PROFILE Real Name : Betsie Posts : 4699 Points : 15
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Duister Klas: Partner: Life. It singularly fails to reward good intensions
Onderwerp: Old mermories and old "friends" ║ Dhaeni di mei 28 2013, 21:31
De wind blies zacht door haar haren en haar rode ogen gleden langzaam langs de bomen. Haar ogen waren zo langzaam aan gewend geraakt aan de donkere omgeving. Ze was hier vaker geweest dan ze ooit had verwacht, ze kende het bos onderhand redelijk goed. De plekken waar ze altijd kwam tenminste. Terra was al voor haar uit gerend en stond een eindje verderop wat ongeduldig op haar bazin te wachten. Tári kon alleen maar voor zich uit staren en de bomen in zich opnemen. Diep in gedachte verzonken begon ze langzaam te lopen. Terra gromde kort en liep naar haar bazin toe. Tári keek de Tasmaanse duivel kort aan en hurkte voor het diertje neer. Ze tilde haar op en zette Terra op haar schouder. Terra legde haar kopje meteen tegen Tári’s wang. Ze piepte tevreden en bleef daarna stil. Tári liep dieper het bos in en bij elke stap merkte ze dat ze steeds meer aandacht kreeg voor haar omgeving en steeds minder voor haar gedachtes. Als ze echt heel eerlijk was, begreep ze niet eens waar haar gedachtes over gingen. Alles leek door elkaar gehusseld te zijn in haar hoofd. Goede en slechte herinneringen kon ze onderhand amper nog uit elkaar houden. Misschien werd het tijd dat ze iemand opzocht bij wie ze haar verhaal kwijt kon.. Misschien moest ze weer eens een keertje een brief schrijven naar Wendy. Haar oude oppas had al veel te lang niks meer van haar gehoord. Wendy was de laatste geweest die haar een brief had gestuurd. Tári wist niet meer of de brief waarin Wendy vertelde dat Sam, Lieke en Damian opgepakt waren, de laatste brief was die ze had gekregen. Ergens vaag in haar herinneringen kon ze nog een brief herinneren, die later was gekomen dan de brief waarin Wendy haar vertelde dat har vrienden opgepakt waren. Er verscheen een kille glimlach rond haar lippen toen ze besefte dat alle problemen daarmee begonnen waren.. Ze had gewild dat ze de tijd terug kon draaien en nooit bevriend was geworden met een van die drie. Natuurlijk, ze beschouwde ze nog altijd als haar vrienden, dat zou ze ook altijd blijven doen. Ze was de eed die ze had afgelegd ook nog niet vergeten. Maar als ze hen nooit ontmoet had gehad, was alles anders gelopen. Dan had ze Damian niet gekend gehad en dan had ze zich ook niet kunnen laten verleiden.. Of in elk geval minder snel.. Na alle brieven die Wendy gestuurd had, had Tári er maar een paar keer aan gedacht haar een brief terug te sturen en hoewel het eigenlijk helemaal niet zoveel moeite was, had ze nog nooit een brief terug gestuurd. Ze wist niet eens of Wendy nog wel iets terug zou schrijven na al die tijd. Misschien had de vrouw het nu ook wel gehad met Tári.. Zoals iedereen de laatste tijd.. Ze stopte met lopen en sloeg haar hoofd achterover. Terra leek van die beweging te schrikken en wist niet hoe snel ze van Tári’s schouder af moest springen. Terra piepte wat beledigd en draaide haar rug naar Tári toe. Tári lachte zachtjes en ging op haar hurken zitten. ‘Sorry, kleintje.’ Terra reageerde er niet op en keek alleen maar koppig voor zich uit. Tári legde haar hand op de Tasmaanse duivel en weer viel haar op hoe klein het dier was ten opzichte van haar soortgenoten. ‘Ben jij nu ook al kwaad op me?’ Terra gromde kort en liep een stukje verder weg. Tári zuchtte en grijnsde terwijl ze haar hoofd schudde. Terra bleef een koppig ding. Tári stond weer op en liep langs de Tasmaanse duivel. ‘Ga je wel mee of ben je zo boos dat je niet eens met me mee wilt lopen?’ Na alles wat er was gebeurd in het duistere bos, had Terra Tári nooit meer alleen gelaten in het duistere bos. Ook nu leek het diertje de veiligheid van haar bazin belangrijker te vinden. Heel erg veel kon de Tasmaanse duivel uiteindelijk niet uitvoeren. Haar tanden en klauwen waren scherp genoeg op met gemak door kleding en huid te gaan, maar het werkte over het algemeen niet om jezelf helemaal mee te verdedigen, dat had ze al vaak genoeg mee gemaakt. En zeker als ze in vreemde situaties kwam, zoals ze altijd voor elkaar kreeg, waarin Terra al helemaal niks kon doen, uit angst of omdat de tegenstander gewoon te goed was. Maar ondanks al die nadelen, voelde Tári zich hoe dan ook een heel stuk veiliger als de Tasmaanse duivel bij haar in de buurt was. Tári week iets uit haar koers en stopte ook meteen met lopen. Ze kneep haar ogen tot spleetjes en keek naar de plek voor haar. Achter zich hoorde ze Terra zachtjes aan komen trippelen, maar toen ze een blik naar het diertje wierp, was het ook meteen veel stillen en voorzichtiger. Tári keek weer naar voren. Terra kroop via Tári’s broek naar haar schouder en volgde het voorbeeld van haar bazin. Tári slikte even en streelde zachtjes over Terra’s kopje. ‘Denken we het zelfde, kleintje?’ Terra gromde kort en ontblootte haar tanden. Tári zuchtte even. Ze had zich op heel wat voorbereid, maar een ontmoeting met dat kind? Het kind herinnerde ze zich als het meisje dat haar aan had gevallen.. Of had zij het kind aangevallen? Ze wist het niet meer zeker, maar ze wist wel dat ze het kind niet mocht, hoe dan ook.
Dhaeni .
PROFILEReal Name : Iris Posts : 330
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Fire Klas: Partner: Love, another word for Suicide
Onderwerp: Re: Old mermories and old "friends" ║ Dhaeni wo mei 29 2013, 17:04
Dhaeni schopte lusteloos steentjes voor zich uit. De laatste maanden was er zo veel gebeurd. Het verleden wat ze zo lang had willen verbergen en vergeten was weet naar boven gekomen. Dat was begonnen met de ontmoeting met het meisje. Het meisje met het witte haar en de rode ogen. Het was haar eerste echte gevecht geweest in maanden. En het had gevoeld als een opluchting. Al was ze er zelf bijna aangegaan. Maar dat was het meisje net zo goed. Ondanks haar woede, bleef ze altijd sportief en ze moest toegeven dat het meisje een waardige tegenstander was geweest. Slingerend liep ze naar een onbekende bestemming. Haar gedachten waren te ver weg van het heden om nog te weten wat ze deed, ze zou nu zo tegen een boom aan kunnen lopen, of iemand zou haar kunnen aanvallen. Flitsen van beelden die ze niet wilde zien, maar die ze niet kon tegenhouden vlogen over haar netvlies. Ze volgden elkaar op in een rap tempo, maar ze bleven lang genoeg om te zien wat ze voorstelden. Beelden van haar en Claus. Beelden van haar en haar familie. Haar en haar oude vrienden. Al die mensen hadden haar laten zitten, één voor één. Ze was er gestoord van geworden. Nu had ze niks en niemand meer, geen familie, geen vrienden, geen vriendje. Ze wist dat ze nog ergens familie had op Shadra, maar die had ze nooit ontmoet. Ze wist niks van ze. Dhaeni draaide een staart om haar vinger. Ze besefte dat ze was afgedwaald tot het duistere bos. Een plek waar ze nog nooit was geweest. Maar eigenlijk had het haar altijd al nieuwsgierig gemaakt. Ze had alleen haar tijd liggen verdoen in de ziekenzaal. Brr... Weer een beeld schoot voor haar ogen langs.
