MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Woud Klas: - Partner: Tell me, Miss Future? What do you see?
Onderwerp: The divine deer [Eucharine] ma maa 18 2013, 23:30
Door het bos was het stil. Het was midden in de nacht en het was volle maan in het woud. De witte stralen vielen als bundels door de boomkronen heen en raakte op willekeurige plaatsen de grond om verschillende vliegjes of mugjes als witte stipjes op te laten lichten door hun reflecterende vleugels. Het was een prachtige en rustige sfeer waar iedereen van kon genieten. Een gestalte liep rustig door het bos en genoot even van de stilte die er heerste. Hij liep op bekend terrein, wist bijna ieder stukje bos op zijn duimpje en wist waar het gevaar loerde en waar niet en daarom was hij in het veiligste stuk. Hij wilde tot rust komen, zijn gedachten tot orde roepen. Zwijgzaam ging Norwood tegen een van de boomstammen zitten en sloot zijn ogen, luisterde naar het getsjirp van de sprinkhanen in het bos. Het was er rustig en vredig en Norwood kwam helemaal tot rust.
Een ijzige gil weergalmde door de boomstammen, weerkaaste en resoneerde. Norwood's zijn ogen schoten open. Hoe lang geleden was hij in slaap gevallen? Gezien de stand van de maan was hij maar een paar uur weg. Normaals een noodkreet. Norwood kwam overeind, probeerde te peilen hoe ver het was en waar het vandaan kwam. Het was te ver om dit rennend te doen, hij had hier een paar extra benen voor nodig. 'Hou vol...'mompelde hij nog en zakte door zijn knieën terwijl hij zijn ogen sloot. Hij opende ze weer terwijl zijn ogen waren veranderd in zwarte kraalogen. Zijn haren werden langzaam wit en vielen af en lieten enkel milimeter dunne vacht over. Zijn gezicht werd langer en hij voelde zijn schedel langer worden. Zijn oren werden langwerpiger en kregen dezelfde donzige vacht. Uit zijn hoofd groeide een bot, dat langzaam een krachtig gewei vormde met een vreemde lichtgevende gloed. Zijn benen en armen werden langer en dunner en kregen de nodige spieren om goed te kunnen sprinten. Norwood's kleren smolten in een witte vacht om en voor je het wist stond er een kraalwit edelhert op Norwood's plek. Het had een goddelijk uiterlijk gekregen door zijn groot gewei en de lichte gloed die zijn vacht had bij het maanlicht. Het hert zette het op een lopen terwijl het door onmogelijk kleine ruimtes van bomen door schoot. Het gewei, was in staat om zichzelf uiteen te laten gaan het exacte moment dat het iets raakte om zich weer te materialiseren op het moment dat het door een object heen was. Daardoor kon het hert zonder al te veel moeite door het bos heen bewegen.
De omgeving was hier onheilspellender en versterkte alleen maar het goddelijke symbool van het hert dat door het bos schoot als een pijl uit een boog waarvan de pees net losgelaten was. Zijn gewei gaf een soort lichtgevend spoor waardoor het nog sneller leek te gaan dan het al deed. In de verte zag hij het onheil al. Een roedel wolven wilde zich tegoed doen aan een persoon. Ze zagen er hongerig uit en het was ook voor Norwood, die nu een hert was, riskant om de wolven te confronteren. Hij zette een versnelling in zijn pas in en zag het vrouwelijk persoon ineen duiken en trillen van angst. De wolven hadden haar omringt en Norwood zocht direct naar de alfa, wist je die van de roedel af te stoten, kon de groep zich sneller geneigd voelen terug te trekken. Een duidelijke hierarchie die in de wolvenroedel zat was namelijk dat vaak de roedel het krachtigste mannetje, of zelfs vrouwtje was. Norwood zette kracht op zijn achterpoten en hief zijn voorpoten omhoog. Hij schoot over het vrij jonge vrouw heen en landde vlak naast haar. Hij liet zijn hoofd zakken en blies een warme adem uit dat in een walm van damp over haar heen ging. Hij maakte een zacht brommend geluid om haar gerust te stellen. Een dreigende grom kwam uit de cirkel van wolven waarvan en naar voren kwam. Een brullend geluid, wat herten konden maken kwam uit de keel van het hert en het steigerde voor een moment. Het liet zijn poten demonstratief hard neerkomen en het liet zijn hoofd laag naar de grond gaan zodat het gewei dreigend naar voren kwam tegenover