MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Air||Divination Klas: Although I enjoy learning, I'm not a student. Partner: Love sometimes seems to me like wishing for rain as I stand in the desert. It's nothing but a distant dream.
Onderwerp: PB verhaallijn: Heat of the moment do jun 27 2013, 20:52
Zo snel als zijn voeten hem konden dragen rende Kuran verder door het duistere woud. De middagzon had zichzelf pas net aan de hemel gezet, maar Kurans omgeving was donker. Het vloeide samen met de onrust in zijn gedachten. Het enige wat zijn pad verlichtte, was de lichtgevende ketting rond zijn hals. Hij wist niet waar ze vandaan waren gekomen, noch wie ze precies waren. Het enige waar hij zeker van was, was hun doel: zijn kennis. Schaduwen rezen op uit het duister en grepen naar hem. Klamme handen voelden even aan zijn lichaam voor ze weer verdwenen. Het was toen hij een paar keer knipperde en goed keek dat hij tot de ontdekking kwam dat het simpelweg boomtakken waren. Maar het gevaar was nog nooit zo dichtbij geweest. Achter hem hoorde hij hen naderen. Hun adem als een melodie van angst door de ijzige stilte van het woud. Hun geur als een aroma van verdoemenis. Nog nooit had hij mannen – als ze dat waren? – als zij mogen aanschouwen. Mannen zonder moraal, die enkel leefden om het kwaad te dienen. En het kwaad had zich momenteel gericht op deze school en het wrede lot wat zich als een deken om de personen daar geslagen had.
Vluchtig keek Kuran achterom, waarbij hij nog net zijn evenwicht kon bewaren op de ongelijke ondergrond. Ze waren nu met zeven. Dat betekende dat er niet meer zouden komen. Sinds zijn vreemde visioen over de Kist, had Kuran zich alleen nog maar daarop geconcentreerd. In een ander beeld zouden zeven mannen zich als eerste op SSA wagen, niet meer en niet minder. Maar tijdens zijn wandeling was Kuran er in eerste instantie maar twee tegengekomen. In feite had hij hen makkelijk aangekund, maar hij wist beter. Als hij nu niks zou doen, was er de kans dat de mannen zich ongemerkt als een virus in de school konden verspreiden en voor onheil zorgden. Nee, hij moest ze nu uit de tent lokken om hen allemaal…-hij slikte- onschadelijk te maken. Geweld gebruiken lag zeker niet in zijn aard, maar wat moest, dat moest.
Inmiddels ging zijn borst razendsnel op en neer. Zijn gezicht en hals waren vol schrammen van de laaghangende takken. Zijn kleren vertoonden overal beschadigingen. ‘Een klein stukje’, gonsde het in zijn hoofd, ‘nog maar een klein stukje’. Een gevoel van opluchting ging door hem heen toen Kuran eindelijk de open plek betrad. Speelruimte! Zijn schoenzolen stapten op het jonge gras in een redelijke vaart. Naast hem en het kleine meertje was de plek nog verlaten. Maar Kuran had zich nog maar nauwelijks omgedraaid of vier gedaantes doemden voor hem op. Wacht, vier? Waar waren de andere dri- Verder kwam Kuran niet in zijn gedachten toen hij net op tijd een bliksemschicht wist te ontwijken. De boom achter hem had minder geluk. Met een luid gekraak boorde de straal zich in de bast. Met zijn windmagie wist Kuran de daaropvolgende brand snel te blussen. De mannen kwamen dichter en dichter. Voor een tweede aanval zou volgen, hief Kuran zijn beide handen. In eerste instantie gebeurde er niets, wat alleen maar een smerige grijns op de gezichten van de mannen deed verschijnen. Hun lach verdween echter vrij direct toen de eerste van de vier naar zijn hoofd greep en pijnkreten uitstootte. Met zijn handen op zijn slapen gedrukt zakte de man in elkaar. Hij kermde tot zijn gegil overging in smeekbeden. Na hem was ook de tweede man aan de beurt. De overige vreemdelingen deden geschokt een stap achteruit. Hun blikken spraken van zowel verbazing als angst. Blijkbaar hadden ze nooit kennis gemaakt met een magie zoals de zijne. Wat jammer nou dat hun meester niet wat duidelijker was geweest met wie ze precies te maken zouden krijgen. Nadat ook de twee laatste mannen kermend op de grond lagen, bekeek Kuran de groep met een blik van walging. Zijn goedaardige natuur keerde zich af van deze handelingen, maar zijn zorgzaamheid voor de school en de leerlingen ging momenteel boven alles. In een kalmere pas wandelde de jonge leraar naar één van de mannen toe die de leider had geleken. In één beweging plaatste hij zijn rechtervoet op diens borst. “Wie zijn jullie? En voor wie werken jullie?” klonk het scherp door de duisternis van het woud. Kurans ogen vlamden. Hij gunde de leider een moment van rust om te kunnen antwoorden, maar toen deze zijn mond iets opende kwamen daar woorden uit die zelfs Kuran vreemd waren. “Wie zijn jullie?!” herhaalde de leraar dit keer luider. In plaats van een vocaal antwoord, volgde er iets anders achter hem. Kurans rode oog lichtte op. Een beeld flitste zijn gedachten binnen. In een fractie van een seconde dook hij richting de grond om te voorkomen dat drie scherpe messen zich in zijn lichaam boorden. Twee vlogen rakelings langs hem heen. Eén sneed net langs zijn schouderblad. De drie andere indringers waren gearriveerd. Met een gesmoorde kreet kwam Kuran op de grond terecht. Nu zijn concentratie door de verwonding verbroken was, zagen ook de andere vier mannen de kans op te staan. Met al zijn kracht wist Kuran zich op zijn knieën te hijsen. Zijn blik was wazig en zijn ledematen voelden vreemd. Niet iets wat je direct zou verwachten bij een gewone snee. ‘Gif’, schoot het direct door hem heen. Snel deed Kuran nog een poging de geesten van deze mannen binnen te dringen om hen te verzwakken, maar hem werd geen kans gegund toen een milde bliksemstraal door zijn lichaam werd gejaagd. Het blauwe vuur brandde op zijn huid en liet een gemene plek achter op zijn borst. Eén van de huurlingen was ondertussen op hem afgelopen en had Kuran bij de haren gepakt. Twee anderen hielden zijn lichaam in bedwang. Met een knik trok de eerste man Kurans hoofd naar achter zodat de gevangene wel op moest kijken naar zijn vijanden. “Kuran Hayabusa… De grote ‘Ziener’.” siste de man met een stem waar spontaan rillingen van langs je rug gingen lopen. “Ik had wel meer van je verwacht.” Een luid, spottend gelach steeg op. “Vertel op: waar is ze?” Maar Kuran zweeg. “Waar is ze?! Waar is dat wicht dat de Kist van onze meester gestolen heeft?!” “Ik…vertel jullie…niets.” bracht Kuran moeizaam uit. Het gif had zich inmiddels bij zijn bloedbaan gevoegd en werd door zijn hele lichaam verspreid. Vreemde tintelingen en pijnscheuten flitsten door hem heen. “Oh, maar dat zal je zeker wel doen,” lispelde de man sinister verder. “Zodra het gif je helemaal in zijn greep houdt en je gek maakt van pijn, kan ik je alles vragen wat ik wil en jij antwoordt mij.” Kuran sloot zijn ogen. Zijn lijf trilde gevaarlijk. Stukje bij beetje voelde hij hoe zijn energie begon af te nemen en zijn geest dreigde te worden overgenomen door het vreemde binnengedrongen goedje. Maar hij bleef kalm. In zijn hoofd betrad hij Niemandsland, zoals hij de leerlingen in zijn lessen had geleerd; het land dat los van tijd of plaats stond. Het zorgde ervoor dat hij voor even, heel even de pijn kon vergeten. Woorden van dreigementen schoten volledig langs hem heen...