"Knipperend tegen het felle licht opende ze haar ogen. Het enige wat ze zich herinnerde was haar vijftiende verjaardag en iets vaags over een ruzie. Ze probeerde overeind te gaan zitten, maar een stekende pijn verspreidde zich vanuit haar buik naar haar ledematen. Haar hoofd bonkte. 'Blijf liggen. Blijf liggen!' klonk er. Toen pas keek ze echt om zich heen. Naast haar zat Lilly. 'Lilly?' 'Ja?' 'W-wat... Wat is er gebeurd. Ik was toch jarig?' Vroeg ik paniekerig aan mijn beste vriendin. Ze kuchte zacht en ongemakkelijk. 'Drie dagen geleden, ja. Je hebt ruzie gemaakt, met je ouders. En toen vocht je met je zus. Ze stak je neer. Ik raakte in paniek, maar Oliver belde gelijk de hulpdiensten. Je verloor super veel bloed, maar Rox wilde je volgens mij helemaal d... dood hebben. Dus we brachten je naar buiten. Je was drie dagen bewusteloos.'
Tijdens de kleine flashback, de reden van mijn trauma aan ziekenhuizen en ook de eerste van een paar dagen, waarin Dhaeni het contact met haar ouders en zus opgaf, had ze haar ogen stijf dicht geknepen. Lilly en Oliver waren de enigen die haar toen nog steunden. Eerst logeerde ze nog bij Lilly, toen bij Oliver, toen bij een vriend van Oliver in een andere stad, en toen, een half jaar na Dhaeni’s rampzalige verjaardag ontmoette ze hem. Claus. Haar reddende engel. Hij was de gene die haar meenam, zeik woonde tijden bij hem. Ten tijden van haar zestiende verjaardag waren ze een stel. Dhaeni schudde haar hoofd bij de gedachte aan haar relatie met Claus, die eigenlijk nooit echt was gestopt. In feite was zij zelf van de aardbodem verdwenen voor hem. Want na net drie maanden besloot ze te vertrekken. Ze had het gevoel alsof ze onnodig hier was, alsof ze alleen maar in de weg liep. Dus ze vertrok. Geen briefje, helemaal niks. Ze had niet eens een plan. Maar ze nam de trein, reisde illegaal naar een andere stad en daar hoorde ze van deze school. Hoe ze zichzelf had ingeschreven wist ze al niet meer. De herinneringen aan de tijd tussen nu en toen ze Claus had verlaten was een waas, ze bekeek de beelden die lagen opgeslagen in haar hoofd als die van een ander. Als een film, en zij was de toeschouwer. Ze was zo bitter geworden, zo verkampt. Niks raakte haar meer en tegelijk raakte alles haar des te erger. Ze was een agressieve maniak die handelde als een lachende hyena.
In tijden had ze niet meer zo helder over zichzelf gedacht.
Dhaeni bleef stilstaan, ze was nog niet zo heel ver in het bos en ze liep langzaam, slingerend. Ze zag niet waar ze heen ging en waar ze vandaan kwam. Net zoals haar leven. Waar ging ze heen na dat ze klaar was met school? Waar kwam ze nu eigenlijk vandaan. Want hoewel ze was geboren en getogen op Razen, had ze naast haar gezin nooit familie ontmoet en ze wist alleen dat er nog familie op Shadra woonde. Ze twijfelde soms zelfs of ze niet was geadopteerd. Dat zou een hoop verklaren voor het gedrag van haar ouders naar Dhaeni. Maar voor adoptie leek ze, jammer genoeg, te veel op Rox en haar ouders. Wat ze wel wist dat ze na school een goede baan wilde. Ze wilde een normaal leven gaan leiden, ver van haar familie. Misschien wilde niet eens een vriend, laat staan een gezin. Waarschijnlijk zou ze net zo’n slechte ouder zijn als haar eigen ouders, en dat wilde ze het kind niet aandoen. Gelukkig had ze aardig wat geld, ze spaarde vroeger voor een studie. Al vanaf een heel jonge leeftijd. Maar zuinig was ze wel, want wie weet wat er allemaal wel niet op haar af zou komen de komende jaren? Weer stond Dhaeni stil. Niet om gedachtes van zich af te schudden, maar om dat er een persoon voor haar stond. Ze knipperde met haar ogen om haar gedachtes op orde te krijgen. ‘Jij hier.’ sprak ze minachtend. Ze tilde haar kin ietsjes op en stapte verder naar voren. Met enige wilskracht kreeg ze de controle over haar tuimelende gedachten weer in de hand en ze focuste zich. ‘Ik ben niet op een nieuw gevecht uit. Maar ik ben vandaag ook niet bijzonder vrolijk.’ voegde ze er aan toe tussen neus en lippen door. ‘Misschien handig als je leven je wat waard is.’ fluisterde ze, meer tegen zichzelf dan tegen het meisje voor zich. Dhaeni zuchtte diep en deed een stap achteruit.
Tári .
PROFILE Real Name : Betsie Posts : 4699 Points : 15
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Duister Klas: Partner: Life. It singularly fails to reward good intensions
Onderwerp: Re: Old mermories and old "friends" ║ Dhaeni di jun 04 2013, 21:05
Haar gedachtes waren wel eens waar niet echt op de plek waar ze stond, toch had ze al vrij snel gezien dat het bekende meisje er ook was. De frustratie die ze de laatste keer had gevoeld toen ze het meisje zag, toen ze het kind had ontmoet, was nu nergens te bekennen. Ze had niemand verwacht tegen te komen, maar zo erg vond ze het niet eens. Ze was nu liever alleen, maar als het net als de vorige keer ging.. Nee, ze had niet echt zin om weer wakker te worden in de ziekenzaal. Ze wilde graag haar irritatie en alles kwijt, maar niet op de zelfde manier als de vorige keer. Het zou haar niks verbazen als haar ideeën van irritatie en frustratie uitingen ooit nog haar dood zouden worden. ‘Jij hier.’ De minachtende toon uit de stem van het meisje was niet te missen. Het kind tilde haar kin ietsje op en stapte naar voren. Tári’s mondhoeken bewogen heel iets omhoog. Ze wist niet zeker of het te zien was, maar het maakte haar ook niet uit of het kind haar grijns zou zien. Terra leek de grijns niet eens hoeven te zien voordat het diertje zacht gromde. Het klonk niet vijandig, eerder opgewonden. Terra ging heel kort op haar achterpoten staan, maar zelfs naar al die weken, maanden zelfs, oefenen kon de Tasmaanse duivel nog steeds niet stil staan op haar achterpoten zolang ze bij haar bazin op de schouder zat. ‘Ik ben niet op een nieuw gevecht uit. Maar ik ben vandaag ook niet bijzonder vrolijk.’ Tári’s grijns werd breder en ze liet haar hoofd iets zakken, zodat haar haren iets voor haar gezicht gleden en er maar een deel van haar grijns te zien was en niks van haar ogen. Haar rode ogen twinkelde van plezier en in haar hoofd vormde zich de gedachte dat ze dit kind nog steeds flink terug zou moeten pakken. Ze zou niet snel vergeten dat ze neer gestoken was door dit kind. Dit kind.. Ze had de naam van het meisje geweten, maar was het simpelweg weer vergeten. Ze had eigenlijk ook niet meer aan het kind gedacht na die dag. Daarvoor was het een veel te saai kind eigenlijk. ‘Misschien handig als je leven je wat waard is.’ Fluisterde het kind, meer tegen zichzelf dan tegen Tári. Het kind deed een stap achteruit nadat ze diep had gezucht. Tári hief haar hoofd weer en keek recht in de bruine ogen van het meisje. ‘Je zou denken dat je zo onderhand door hebt dat ik niet vrees voor de dood.’ Het was de waarheid. De dood was een van de weinige dingen waar ze helemaal geen angst voor had. Ze had meer angsten dan ze toe wilde geven, maar voor de dood was ze niet bang. Al was pijn iets waar ze als de dood voor was. Ze had een hoge pijngrens, maar ze bleef bang voor pijn. Niet zo zeer fysieke pijn, maar ook mentale pijn. ‘Maar goed. Het is iets wat we delen. Ik heb net zo weinig zin als jij in een nieuw gevecht.’ Tári bleef met een grijns naar het meisje kijken. Haar ogen twinkelde, maar toonde desondanks geen emotie, wat de grijns die haar lippen sierde alleen maar enger maakte. ‘Maar als we toch een gezellig theekransje gaan houden, vertel me dan je naam. Het is altijd fijn om een naam te weten.’ De rollen in haar gezicht draaiden om. Haar grijns werd een glimlach en in haar ogen veranderde de emotieloze twinkel, in een giftige blik die door het kind heen leek te boren.