de wolf. Het hert blies krachtig uit en toonde geen angst. De wolf leek te twijfelen of hij verder moest, gezien het feit dat het hert niet leek te deinen voor deze wolf. Maar het zette toch zijn aanval in. Hij rende op het hert af. De andere wolven zette zich schrap alsof de wolf een jongen was die stoer deed tegenover een bende, maar dat ze klaar stonden om hem te hulp te schieten. De wolf zette zich af en wilde naar de rug van het hert springen, maar faalde. Norwood draaide zijn hoofd waardoor het gewei als bescherming voor zijn flank kwam en sloeg opzij. Een wat scherpere punt liet een snijwond achter op de achterpoot van de alfa en deze viel opzij. Langzaam kwam het overeind en gromde laag. Opnieuw maakte het hert zich dreigend laag naar de grond en keek strak naar de alfa. De wolf zag geen heil in dit mens meer en draaide zich om. De rest van de roedel ontspande zich en met nog een laatste huil verdwenen ze in de nacht.
Norwood draaide zich als hert naar de persoon toe en liep zwijgzaam dichterbij, zijn hoeven kraakte enkele takken die onder het gewicht van het hert in tweeën braken. Zijn ogen waren gericht op het angstig ineengedoken figuur dat haar gezicht nog steeds verborgen hield. Zwijgzaam duwde het hert zijn neus tegen de bovenarm van de jonge vrouw om haar gerust te stellen. Hij blies zijn warme adem nogmaals over haar heen en wachtte geduldig op een mogelijke reactie van de persoon.
Eucharine
PROFILE Real Name : Pomme Posts : 305
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Woud en Lucht Klas: - Partner: person of my dreams demon of my nightmares
Onderwerp: Re: The divine deer [Eucharine] di mei 28 2013, 00:49
I don't wanna be the girl who has to fill the silence The quiet scares me cause it screams the truth
When it's good, then it's good, it's so good till it goes bad But only untill you're trying to find the you that you once had..
Struikelend val ik over de deurplint. Mijn koffer die eerst nog stevig in mijn handpalm is gedrukt vliegt nu langs mijn oren en land voor me neer op de grond. Natuurlijk schiet het ding open en vallen er een aantal kledingstukken uit. Ik word tot over mijn oren rood wanneer ik onder andere een onderbroek en een BH zie liggen. Ik weet niet hoe snel ik over de vloer moet kruipen om de twee kledingstukken vlug weer in mijn koffer te gooien. Vluchtig kijk ik van links naar rechts, checkend of iemand mijn schaamte gezien heeft. Wanneer ik enkele leerlingen mijn kant op zie kijken word de tint op mijn gezicht nog iets donkerder roze. Bij het voelen van de hitte op mijn wangen verberg ik mijn gezicht achter mijn lange roze haren en gris ik de rest van de kledingstukken vluchtig bij elkaar. Fijne binnenkomst Eucharine, fijne binnenkomst. Vastbesloten om hier niet bij de pakken te gaan neerzitten, kom ik overeind en met de koffer ditmaal nog steviger in mijn hand gedrukt loop ik de grote hal van Star Academy in. Het is serieus bijna niets veranderd, alles lijkt nog hetzelfde te zijn als een paar jaar geleden toen ík hier nog rondliep. Kort voel ik me nostalgisch, maar dit gevoel ebt weg naarmate ik meer blikken ontvang van omstaanders. Ik volg enkelingen met mijn ongelijk-kleurige ogen en zie ze vervolgens iets achteruit deinzen. En zo hoort het. Mijn mondhoeken krullen iets omhoog door mijn gefantaseerde 'overwinning'. Mijn vingers strelen niet veel later al over de oude houten balustrades van de centrale trap heen. Een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen, zo gaat het gezegde toch? Nou in plaats van een ezel die na zijn fout geleerd heeft, kijk ik mijn ogen uit; elke steen onderzoekend. Zo nu en dan voel ik mijn hak achter een steen hangen waardoor ik voor een paar passen mijn concentratie er weer bij kan houden. Voordat ik natuurlijk weer verder ga met mijn zoektocht naar punten waarvan ik kan zeggen: 'Aah dat herken ik nog!!' en 'weet je nog toen?'. Dus, het enige probleem is dat er nu geen leerlingen meer rondlopen die inderdaad met me kunnen praten over vroeger. Vroeger. Ik slik kort en met mijn tanden zachtjes op mijn onderlip gedrukt loop ik verder richting mijn persoonlijke kamer, en tijdelijke verblijf.