Plotseling schoten zijn ogen weer open. Zijn rode oog was feller dan ooit tevoren. Donkere schaduwen doemden op achter de vijanden en sloegen hen tegen de grond, inclusief de mannen die hem gevangen hadden gehouden. Verzwakt als hij was, stond Kuran met enige moeite op. Hij wist de mannen tegen te houden, maar had de kracht niet hen te verpulveren. Spoedig zou de schaduw weer verdwijnen. Maar hij moest toch iets proberen?! De schaduw met zijn lange klauwen was slechts een illusie en toch gevaarlijk echt dankzij de geestmanipulatie van een getrainde waarzegger. Echter verslechterde het effect ervan te snel. Kurans mond opende zich. Een straaltje bloed liep langs zijn kin. Dit ging niet goed, dit ging zeker niet goed... Opnieuw zakte hij op zijn knieën. Zijn ene hand was nog hoopvol naar voren uitgestrekt om de schaduw te behouden, maar een dichte mist doemde op in zijn geest. De schaduw verdween en Kuran viel uitgeput op de grond met zijn gezicht in het gras. Hij moest iets doen… Het moest… Wat er ook gebeurde, hij moest de school en misschien wel veel meer dan dat beschermen. Hij…
- Suicune - Rhine - Elliott
Laatst aangepast door Master Kuran op vr jun 28 2013, 19:45; in totaal 1 keer bewerkt
Suicune .
PROFILEReal Name : Alexa Posts : 132
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Water in vloeibare en vaste vorm met een vleugje wind en licht Klas: Nooit gehad Partner: The quiet water is my love
Onderwerp: Re: PB verhaallijn: Heat of the moment vr jun 28 2013, 18:31
Op de warme lentemiddag lag Suicune in de grot achter de waterval na te denken. Veel dingen zijn al gebeurt sinds haar komst. Ze heeft twee collega's ontmoet en heeft een gesprek gehad met de leerkracht watermagie. Ze heeft zelfs een leerling onder haar hoede. Al met al gaat het best goed. Maar sinds enkele dagen zit Suicune iets dwars. Via telepathie had ze te horen gekregen over een naderend onheil. Sinds ze dat gehoord heeft bereid ze zich mentaal voor op het ergste. Een drukkend gevoel hangt nu al dagen om de schoolplaneet heen. Het gevoel dat er iets verschrikkelijks gaat gebeuren. Zelfs in haar grot achter de waterval, die vol zit met rustgevende kristallen, bekruipt haar het drukkende gevoel. Ze beseft dat het weinig zin heeft om te verstoppen. Als er onheil op komst is moet er tegen gevochten worden. Het gaat zwaar worden om tegen deze stroming te vechten, maar anders zullen er teveel wateren doodlopen. Suicune kalmeert haarzelf met Calm Mind een loopt vervolgens naar de uitgang van de grot. Bij deze uitgang is een kleine poel waar Suicune even van drinkt. Aan beide zijkanten van de waterval is een glibberig rotspad. Nat van de waterspetters die van de waterval ontsnapt zijn. Ze loopt echter over de poel door de waterval heen. De kletterende druppels verfrissen Suicune's lichaam terwijl ze de andere kant van de waterval betreed. Ze richt haar blik op de bomen van het bos. De takken ruizen zachtjes in de wind.
Deze rust is echter schijn, voelt Suicune. Er is iets gaande in het bos. Ze twijfelt geen moment en begint te rennen. Lenig en snel beweegt het blauwe lichaam tussen de bomen door. Ze stopt even om de omgeving aan te voelen. Zweet. Hier is duidelijk iemand wezen rennen. En niet omdat het prettig is. Nee, hier is meer aan de hand. Het is echter zeer donker in dit bosgedeelte dus Suicune kan haar zicht niet helemaal niet meer vertrouwen. De kristalvormige kroon op haar hoofd licht op, verspreid een blauwachtige gloed. Nu ziet Suicune op enkele uitstekende takjes kleine stukjes kleding. Degene die hier is langsgekomen is duidelijk achtervolgd. Een kleine grom ontsnapt van Suicune's keel. Ze weet maar al te goed hoe het is om achtervolgd te worden. Nog steeds een blauwe gloed verspreidend rent ze weer verder. Het spoor van zweet en kleerscheuren volgend.
