MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Licht, Nova. Klas: 4th. Partner: If all else perished, and he remained, I should still continue to be.
Onderwerp: When it rains. vr aug 12 2011, 20:21
Met een rood hoofd sprong ze drie keer op en neer. ‘GA TOCH DICHT, STOM RITSDING!’ Ze gromde en peuterde en trok, maar het ritsje van haar regenjas wilde maar niet sluiten. Het was al irritant genoeg dat ze geen flauw idee had hoe laat Sam die stallen uit zou mesten, en dat ze maar in moest schatten hoe lang hij er mee bezig zou zijn. Uiteindelijk smeet ze het ding op de grond en trok maar gewoon een zwart leren jasje aan, pech als haar rokje dan nat zou worden. Waarom moest het dan ook regenen? Het was nota bene zomer! Waarom scheen de zon niet gewoon? Zo werkte het toch met de seizoenen? Lente: bewolkt; Zomer: zon; Herfst: regen; Winter; sneeuw! En daarmee basta! Maar op dat moment zag ze het grote probleem: er zat een stukje stof in de rits van haar regenjas. Met een zucht plofte ze neer op het bed, trok ze het zwarte leren jack weer uit en dumpte dat op haar voeteneind. Vervolgens pakte ze haar regenjas en trok ze het stukje stof eruit. Haar hoofd was al minder rood terwijl ze opstond en het ding aantrok en –natuurlijk zonder moeite– dichtritste. Ze schudde met haar hoofd terwijl ze haar kaplaarzen onder haar bed vandaan trok, geërgerd door haar eigen stommiteit. Ze trok de dingen over haar blote voeten aan; sokken zouden toch nat worden. Het miezerde alleen maar, maar om een of andere reden wist de regen altijd precies op die plaatsen te komen waar je hem niet wilde hebben. Op het moment dat ze de etage afliep zong ze alweer vrolijk voor zich uit; met het vooruitzicht dat ze had kon ze niet lang boos blijven. Haar regenjas was zo lang dat het net leek alsof ze alleen een regenjas en kaplaarzen aanhad, maar ach. Wat maakte het haar uit? Ze zou Sam zien; dat was het belangrijkste. Ze kon beter goed beveiligd tegen de regen en daaronder droog bij Sam aankomen, dan als een verzopen kat. Onderweg naar de stallen leek het met de seconde harder te gaan regenen; en werd ze met de seconde blijer dan ze kaplaarzen en een regenjas aanhad. Ze had bijna de neiging om ‘het regent, het regent, de pannetjes worden nat’ te gaan zingen, maar ze hield zich in. In plaats daarvan zong ze gewoon wat liedjes die toevallig in haar hoofd opkwamen. ‘Can you hear my heart? It’s crying out for you. And it keeps on saying: Come on in, come on in, come on in and-’ En toen ging ze onderuit. Haar kaplaarzen gleden uit in een plas die ze niet gezien had. Met je hoofd in de wolken zie je niet veel, [Weet ik uit ervaring. 8D] en deze plas had ze over het hoofd gezien. Gelukkig gleed ze aan het eind ervan uit, en kon ze zich nog opvangen met haar handen. Ze krabbelde weer overeind en klopte de viezigheid van haar kuiten; het enige gedeelte aan haar dat vies was behalve haar handen. Vervolgens inspecteerde ze die. Op een aantal schaafwondjes na was ze er goed vanaf gekomen. Vergeleken met het bijna onzekere litteken van haar glas water ongeluk op Nova leek dit veel ernstiger. Er was natuurlijk niks aan de hand, en ze wilde eigenlijk Sam niet laten zien hoe verschrikkelijk onhandig ze was. Ze keerde haar handen naar de hemel om de regen, die inmiddels flink doorstroomde, het vuil uit de schaafwondjes te laten spoelen. Toen dat eenmaal gebeurd was leek het nauwelijks meer iets, alhoewel ze toch het gevoel had dat Sam zou weten dat ze gevallen was. Toen ze eenmaal bijna bij de stallen was, stond er één staldeur open. Haar hart maakte een vreugdesprongetje, hij was nu bezig, en ze zou hem zo zien. Gelijk pakte het een iets sneller ritme. Ze probeerde haar ademhaling zo stil mogelijk te houden, ze wilde hem verassen. Ze liep op het puntje van haar tenen en zette extra zacht haar voeten neer, hopend dat hij haar niet zou horen. Zodra ze voorbij de eerste staldeur was, hield ze helemaal op met ademhalen. Haar hart bonsde hart in haar oren, sneller dan normaal. Ze vond het spannend; hopelijk was hij blij verrast haar te zien. Terwijl ze bezig was een tekst te bedenken voor als hij zich om zou draaien, sloop ze steeds dichterbij de staldeur.
Mijn eigen interpretatie, van deze situatie. Als u al een begin verzonnen had, improviseert u maar wat <’3
Voor mijn liefste, knapste, lekkerste en natuurlijk zieligste Sammmmmmmmmm.