Ik stap ditmaal weliswaar gewóón over de plint van de deurpost heen, mijn kamer in. Het is een vrij simpele sobere kamer met maar weinig om iets over te zeggen. De kamermuren dragen een kleur van wat ik denk dat eerst mintgroen moest voorstellen, iets wat heel slecht gecombineerd is met de oranje (inmiddels gele) gordijnen. Des al niet te min staat er een brede glimlach op mijn gezicht. Het is niet beter als het toen was, en dat doet me ergens wel deugd. In een luxe kamer zou ik me toch alleen maar ongemakkelijk en klein voelen. Mijn ogen glijden de kamer nog een keer door. Bovendien heeft deze ruimte best wel wat mogelijkheden. Ik houd mijn vingers in een soort van vierkantje op ooghoogte om zo als het ware alles vast te leggen. Ik laat mijn handen vallen wanneer ik vanuit buiten een aangenaam melodietje kan horen. Speelt de buurman of vrouw dwarsfluit of.. Ik huppel naar het raam en gooi deze in een beweging open. Meteen zoek ik naar de oorzaak van het gefluit, uiteindelijk blijft mijn zicht hangen op een klein rood vogeltje. Een zacht gegiechel verlaat mijn mond terwijl ik mijn armen over elkaar heen vouw over de vensterbank en mijn gezicht er tegen aanleg. Voor een aantal minuten luister ik naar het pure gezang van het vogeltje en kijk iets teleurgesteld wanneer het ineens zonder pardon wegvliegt. Ik sluit het raam weer en draai me om naar de rest van m'n kamer. Een glimlach kruipt weer op m'n lippen voordat ik ineens richting het bed ren en er --met armen en benen gespreid-- op spring. Ik rol zachtjes giechelend door de dekens heen en rol vervolgens nog steeds grinnikend van het bed af. Het giechelen ebt langzaam weg en ondertussen strelen mijn ogen het plafond van de kamer. Wie had gedacht dat ik zo blij zou zijn om weer terug naar school te komen. Er is alleen een verschil wat ik wel snel voor mezelf moet gaan duidelijk maken: Ik ben geen leerling en ben hier evenmin om te spelen. Mijn taak is een stagiaire om mezelf voor te bereiden op het werken met kinderen mocht er ooit een vacature vrij komen heet dat. Ik jaag de plotselinge negatieve gedachte mijn hoofd uit en vervang deze met een heel arsenaal aan positieven. Na een minuut of 15 stil op de grond gelegen te hebben kom ik langzaam overeind en begin ik de rotzooi die ik zojuist gemaakt heb op te ruimen. Ik zucht kort en begin vervolgens in de eindeloze taak die mijn koffers uitruimen heet.