Hoop dat je er wat mee kan
Dhaeni .
PROFILEReal Name : Iris Posts : 330
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Fire Klas: Partner: Love, another word for Suicide
Onderwerp: Re: Old mermories and old "friends" ║ Dhaeni do jun 20 2013, 13:03
‘Misschien handig als je leven je wat waard is.’ sprak Dhaeni fluisterend. Ze had het meer tegen zichzelf dan tegen het witharige kind. Dhaeni zuchtte diep. Ze deed een stap achteruit, maar niet omdat ze bang was. Angst straalde ze sowieso niet uit. Angst kende ze niet. ‘Je zou denken dat je zo onderhand door hebt dat ik niet vrees voor de dood.’ zei het meisje terwijl ze Dhaeni recht aankeek met haar rode ogen. Haar moeder had ook rode ogen gehad, net als Rox. Haar moeder en Rox waren dan ook beide blond, terwijl Dhaeni en haar vader caramel kleurig haar hadden en bruine ogen. 'Oh, ik bedoelde ook niet dat je er voor vreesde.' Dhaeni grinnikte spottend. 'Je kunt waarde hechtte aan je leven, zonder te vrezen voor de dood. Het levende voorbeeld staat recht voor je.' Dhaeni's hese stem was kil zoals altijd maar met een kleinerende zweem erdoor heen. 'Ik had van een tegenstandster zoals jij toch wel wat meer wijsheid verwacht.' zuchtte ze zogenaamd verdrietig. Als Dhaeni verdriet kon voelen, wat maar de vraag was meestal, zou ze het sowieso niet aan levende wezens tonen. ‘Maar goed. Het is iets wat we delen. Ik heb net zo weinig zin als jij in een nieuw gevecht.’ Het meisje grijnsde nog steeds maar het deed Dhaeni niks. Wat zou het moeten doen? Haar afschrikken? Want zo eng vond ze de lach niet, ook al waren de rest van de gelaatstrekken van het meisje emotieloos, op een soort twinkel in haar rode ogen na. ‘Maar als we toch een gezellig theekransje gaan houden, vertel me dan je naam. Het is altijd fijn om een naam te weten.’ sprak het meisje weer. Dhaeni grimaste dreigend dreigend, maar zo snel als die dreiging was verschenen was hij ook weer weg en ze grijnsde gewoon haar normale gemene grijns, alsof ze ergens op broedde. Een grijns die zwakkelingen afschrok. 'Mijn naam... Dhaeni. Dhaeni Konona. I'ts, again, a pleasure to meet you.' zei ze duidelijk en stapte weer naar voren, uit de schaduwen van de bomen in het licht van een zonnestraal die door het dikke bladerdek had weten te komen. "But that pleasure will all be mine." maakte ze haar vaste zinnetje af in haar hoofd. 'En wat is jouw naam, als ik vragen mag?' Hoewel het een vraag was, klonk het meer als een bevel. Dhaeni's kille stem had een verontwaardigde ondertoon die ze zelf ook niet helemaal kon plaatsen. Terwijl ze het antwoord afwachtte draaide ze zich sierlijk een kwart en stapte naast de lichtstraal. Haar bruine ogen bleven gericht op het meisje. Achter haar klonk wat geritsel, en wat onbehaaglijk trok ze haar schouders op. Ze was hier gekomen met haar mantel, die ze ook als jas gebruikte, over haar arm. Hij was van een mooie nacht blauwe stof. Langzaam en beheerst deed ze haar mantel om. Ze deed het op gevoel omdat ze het kind tegenover zich in de smiezen hield. Ze sloeg de donkere lichte stof van haar cape om haar schouders. Nog steeds met haar bruine bambi ogen op het meisje gericht knoopte ze de mooi versierde zilveren sluiting vast voor haar borst. De gladde stof kwam tot net onder haar knieën. Dhaeni voelde zich altijd op een rare manier veiliger met haar mantel om. De kap liet ze wel af. Met een schuin hoofd keek ze naar het meisje, maar oren waren achter haar bezig met het geluid. Ze kneep haar ogen tot spleetjes en draaide zich langzaam om. Haar ogen verwijdden zich gelijk weer bij het zien van de persoon achter haar. Hij? Wat? Wat deed hij hier? Kwam hij hier voor haar? Was hij kwaad? 'C-Claus?' ze probeerde nog steeds zeker over te komen maar haar stem haperde en klonk zachter dan ze had bedoeld.
[Woop woop, tijd voor actie, Elsa]
Claus .
PROFILEReal Name : Elsa Posts : 2
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Duister Klas: Partner: My love for you was bulletproof, but you're the one who shot me
Onderwerp: Re: Old mermories and old "friends" ║ Dhaeni zo aug 11 2013, 15:28
~ sorry voor het lange wachten ~
Met zijn ogen gesloten en zijn rug tegen een boomstam aan. Zacht neuriënd draaide hij een nootje om en om in zijn hand. Toen hij kleine pootjes op zijn onderbeen voelde opende hij zijn ogen. Hij keek naar het kleine springmuisje dat langzaam naar hem toe kwam springen. Het dier was altijd zo voorzichtig mogelijk als hij in de buurt van hem was. Hij keek even naar de noot in Claus’ handen en stopte toen met springen. De hoopvolle ogen van het beest leken door zijn ziel te dringen. Claus keek naar de noot, die hij eigenlijk voor zichzelf schoon gemaakt had. Hij zuchtte even en gooide het nootje iets verderop. De springmuis twijfelde geen moment en ging erachteraan alsof het zijn laatste voedsel zou zijn. Claus sloot zijn ogen weer en ging verder met zijn oneindige geneurie. Hij genoot van de geuren van het bos. Het maakte zijn hoofd leef en hij begon bijna te denken dat elke boom begrip voor hem had. Bijna was hij ervan overtuigd dat hij zich hier alleen maar thuis zou kunnen voelen. Alles hier leek anders dan thuis. Of nou ja, de vele plaatsen die hij thuis had genoemd leken in geen enkel opzicht op deze plaats. Hij was in zijn jeugd veel te veel verhuisd en vanaf het moment dat hij alleen woonde, was hij ook al twee keer verhuisd. Overal had hij zich thuis gevoeld, maar hier voelde hij zich een zwart schaap. Hier was hij het zwarte schaap. Zo voelde het nu tenminste. Amos – de naam die het vrolijke springmuisje droeg – kwam voorzichtig naar hem toe gesprongen, met het nootje nog in zijn pootjes. Hij zuchtte even en trok zijn wenkbrauwen op. Hij schudde zijn hoofd terwijl er een korte lach uit zijn keel ontsnapte. Hij stak zijn hand uit en tilde het diertje zo voorzichtig mogelijk op. Hij was nooit goed geweest in het omgaan met dieren. Hij was altijd als de dood dat hij de diertjes pijn deed, maar toch had hij het kleine knaagdier niet kunnen laten zitten toen hij hem voor het eerst had gezien. Hij was langs een klein, oud en enigszins eng vrouwtje gelopen. Ze had een enorme hond naast haar gehad en op haar schoot had ze een kleine – naar zijn mening veel te klein – kooi gehad. Ze smeekte elke voorbijganger om wat geld of een beetje begrip. Hij had haar graag wat gegeven, maar had geen geld bij zich en waarschijnlijk had een klein stemmetje hem uiteindelijk toch tegen gehouden gehad. Zijn pleegouders hadden altijd al tegen hem gezegd dat hij geen echte Shadraan kon zijn. Ze vonden hem veel te aardig voor alles en iedereen, maar ze begrepen ook nooit iets van hem. Ze hadden hem alle liefde gegeven die zijn echte ouders hem nooit hadden willen geven, maar ze begrepen niks van hem. Dat hadden ze nooit gedaan en dat zouden ze ook nooit doen. Ze konden hem alleen maar