Xavier.
PROFILEPosts : 281
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Puffoon & Lucht Klas: Teaching the dumb pupils how to bend the lovely air. Partner: 'And she's all I need.
Onderwerp: Re: When it rains. ma aug 22 2011, 17:06
Afwezig schepte hij de zoveelste drol op waarmee het hier bezaaid lag. Mufasa zijn stal. Uiteraard de grootste stal die het stallencomplex had. Zodra Mufasa ook maar een iets kleinere zou krijgen zou hij uit pure ontevredenheid de boel kort en klein maken. Maar juist omdat het zo groot was, leek het alsof er alleen maar meer drollen in lagen. Mufasa zat stilletjes in een hoekje, hield Sam nauwlettend in de gaten terwijl deze zijn stal schoonmaakte. Alles moest met zorg gebeuren, het draaide natuurlijk om zijn stal en die moest er na deze beurt spik en span uit zien. Maar Sam zelf was afwezig, had nauwelijks door of hij nou wel een drol opschepte of er naast een pluk strooi en wist al helemaal niet meer in welke stal hij überhaupt was. Zijn hoofd zat, integendeel tot normaal, barstends vol. Stallen uit mesten was normaal gesproken voor hem een gedachteloos werkje. Dit keer was zijn gehele gestalte pure afwezigheid, gekeerd tot zijn eigen gedachtes. Af en toe leek hij te ontwaken, keek dan op zijn horloge en zakte weer terug in zijn onaangeroerde status. Maar ondanks zijn afwezige status bleef hij alert, zijn oren waren gespitst en vingen elke nuance op qua geluidsverschil. Wachtend tot dat hij eindelijk die maar al te bekende voetstappen zou horen, haar hartslag, haar ademhaling. Een duw haalde hem uit zijn evenwicht deed hem verstappen en hem verschrikt op doen kijken. Verbaasd keek hij naar Mufasa die naast hem stond en machtig als hij was gemakkelijk tot borsthoogte reikte. ‘Wat is er?’ Vroeg hij verbaasd, om zich heen kijkend opzoek naar hetgeen waar Mufasa ontevreden over zou kunnen zijn. Een diep gerommel steeg op uit diens borstkas. ‘Ah,’ klonk het opeens zachtjes, begreep het probleem. Op slag sloeg zijn verbaasdheid om in chagrijnigheid. ‘Ja ja, je ziet toch dat ik me best doe? En mens kan niet sneller zijn dan dat hij probeert te zijn, heb geduld.’ Verdedigde hij zichzelf. Blijkbaar werkte hij niet snel genoeg. Niet dat Mufasa ongelijk had. In totaal had hij al maar liefst drie drollen opgeruimd, van de ontelbaar. ‘Daarnaast,’ Begon hij nu een gesprek waarbij hij als enige sprak. ‘Wees blij dat ik het überhaupt doe,’ Opnieuw gromde Mufasa naar hem. ‘Niemand anders in het kasteel had zich aangeboden,’ Kaatste hij terug. Maar op het moment dat hij opnieuw zijn mond open wilde trekken draaide zijn hoofd weg, reageerde automatisch op het zachte, gedempte geluid van voetstappen in de regen. Hoopvol versnelde zijn hartslag zich al. Hij had niet langer dan een seconde nodig om zekerheid te hebben dat het Myst was. Alleen... wat liep ze gek? Vlak voordat hij ging kijken draaide hij zich nog één keer om naar Mufasa. ‘Gedraag je,’ Commandeerde hij, zoals het alleen van hem, Alfa van de Mensen, toegestaan werd. Hij negeerde Mufasa verder die brommerig zichzelf omdraaide en zich weer installeerde in de hoek van de stal. Zelf liep hij naar de staldeur en keek om de hoek. Een gigantisch grote grijns deed zijn gezicht oplichten zodra hij haar zag. Verzopen in één over ander regenjack zag ze er nog altijd even mooi uit. Myst. Ze was er, eindelijk. Voor hem. ‘Hé, … waarom sta je daar in de regen?’ Verbaasd keek hij haar voor een moment aan, tot dat hij besloot dat het er niet toedeed. ‘Kom binnen, hier is het warm.’ Hij zette enkele stappen naar buiten, reikte naar haar hand en trok haar vervolgens mee de stal in. De donkere ogen van Mufasa kleefden zich gelijk aan haar vast. Enkele donkere stippels kleurden haast zwart tegen zijn bruine shirt die hij aan had. Een oud versleten ding met een oude spijkerbroek eronder die omhoog gehouden werd door een riem. Onnodig lang keek hij haar voor een moment aan, een lichte glimlach nog steeds zichtbaar rond zijn lippen. ‘Ik wist niet zeker of je wel zou komen,’ Ook al had hij er intens op gehoopt en het ergens ook verwacht en zou onwijs teleurgesteld zijn geweest als ze niet was gekomen. Tijdens zijn spreken haalde hij een hand omhoog en volgde licht met de vingertop van zijn wijsvinger de lijn van haar kaak. ‘Maar ik ben blij dat je er bent,’ Zijn glimlach verbrede en hij boog zich naar haar toe om haar licht op de wang te kussen. ‘Kom, je moet even buigen voor Mufasa. Hij wordt zenuwachtig van ons.’ Hij keek om naar Mufasa die in het hoekje van de stal stond, verscholen in de schaduwen met zijn blik nog steeds strak gericht op Myst. Opnieuw pakte hij haar hand, trok haar met zich mee en plante haar tegenover de reusachtig Svaldivari. ‘Niet dat hij je wat zal doen zolang ik in de buurt ben, maar alsnog. Het staat wat netter, tegenover hem. En het is voor ons allemaal wat gemakkelijker.’ Hij liet Myst haar hand los en deed een stap achteruit. ‘Blijf oogcontact houden,’ Instrueerde hij haar vanaf de kant. In stilte wachtte hij af terwijl hij uitgebreid de tijd nam om Myst te bestuderen. Hoe haar slanke gestalte zich sierlijk boog, haar haren hierbij langs haar schouders omlaag gleden zodat haar gezicht verscholen raakte achter een gordijn van groene lokken. Zijn aandacht werd pas afgeleid toen Mufasa zich door zijn voorpoten liet zakken. Een glimlach trok bij hem omhoog. ‘Uitstekend.’ Met schitterende ogen die niet alleen vrolijk stonden omdat alles goed afgelopen was met Mufasa, keek hij haar aan. Ongeduldig als hij was bleef hij niet staan, maar liep naar haar toe tot dat hij vlak voor haar stond. ‘Hier,’ Murmelde hij zachtjes terwijl hij haar jas uit begon te trekken. Eenmaal de jas uit sloeg hij het naast zich uit waarna het in één keer droog was. ‘Zo,’ Zei hij waarna hij het met een simpel gebaartje weggooide. Het gebaar was zo luchtig dat het lang niet twee meter door de lucht had kunnen vliegen waarna het al helemaal niet netjes zou landen op drie op elkaar gestapelde hooibalen. Ongegeneerd liet hij zijn blik omlaag glijden, over haar kleding heen. ‘Hmm,’ Gaf hij zachtjes als commentaar waarna zijn blik zich weer ontmoette met die van haar. ‘Da's geen kleding waarmee je stallen uitmest.’ Hij grijnsde lichtjes. ‘Ga maar daar zitten,’ Hij wees kort naar de plek waar ook haar jas lag. ‘Ik ben zo klaar.’ Voordat ze weg kon lopen boog hij zich naar haar toe en drukte zijn lippen op de hare. De bedoeling was om haar een kus te geven... wás. De verleiding was te groot, samen met het drukkende verlangen kon hij het niet voorkomen dat hij zijn hand omhoog haalde, deze zacht rond haar kaak en in haar hals legde waarna hij haar zacht begon te zoenen. De dag doorkomen met het idee dat hij Myst de volgende ochtend misschien weer zou zien was heerlijk, maar tegelijkertijd lang en ondraaglijk. En nu eindelijk, eindelijk was ze weer. Het was niet zijn schuld dat hij haar niet gelijk los kon laten. Dat hij haar even bij zich moest houden, toe moest geven aan het brandende verlangen wat nu eindelijk zijn zin kreeg. Maar hij hield het kort. Korter dan dat hij wilde wat duidelijk te merken was aan de manier waarop hij zacht de zoen weer afrondde. Langzaam opende hij zijn ogen weer, nam de moeite niet om gelijk zijn gezicht weg te trekken. ‘Ik ben echt blij dat je er bent,’ Murmelde hij zachtjes waarna een scheve glimlach bij hem omhoog kroop. Een tijdje bleef hij nog hangen; streelde haar haren weg, hield haar vast maar zei verder niks. Domweg genietend van haar aanwezigheid. ‘Zo klaar,’ Zei hij opnieuw, dit keer als een belofte en liet haar los.
Mystralic Ere Oud-Lid
PROFILEPosts : 1079
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Licht, Nova. Klas: 4th. Partner: If all else perished, and he remained, I should still continue to be.