De echo van een kwaadaardige lach bereikt via de bomen het gehoor van Suicune. Nu moet ze snel zijn, iemand heeft hier hulp nodig. Hoe dichter ze bij de bron van het geluid komt, hoe meer ze het kwaad aanvoelt. Kwaad dat word uitgezonden door mensen. Kwaad, veroorzaakt door hebberigheid. Mensen ook altijd met hun materialisme. Daar komt haast nooit iets goeds van. Geritsel is te horen als Suicune via de bosjes een open plek bereikt. Met een gracieuze sprong komt ze achter enkele mensen te staan. Haar kristalvormige kroon geeft geen licht meer af nu ze in de open plek staat waar de bomen het licht niet blokkeren.
Het kwaad voelt hier ontzettend sterk aan. Nog voordat de twee mannen zich om kunnen draaien weet Suicune ze weg te blazen met een stevige windvlaag. Met een brul waaien ze een boom in en raken ze verstrikt tussen de takken. Dan valt haar blik op een man die languit op het gras ligt. De wanhoop straalt van hem af. 'Kuran Saito Hayabusa.'Ze gaat over hem heen staan, haar vier poten aan weerzijden van zijn lichaam. Met haar lichaam een schaduw op hem werpend. Ze neemt een defensieve houding aan, haar rode ogen priemen naar de vijf overgebleven mannen die de leerkracht belaagd hebben. 'Ik geef jullie de kans om je terug te trekken. Doen jullie dat echter niet, dan zie ik geen andere mogelijkheid dan jullie te doden.' 'Alsof wij bang moeten zijn voor een waterwandelende puppy.' lacht één van de mannen spottend. Een siddering gaat even door Suicune's lichaam. Ze houd er niet van om te vechten, laat staan te doden. Maar het is nodig om de mensen op Starshine te beschermen. 'Is er iets, hond?' snauwt een andere man. Een grom ontsnapt van Suicune's keel. De haat van deze mannen is tot in haar kern aan te voelen. Maar een ander gevoel alarmeert haar.
Ze voelt dat Kuran afzwakt. Die mensen hebben gif tegen hem gebruikt. Hoe laf is dat wel niet. Opnieuw geeft haar kristalvormige kroon licht af. De blauwe gloed verspreid zich over haar gehele lichaam. Van haar kop tot aan de voetkussens van haar poten. Vanaf haar poten gaat de gloed over naar Kuran, verdwijnt in zijn lichaam. De mens bestaat grotendeels uit water. Daardoor kan Suicune een vergiftigd persoon zuiveren. Hetgene wat ze nu dus doet. Via telepathie geeft ze hem instructies. 'Blijf liggen. Laat de zuivering het werk doen. Tussen mijn poten ben je veilig.' Een werpmes vliegt recht op Suicune's gezicht af, gevolgd door enkele anderen die op haar poten en Kuran die ertussen ligt gericht zijn. Direct vuurt Suicune een Bubblebeam op de messen af die door de druk van de bubbels wegketsen. Met een plof landen ze in het gras die direct weg begint te schroeien. Eén mes valt in het water van een klein meertje in de open plek. Direct voelt Suicune een vis sterven. Dit was de druppel. Deze mannen vallen iemand aan, vergiftigen hem en bevuilen vervolgens het water in de omgeving. Water waar Suicune over waakt.
Er begint een flinke wind te waaien. Suicune's rode ogen lichten op. Uit de grond lijkt een cirkel van water te ontstaan dat met de seconde groter word. Een muur van snelstromend water omsingeld Suicune. Het water, verzameld uit de omgeving, volgt precies de bedoeling van Suicune's geest. Het water verzameld zich en vormt een grote muur die tussen Suicune en de belagers van Kuran stilhoud. Dan stort het water zich in één keer op de mannen, spoelt ze als een grote golf weg. De vijf worden enkele meters meegesleurd door het water. Een enkeling komt met zijn achterhoofd tegen een lage uitstekende tak aan en verliest het bewustzijn. De andere vier weten zich echter te redden door zich aan takken vast te houden en zich met veel moeite in de boom te hijsen. Geholpen door de twee die de boom ingewaaid waren zoek ze de veiligheid hogerop.
Suicune maakt zich lichtelijk zorgen om Kuran, ondanks het feit dat zij het gif heeft weggezuiverd. Ze duwt met haar neus tegen Kurans wang aan. 'Ik hoop dat deze draaikolk niet te heftig geweest is' Daarbij doelend naar de meesleurende gebeurtenissen. Kovomaka dreigt in een draaikolk van rampspoed te belanden, dat is nu wel duidelijk voor haar.
Master Kuran .
PROFILEReal Name : Julia Posts : 112
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Air||Divination Klas: Although I enjoy learning, I'm not a student. Partner: Love sometimes seems to me like wishing for rain as I stand in the desert. It's nothing but a distant dream.
Onderwerp: Re: PB verhaallijn: Heat of the moment za jun 29 2013, 23:31
Kuran voelde hoe zijn levensenergie hem stukje bij beetje begon te verlaten. Hij haatte het zich zo zwak te voelen terwijl hier zoveel vanaf hing. Maar het gif belemmerde hem van elke betekenisvolle actie. De mannen kwamen weer nader, klaar om de informatie uit hem te sleuren. Alsof hij het zo kon verhelpen, klemde de waarzeggerij leraar zijn kaken stevig op elkaar. Geen woord over Amaranthe Pandora of de Kist zou vandaag zijn mond verlaten zonder dat hij dat zelf toeliet. Hij had haar gezien, het meisje met de roze haren. Ze was vanmiddag nog tegen hem aangebotst. Het arme kind had zo met haar gedachten ergens anders gezeten dat ze zelfs zijn thee over hem heen had gegooid. Kuran maakte zich echter nog geen zorgen om haar. Ze liep nog op het goede pad, het pad waar hij een deel van had aanschouwd in zijn eerste visioen over de Kist. Snel maakte Kuran zich weer los uit deze herinnering. Al werd zijn geest wat suffig, hij moest bij het hier en nu zien te blijven! De mannen waren inmiddels zo dichtbij dat hun verschrikkelijke lichaamsgeuren in zijn neusgaten prikten.