de liefde geven die hij nodig had, iets waar hij ze nog elke dag eeuwig dankbaar voor was. Bij het zien van het oude vrouwtje, was hij naar haar toe gelopen en had hij tegen de vrouw gezegd dat hij niks bij zich had gehad. Het vrouwtje had hem bedroefd aangekeken en gewenkt naar de hond. Hij had er eerst niet veel van begrepen, maar toen hij de hond beter bekeken had, begreep hij dat het dier uitgehongerd moest zijn. Hij had de vrouw gezegd dat hij echt geen liefde kon geven aan een hond. Niet alleen omdat zijn hele leven nu overhoop lag, maar ook omdat hij het dier zelf nooit genoeg eten zou kunnen geven. Hij had genoeg geld, maar hij was de laatste tijd amper thuis en hij kon het het dier niet aan doen. De oude vrouw had haar hoofd bedroefd gebogen en had daarbij een zwak punt bij hem te pakken gehad. Hij was voor de vrouw gehurkt en had meteen in de kooi kunnen kijken. Het opgerolde bolletje zag er zo ellendig uit, dat hij de kooi van de vrouw over had gepakt en har beloofd had voor de springmuis te zorgen. De vrouw was hem dankbaar geweest. Ze had hem verteld dat het dier nog geen naam had, omdat ze het nog niet zolang had. Op dat moment had hij besloten het dier een naam met een betekenis te geven. Zijn pleegvader had altijd een obsessie gehad voor bijzondere namen en dus had het niet lang geduurd voordat hij een naam bedacht die precies bij het dier paste. Het was een klein beestje, maar de drager van meer lasten dan hij zich ooit voor zou kunnen stellen en daarom was de naam Amos perfect geweest. Amos, de drager van lasten. Hij had het vrouwtje nog een paar gezien. Soms met hond en soms zonder, maar op een gegeven moment was ze verdwenen geweest. Hij was altijd bang geweest dat haar iets overkomen was, maar hij was blij dat hij iets voor haar had kunnen doen. Hij zette het dier op zijn buik en keek naar het nootje, dat Amos vrolijk op begon te peuzelen. Amos... De kleine Amos had niet alleen zijn eigen lasten te dragen, maar was ook een soort luisterend oor geworden voor Claus. Het diertje had nooit kunnen begrijpen wat hij allemaal hoorde van hem, maar hij was ervan overtuigd dat hij de pijn wel begreep. De pijn die Claus al ruim een jaar voelde. Hij haalde diep adem en zette het diertje voorzichtig op de grond. Hij stond op en wilde terug naar de school lopen. Amos hupste vrolijk voor hem uit, stopte, draaide een keer rond om zijn staart te pakken en die een keer schoon te maken, voor hij weer verder sprong. Claus wachtte even en gaf het dier de tijd om een voorsprong te nemen. Hij had geen zin om het spelende dier de hele tijd te moeten roepen of te moeten wachten terwijl het zijn vrolijkheid uitte. Hij keek met pretlichtjes in zijn ogen naar het beest, dat om de vijf sprongen het zelfde deed: stoppen, ronddraaiden om zijn staart te pakken en schoon te likken en weg hupste. Alles opeenvolgend en elke keer even vrolijk. Hij begon langzaam achter het diertje aan te lopen. Zijn blonde haren wiegde mee met elke stap die hij zette en de zachte wind speelde ermee. Toen hij het springbeest ingehaald had keek hij op bij het horen van twee verschillende stemmen. Zijn ogen gleden even naar Amos, die vrolijk doorging met waar hij mee bezig was en niet eens door leek te hebben dat Claus niet eens meer achter hem aanliep. Claus grijnsde even en schudde zijn hoofd. Hij blies lucht uit, maar zorgde ervoor dat er niet meer geluid uit zijn mond kwam. Toch leek Amos het gehoord te hebben. Hij zat midden in zijn draai en keek op het verkeerde moment op, waardoor hij op de grond viel en wat verward opkrabbelde. Claus lachte zachtjes en wende zijn blik weer naar het geluid dat hij gehoord had. Hij liep er rustig op af. Hij wist ook wel dat het misschien niet het slimste was wat hij ooit kon doen, maar hij begon nieuwsgierig te worden. Hij negeerde Amos, die doorging met zijn vreemde gewoonte en liep recht op het geluid af. Toen hij vlak bij het tweetal was, zag hij dat het twee meisjes waren. Zijn blik gleed eerst naar het witharige meisje met de rode ogen, voordat zijn blik naar de rug van het andere meisje gleed. Hij zag alleen maar haar rug, maar dat was al genoeg. Zijn ogen werden groot en zijn adem stokte. Zijn hart sloeg ineens hard tegen zijn borstkas en een misselijk gevoel overmeesterde hem. 'C-Claus?' Hij had het gezien. Hij had haar reactie gezien. Hij had haar ogen groter zien worden. Hij was te verbaasd om ook maar een enkele reactie te geven op het meisje voor hem. Hij had het idee dat zijn hart steeds harder begon te slaan en het voelde alsof zijn maag omgedraaid was. Hij had haar stem duidelijk herkend. Die simpele drie maanden waren genoeg geweest om te weten dat hij niet de enige was die zich nu doodschrok. Hij keek nog eens naar het witharige meisje en toen weer naar het meisje dat hij veel te goed kende. Hij begon langzaam zijn hoofd te schudden en zag in zijn ooghoek Amos langs kome hupsen. Vrolijk en totaal niet beseffend wat er hier aan de hand was. ‘Dhaeni..’ Zijn stem was niet meer dan een fluistering, maar het voelde alsof hij met enkel dat woordje zijn wereld opnieuw in voelde storten.
Tári .
PROFILE Real Name : Betsie Posts : 4699 Points : 15
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Duister Klas: Partner: Life. It singularly fails to reward good intensions
Onderwerp: Re: Old mermories and old "friends" ║ Dhaeni zo aug 11 2013, 17:42
‘Je zou denken dat je zo onderhand door hebt dat ik niet vrees voor de dood.’ Ze hield ervan op te scheppen over de dingen waar ze niet bang voor was. Er was teveel waar ze wel bang voor was, al zou ze dat nooit toegeven en zelfs als ze het toe zou geven, zouden de meeste mensen haar uitlachen of totaal niet geloven bij het horen van alle belachelijke dingen waar ze bang voor was. Haar grootste angst bleef, en zou altijd, pijn zijn. Ze vreesde pijn meer dan wat dan ook en ze zou er ook minder bang voor worden. Fysieke pijn was de pijn waar ze het minst voor vreesde, de mentale pijn die ze nu al zo vaak had gevoeld, was veel en veel angstaanjagender. Alleen al bij de gedachte liepen de rillingen over haar rug en werd ze enigszins bang voor de pijn. 'Oh, ik bedoelde ook niet dat je er voor vreesde.' Het meisje knikte spottend en Tári kon het niet laten kort naar Terra te kijken, die nog steeds op haar schouder zat. 'Je kunt waarde hechtte aan je leven, zonder te vrezen voor de dood. Het levende voorbeeld staat recht voor je.' Ze grijnsde en knikte even kort. Het meisje had gelijk, daar kon ze niet omheen, maar moest ze er echt zo een enorme uitleg bij geven? Dit begon echt een beetje te lijken op een gesprek zoals je altijd met mensen voerde die je wel mocht. De kleinerende zweem die door de stem van het meisje galmde maakte het alleen maar amusant. Ze kon er niks aan doen dat de grijns maar niet van haar gezicht wilde verdwijnen. 