Met snelle passen liep Scáthach over het grasveld. Ze was razend! Ze kneep haar handen strak dicht tot vuisten en beet hard op haar lip waardoor het begon te bloeden. In deze toestand was ze tot alles in staat. Ze had al eens iemand verwond, dodelijk verwond. Meestal was ze een rustig meisje maar als ze in deze staat was dan was ze gevaarlijk. Ze keek om zich heen en plofte op de grond neer. Ergens in de verte hoorde ze het getjirpt van Wicca. Die boeren zwaluw moest ook echt altijd op de verkeerde momenten aankomen zetten hè!? Ze schudde haar hoofd en keek naar de lucht. Het was nou niet dat je kon zeggen prachtig weer, in tegendeel zelfs! Ze snoof door haar neus en stond weer op. Ze had geen idee waarom ze boos was. Ze was gewoon aan het rondlopen geweest en ineens had ze een woede aanval gekregen. Ze beet nog harder op haar lip, de pijn was erg maar ze negeerde het. Deze toestand was niet alleen een gevaar voor andere maar ook voor zichzelf. Ze schopte tegen een klein steentje aan en er kwamen meteen weer herinneringen van vroeger omhoog. Die had ze altijd als ze boos was:
Scáth rende zo snel ze kon door een tuin vol bloemen. Ze zat achter Wicca aan maar kon haar niet bijhouden. Ineens riep haar vader haar en met een ruk draaide Scáth zich om. Ze was een beetje bang voor haar vader. Haar moeder was een heel ander verhaal, ze was gemeen en bedrieglijk maar niet gevaarlijk. Ze rende naar de man toe en vroeg angstig: 'Ja, vader?' de man wees met een onweersgezicht naar het huisje aan het eind van de straat. Ze knikte en liep slovend naar huis. Ze voelde de tranen achter haar ogen branden. Ze wist wat haar thuis te wachten zou staan. Een razende moeder en een emmer val met vieze en schone doeken. De vieze zou ze moeten schoon wassen en de schone zou ze moeten gebruiken om het huis schoon te maken. Ze was niet hun dochter, maar een dienstmeid...
Scáthach pakte de steen op en gooide hem zo ver ze kon. Haar ogen schoten vuur en haar handen trilde. Ze begon, zonder dat ze het zelf merkte, te huilen. Ze voelde zich alleen, ze wist niet wat ze moest doen, of ze wel iets moest doen. Ze keek naar de lucht en schudde bedroeft haar hoofd. Nee, misschien was het geen goed idee geweest om hiernaartoe te gaan. Misschien had ze thuis moeten blijven en haar oude klusjes moeten opknappen. Scáth slikte even en ontspande haar hand. De nagel afdrukken stonden er duidelijk in. Ze stopte met op haar lip buiten. Ze veegde de tranen uit haar ogen en zakte neer op de grond waar ze nog harder begon te huilen. Meestal gingen haar woede uitbarstingen niet gepaard met verdriet, meestal met razernij en wraakzucht. Dit keer was het anders. En ze had geen idee hoe dit zou gaan eindige.
Voor iemand die denkt dat ie Scáth aankan