Ik plof zwaar zuchtend op mijn bed neer wanneer ik klaar ben. Mijn mondhoeken krullen na het eindresultaat wederom bekeken te hebben omhoog. Het was me even werk maar nu ziet de kamer er al een stuk meer bewoond uit. Even kijk ik naar het raam en dan preciezer naar de tak waar het vogeltje eerst zat. Jammer genoeg heeft hij of zij niet besloten om nog een keer op te komen dagen. Ergens voel ik me schuldig, alsof doordat ik hier gekomen ben ik de woonplek van het dier in beslag heb genomen. Had ik beter opgelet in dierencommunicatie dan had ik misschien een manier gevonden om hem terug te lokken, of duidelijk te maken dat ik hem geen kwaad wil doen.. Maar helaas, school interesseerde me vroeger maar weinig. Ik had het veel te druk met vrienden maken en slapen en eten.. Terwijl ik het laatste woord bedenk hoor ik mijn buik knorren. Ik bochel ietsje voorover mijn armen om mijn knorrende buik geslagen. Doordat ik zo druk ben bezig geweest ben ik compleet vergeten te eten. Ik richt mijn ogen op de (nieuw uit de doos) roze klok aan de muur en zucht jammerend. De keuken van de school is al dicht, dus dat betekend dat ik voor een beetje eten helemaal naar de stad moet gaan. Ik grom zachtjes maar sta dan uiteindelijk toch op, trek mijn jas aan en begin aan de wandeling richting de stad.
Een uur later
Een brede glimlach siert mijn lippen en mijn gezicht lijkt nog helderder dan voorheen. Het eten van goed bereide cuisine zorgt bij mij echt voor een betere stemming. Ik wrijf tevreden over mijn buik heen, en besef niet veel later hoe donker het eigenlijk al niet geworden is. Een korte rilling glijd over mijn onderrug wanneer de wind een vrij tevergeefse poging doet om door mijn jas te prikken. Ik loop handen wrijvend door de stad heen, ondanks dat het al een tijdje lente is; is het weer nog lang niet lente achtig. Ik versnel mijn pas iets, maar verminder weer wat vaart wanneer ik in de verte muziek hoor. Twijfelend kijk ik van links naar rechts. Ondanks dat ik eigenlijk toch echt terug moet richting school maak ik een rechtse wending en loop ik naar waar de muziek vandaan komt. Een aantal mensen staan verzameld rondom een violist, een harpiste en een fluitist. Ik mengel me tussen de mensen en duw net zolang tot ik de gezichten van de muzikanten helder kan zien. uwaah.. komt er zachtjes mijn mond uitgesijpelt. Ik heb altijd al bewondering gehad voor mensen die muziek kunnen spelen, zelf heb ik er geen talent voor daar ben ik lang geleden al achter gekomen. Ik luister zeker een half uur naar de muzikanten en klap enthousiast elke keer als een stuk is afgelopen. Pas wanneer de muzikanten hun spullen gaan opruimen besef ik me dat ik hier veel te lang ben blijven hangen. De mensen die er zojuist nog stonden verspreiden zich al langzaam tot ik als een van de enigen overblijf. De ogen van een van de muzikanten raken de mijnen en hij vraagt of hij met me mee naar huis moet lopen. Ik glimlach breed en schud mijn hoofd. Ik ben een volwassen iemand, wat kan er gebeuren tenslotte? Bovendien als ik de weg door het bos neem ben ik er binnen een kwartier. En in het bos heb ik niets te vrezen, althans dat dacht ik. Nog geen 10 minuten later loop ik bibberend door het bos heen. De wind doet een goede poging om elke plek waar blote huid te vinden is op te sporen en deze volledig in zijn grip te nemen. Ondanks dat het bos er op dit tijdstip prachtig uit ziet, ben ik in geen staat om er aandacht aan te besteden. Het bos is onrustig, alsof het me waarschuwt, me aandringt om harder door te lopen, of nog beter gewoon te rennen. Duidelijk op mijn hoede baan ik me zo snel als mogelijk is een weg door de labyrint achtige dennenbomen. Plots hoor ik van schuin achteren ergens een