Onderwerp: Re: When it rains. ma aug 22 2011, 20:32
Nog enkele passen voor de stal, ze had haar tekst inmiddels gereed. Niet dat het er iets toe deed; wat ze ook zou zeggen, hij zou waarschijnlijk wel blij zijn om haar te zien. Toen hij plots zijn hoofd om de hoek van de stal liet komen, sloeg haar hart een slag over. Scherp ademde ze in en na het overslaan begon haar hart een idioot tempo aan te houden. Haar ogen waren groot van de schrik, maar ze probeerde zichzelf te herstellen. Zijn stem verbrak de stilte en gelijk vulde haar lichaam zich met een aangename warmte. Ze was hier echt, met Sam. Met zijn tweeën. Een glimlach bekroop haar lippen en een vrolijke twinkeling was in haar ogen te zien. Maar voor ze zich kon bedenken wat ze daarop moest antwoorden, praatte hij alweer, en liep hij naar haar toe. Zonder enig verzet liet ze haar hand pakken en mee de stal in sleuren, ze wilde niets liever dan dichter bij hem zijn. En inmiddels had ze de regen ook wel gezien; het mocht dan niet ver zijn, van de school naar de stallen, maar ver genoeg om van top tot teen doorweekt en koud te raken. Voor hij zich naar haar omdraaide liet ze even kort haar ogen over zijn gestalte glijden, genietend dat ze weer zo vlak bij hem kon zijn. Toen hij zich naar haar omdraaide glimlachte zij ook, nog steeds. Haar ogen werden vragend toen hij vertelde dat hij niet zeker wist of ze wel zou komen, wat voor reden zou ze gehad hebben om niet te komen? Als ze iets te doen had, had ze hem dat tijdens de bijles wel verteld. Zijn vinger die zacht langs haar kaak streelde deed haar verlangen naar meer, meer van zijn aanraking. Het voelde zo ontzettend goed, al was het maar zo’n simpele aanraking. De tintelingen die van haar kaak af kwamen deden haar hele gezicht diep blozen. ‘Ik ben ook blij dat ik er ben.’ Zei ze, haar ogen iets verlegen. Toen hij haar een kus op haar wang gaf sloot ze haar ogen, nog steeds genietend van het gevoel wat hij haar gaf, nu nog in hevigere mate. Zijn lippen op haar huid lieten het niet tintelen, maar branden. Zo brandend van verlangen, luisterde naar zijn woorden. Ze hoorde ze wel, maar echt doordringen deden ze niet. Ze wilde alleen maar meer van hem, van zijn lippen. Stuk ongeduld. Luister. Ze verzette zich tegen haar verlangens en knikte naar hem, terwijl ze zich tot Mufasa richtte. Nu liep ze niet achter Sam aan, maar naast hem, richting de Svaldivari, terwijl ze naar Sam luisterde. Ze keek in de grote bruine ogen van het dier, de ogen die duidelijk uitstraalden dat hij de alfa was, dat hij wist dat hij veel groter en sterker dan Myst was ook. Een lichte angst bekroop haar, haar vorige twee ontmoetingen met Svaldivari’s waren allebei niet zo heel soepel verlopen; beiden waren dat waarschijnlijk makkelijkere Svaldivari’s dan dit. Ze wilde bijna naar Sam kijken toen hij haar vertelde dat ze oogcontact moest houden. Oh Lux. Hier gaan we dan. Ze slikte en bleef de Svaldivari aankijken. Was dit niet haar kans om Sam te laten zien dat ze een stuk minder klunzig was dan ze over was gekomen bij de vorige Svaldivari’s? Misschien moest ze die kans maar grijpen en zich zekerder voordoen dan ze eigenlijk was. In haar ogen was geen twijfel te zien, hoewel ze wel respect vertoonden. Langzaam boog ze voorover, maar haar ogen verlieten het contact geen seconde. Ze hoefde niet lang te wachten voor het beest opstond, en een lichte onzekerheid ontstond in haar ogen. Hij zou in één sprong bij haar kunnen zijn en haar met zijn klauwen compleet vermorzelen. Ze zou zeker weken op de ziekenzaal liggen. Haar adem hield zich vast in haar borst, ze was zich er niet eens bewust van. De enkele seconden leken uren te duren, terwijl zijn ogen de hare leken te onderzoeken. Een diepe zucht verliet haar borst toen hij zich door zijn voorpoten liet zakken en ook voor haar boog. Ze glimlachte kleintjes en hoopte dat de spanning niet op haar gezicht te lezen was. Pas toen Sam sprak verbrak ze het oogcontact draaide ze zich naar hem om en keek hem aan. Haar glimlach was verlegen, maar tegelijkertijd ook wel een ietsiepietsie trots. Mufasa wat nota bene de Alfa van die hele kudde… groep… roedel? Het was toch wel leuk als hij respect voor je toonde door naar je terug te buigen. Met een kleine verdwaasde frons en een bonkend hart keek ze naar Sam’s hadden die bezig waren haar regenjas los te ritsen. Ze keek naar zijn gezicht, naar zijn ogen die ook op haar rits gericht