'Ik had van een tegenstandster zoals jij toch wel wat meer wijsheid verwacht.' Zuchtte het meisje alsof het haar echt iets deed. Tári keek even verbaasd op en trok ongelovig haar wenkbrauwen op. ‘Dat klonk bijna als een compliment.’ Ze wist wel beter, maar zo had het wel echt geklonken en al was dat niet het geval geweest, ze pestte het kind meer dan graag. ‘Maar goed. Het is iets wat we delen. Ik heb net zo weinig zin als jij in een nieuw gevecht.’ Ze had iets, of iemand, nodig om haar frustratie op te uiten, maar ze had werkelijk geen zin om in de ziekenzaal wakker te worden en te moeten luisteren naar een preek. Niet die van dat kind noch die van een van de leraren. ‘Maar als we toch een gezellig theekransje gaan houden, vertel me dan je naam. Het is altijd fijn om een naam te weten.’ Dit begon werkelijk op een theekransje te lijken. Nu miste ze enkel de thee en.. Nou ja, de gezelligheid. Tári zag de dreigende grijns van het meisje verschijnen en net zo snel weer weg trekken, wat ervoor zorgde dat ze haar wenkbrauwen even vragend optrok. Ze verwachtte geen reactie van het kind, maar het was een gewoonte geworden. 'Mijn naam... Dhaeni. Dhaeni Konona. I'ts, again, a pleasure to meet you.' Tári grinnikte even. De naam van het meisje leek wel perfect bij haar te passen. Werkelijk. Ze kon niet ontkennen dat ze het geen slechte naam vond, maar alleen al om het feit dat dit kind het droeg, wilde ze een hekel hebben aan de naam. 'En wat is jouw naam, als ik vragen mag?' Het was duidelijk een vraag, maar de bevelende toon die in de stem van het meisje lag, zorgde ervoor dat ze van haar hand even een vuist maakte en haar andere hand op Terra’s kopje legde. Dit kind was ongelooflijk! Ze wilde toch niet beweren dat ze haar net gedwongen had haar naam te vertellen? Tári ontspande haar hand en sloot haar ogen even. ‘Vragen mag je het niet, nee.’ Ze fronste even en opende haar ogen. ‘Maar omdat ik het je ook heb gevraagd en je.. Een poging kon doen het me zo vriendelijk mogelijk te vertellen; Tári Chronos.’ Er waren maar vier personen waartegen ze ooit haar tweede naam verteld had en dat liet ze liever ook zo. Het ging het meisje niks aan en ze was nogal voorzichtig met haar naam. Elke keer als ze haar naam aan iemand gaf, wilde die haar vermoorden of kregen ze uiteindelijk ruzie. Zo ging het altijd. Dit kind had weleens waar allang duidelijk gemaakt dat zij bij de eerste groep hoorde, maar nog steeds zou ze het kind haar tweede naam niet geven. Misschien ooit, maar voor nu zou het kind moeten smeken als ze een tweede naam wilde horen. Terwijl Tári had gesproken, was het meisje uit de lichtstraal gestapt en had ze haar mantel omgeslagen. De bruine ogen bleven op haar gericht en even grijnsde Tári. ‘Wat? Ik dacht dat we het eens waren over dit “theekransje”, niet?’ Ze zei het wat dramatischer om het kind te irriteren. ‘Waarom doe je dan alsof ik elk moment een mes in je rug kan steken?’ Haar ogen gleden naar haar eigen middel, waar de riem iets verborgen onder haar kleding nog half te zien was. Ze hoorde het geritsel ergens in de buurt, maar negeerde het. Het bleek achteraf een prima idee als er meer mensen kwamen. Een theekransje was gewoon saai als je het met zijn tweeën deed. Natuurlijk hoopte ze dat het niet heel toevallig iemand was die ze ook al niet uit kon staan. Tári bekeek de mantel van het meisje en grijnsde even. Haar moeder had ooit ook een mantel voor haar gemaakt, maar dat was ook de enige keer, want al snel bleek dat haar dochter niks anders ermee kon dan het vies maken en stuk maken. Tári had de mantel wel altijd bewaard gehad, het bleef leuk terug te denken aan de tijd dat haar ouders hun dochter hadden zien veranderen. Voor haar bleef het vreemd om te bedenken dat ze ooit de perfecte dochter was geweest. Tári keek op toen ze een jongen zag staan. Hij keek haar even aan, voordat zijn blik naar Dhaeni ging. Dhaeni draaide zich om en ze zag dat de twee oogcontact maakte en dat ze daar het zelfde op reageerde. Tári genoot aan de ene kant van dit beeld, maar aan de andere kant was het.. Vreemd. Ze bekeek de jongen en kneep haar ogen tot spleetjes. Hij had blonde haren en rode ogen. Ze keek kort naar Terra, die volkomen stilgevallen was. Ze trok haar wenkbrauwen op en beet op de binnenkant van haar wang. 'C-Claus?' Tári keek naar het meisje bij die woorden en toen naar de jongen. Die naam.. Ze schudde bijna onopgemerkt haar hoofd en sloot haar ogen. Ze had het idee dat het geen goed teken was dat die twee elkaar kende. Helemaal geen goed teken. Ze opende haar ogen en keek recht in de rode ogen van de jongen, die haar aankeek. Kort, maar lang genoeg om argwaan bij haar op te wekken. Zijn rode ogen wekte meer argwaan op dan dit hele gedoe. Heel even voelde ze zich een klein meisje dat gehoorzaam knikte en recht in de strenge, maar geruststellende ogen van haar vader keek. Ze kende veel mensen met rode ogen, veel meer dan ze ooit had verwacht te kennen voordat ze naar deze school ging, maar nog nooit hadden rode ogen haar doen denken aan haar vader. De man had rode ogen en ze wist dat ze zijn ogen had. De zijne hadden alleen de eeuwige geruststellende blik erin liggen. Hij kon elke emotie hebben, maar nog bleef die geruststellende blik in zijn ogen. Ze had een hekel aan haar ouders, maar ze had zich altijd veilig gevoeld als ze naar haar vaders ogen had gekeken. Zelfs toen hij haar niet meer vertrouwd had, leek hij zijn kleine meisje nog steeds te willen beschermen. Als ze erover nadacht was dat ook precies wat hij al die tijd gedaan had. Misschien op een verkeerde manier, maar hij had het gedaan. Toch zou ze altijd een hekel aan die man blijven houden. ‘Dhaeni..’ Geweldig. Ze kende elkaar. Ze zuchtte even en sloeg mijn armen over elkaar. Ze keek nog een keertje van de jongen naar Dhaeni en weer terug. Ze had het gevoel dat ze er alleen voor zou staan als dit verkeerd zou lopen. Terra sprong van haar schouder en liep naar het beest dat aan was komen springen. Het dier was zo vrolijk en vreemd aan komen springen dat Tári het idee had dat het bij de jongen hoorde en de jongen dus ook volkomen gestoord moest zijn. Ah, wacht, hij kende het kind dat haar neergestoken had. Dat moest dus al iets zeggen.. Ze ging op haar hurken zitten en legde een hand op Terra’s rug. Toen de Tasmaanse duivel zich omdraaide schudde ze haar hoofd. Ze slikte even en stond weer op. Terra bleef waar ze stond, maar bleef wel naar het springding kijken. Ze moest eerlijk toegeven dat ze geen idee had wat het voor een diertje was, maar aan Terra te zien leek ze het dier wel te mogen. Of juist helemaal niet.. Ze schudde haar hoofd en keek weer naar de twee mensen voor zich, terwijl ze haar armen over elkaar sloeg en wat kwaad naar ze bleef staren.
Ik blijk vandaag de frustrerende neiging te hebben alles in de ik-vorm te schrijven
Dhaeni .