Toen, uit het niets, lichtte er iets op in de duisternis van de omgeving. Kuran knipperde met zijn ogen, wat weinig hielp. Zijn blik was wazig geworden. Duf geworden van het vreemde goedje in zijn aderen, probeerde hij zijn hoofd iets op te heffen om het beter te kunnen waarnemen. In een flits was het licht weer verdwenen. Daarvoor in de plaats had een schim zich achter de vijanden opgesteld. De identiteit van de bezoeker bleef voor Kuran nog onbekend. Zijn mond opende zich een stukje uit verbazing toen de gedaante in de verte twee mannen wegblies. Wie of wat zich daar ook mocht bevinden, het stond aan zijn kant. Kuran had nooit geweten dat er ook maar iemand zou zijn die bereid was hem te beschermen. De komst van dit…wezen was dan ook geheel onverwacht. Zelfs zijn verziende blik had dit niet voorspeld. In snelle passen kwam zijn beschermer op hem af. Eenmaal vlakbij, kon hij eindelijk wijs worden uit de vage contouren van de gedaante: ‘Suicune’, klonk het in zijn gedachten. De adviseur van de Legendarische Magician van het water. Een gevoel van opluchting verspreidde zich door zijn beverige lichaam, helemaal toen ze als een schild over hem heen ging staan. Haar aanwezigheid voelde als een waar licht in de duisternis. Het enige waar hij op dit moment op kon vertrouwen. Zachtjes zweefden haar woorden mee op de wind en zo zijn gehoor binnen. Een bedreiging richting de mannen. Was Suicune werkelijk bereid dit voor hem te doen…? Het klonk haast onwerkelijk. Echter werd hem niet de kans gegund hier meer over te piekeren, toen zijn laatste restje levenskracht van hem dreigde worden ontnomen. Zijn oogleden werden zwaar. Het kleurde zwart overal waar hij keek. Kuran bleef onbeweeglijk op het gras liggen. Uit voorzorg stuurde hij zijn geest weer naar Niemandsland, om te voorkomen dat hij de macht over zichzelf zou verliezen en daardoor gevoelige informatie naar de vijand door kon spelen. Maar wie weet wat er allemaal nog meer zou kunnen gebeuren als een Meester in de Waarzeggerij zijn verstand en de controle verloor…!
Zoals gewoonlijk belandde hij als eerste op de Oneindige Vlakte. Het oppervlak was op hem na verlatent, maar Kuran voelde hoe honderden, onzichtbare klauwen zijn huid aanraakten, zich erin vastklemden en zijn vlees van binnenuit ophaalden. Ze dwongen hem op zijn knieën. Onmogelijk… Of toch niet? Het gif was nu al zover dat het hem ook hier bereikt. Kuran staarde met een starre blik naar de horizon in het verre dromenland. Nee, dit mocht niet gebeuren. Hij moest zich blijven concentreren. Hij moest de touwtjes in handen houden. Zijn mond opende zich en zoog een flinke hap lucht naar binnen. Zijn borst ging wat langzamer op en neer. Kalmer ditmaal tuurde Kuran weer naar de horizon. Het eerste wat in zijn gezichtsveld verscheen was een merkwaardige, blauwe gloed. Het verspreidde zich als een mistige sluier door de smetteloze lucht. Dichter en dichter kwam het naar hem toegedreven, tot het hem geheel omringde. Het verdreef de klauwen met een zwaard van blauw vuur. 'Blijf liggen. Laat de zuivering het werk doen. Tussen mijn poten ben je veilig.' Fluisterde de gloed, of nee… Het was Suicune die tegen hem sprak. Ze was hem aan het genezen. Gehoorzaam ging Kuran in Niemandsland op de grond zitten en wachten tot het vurige zwaard de klauwen had verslagen.
Minuten later opende de jonge leraar pas weer zijn ogen en kwam hij terug in de realiteit. Zijn huid gloeide aangenaam en alle pijn was verdwenen. Hij was nog wel wat beverig, maar dat was niets vergeleken met wat hij net had gevoeld. Even had het geleken alsof hij de dood zelf had gekust. Nog net zag hij hoe zijn vijanden meegesleurd werden door een enorme, onnatuurlijke vloedgolf. Met grote, verbaasde ogen volgde Kuran het spektakel. Geleidelijk aan kwam hij daarna iets omhoog. Een schokje trok door zijn lichaam bij het voelen van iets kouds tegen zijn wang. Even vreesde hij dat het water hem ook zou bereiken, maar al snel ontdekte hij dat het Suicune zelf was. 'Ik hoop dat deze draaikolk niet te heftig geweest is' zei ze tegen hem. De diepere betekenis drong tot hem door. Kort plaatste Kuran zijn linkerhand op haar kop, op deze manier aangevend dat het wel ging. Door zich – noodgedwongen – daarop aan Suicune’s stevige poten vast te houden, wist hij helemaal overeind te gaan zitten naast de adviseur. Met zijn benen in elkaar gevouwen, bleef Kuran in het gras zitten. Zijn brede schouders schokten een keer terwijl hij een laatste restje bloed ophoestte. Tijdens zijn hoestbui, hief hij gelijk een hand op zodat Suicune zich geen zorgen zou maken. “Ik…” hij haalde eens diep adem. “Ik geloof dat ik je mijn dank verschuldigd ben.” Zijn ogen glinsterden vriendelijk toen ze die van zijn beschermer ontmoetten. “Je hebt me gered, Suicune.” Kuran lette erop dat hij haar naam uitsprak zoals het hoorde, met het bijbehorende respect. Bewondering sierde zijn blik. “Ik zou willen dat we elkaar al eerder hadden ontmoet – op een andere manier, maar…” zijn eeuwige glimlach keerde heel voorzichtig terug op zijn gezicht. “nu heb ik tenminste weer een verhaal meer te vertellen.” Soepel stond hij hierna op. Kuran nam een ogenblik de tijd om zich eens uitvoerig uit te rekken en te testen waartoe zijn lichaam in staat was. Zijn lange lijf bezat nog de lenigheid van iemand die trouw elke dag aan yoga deed. Gelukkig, alles leek weer zo goed als normaal. Alsof het nog een verschil zou maken, klopte Kuran het stof van zijn bevuilde, gescheurde kleren. “Ze zijn weg, maar ik denk niet dat ze weg zullen blijven.” Klonk zijn melodieuze stem. Met ‘ze’ doelde hij op de zeven mannen. Zijn blik gleed van het bos weer naar de adviseur aan zijn zijde. Een zucht rolde over zijn lippen terwijl hij dat deed. “Wat denk je ervan, Suicune? Klaar voor nog een gevecht? Dit keer staat geen van ons er alleen voor.” Juist toen hij deze woorden had gesproken flitste een beeld zijn gedachten binnen. Zijn rode oog lichtte op. Levensecht zag hij daar twee van zijn leerlingen: Rhine met haar eigenzinnige karakter en Elliott in zijn dubbelrol als student en adviseur. Ze waren in de buurt… Ergens. Maar…dat betekende dat ze recht op een hinderlaag afgingen! De beschermer in hemzelf ontwaakte vrijwel direct. Zijn hart begon sneller te kloppen. Adrenaline schoot door zijn hele lijf.