waren. Een ondeugende grijns bekroop haar lippen en gemakkelijk liet ze de regenjas van haar schouders zakken toen hij eenmaal los was. Haar ogen volgden zijn handen, zijn magie die haar jas droog maakte. Ook toen hij het weggooide bleven haar ogen bij de jas hangen. Weer was ze verbaasd over zijn alledaagse gebruik van luchtmagie. Hij leek er niet eens over na te denken, alsof de magie het voor hem deed in plaats van hij met de magie. Maar toen ze zijn ogen over haar lichaam voelde glijden keek ze naar hem, waarna ze verlegen naar beneden keek. Bij zijn geluid liet ze haar blik de zijne weer vinden, haar ogen nog steeds verlegen. ‘Dat klopt. Daar was ik ook niet voor gekomen.’ Haar stem klonk licht ontdeugend maar zeker, dat was ook zo. Ze zou geen stallen gaan uitmesten. Zelfs voor Sam niet. Nou. Heel misschien. Als hij echt ziek was of iets dergelijks. Maar alleen als ze daarna met bij hem mocht zijn… en douchen. Voor ze zich om kon draaien drukte hij zijn lippen op de hare, en vrijwel gelijk reageerde ze. Alhoewel ze het niet echt aan had zien komen maakte dat ook niet uit, ze was altijd bereid om even met Sam te zoenen. Haar ene hand lag op zijn borst en de ander op zijn schouder terwijl er via haar lippen een groot genot door haar lichaam werd verspreid. Maar al te snel merkte dat hij het probeerde af te ronden. Met een lichte frons tussen haar wenkbrauwen liet ze wanhopig de laatste seconden voorbijgaan, voor hij zich terugtrok. Haar ogen bleven gesloten terwijl ze naar zijn stem luisterde. Pas toen hij uitgesproken was opende ze haar ogen, het verlangen onderdrukt, en een vrolijke glimlach op haar lippen. ‘Da’s mooi.’ Ze voelde de spanning in haar lichaam terwijl ze zichzelf tegenhield haar lippen weer tegen de zijne te drukken terwijl hij zacht over haar gezicht streelde. Nog lang niet alles van haar verlangen was bevredigd, maar het feit dat hij snel klaar zou zijn deed haar inhouden. Ze moest hem tenminste zijn taak laten afmaken, ze kwam hem tenslotte storen terwijl hij eigenlijk aan het werken was. Het was dan wel zo dat hij dit waarschijnlijk minder leuk zou vinden dan gewoon lesgeven, maar hij vond het hele gebeuren met de Svaldivari’s misschien wel leuker dan lesgeven. Of hij het helemaal leuker vond dat luchtmagie zou ze niet weten, alhoewel hij het misschien in combinatie ook wel kon. Maar dat zou hij alleen maar met andere luchtmagiërs kunnen doen, anders was het oneerlijk. Met een zachte zucht ging ze op de hooibaal zitten, bovenop haar regenjas. Haar ogen vonden Sam’s lichaam, en al snel vergat ze wat voor smerig taakje hij eigenlijk aan het doen was. Want Sam zoenen mocht dan leuk zijn, maar naar hem kijken was zeker ook leuk. Vooral als hij zich in het zweet aan het werken was en zij niks anders had om naar te kijken. Want ze kon moeilijk naar de drollen in de stal gaan lopen kijken toch? Een klein, afgeleid glimlachje trok aan haar mondhoeken, terwijl haar ogen omstebeurt sommige delen van zijn lichaam bekeken. Vaak zijn blote armen, die erg mooi waren wanneer hij dit soort werk aan het doen was. Vaak ook zijn hoofd, zijn ogen. En als hij haar even aankeek, bracht ze een bredere glimlach voor hem omhoog. Maar als hij weer aan het werk ging, kon ze het ook niet laten om haar ogen af te laten glijden. Af en toe, als hij vooroverboog, was er een klein stukje huid te zien tussen zijn shirt en zijn broek. En ze kon het niet helpen dat haar gedachten licht afgeleid raakten, als ze die huid zag. Ze had nota bene een relatie met hem, dan mocht ze toch zeker wel over hem fantaseren? Zo rechtvaardigde ze dat ze af en toe niet echt met haar gedachten in deze stal was, maar heel ergens anders. Het aanhoudende geluid van de regen en het ondoordringbare uitzicht dat het gaf, gaf haar nog sterker het gevoel dat ze helemaal alleen waren, ondanks de Svaldivari die zich nog steeds in de stal bevond. Heel, héél af en toe gaf ze die ook een blik, maar voor niet langer dan een seconde. Dat beest, hoe mooi, bijzonder en statig hij ook was, kon haar aandacht niet vasthouden als Sam in de buurt was, en geen mens zou zien dat ze constant verslaafd met haar blik aan hem plakte. Toen hij uiteindelijk de kruiwagen uit de stal reed en verdween, sprong ze op en liep ze naar de deur van de stal. Om te schuilen tegen de regen bleef ze daaronder, nu ze haar regenjas niet meer aanhad. Alhoewel, bedacht ze zich droog, ik zou toch zo weer droog