PROFILEReal Name : Iris Posts : 330
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Fire Klas: Partner: Love, another word for Suicide
Onderwerp: Re: Old mermories and old "friends" ║ Dhaeni wo aug 14 2013, 19:40
'Ik had van een tegenstandster zoals jij toch wel wat meer wijsheid verwacht.' Dhaeni zuchtte zogenaamd medelijdend. ‘Dat klonk bijna als een compliment.’ Dhaeni trok haar wenkbrauwen op. Als je erover na dacht was het half een compliment. Een verdiende. Het meisje was een waardige tegenstandster geweest. ‘Maar goed. Het is iets wat we delen. Ik heb net zo weinig zin als jij in een nieuw gevecht.’ Het meisje grijnsde nog steeds maar het deed Dhaeni niks. Wat zou het moeten doen? Haar afschrikken? Want zo eng vond ze de lach niet, ook al waren de rest van de gelaatstrekken van het meisje emotieloos, op een soort twinkel in haar rode ogen na. ‘Maar als we toch een gezellig theekransje gaan houden, vertel me dan je naam. Het is altijd fijn om een naam te weten.’ sprak het meisje weer. Dhaeni grimaste dreigend, maar zo snel als die dreiging was verschenen was hij ook weer weg en ze grijnsde gewoon haar normale gemene grijns, alsof ze ergens op broedde. Een grijns die zwakkelingen afschrok. 'Mijn naam... Dhaeni. Dhaeni Konona. I'ts, again, a pleasure to meet you.' zei ze duidelijk en stapte weer naar voren, uit de schaduwen van de bomen in het licht van een zonnestraal die door het dikke bladerdek had weten te komen. "But that pleasure will all be mine." maakte ze haar vaste zinnetje af in haar hoofd. 'En wat is jouw naam, als ik vragen mag?' Hoewel het een vraag was, klonk het meer als een bevel. Het meisje sloot haar ogen. Dhaeni vroeg zich spottend af of ze haar naam soms vergeten was, maar zei geen word. Ze grijnsde alleen geamuseerd door haar eigen gedachten. ‘Vragen mag je het niet, nee.’ Het meisje opende haar rode ogen weer, die Dhaeni vreemd genoeg bekend voor kwamen, besefte ze nu. ‘Maar omdat ik het je ook heb gevraagd en je.. Een poging kon doen het me zo vriendelijk mogelijk te vertellen; Tári Chronos.’ Dhaeni knikte als teken dat ze het had verstaan. 'Aangenaam, Tári.' sprak Dhaeni formeel. Ze had inderdaad moeite gedaan aardig over te komen, en dat deed ze nog steeds. Een zenuwslopende en energie slurpende bezigheid voor een meisje als Dhaeni. Ze vond dat het meisje haar wel weer lang genoeg had kunnen bestuderen, stapte resoluut uit het zonlicht waar ze in baadde en sloeg haar donker blauwe mantel om. De grote kap liet ze desondanks af, omdat ze dan beter om zich heen kon kijken. Ze was en bleef oplettend, niet alleen omdat ze al eens had gevochten met de persoon die voor haar stond, maar ook omdat andere personen zich makkelijk konden verstoppen tussen de bomen. En Dhaeni was altijd op haar hoedde. Je kon het paranoïde noemen, Dhaeni noemde het "uiterst alert". Zo hield ze ook voortdurend haar blik op het witharige meisje gericht. Tári, ze wist nu hoe het meisje hete, grijnsde. ‘Wat? Ik dacht dat we het eens waren over dit “theekransje”, niet?’ Het kind sprak dramatisch. ‘Waarom doe je dan alsof ik elk moment een mes in je rug kan steken?’ Die opmerking liet Dhaeni vreugdeloos lachen. 'Omdat je dat al eerder hebt geprobeerd. Ik blijf ten alle tijden uiterst alert. Neem het niet persoonlijk.' sprak ze simpel. Maar ook Dhaeni had een stukje van de riem om Tári's middel gezien, waar het kind haar messen bewaarde. Niet dat Dhaeni níét haar mes bij had. Maar toch, je wist maar nooit... Tijdens al die gedachten had ze Tári met een schuin hoofd bekeken, maar op dat moment klonk er geritsel achter haar. Het had al eerder geritseld, maar dit keer was het dichterbij. Dhaeni's grote bambi ogen vormden zich tot spleetjes en ze draaide zich om. Gelijk werden haar ogen weer groot, ze puilde bijna uit hun kassen van ontzetting. 'C-Claus?'
Ook de rode ogen van Claus waren groter geworden door haar eigen verschijning. 'Dhaeni..' Zijn stem klonk zo eng vertrouwd dat ze wilde gillen. Alle gedachten in haar hoofd cirkelden nu om Claus heen, ze werd er gek van. Ze dwong zichzelf geen flashbacks te krijgen en wilde slikken, maar dat ging niet goed. Ze had het gevoel alsof haar keel werd dichtgeknepen en hoestte alsof ze zich had verslikt, wat ook half het geval was. Toen ze zich weer had hersteld staarde ze hem aan. Er sprong een soort diertje langs hen heen, maar Dhaeni merkte het nauwelijks. Het enige waar ze nu aandacht voor had was de jongen die hier voor haar stond. De volgende worden die uit haar mond kwamen klonken schokkerig en pieperig. 'Het spijt me zo, zo erg.' Ze wilde zich omdraaien en weg rennen maar haar voeten bleven staan. Al had ze alleen maar haar ogen willen afwenden, dan was het haar niet gelukt.
Claus .
PROFILEReal Name : Elsa Posts : 2
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Duister Klas: Partner: My love for you was bulletproof, but you're the one who shot me
Onderwerp: Re: Old mermories and old "friends" ║ Dhaeni wo aug 14 2013, 22:09
Zo lang zat hij nog niet op deze school, maar het was lang genoeg om al te weten dat hij zich er waarschijnlijk nooit helemaal thuis zou voelen. Het voelde gewoon alsof hij hier niet welkom was, al wist hij dat dat meer aan zichzelf lag dan aan wie dan ook. Misschien stelde hij zich aan en kwam het nog wel. Tot die tijd zou hij zich op de achtergrond houden en proberen de perfecte leerling te zijn. Hij wist alleen dat het hem niet geweldig zou lukken, maar dat werd alleen nog maar duidelijker toen hij de twee meisjes had zien staan, toen hij Dhaeni had zien staan. Het meisje dat zijn leven tot iets prachtigs had gemaakt en tegelijkertijd had verwoest. Het meisje waar hij van hield, maar waar hij ook een hekel aan had. Hij had alles verwacht, hij had zelfs verwacht dat hij oude vrienden hier tegen zou komen, wat al heel onwaarschijnlijk was, maar dit? Dit had hij nooit verwacht en dat was misschien maar goed ook. Misschien, nee, waarschijnlijk, was hij dan nooit gegaan en had hij tegen zijn pleegouders gezegd dat hij wel een andere school zocht. Zijn pleegvader, die hem altijd beter had begrepen, zou hem waarschijnlijk niet eens laten gaan. Het enige wat hij kon doen was naar het meisje staren. Zijn gedachtes waren gestopt en zijn hoofd leek helemaal leeg. Er was niks in hem dat nog dacht aan het verleden, heden of toekomst. Alles was blanco, alles was weggewist en alles stond even stil. Zelfs de naam van het meisje dat voor hem stond kreeg hij amper over zijn lippen. ‘Dhaeni..’ Hij had het amper over zijn lippen gekregen en nu het hem was gelukt, leek zijn wereld opnieuw in elkaar te storten. Zijn mond en lippen werden droog en hij begon minder vaak met zijn ogen te knipperen. Hij durfde amper te ademen, bang dat alles opnieuw zou gebeuren, dat alles opnieuw in elkaar zou storten. Dhaeni hoestte alsof ze zich verslikt had en hij twijfelde er niet aan dat het ook het geval was. Hij zou zich het liefst omdraaien en net doen of dit niet gebeurd was. Hij wilde nu gewoon terug naar de school, hij wilde dat hij niet zo nieuwsgierig was geweest en nooit op de stemmen af gegaan was. Dan had hij Dhaeni niet gezien en zou hij zichzelf misschien niet opnieuw kapot maken. Amos kwam langs springen en leek helemaal geen besef te hebben van alles wat zich tussen het tweetal afspeelde. Claus keek vluchtig naar het meisje toen het beest van haar schouder sprong en op Amos afliep. Het meisje greep meteen in en legde haar hand op de rug van het dier. Zijn ogen gleden naar Amos, die gestopt was met vrolijk springen en stil stond, kijkend naar het beest voor zich. Claus keek naar het meisje en slikte toen ze weer opstond. Hij wende zijn blik weer naar Dhaeni, maar had er meteen spijt van. 'Het spijt me zo, zo erg.' Haar stem klonk schokkerig en pieperig. Hij slikte een brok uit zijn keel en keek recht in de ogen van het meisje. Hij wende zijn blik af, maar de ogen van Dhaeni hadden de herinnering alweer terug gebracht. Met een enorme grijns en een witte tas in zijn handen zocht hij de sleutels van de voordeur. Toen hij ze eindelijk gevonden had stak hij de sleutel in het slot en opende hij de deur. Hij duwde de deur met zijn rug open en sloot het weer. Hij haalde een klein zakje uit de witte tas en zijn grijns werd breder. ‘Ik ben thuis!’ Hij wachtte even, maar toen hij geen reactie kreeg rolde hij even met zijn ogen. Hij vroeg zich af wat Dhaeni aan het doen was dat betekende dat ze hem niet eens even gedag kon roepen. Hij hield het zakje in de lucht, zette de witte tas op de grond en gooide zijn jas op de bank. Hij had de jas niet eens aangehad. Hij had het meegenomen voor het geval het zou gaan regenen, maar de lucht zag eruit alsof het nog niet zou gaan regenen als hij ter plekken een regendans ging doen. ‘Ik heb iets voor je, Dhaeni.’ Hij was extra naar zijn pleegouders gegaan om wat karamelsnoep te halen. Zijn pleegouders hadden het altijd wel in huis en hij vond het zonde om er geld aan uit te geven als hij het gratis kon krijgen. Hij hield even zijn adem in om te luisteren of hij een reactie kreeg, die hij niet kreeg. ‘Dhaeni?’ Hij zuchtte even. ‘Als je dit doet om me te plagen, houd ik mijn verrassing voor mezelf.’ Hij liep naar de trap en liep naar de eerste verdieping. Hij liep naar de badkamer. De deur stond op een kiertje. Hij trok zijn wenkbrauwen op en opende de deur. Hij sloot de deur weer en draaide zich om. Hij liep naar de slaapkamer en keek verbaasd om zich heen. ‘Dhaeni? Kom op, dit is niet meer leuk, Dhaeni.’ Zijn stem klonk serieus en hij begon te twijfelen. Hij vroeg zich af hoe lang hij weg was geweest. Misschien was ze achter hem aangegaan en hadden ze elkaar gewoon mis gelopen? Hij liep naar de kast, die op een klein kiertje stond. Hij opende hem en zijn adem stokte even. Hij draaide zich om. ‘Dhaeni!’ Hij liet de karamelsnoepjes op de grond vallen. Dhaeni liet bij zijn weten nooit de kast open staan. Niet dat hem opgevallen was tenminste. Hij rende de trap af en gleed bijna uit. Hij doorzocht het hele huis twee keer. Toen hij weer beneden kwam liet hij zich radeloos op de bank vallen. Hij schudde zijn hoofd en klemde zijn kaken op elkaar. Hij begreep het niet. Het was niks voor Dhaeni om het huis uit te gaan zonder iets te laten weten. Even was hij bang dat er iets met haar gebeurd was. Hij stond op en begon te ijsberen. Pas toen er een kwartier verstreken was stopte hij ermee. Langzaam drong tot hem door dat hij haar niet kon vinden. Hij haalde diep adem. Hij was bang dat ze toch achter hem aan was gegaan en er iets met haar gebeurd was, maar het feit dat hij haar helemaal niet gezien had, sloot die optie bijna volledig uit. Hij liep weer de trap op en ging nog eens alle kamers door. Hopend dat hij iets als een briefje had gemist of dat het weggewaaid was. Een briefje waarop stond dat ze gewoon even weg was en straks weer thuis zou zijn. Een briefje dat bevestigde dat hij haar weer zou zien zonder teveel schrammen. Hij liet zich op de grond zakken en keek hopeloos voor zich uit. Nu pas drong het tot hem door dat hij geen briefje zou vinden, dat hij niet zou weten waar ze was of wat haar plan was geweest. Hij trok zichzelf met moeite omhoog aan de bank en pakte zijn jas. Hij deed het aan en liep naar buiten. Hij vergat zijn sleutels, hij vergat dat hij het helemaal niet koud had en eigenlijk zelfs veel te heet met zijn jas aan. Hij liep met enige tegenzin naar het huis van zijn pleegouders. Hij had iemand nodig die hem kon overtuigen dat Dhaeni vanavond weer thuis zou zijn en tegen hem zou zeggen dat hij zich teveel zorgen maakte, ook al wist hij dat ook zijn pleegouders hem die geruststelling niet zouden kunnen geven..
Claus sloot zijn ogen en probeerde te voorkomen dat die dag zich bleef herhalen in zijn hoofd. Hij opende zijn ogen en keek weer naar Dhaeni. Zijn ogen gleden naar het witharige meisje. Hij kon nu gewoon niet naar Dhaeni kijken. Hij was te bang dat de herinneringen terug zouden komen. Het meisje keek kwaad en had haar armen over elkaar geslagen. Claus kon niks anders dan naar haar ogen kijken. Er was iets mee. Iets wat hij niet kon achterhalen. Hij keek weer naar Dhaeni en schudde zijn hoofd. ‘Als het je spijt, waarom ben je dan nooit naar me toegekomen, waarom heb je dan nooit geschreven? Je wist me te vinden en als je niet naar mij toe had willen komen, was dan naar mijn ouders gegaan.’ Zijn stem klonk harteloos en hard, maar zijn ogen lieten duidelijk merken dat hij haar niet geloofde. Hij geloofde niet dat ze spijt had, hij kon niet geloven dat het meisje dat hem in de steek gelaten had, er ooit spijt van gehad had. Hij was niet lang na die dag verhuisd, omdat het huis teveel pijnlijke herinneringen had gehad, maar zijn pleegouders waren nooit verhuisd geweest en woonde nog steeds in hetzelfde oude huisje. Hij lachte een vreugdeloos lachje. ‘Je hebt nooit spijt gehad. Waarom ben je eigenlijk gegaan? Beviel het je niet? Was ik te min?’ Zijn stem bleef even harteloos en hard, maar zijn ogen branden van de warme tranen, die hij nooit over zijn wangen zou laten lopen. Hij wilde haar dat plezier niet doen.
Tári .