“We moeten snel handelen.” sprak Kuran ernstig zodra het beeld vervaagd was. Zijn hoofd draaide zich richting de ander. Om de daad bij het woord te voegen, begon Kuran al te rennen. Eerst ging het nog wat twijfelachtig, maar al snel voelden zijn spieren als vanouds. Als een ridder die naar een dame in nood toesnelt, haastte de leraar zich door het duistere woud. Zijn ketting verlichtte opnieuw de weg. Tijdens zijn tocht liet hij zijn vorige visioen aan Suicune zien, zodat ze op de hoogte was waarom er haast bij geboden was. Kuran hoopte maar dat ze op tijd zouden zijn. Als zijn leerlingen nu alsnog iets zou gebeuren, zou hij het zichzelf nooit vergeven! Wat een dag…
Suicune .
PROFILEReal Name : Alexa Posts : 132
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Water in vloeibare en vaste vorm met een vleugje wind en licht Klas: Nooit gehad Partner: The quiet water is my love
Onderwerp: Re: PB verhaallijn: Heat of the moment zo jun 30 2013, 12:25
Mensen. Ze kunnen goede dingen doen maar helaas zijn ze ook in staat om de meest verschrikkelijke dingen te doen. Het voorbeeld daarvan is voor haar neus te zien. Terwijl ze beschermend over hem heen stond begon Suicune Master Kuran te genezen. Het gif was al in een redelijk vergevorderd stadium. Ze is dan ook geen minuut te vroeg gekomen.
Nadat ze de belagers van Kuran met een krachtige vloedgolf had weggespoeld checkte ze Kurans gezondheid. Ze voelde de aanraking van zijn hand die haar geruststelde. Ze liet dan ook toe dat hij haar als steuntje gebruikte om overeind te komen in kleermakerszit. Nog wat bloed werd weggehoest. Het geruststellende gebaar dat hij maakte was niet nodig voor Suicune. Ze begreep dat dit het laatste restje bevuild bloed moest wezen. “Ik…” Kuran haalde even diep adem. “Ik geloof dat ik je mijn dank verschuldigd ben.” Zijn ogen vertoonden een vriendelijk glinstering terwijl hij Suicune's rode ogen vond. 'Bedanken is niet nodig Kuran. Sinds ik jouw bericht ontvangen heb wist ik al dat dingen als deze voor kunnen komen.' “Je hebt me gered, Suicune.” 'De komende tijd zullen er wel meer reddingen nodig zijn.' Het zou misschien over kunnen komen alsof Suicune iedere dag wel een leven red, maar diep van binnen vreest ze voor de komende strijd. Ze maakt zich zorgen om het lot van de leerlingen. Dat een kist de oorzaak is van dit alles. De mens hecht gewoon te veel waarde aan voorwerpen. “Ik zou willen dat we elkaar al eerder hadden ontmoet – op een andere manier, maar…nu heb ik tenminste weer een verhaal meer te vertellen.” Suicune lijkt hier een beetje van op te schrikken. Het feit dat ze altijd alleen is zorgt er vaak voor dat ze in gedachten wegzinkt, zelfs in gesprekken. Erg beleefd was dat niet van haar. Maar zijn etiquette niet door de mens bedacht?
Suicune voelt een lichte opluchting als blijkt dat Kuran zich afvraagt voor hoelang de vijand weg blijft. “Wat denk je ervan, Suicune? Klaar voor nog een gevecht? Dit keer staat geen van ons er alleen voor.” Een lichte glimlach verschijnt op Suicune's gezicht 'Ik dacht dat u het nooit zou vragen.'
Dan ziet Suicune het rode oog van Kuran oplichten. Een toekomstbeeld? Eeuwenlang heeft Suicune al geleefd maar iets als dat heeft ze nooit gekund. Maar wat zou zij aan zoiets hebben? Een wezen dat met de stroom van de tijd meegaat. Dat ze nu weerstand gaat bieden tegen hetgene wat in aankomst is kan tot een uitzondering gerekend worden. Maar het gaat hier ook om het beschermen van de wereld waarin zij leeft.
Kuran heeft inmiddels zijn krachten hervonden. Niet alleen dat, het lijkt erop alsof iets urgent is. “We moeten snel handelen.” Dat gezegd hebbende rent hij het woud weer in. Suicune gaat hem achterna. De rede voor deze handeling krijgt Suicune door van Kuran. Ze herkend de twee personen. De ene is een collega van haar. De andere is iemand die ze nog nooit eerder heeft gezien, toch weet Suicune redelijk wie het is omdat het water van de waterval dingen van haar heeft gezien. Het water verteld Suicune namelijk dingen. Op die manier weet Suicune van de gebeurtenissen in het verleden.
Twee snelverplaatsende lichten zijn tussen de bomen van het woud te zien. Het ene licht komt van de ketting van Kuran. Het andere licht is blauwachtig en komt van Suicune's kroon vandaan. Op zoek naar de personen uit Kurans visioen, voordat het te laat is...