zijn. Maar ze had geen zin om het weer koud te krijgen, dus bleef ze staan waar ze stond. Zodra hij onderweg terug was lieten haar ogen de zijne niet meer los. Haar hart klopte vol afwachting, alhoewel hij misschien wel nog wat moest opstrooien. Ach, wat kon het haar schelen? Hij kon best wel even pauze nemen. Zodra hij bij haar aangekomen was sloeg ze haar handen om zijn gezicht, en zette een stap achteruit zodat hij ook droog zou staan. Nog voor hij de kans had om zichzelf droog te maken van de regen, drukte ze haar lippen op de zijne. Zijn natte lippen waren gewoon te aantrekkelijk om hem de kans te gunnen ze weer droog te maken. Hoewel ze nog steeds borrelde in verlangen naar hem, waren haar lippen ontspannen en rustig. Onbewust drukte ze haar lichaam tegen hem aan, om dichterbij hem te komen. Na enkele seconden liet ze haar handen doorglijden in zijn haren en drukte ze zijn lippen dichter tegen de hare aan. Haar ademhaling was snel en onregelmatig, maar haar eigen ademhaling bestond voor haar niet. In tegenstelling tot de zijne, want alles van hem drong door tot diep van binnen, haar een gevoel van hitte en tevredenheid bezorgend. Andere mensen op SSA konden hun geliefde dagelijks zien, vasthouden, zoenen, en wie weet wat meer, maar de korte momenten die Myst en Sam samen koesterden barstten van liefde op een manier die je niet veel vaker zag. Pas na enkele lange minuten kwamen haar lippen kort los van de zijne; genoodzaakt. Haar ademhaling begon bijna op hyperventileren te lijken, en haar hart klopte als een bezetene. Toch hield ze haar handen in zijn haren, wilde hem de kans niet geven ook maar een centimeter weg te bewegen. Ze legde haar voorhoofd tegen het zijne en genoot van de stilte, van het feit dat ze echt alleen waren. Mufasa was ze compleet vergeten. Toen ze iets meer adem had om te gebruiken, sprak ze met een glimlach in haar stem. ‘Ik heb je gemist.’ Het was niet veel meer dan een fluistering. Ze liet haar handen langzaam uit zijn haar glijden, langs zijn nek naar beneden. De ene bleef hangen op zijn sleutelbeen, twee vingers om de hals van zijn shirt gekruld. De andere streelde zacht met haar vingers naar beneden over zijn shirt, waarna hij zijwaarts naar zijn rug gleed om haarzelf tegen hem aan te trekken. ‘Is ’t zwaar werk?’ Vroeg ze aan ‘m, doelend op ’t feit dat hij de stallen in zijn eentje moest uitmesten. Haar stem had ver weg een ondeugende klank, en de onderdrukte glimlach was onmiskenbaar.
Fortherecord: Is dit voor of na het kampvuur&after-“party”? Sorry voor de lengte, ik raakte een beetje… opgeslokt o3o
Xavier.
PROFILEPosts : 281
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Puffoon & Lucht Klas: Teaching the dumb pupils how to bend the lovely air. Partner: 'And she's all I need.
Onderwerp: Re: When it rains. vr sep 02 2011, 22:06
Op het moment dat hij met de kruiwagen de stal uit reed moest hij de neiging onderdrukken om nog nogmaals om te kijken. Niet de kruiwagen prompt te laten staan. Zich om te draaien. Zijn armen naar haar uit te strekken. Haar vast te houden. Haar te zoenen. Al lang genoeg werd hij gemarteld met het idee dat Myst bij hem was. Vlák bij hem was. Hij had haar continu al kunnen aan raken. Haar kunnen zoenen. Eindelijk waren ze samen, waren ze alléén, en dan maakte hij er toch geen gebruik van. Het knaagde, irriteerde. Wist zelf ook wel dat hij er heus een goede reden voor had. Natuurlijk had hij deze. Hoe had hij zichzelf anders ooit in bedwang kunnen houden? Het was domweg een klusje dat vandaag klaar moest zijn. En als hij het nu niet deed, zich liet afleiden door Myst, kwam het er waarschijnlijk nooit meer van. Daarnaast vond hij het nog wel zo netjes om Myst in een poepvrije omgeving te ontvangen, iets wat hem namelijk ook niet gelukt was. Dus om het dan nog even vluchtig poepvrij voor haar te maken werd nog wel van hem verwacht. Hopelijk zou Mufasa dan niet zo flauw zijn om gelijk de sfeer te verpesten en zodra hij het stro verspreid had zijn behoefte te gaan doen. Met een zucht wierp hij de zooi op de mesthoop, deze stonk naar oude verrotte en vochtige Svaldivari poep. Met opgetrokken neus keerde hij de hoop zijn rug weer toe, zette sneller dan gewoonlijk de kruiwagen nog weg en keerde vervolgens terug naar de stal. Terug naar Mufasa. Terug naar Myst. Op het moment dat hij zich naar de stal omdraaide krulden zijn mondhoeken om, versnelde zijn hartslag vanzelf. Zelfs door