wolf huilen. Mijn ogen sperren zich wijd open en voordat ik het weet ben ik weg aan het rennen voor het gevaar wat achter me schuilt. Mijn poging is tevergeefs, iets wat me nog meer doet rillen en mijn benen zo zacht als blubber maakt. Ondanks mijn pogingen om harder en harder te gaan lijkt het alsof ik niet vooruit kom. Ondertussen staan mijn nekharen overeind van de hete adem waarvan ik kan zweren dat ie tegen m'n nek aanbotst. Bij nog een huil, slaan mijn benen een pas over en struikel ik. Ik slaak een hoge kreet, mijn stem helder als belletjes maar met de nodige paniek er in. Ik val met m'n knieën eerst, een minieme schaafwond op m'n knie achterlatend. Ik probeer weer omhoog te klauteren maar word weer neergehaald wanneer een van m'n 10cm hoge hakken besluit te breken. Ik gooi de hakken uit en wil weer een poging doen om weg te rennen van het onheil achter me. Een paar gloeiende ogen recht voor me houden me tegen. M'n mond gaat iets open terwijl ik achteruit deins, ik verstijf overigens wanneer ik vanachteren ook een grom hoor. Niet een, maar meerderen. Ik sla m'n handen voor m'n gezicht en kruip als een balletje in elkaar. Ik probeer de kaken die op elkaar slaan en de tongen die over hun lippen glijden te negeren maar kan de tranen die in mijn ooghoeken prikken niet meer tegenhouden. Iemand.. jammer ik muiszacht.
Als een vallende ster flitst een figuur boven me langs. Ik sper m'n ogen wijd open en kijk het dier naast me vol verbazing aan. Een wit hert met bruine ogen kijken me aan, zijn blik minstens even warm als zijn adem die over m'n blote armen heen glijd. Wanneer een van de wolven weer gromt duik ik overigens weer in elkaar, mijn handen tegen mijn oren drukkend en mijn ogen sluitend. Nu zou alles goed komen.. toch? Toch!? Hij was hier gekomen om me te helpen, alles kwam goed. Ik volg het gevecht niet meer met mijn ogen of oren maar voel de trillingen wel door de grond gaan. Ik voel het hert naast me steigeren en voel een van de wolven ineens dichterbij komen. Wat er daarna gebeurd kan ik niet meer volgen maar het meest belangrijke is dat ik de warmte van het hagelwitte hert naast me nog steeds kan voelen. Na een kort wat ik denk dat het een gevecht is hoor ik een van de wolven janken en vervolgens wegrennen. Ik snik een aantal keren en slik vervolgens de brok die zich onlangs in mijn keel gevormd heeft weg. Ik veeg de tranen van m'n gezicht af en schrik wanneer ik plots een neus tegen mijn linker boven arm voel. Pas wanneer ik de warmte van het hert voel en ik mijn hartslag een beetje onder controle heb laat ik mijn handen langzaam van mijn oren vallen. Ik open mijn ogen eerst op kiertjes om ze kort daarna hevig knipperend volledig te openen. Mijn wangen nog nat van de tranen kijk ik het hert naast me in zijn bruine ogen aan. Ik schraap mijn keel om er voor te zorgen dat er meer uit komt als enkel een piepgeluidje en vraag langzaam; Z-zijn ze weg? Mijn stem trilt nog lichtjes, maar word constanter na een aantal keren in en uit geademd te hebben. Kort glijd mijn blik over de speciale verschijning naast me heen. Niet gewond? Vraag ik, nu al op een iets meer beheerste toon. Ik kijk kort naar beneden, naar het nieuwe witte jurkje wat ik vanmiddag met zoveel zorg had uitgekozen. Nu is het meer bruin als wit, en aan de zijkant zit een scheur die tot halverwege m'n bovenbeen komt. Wat een stomme keuze om het bospad te nemen. Mensen zeggen altijd dat ik naïef ben, en ik ga dan tegen ze in.. Wellicht hebben ze altijd al gelijk gehad. Tranen prikken opnieuw in mijn ogen maar weten nu niet de oppervlakte te bereiken. D-dankje. Fluister ik zachtjes, mijn ogen weer in die van het hert richtend. Wie was hij en waarom was hij me komen helpen? Een