PROFILE Real Name : Betsie Posts : 4699 Points : 15
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Duister Klas: Partner: Life. It singularly fails to reward good intensions
Onderwerp: Re: Old mermories and old "friends" ║ Dhaeni do aug 15 2013, 12:09
Zoals ieder ander, gezond, mens hield Tári ervan complimenten te krijgen. Al was het maar het kleinste compliment, ze was er altijd blij mee. Maar ze genoot ervan als iemand als dit kind het zei. Het was alsof ze een kleine prijs kreeg voor het gevecht dat de twee hadden gehad. ‘Dat klonk bijna als een compliment.’ Het meisje trok haar wenkbrauwen op. Ze wist niet of het was omdat ze na moest denken of omdat ze haar nu voor gek verklaarde. Misschien was het wel beide. ‘Maar goed. Het is iets wat we delen. Ik heb net zo weinig zin als jij in een nieuw gevecht.’ Het was de waarheid. Ze had al eens met het meisje gevochten en ze had absoluut geen behoefte om opnieuw in de ziekenzaal wakker te worden. Ze was misschien niet de enige geweest die op een bepaalde manier verloren had, maar zo had het wel gevoeld. Het gebeurde niet vaak dat ze een goede tegenstander had. Misschien was het grootste probleem de trainingen met Damian geweest. Als ze nooit met hem was gaan trainen, was ze waarschijnlijk nog steeds het meisje geweest dat haar leermeester tevreden kon maken, maar in een gevecht alles vergat. Damian had haar echt geholpen op het gevechtsgebied. ‘Maar als we toch een gezellig theekransje gaan houden, vertel me dan je naam. Het is altijd fijn om een naam te weten.’ Het was altijd fijn een naam te weten, al moest ze zelf toegeven dat het zelden gebeurde dat ze graag haar naam gaf. Weer iets wat ze aan haar drie vrienden te danken had. Zo langzamerhand begon ze zich steeds meer af te vragen waarom ze ooit bevriend was geraakt met die drie. Ze kon niet ontkennen dat ze dol was op ze en dat ze haar altijd begrepen hadden, maar ze hadden haar ook veranderd en ze was er niet helemaal zeker van of dat op een positieve manier geweest was. Ze wist niet eens meer waarom ze eraan zou twijfelen dat ze goede vrienden waren. Al begreep ze dat weer als ze bedacht dat Lieke en Sam nog steeds in de gevangenis zaten. Ze begon zich af te vragen hoe het Damian ooit was gelukt eerder vrij te komen. Hij zou het zwaarst gestraft moeten zijn.. Bovendien was alles anders gelopen als hij nog vast had gezeten. Dan had ze misschien nooit die ene stomme fout gemaakt.. Het meisje stelde zichzelf voor als Dhaeni en vroeg meteen hoe zij heette. Tári hield er niet van om haar naam te geven en dat zou ze ook nooit. Het was maar een naam, maar op een of andere manier was die naam altijd datgeen dat haar in de problemen bracht. Tári negeerde de grijns rond de lippen van het meisje. Ze wilde niet eens weten waar het kind zoveel lol in had. ‘Vragen mag je het niet, nee.’ Ze opende haar ogen weer. ‘Maar omdat ik het je ook heb gevraagd en je.. Een poging kon doen het me zo vriendelijk mogelijk te vertellen; Tári Chronos.’ Dhaeni knikte even. 'Aangenaam, Tári.' Ze zei het formeel, iets waar ze de rillingen van kreeg. Ze moest toegeven dat ze dit kind doodeng vond als ze zo formeel en aardig deed. Ze had liever de Dhaeni die ze gezien had toen ze haar de eerste keer ontmoet had. Dhaeni stapte uit de lichtstraal. Tári kon de geamuseerde twinkeling niet uit haar ogen houden toen ze besefte dat het meisje haar aan bleef kijken. Haar bruine ogen leken geen moment van haar af te wijken. ‘Wat? Ik dacht dat we het eens waren over dit “theekransje”, niet?’ Het viel nog mee dat Tári haar hand niet dramatisch op har voorhoofd legde. Het maakte haar eigenlijk helemaal niks uit wat het kind deed, maar dit was gewoon iets wat ze niet kon laten. ‘Waarom doe je dan alsof ik elk moment een mes in je rug kan steken?’ Een vreugdeloos lachje ontsnapte aan Dhaeni’s mond. 'Omdat je dat al eerder hebt geprobeerd. Ik blijf ten alle tijden uiterst alert. Neem het niet persoonlijk.' Tári kneep haar ogen tot spleetjes en grijnsde breed. Ze zou het zo opnieuw kunnen doen, maar dit keer zou ze niet zo stom zijn om Dhaeni te onderschatten of zichzelf te overschatten. Damian had haar waarschijnlijk een week lang genegeerd als hij achter die fout gekomen was. Hij had veel te lang gedaan voordat Tári eindelijk geleerd had zichzelf niet te overschatten of haar tegenstander te onderschatten. Hij had zich er mateloos aan geïrriteerd en had op ten duur maar een oplossing gezien; haar negeren als ze weer eens die stomme fout gemaakt had. Iets ritselde er en niet alleen Tári, maar ook Dhaeni keek wat er dat geluid veroorzaakte. Mijn het zien van de jongen leek Dhaeni meteen te reageren. 'C-Claus?' Tári’s blik ging meteen naar het meisje toe. Die naam.. Die naam kende ze. Ze schudde haar hoofd kort. Het was maar een naam, er waren honderden mensen met die naam. De enkele seconde dat ze de jongen in zijn rode ogen keek, was genoeg om haar aan het denken te zetten. Ze kon er niks aan doen dat ze meteen aan haar vader dacht. Hij was er altijd trots op geweest dat zijn dochter zijn ogen had en voor de rest helemaal niks van hem. Ze kon zich vaag herinneren dat Wendy haar ooit had verteld dat ook haar broer de ogen van haar vader moest hebben, maar ze had erbij gezegd dat ze niet wist of het echt zo was, omdat Tári’s ouders nooit over hun zoon spraken. Wendy was de enige die haar ooit iets verteld had over het verleden van haar familie en de enige die haar begrepen had gehad als ze weer eens naar Lieke, Sam of Damian wilde. Wendy had zelfs smoesjes bedacht voor haar als haar ouders onverwacht thuis gekomen waren en zich afvroegen waar ze was. 'Dhaeni..' O, geweldig. Ze kende elkaar. Een vreemd beest kwam aanspringen alsof iedereen hier onzichtbaar was. Alsof zelfs de bomen niet bestonden en dit een hele open vlakte was. Terra sprong van Tári’s schouder en liep op het dier af. Tári had er alle vertrouwen in dat Terra het dier niet aan zou vallen zonder de volledige toestemming van haar, maar toch hurkte ze en legde ze haar hand op Terra’s rug. De Tasmaanse duivel keek haar aan. Tári schudde haar hoofd. Misschien was het gewoon beter nu even op de achtergrond te blijven. Ergens was ze nieuwsgierig naar de relatie die deze twee hadden, maar dan kon ze het nu niet gebruiken dat Terra nieuwe vrienden of vijanden zou maken. Het vreemde dier voor haar was gestopt en keek naar Terra. Terra bleef waar ze was terwijl Tári weer opstond. Ze had de blik van de jongen gevoeld en keek hem even met opgetrokken wenkbrauwen aan, maar verwachtte niet dat hij ook maar een beetje op haar zou letten. 'Het spijt me zo, zo erg.' Tári beet op haar lip om een lach binnen te houden. Had ze het nou goed gehoord, had ze die toon echt gehoord? Het klonk bijna bang.. Terra maakte gromde zacht en wilde naar Dhaeni toe lopen, maar stopte toen het dier besefte dat Tári haar kwaad aankeek. Meteen liep de Tasmaanse duivel terug naar haar bazin en drukte haar snuit tegen Tári’s been. Tári bukte en tilde het dier op, waarna ze haar op haar schouder zette. Ze keek het dier via haar ooghoek aan. Terra ging op haar schouder liggen zoals ze dat wel vaker kon doen en legde haar kopje tegen haar wang. Tári glimlachte voor het eerst vandaag echt oprecht en aaide het dier even. Toen ze weer naar het tweetal voor haar keek veranderde haar blik naar kwaad en sloeg ze haar armen over elkaar. Niet lang daarna keek de jongen haar aan of beter gezegd, staarde hij haar aan. Tári kneep haar ogen tot spleetjes en probeerde wijs te worden uit de blik die hij haar toewierp, maar ze kon niet bedenken wat voor een emotie er nou in lag.. Het leek een beetje op alles. Wat waarschijnlijk gewoon aan haar lag. ‘Als het je spijt, waarom ben je dan nooit naar me toegekomen, waarom heb je dan nooit geschreven? Je wist me te vinden en als je niet naar mij toe had willen komen, was dan naar mijn ouders gegaan.’ De jongen had zich weer naar Dhaeni gericht. Tári keek Terra kort aan. Dit begon leuk te worden. Haar nieuwsgierigheid groeide met de seconde en ze had het gevoel dat ze het fout had gehad. Zo alleen zou ze er waarschijnlijk niet eens voor staan. Of het was tenminste geen twee tegen een als dit uit de hand zou lopen. Een vreugdeloos lachje klonk. ‘Je hebt nooit spijt gehad. Waarom ben je eigenlijk gegaan? Beviel het je niet? Was ik te min?’ Tári sloot haar ogen even. Terra piepte zacht in haar oor en Tári knikte langzaam. Niet alleen zij vroeg zich af wat hier aan de hand was..
Gesponsorde inhoud
PROFILE
MAGICIAN
Onderwerp: Re: Old mermories and old "friends" ║ Dhaeni
Volledig in het thema van Valentijn staan er twee Events op het programma van de site. Beide zullen van start gaan vanaf 14 februari, dus houd de site zeker goed in de gaten.
Cupid Hearts: Verras vrienden of in game characters met een vrolijk hartje deze Valentijn. Met of zonder lief berichtje eraan vast. Anoniem of juist niet. Stuur je hartjes naar het account van Alpha.
Valentine's Dance:Vanaf 14 februari zal de grote zaal van de school omgetoverd worden tot een danszaal vol met eten, drinken en live muziek. Iedereen is welkom om aan dit algemene topic deel te nemen.
WINTER
Tijdens de winter is het terrein van de school in diepe rust. De meeste dieren zijn onvindbaar verscholen en de ijzige wind houd ook de leerlingen binnen. De perfecte tijd om met een kop warme choco naar de vallende sneeuw te kijken.