Riku
PROFILE Real Name : Kaatje =D Posts : 317
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Air Klas: none Partner: Roses are red, voilets are blue. So is your face when I'm done with you
Onderwerp: Re: PB verhaallijn: Heat of the moment zo jun 30 2013, 21:22
De vrolijkheid die normaal altijd over hem heen hing, was al enkele dagen nergens te bespeuren. Elliott was al een paar dagen niet meer naar de lessen gekomen waardoor hij redelijk ver achterstond. Natuurlijk stond hij niet echt achter daar hij het meeste wat de leerlingen zagen al ongeveer kende, maar het was niet echt goed voor het feit dat hij als een leerling wilde over komen. De veroorzaker van dit alles was het mentale bericht dat hij nog niet zo lang geleden gekregen had, een bericht dat hem ergens wel angst ingeboezemd had. De jongen had vroeger al redelijk veel over Pandora gehoord, wist ongeveer hoe het zat met de box van Pandora. Natuurlijk wist hij er het fijne niet echt van, maar hij wist wel dat de legende die verspreid was niet klopte en dat was volgens hem tot nu toe meer dan genoeg geweest. Nu vervloekte hij zichzelf echter dat hij er nooit meer achter gezocht had daar de kist zich momenteel in de school bevond, of op weg was naar en er een heleboel opvolgers van Zalazar naar zochten. Ze brachten de leerlingen in gevaar en het was net zijn taak om de leerlingen te beschermen met het advies dat hij gaf aan de huidige legendarische magician. Dit wilde wel niet zeggen dat hij alleen maar advies mocht geven. Nee, deze keer was hij van plan om zelf ook tot actie over te gaan. De veertienjarige jongen van zoveel jaar geleden had plaatsgemaakt voor de 293 jarige adviseur die hij hoorde te zijn. Deze keer had hij geen tijd voor spelletjes, moest gefocust blijven zodat hij anderen niet per ongeluk in gevaar zou kunnen blijven. Zijn actie in het krot was precies al jaren geleden, speelde zich precies in een heel ander leven af.
De wind waaide lichtjes door zijn paarse haren heen vanaf het moment dat Elliott en stap buiten het gebouw zette. De serieuze trek om zijn mond zorgde ervoor dat sommige leerlingen hem wat scheef aankijken, leerlingen die zijn vrolijke en ondeugende kant gewoon waren. Zonder zich echt iets van hen aan te trekken, liep hij resoluut vooruit en stopte pas met lopen toen hij aan de rand van het duistere bos stond. Op de een of andere manier had die plek hem altijd al de rillingen gegeven, maar nu lijkt er iets verandert te zijn. Het bos straalde gevaar uit, veel meer gevaar dan het normaal uitstraalde. Langzaam legde de jongen zijn hoofd in zijn nek en liet zijn violette kleurige kijkers over de boomtoppen heen glijden. Er was iets goed mis daarbinnen, een soort gevaar waar hij door aangetrokken werd. Ondanks het feit dat dit allemaal best serieus was, krulden zijn mondhoeken toch om in een onheilspellende glimlach en voorzichtig zette hij een stap naar voren, gevolgd door nog een paar stappen. Na tien stappen bleef hij staan en sloot voor een kort moment zijn ogen. De wind gleed langs zijn gezicht heen, bracht verschillende geluiden met zich mee. De meeste geluiden die hij opving, kwamen van dieren en even wilde hij terug rechtsomkeer maken om zichzelf elders nuttig te gaan maken toen hij ineens een geluid oppikte dat niet in een bos thuishoorde. Voetstappen, rechts van hem. Normale voetstappen van een persoon die nu niet in het bos aanwezig mocht zijn. Een ander geluid voegde zich bij de voetstappen, ergens ver achter de persoon van wie de voetstappen waren. Elliott kon zijn vinger er niet echt opleggen wat dat geluid zou kunnen zijn, maar dat was genoeg om ervoor te zorgen dat hij zijn ogen terug opende en begon te rennen. Hij had er een slecht gevoel over en dat was genoeg om ervanuit te gaan dat die persoon in gevaar verkeerde. Dit was niet goed, dit was helemaal niet goed.
Na een tijdje lopen zag hij eindelijk de persoon die ervoor gezorgd had dat hij zijn instinct genegeerd had en toch verder het bos in was gelopen. “Hej!” zijn stem galmde door het bos heen en slippend kwam hij recht voor het meisje tot stilstand zodat ze niet verder zou kunnen lopen. “Je moet weg uit het bos. Het is hier veel te gevaarlijk.” De kans was groot dat ze niet naar hem zou luisteren, dus bleef hij de weg maar versperren zodat ze er onmogelijk door kon en keek haar doordringend aan. Deze keer was er geen spoortje van geamuseerdheid in zijn stem te vinden, iets dat er normaal altijd lichtjes doorheen klonk. Nee, dit was serieus. Een aanwezigheid achter het meisje zorgde ervoor dat Elliott zijn blik van haar losmaakte en over haar schouder naar de donkere bomen keek. Zijn ogen werden groot toen hij minstens vijf mannen op hen af zag komen. De grijnzen op hun gezicht vertelden hem dat ze niet hier waren voor een gezellige babbel en snel maakte hij enkele kort bewegingen met zijn handen zodat er een soort schild van lucht tussen hen twee en de mannen ontstond. Een zachte ‘oh-oh.’ Verliet zijn mond voordat hij het meisje aan de kant duwde en voelde hoe er iets rakelings langs zijn hoofd heen schoot. Het schild was blijkbaar niet bestand tegen magie, iets dat hij snel moest gaan oplossen wilde hij dat het meisje hier levend vandaan kwam. “Magie, magie, magie. Je kan goed met je magie om, toch?” Voor een kort moment keek hij het blonde meisje even aan waarbij hij ook de lichtjes in de verte opmerkte. Even kneep hij zijn ogen tot spleetjes, zijn tegenstanders even totaal vergeten. De pretlichtjes begonnen vrolijk op en neer te dansen in zijn violette kleurige ogen toen hij Master Kuran en Suicune herkende en de alom bekende grijns verscheen op zijn gezicht. “Volgens mij gaat het er hier ruw aan toe gaan. Ik hoop voor je dat je toch een beetje weet hebt van hoe je jezelf moet verdedigen.” De woorden waren weer tot het meisje gericht voordat hij langzaam vervaagde en er na een paar seconden helemaal niets meer van hem te zien was. Achter een van de mannen nam hij weer vaste vorm aan en met een grinnik liet hij deze zo hard schrikken dat hij bijna twee meter de lucht in schoot. Vervolgens zorgde hij ervoor dat de kerel tegen een boom aanvloog en zich niet meer kon bewegen. Goed keurend keek hij naar het tafereel, ervanuit gaand dat de andere mannen wel twee keer zouden nadenken voordat ze het in hun hoofd haalden om hem aan te vallen. De elektrische schok die door zijn lichaam heen ging kwam dan ook heel onverwachts waardoor hij met een kreet van pijn door zijn knieën heen zakte. Elektriciteit was zo ongeveer het enige dat hem echt iets kon doen, iets dat zijn tegenstanders blijkbaar ook hadden ondervonden. Elliott rolde bijna over de bosgrond van de pijn terwijl de man die daarvoor verantwoordelijk was grijnzend bleef toe kijken terwijl de rest zich op het meisje, Kuran en Suicune stortten.