hert tegen zovelen. Hij had gewond kunnen raken, misschien zelfs dood kunnen gaan. Toch zal ik hem niet hier op wijzen of hierna vragen, ik zal dankbaar mijn mond houden en kijken of er iets is waarmee ik hem kan bedanken. Met een hand tegen zijn schouder aan krabbel ik overeind, ietsje wiebelig maar al gauw mijn balans vindend. Het overheerlijke eten van zojuist probeert zich nu een weg naar boven te banen, maar ik weiger deze zijn zin te geven. Ik glimlach, mijn mondhoeken omhoog krullend. Ik weet niet waar ik nu zou zijn zonder je. Zeg ik dan opgelucht en wellicht al iets vrolijker. Wie zal het zeggen, ik ben altijd al een meester in toneelspelen geweest. En soms is het zo echt dat ik het zelf niet eens meer uit elkaar kan halen. Ik klop mijn kleren iets af en staar peinzend naar m'n blote voeten. Zo is het beter, geeft me het gevoel dat ik een ben met de natuur die me op haar beurt weer gerust stelt. Bovendien geeft me dit een betere kans om er nu wel op tijd achter te komen mocht iets besluiten me achterna te komen.. Kort kijk ik opzij, blijkbaar heb ik een beschermengel maar het lijkt me niet wijs om de dood twee keer te tarten.. Not wise at all..
As the smoke clears I awaken and untangle you from me Would it make you feel better to watch me while I bleed? Although all my windows, are still broken, I'm finally standing on my feet
Astublieft, deze is helemaal voor jou omdat je zo lang hebt moeten wachten :]. Hoop dat je er een beetje iets mee kunt, en een beetje om het vele gebla heen kan lezen, haha! En dit liedje was ik aan het luisteren terwijl ik het schreef: https://www.youtube.com/watch?v=ZvdIpjxWI7I
Master Norwood
PROFILE Real Name : Little Pig Posts : 2478
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Woud Klas: - Partner: Tell me, Miss Future? What do you see?
Onderwerp: Re: The divine deer [Eucharine] wo jun 19 2013, 19:56
Norwood hoorde de kreet nog nagalmen in zijn oren en zette het op een rennen. Tijdens het rennen begon hij zich snel te ontwikkelen. Het was een akelig geluid, het vervormen van de botten om zo een dierengedaante aan te nemen. Maar het deed geen pijn. Hij hoorde het krakende geluid en toen het knarsend geluid van zijn kraakbeendelen die steviger werden en voller. Hij Voelde zijn schedel zich vervormen en zijn ogen groeide wat groter. Na een paar honderd meter gerend te hebben schoot hij als hagelwitte hert door de bomen heen. Hij vormde een rechte lijn en sprong opzij voor de bomen. Zijn gewei leek op te gloeien als het een boom kruiste en ging er dwars doorheen. Het hert blies eenmaal krachtig uit toen hij in de verte een meisje op de grond zag duiken en de wolven die haar omringde was voldoende teken dat hij zich moest haasten. Nog een krachtige zet en het hert sprong over haar heen. Met en doffe plof landde het beest op zijn voorpoten ruim naast Eucharine en landde netjes en maakte gelijk een dreigende beweging met zijn gewei naar wat Norwood wist dat de roedelleider van dit uitgehongerde pack wolven was. Met zijn ogen op de roedel gericht die op hem af kwam haalde het hert krachtig uit met zijn gewei waardoor de wolf zeker een kneuzing zou moeten oplopen en met een piepende plof kwam het neer op de grond. Norwood was niet van het verwonden van dieren, maar zijn medemens was belangrijker op dit moment. Daarbij was een kneuzing voor een wolf niet direct fataal. Met een kalm maar angstloze blik keek het hert naar de andere dieren die hun roedelleider zojuist zag verslaan worden door een simpel hert. Het hert was licht aan het gloeien en het liet lichte reflecterende magiedeeltjes de grond uit komen waar het rende. Norwood deed het onbewust maar het gaf het hert een goddelijk en onwaarschijnlijke