de stortregen waren haar groene lokken herkenbaar, haar smalle gestalte. Op een drafje liep hij terug naar de stal, een poging om niet helemaal doorweekt te raken. En met de stap werd ze mooier. Verdunde de regen haar wazige gordijn, verscherpte zich haar omtrek. Schuddend met zijn hoofd kwam hij net de stal binnen, trachtte zijn haren droog te krijgen op het moment dat hij opeens twee warme handen rond zijn gezicht voelde sluiten. Zich dichter bij trokken. Gedesoriënteerd ging hij mee in de beweging, zette nog enkele stappen de stal in en dwong haar zo achteruit te stappen. Maar het drong niet meer door. Het enige waar hij nog besef van had waren zachte, warme lippen die zich teder tegen die van hem aandrukte. Zijn ogen sloten zich automatisch. Kon niet helpen op het moment dat er door hem heen schoot dat het onmogelijk aangenaam voor haar kon zijn dat hij zo koud en nat aanvoelde. Hij zichzelf eerst zou moeten drogen. Maar op het moment dat haar lippen zich bewogen over de zijne, ze hem zoende, maakte het hem ook niet meer uit. Vergat ter plekke alles, op haar na. Haar lippen, haar zoen, haar warmte. Eindelijk werd dat kriebelende, knagende verlangen waarvan hij op het moment dat hij haar los had gelaten al last had van gehad deze ochtend, bevredigd. Zacht ging hij met haar mee, genietend. Maar wilde meer. Pas op het moment dat haar handen zijn haren in gleden, ze hem dichter tegen hem aantrok, kon hij het niet helpen dat hij hier heftiger op reageerde. Vanaf 's ochtends af aan had hij al op haar gewacht. Het moment dat hij opstond, onder de douche stond, aankleedde, ontbeet, naar de svaldivari's ging. Continu had hij haar in zijn hoofd gehad. Wachtend. Uren. Tot dat ze hier was. En toen ze hier eenmaal was, had hij geen eens de heftige drang om haar bij zich te kunnen houden kunnen uitten. Het was blijven knagen. Blijven irriteren. Blijven dringen. En ze had nog geen twee meter van hem verwijderd gezeten. Continu met een stralende blik gekeken, een schitterende glimlach gelachen. En hij moest werken. Nu kon hij het niet helpen dat hij voor een kort moment door schoot. Hij haar ruwer dan dat de bedoeling was haar naar achteren duwde. Haar rug tegen de muur drukte, zichzelf weer tegen haar aan. Hield haar vast en zoende haar dwingend. Gaf zich over aan het verlangende gevoel. Gaf zich over aan zijn wanhopige maar heftig koesterende liefde voor haar. Op het moment dat hun lippen van elkaar los kwamen leek het pas bij hem door te dringen hoe nodig zijn longen zich leken te moeten vullen met een nieuwe lading zuurstof. Hij probeerde zijn eigen adem weer onder controle te krijgen. Ondertussen luisterde hij naar haar ademhaling, legde zijn voorhoofd zachtjes tegen dat van haar aan. Stilletjes bleef hij staan. Luisterde naar haar, haar ademhaling wat langzaam weer zijn regelmaat terug leek te kunnen vinden. Haar hartslag, die niet leek te kunnen minderen. Zijn mondhoeken krulden lichtjes om, grinnikte uiteindelijk zelfs zachtjes. Terwijl hij sprak schoven zijn armen zich rond haar middel, trokken haar tegen zich aan voor zover dat nog ging. ‘Het klinkt alsof je net een onhandelbare inspanning hebt verricht, als ik zo naar je hart luister. Weet je zeker dat het wel goed gaat?’ Zijn stem klonk plagend en op het moment dat hij zijn ogen naar haar opsloeg twinkelde deze speels. Hij haalde net weer een hand omhoog en streelde, zonder afstand te nemen, een pluk haar weg op het moment dat ze sprak. Het enige wat hij deed was lichtjes terug glimlachen, liet haar woorden genietend op hem inwerken. Wat ze met hem deden. Natuurlijk had hij haar ook gemist. Het was alsof hij sinds haar had ontmoet pas echt achter de betekenis 'missen' was gekomen. Zodra zij er niet was, zodra hij haar moest laten gaan, afscheid van haar moest nemen. Hij wilde niet zonder haar zijn, wilde haar niet laten gaan, wilde dat ze bij hem bleef. Een lichte scheve grijns kroop bij hem omhoog. ‘Onwijs,’ Antwoordde hij automatisch. De ene hand die zacht enkele lokken had weggeveegd schoof zich nu weer in haar hals op het moment dat hij zijn gezicht kantelde, zijn neus langs die van haar schoof en speels haar lippen kuste. Zachtjes ging hij hiermee door, plagend, uitdagend. Tot dat ze gestoord werden. Verward keek hij opzij, keek om naar een lichte druk in zijn zij. Mufasa drukte zijn neus in zijn zij en keek vervolgens met eindeloos diepe en donkere ogen naar hem op. ‘Oh, ja, natuurlijk. Het