Als er iets is waar je het niet mee eens bent ofzo mag je dat gewoon laten weten, dan verander ik het wel c:
Rhine Gestorven
PROFILEReal Name : Rani Posts : 4923
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Duister en een beetje licht Klas: Master savador Partner: I'm falling all over myself, dying to be someone else, I wish you would be there to walk me home cause I can't fight the world alone.
Onderwerp: Re: PB verhaallijn: Heat of the moment ma jul 01 2013, 19:06
The secret of our success is that we never, never give up.
De wind waaide door haar haren. Rhine wist dondersgoed dat ze normaal gezien in een of ander klaslokaal moest zitten, zeker nu ze zichzelf had voorgenomen om haar leven te beteren. Maar ach soms verbrak ze die regel, zoals nu dus. Rhine zat op een dikke tak in een van de vele bomen van het duistere woud. Ze was hier graag, verscholen in de schaduw genietend van de akelige stilte die zo vaak in het duistere bos heerste. Mensen kwamen hier niet al te vaak sommige geloofden zelfs dat hier monsters en wie weet nog allemaal zaten. Rhine geloofde daar niet in. Even sloot ze haar ogen, een zucht ontsnapte aan haar lippen. Het was niet voor niets geweest dat ze haar eigen voornemens had geschonden, ze had er wel degelijk een goede reden voor. Vandaag zou ze een half jaar samen geweest zijn, vandaag had een leuke dag moeten worden, dat had het ooit kunnen zijn. Maar Zack was weg, hij kwam niet terug. Daar had ze zich bij neergelegd en toch, toch deed het nog steeds zoveel pijn. Daarom had ze zich hier verscholen, ze had het niet aangekund hem vandaag tegen het lijf te lopen. Ze moest haar onrustige geest proberen te kalmeren anders zou ze terugvallen in oude slechte gewoontes, dat wilde ze niet. Ze wilde niet nog eens verslaafd geraken. Haar ogen waren zwart, pek en pek zwart. Dat gebeurde wel vaker wanneer Rhine teveel drukkende emoties had, teveel zorgen, teveel verdriet, teveel woede. Alles was op zicht best rustig hier in het bos en toch. Toch was er iets anders. Iets duisters. Rhine wist niet zeker of ze zich het verbeelde of dat er wel degelijk iets duisters in het bos schuilde. Even was ze er zeker van geweest dat ze het zelf gewoon was. Tot de grond begon te schudden. Rhine schoot meteen recht, keek om zich heen, klom hoger de boom in. Ze hoorde van alle knallen maar zag niets. Wat was er aan de hand? Was er een gevecht aan de gang? Nee dat kon toch niet, het was middag mensen hoorden hier nu niet te zijn, niet op een schooldag. Was het paarseizoen van een of andere hertensoort? Waren er mannetjes om een vrouwtje aan het vechten? Om het leiderschap van de kudde? Er waren zoveel mogelijkheden, zoveel diersoorten. Met een sierlijke sprong belandde Rhine weer op de zacht natrillende grond. Langzaam begon ze te wandelen, als een roofdier dat zijn terrein verkende. Ze wilde weten wat er aan de hand was, maar ze had geen idee waar de bron van het geluid zich bevond. En toen. Hield het op. Het bos was stiller, stiller dan normaal dat getuigde er dus van dat Rhine zich het geschreeuw en de bonken echt niet verbeeld had. Geschreeuw… Mensen! Ja dieren maakten zo echt geen geluiden. Even versnelde ze haar pas, nu wilde ze zeker weten wat er aan de hand was. Maar helaas ze was nog maar net op pad of ze liep een vreemd uitziende jongen tegen het lijf die haar doodleuk de weg ging versperren. “Je moet weg uit het bos. Het is hier veel te gevaarlijk.” Een wenkbrauw schoot de lucht in voor ze zacht grinnikte, het was een spottend geluidje. “Oké luister…kereltje ik kom hier vaker en ik betwijfel ten zeerste of eekhoorns en vogeltjes gevaarlijk zijn.” Wat had dit ventje? Als iemand weg moest dan was het dit ventje wel, hij wist haar namelijk nogal op haar zenuwen te werken door zijn pogingen haar de weg te versperren. Het spottende glimlachje verdween, haar mond werd een harde streep, haar zwarte ogen versmalden zich. Nee dat was echt geen dag om Rhine kwaad te maken. Hij bleef haar maar aankijken en zij weigerde haar ogen af te wenden, kennelijk ging het dus een wedstrijdje staren worden. Ha zijn blik gleed van haar weg, kennelijk had ze dus gewonnen. Dat was wat ze dacht, tot ze zijn ogen groot werden. Het besef kwam als een mokerslag op haar hoofd. Hij was gestopt met naar haar te kijken omdat er zich iets achter haar bevond, langzaam draaide ze zich om, keek ze recht naar vijf gevaarlijk uitziende mannen. Shit. Dit was niet goed. Helemaal niet goed. Ze werd aan de kant geduwd waardoor ze bijna haar evenwicht verloor. “Magie, magie, magie. Je kan goed met je magie om, toch?” Voor een kort moment keek hij Rhine aan. Ze staarde even naar de jongen voor ze kort knikte. Haar verbazing was weggeëbd, een zelfverzekerde en kille houding nal het meisje aan. Rhine was beslist niet blij met dit, hoezo moest zij altijd in dit soort situaties belanden? En dan nog wel wanneer ze er mentaal al niet zo super aan toe