uitstraling. De wolven rende weg om nog een uitdaging te voorkomen en het hert nam een wat ontspannende houding aan en draaide zich wat naar het meisje dat met haar handen op haar oren zat en zich verborg en zo klein mogelijk had gemaakt. Met een kalme pas liep het hert naar haar toe en drukte zijn neus geruststellend tegen de bovenarm van het meisje. Ze haalde haar handen van haar oren af en keek langzaam omhoog recht in zijn ogen. Even bewoog het hert met zijn oren omdat het verbaasd was. Dit was een jongedame, geen meisje meer. En ze bezat over een potentiele bron aan woudmagie. De conclusies vielen snel al op zijn plaats. Dit was een stagiaire en hij had gehoord over een nieuwe stagiaire voor zijn vak, zou dit haar dan zijn. Ze bedankte hem en zwijgzaam hief het hert zijn hoofd en keek even de omgeving af alsof het iets gehoord had. De jongedame gebruikte zijn schouder om omhoog te komen en met een aandachtige blik volgde Norwood de handelingen van het meisje. Toen ze overeind stond en bijna omviel drukte hij zijn snuit tegen haar rug zodat ze overeind kon blijven tot haar evenwicht gevonden was. Ze zei dat ze niet wist waar ze zou zijn zonder dat hij er was geweest. Langzaam rees het hagelwitte dier op zijn poten en keek haar zonder geluid aan. ‘Het bos kent vele vredelievende dieren…’ sprak het hert ineens met een net wat lagere stem dan Norwood zou hebben en zwijgzaam richtte het zijn blik op de bossen. ‘Er was vast wel iets geweest dat je had gered op zo’n moment, jongedame…’ sprak de stem kalm. ‘Toevallig was ik het, maar er had vast een centaur op je pad kunnen komen…’ sprak hij met een warme stem. Norwood zijn ogen gingen naar de jongedame. ‘Laat ik me netjes voorstellen…’ sprak het hert terwijl het ineens heftig begon te steigeren. In dezelfde houding veranderde het makkelijk weer terug in een vrij jonge man van rond de 28 jaar met bordeauxrode haren. Uit de lange donkerblauwe jas dat over zijn witte overhemd zat haalde de man een bril tevoorschijn en zette deze op zijn gezicht. ‘Maar voor de zekerheid, sta mij toe om je terug naar het schoolgebouw te brengen…’ sprak hij met een kalme stem. Met een kalme pas liep hij naar de jongedame. ‘Mijn naam is Norwood Vavyendor, docent woudmagie aan de academie…’ sprak hij met een vriendelijke stem. ‘En het was niet de verstandigste weg die je nam op dit uur. Niet als je niet weet hoe je precies moet verdedigen…’ sprak Norwood met een kalme toon en glimlachte terwijl hij zijn hand nog steeds vriendelijk uitstak om als voorstelling te laten schudden.
Sorry dat het zo lang duurde. Ik had drukte met school dat deze er steeds doorheen schoot. En het was een zeer bruikbare post. Ik moest alleen zwaar hard wennen aan de manier van schrijven. Je schrijft niet in de derde persoon en dat is even wennen van het standaard. Maar ik kon er goed doorheen komen. Kijk maar wat je zelf prettiger vind.
Volledig in het thema van Valentijn staan er twee Events op het programma van de site. Beide zullen van start gaan vanaf 14 februari, dus houd de site zeker goed in de gaten.
Cupid Hearts: Verras vrienden of in game characters met een vrolijk hartje deze Valentijn. Met of zonder lief berichtje eraan vast. Anoniem of juist niet. Stuur je hartjes naar het account van Alpha.
Valentine's Dance:Vanaf 14 februari zal de grote zaal van de school omgetoverd worden tot een danszaal vol met eten, drinken en live muziek. Iedereen is welkom om aan dit algemene topic deel te nemen.
WINTER
Tijdens de winter is het terrein van de school in diepe rust. De meeste dieren zijn onvindbaar verscholen en de ijzige wind houd ook de leerlingen binnen. De perfecte tijd om met een kop warme choco naar de vallende sneeuw te kijken.