, hoe simpel of gecompliceerd het ook mag zijn. Die realisatie van menselijkheid, van hoe iedereen zwaktes en krachten had, sterkte hem aan. Ze waren immers allemaal maar fragiele wezens in een immens universum. Hij staarde weer even uit het raam. ‘Zeg, hoe is de school echt?’ Vroeg hij bijna zonder het door te hebben. Cedric was voor het grootste gedeelte thuis les gegeven en was op Starshine eigenlijk een beetje in het diepe gegooid. Hij had er wel voorstellingen bij, maar hij wilde graag op de een of andere manier gerust gesteld worden dat die inderdaad zo, of juist helemaal niet zo, waren.
Laatst aangepast door Cedric op vr dec 12 2014, 07:04; in totaal 1 keer bewerkt (Reden : Zolang derpy voor jouw hele literatuur passages betekent, zou ik graag op jouw manier van 'derpy' willen schrijven ;p)
Volledig in het thema van Valentijn staan er twee Events op het programma van de site. Beide zullen van start gaan vanaf 14 februari, dus houd de site zeker goed in de gaten.
Cupid Hearts: Verras vrienden of in game characters met een vrolijk hartje deze Valentijn. Met of zonder lief berichtje eraan vast. Anoniem of juist niet. Stuur je hartjes naar het account van Alpha.
Valentine's Dance:Vanaf 14 februari zal de grote zaal van de school omgetoverd worden tot een danszaal vol met eten, drinken en live muziek. Iedereen is welkom om aan dit algemene topic deel te nemen.
WINTER
Tijdens de winter is het terrein van de school in diepe rust. De meeste dieren zijn onvindbaar verscholen en de ijzige wind houd ook de leerlingen binnen. De perfecte tijd om met een kop warme choco naar de vallende sneeuw te kijken.