was. Fijn. Heel fijn. Rhine had hun versterking nog niet opgemerkt ze was te hard gefocust op hun vijanden, ze was te druk bezig met plannen te beramen. Vijf mannen, twee, misschien drie zou ze nog wel aankunnen, maar vijf? Nee daar was ze beslist niet sterk genoeg voor, maar ze had hulp, ja deze jongen moest toch iets kunnen? Ineens begon hij te grijnzen, er waren zelfs pretlichtjes in zijn ogen. Wat was er in godsnaam mis met deze jongen? “Volgens mij gaat het er hier ruw aan toe gaan. Ik hoop voor je dat je toch een beetje weet hebt van hoe je jezelf moet verdedigen.” Awtsh die woorden kwamen nogal verkeerd aan. Zag ze er hulpeloos uit? Even keek ze met een kwade blik naar het paarsharige jongentje. Ze was niet hulpeloos, ze was alles behalve hulpeloos, ze had zich al vaker uit uitzichtloze situaties weten te redden, soms zelfs alleen met haar scherpe tong, maar die zou hier nu niet echt een meerwaarde zijn ze had niet het idee dat ze deze gasten kon wegjagen door hen te beledigen. Ach ja een knokpartijtje van tijd tot tijd was prima om emoties eruit te slaan. Ja misschien was een paar van die kerels in elkaar slaan wel precies wat ze nodig had. De paarsharige jongen was verdwenen, of nee, dat was niet het juiste woord hij was opgelost en verplaatst. Hij kwam achter een van de mannen tevoorschijn, oké dit ging de goeie kant op, nu zou hij een flinke klap op het achterhoofd kunnen geven, of een schop op de ruggenwervel, een klap in de nek? Maar nee dat deed hij niet, hij liet de kerel schrikken. Oké niet wat ze in gedachten had maar het was effectief. Rhine zette zich schrap en liet haar magie komen. “Kom maar op”Kwam er dreigend uit. Een van de mannen vloog naar voren, hij had een zwaard vast, oké ze moest buiten het bereik van dat ding blijven. Een direct gevecht zou ze niet winnen, op brute kracht was ze beslist niet sterker dan deze kerels dus moest ze het slimmer en sluwer aanpakken. Een zwaard, een wapen dat het effectiefst was als je vijand dichtbij was. Ze moest deze man dus op afstand houden, moest lukken. Een zwart met gouden sliert vormde zich aan Rhines hand. Het kronkelde als een levende zweep. Met een snelle beweging van haar pols vloog de schaduw zweep omhoog, maakte een rode striem over de mans gezicht. Een grijns sierde de lippen van de blonde dame. Ergens vond ze het wel grappig om een beetje te stoeien met deze gasten. Nog een paar keer ging de zweep omhoog, iedere keer vlak voor deze op de huid van een van de mannen neerdaalde joeg Rhine er extra magie doorheen zodat de slag feller werd. Haar blik ging naar de paarsharige jongen die kronkelend van de pijn op de grond lag. Verdomme. Ze moest hem helpen ze moest naar hem toe, hij moest bij die mannen uit de buurt. Rhine dook naar voren, ontweek zo goed als ze kon de zwaaiende arm van een man. Ze was niet snel genoeg, het zwaard maakte een vleeswond in haar bovenbeen. Even trok Rhine een pijnlijk gezicht voor ze de man bij zijn arm greep. Duisternis zweefde om haar heen terwijl het vlees van de man langzaam begon te lossen en te ontbinden, Rhine versnelde het ouderdomsproces met haar dodelijke aanraking, uiteraard vergde het veel energie en enige tijd om een groot wezens zoals een mens tot as te laten vergaan. De man schreeuwde keek haar met grote ogen aan. Haar blik was glazig, de vage omtrek van een glimlach sierde haar lippen. Ze had alleen oog voor haar slachtoffer. Dat. Was. Een. Domme. Fout. Rhine voelde een harde slag in haar buik voor ze door de lucht vloog en met haar rug tegen e wen boom aanknalde, ze klapte dubbel, voelde hoe alle lucht uit haar longen werd geblazen. Versuft keek ze om zich heen, haar slachtoffer lag op de grond, kronkelend, niet wetend wat er met hem gebeurde. Wellicht zou hij niet tot as vergaan, maar de kans dat hij dit overleefde was minder dan miniem. De andere man wie ze eerder had aangevallen met duistere en lichtmagie vermengt in een zweep lag bewusteloos en bloedend op de grond. Rhine wilde opstaan, maar ze kon niet, alles draaide rond, alles deed pijn. En toen zag ze de lichtjes. Mooie lichtjes. Ze kwamen dichterbij.
Volledig in het thema van Valentijn staan er twee Events op het programma van de site. Beide zullen van start gaan vanaf 14 februari, dus houd de site zeker goed in de gaten.
Cupid Hearts: Verras vrienden of in game characters met een vrolijk hartje deze Valentijn. Met of zonder lief berichtje eraan vast. Anoniem of juist niet. Stuur je hartjes naar het account van Alpha.
Valentine's Dance:Vanaf 14 februari zal de grote zaal van de school omgetoverd worden tot een danszaal vol met eten, drinken en live muziek. Iedereen is welkom om aan dit algemene topic deel te nemen.
WINTER
Tijdens de winter is het terrein van de school in diepe rust. De meeste dieren zijn onvindbaar verscholen en de ijzige wind houd ook de leerlingen binnen. De perfecte tijd om met een kop warme choco naar de vallende sneeuw te kijken.