spijt me,’ Praatte hij tegen het dier aan. Langzaam liet hij Myst los, keek haar weer aan. ‘Hij wilt dat ik zijn stal afmaak,’ Lichtelijk grijnsde hij. ‘Alleen nog maar het stro,’ Dat was zo gedaan. Nadat hij Myst had los gelaten draaide hij zich om, liep naar de drie op elkaar gestapelde stro pakken en tilde de eerste ervan af. Hij gooide het ding in de hoek. Vlak voor het moment dat het pakket de vloer zou raken was er een gedempte ontploffing te horen en schoot heel de strobaal uit elkaar, vlak boven de grond. Nog voordat alle strootjes op zijn plaats lagen gooide hij al weer de tweede strobaal, deze meer in het midden gericht. Vlak voordat hij de derde wilde pakken gleed zijn blik langs Myst. En Mufasa. Vanzelf verstijfde hij. Mufasa was niet braaf terug gegaan naar zijn plek, maar stond nu naast Myst. Tenminste. Hij stond niet. Hij cirkelde traag om haar heen. ‘Niet bewegen,’ Commandeerde hij haar opnieuw. Maar uit deze opmerking werd alleen maar duidelijk dat hij ook niet wist waarmee Mufasa bezig. ‘Mufasa,’ De toon in zijn stem veranderd, duidelijk klonk er meer autoriteit indoor. Mufasa negeerde hem, kwam voor Myst te staan en keek haar aan. Recht in de ogen. Met op elkaar geklemde kaken keek hij toe, niet wetend wat hij moest doen. Herkende Mufasa's gedrag niet, terwijl hij al jarenlange ervaring had met Svaldivari's. Totdat er opeens uit het niets, als een spanningsbreker, een laag spinnend geluid wat nog het meeste op gebrom leek uit Mufasa's borst te horen klonk. Diep en laag. Zijn ogen vergrootte zich lichtelijk, verbaasd. Keek toe hoe Mufasa zijn neus in Myst haar buik drukte , diep snoof en zich vervolgens weer omdraaide, weer naar zijn hoek liep die nu onder het stro lag. Hijzelf keek Myst aan, kon alleen maar staren. Totdat het besef doordrong en hij langzaam begon te grinniken. Hij uiteindelijk hardop begon te lachen. Bij het zien van Myst haar begriploze blik herstelde hij zichzelf, keek haar vrolijk aan. ‘Mufasa heeft je zonet erkent,’ Vertelde hij haar. ‘Als mijn wijfje.’ Om vervolgens opnieuw in de lach te schieten. Met een luchtig gebaar deed hij de laatste strohalm en verdeelde vervolgens met een paar simpele pols bewegingen het stro eerlijk over de stal. Ondertussen liep hij naar Myst, keek haar vrolijk aan. Zijn armen schoven zich om haar heen. ‘Het is een gewoonte onderling bij de Svaldivari's om, zodra het mannetje een vrouwtje heeft uitgekozen, goedkeuring te vragen bij de alfa. Dit gebeurt enkel als het vrouwtje uit het wild komt of uit een andere kudde. Als het uit eigen kudde komt is het natuurlijk niet nodig,’ Zijn blik stond nog steeds vrolijk. ‘Maar dit heb ik nog nooit gezien, Svaldivari's die hun gebruiken op mensen toepassen.’ Zachtjes grinnikte hij. ‘Dat Mufasa mij als leider zag, wist ik wel. Maar dan alsnog,’ Sam leek duidelijk helemaal in zijn nopjes te zijn met de gebeurtenis van net. ‘Maar goed, vrouw, je weet toch wel wat het betekend?’ Vragend keek hij haar aan. ‘Je bent nu gepromoveerd tot alfa-vrouwtje. Kun je die verantwoordelijkheid aan?’
Mystralic Ere Oud-Lid
PROFILEPosts : 1079
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Licht, Nova. Klas: 4th. Partner: If all else perished, and he remained, I should still continue to be.
Onderwerp: Re: When it rains. ma sep 05 2011, 22:33
Ze grijnsde terug op het moment dat zijn antwoord kwam, blijkbaar viel het hem lichter dan ze had gedacht. Nog met diezelfde grijns sloot ze haar ogen, en wachtte op zijn lippen. Speels kuste ze hem terug, alhoewel haar verlangen ongeduldig wachtte tot het over zou gaan op een echte zoen. Ze maken een verward en ontevreden geluid toen hij plots met zijn hoofd wegdraaide, waarna ze langzaam, via zijn hals, ook haar ogen het object van aandacht zocht. Haar verwarde ogen gingen naar Sam, die plots tegen het dier begon te praten. Eigenlijk was ze compleet vergeten wat ze hier eigenlijk deden; hoe kon ze daar nou nog aan denken, als ze met hem aan het zoenen was en hij er zo heerlijk op inging? Toen hij haar weer aankeek kroop er een zwak glimlachje rond haar mondhoeken, maar erg overtuigend was het niet. Ze wilde hem niet loslaten. Nog niet. Natuurlijk gebeurde het niet zoals ze wilde; zo ging het leven meestal niet. Alhoewel, dat ze uiteindelijk toch iets met Sam had, maakte een hoop goed. Het maakte zoveel goed dat ze alle duistere periodes daarvoor had vergeven, zich ermee verzoend omdat dit uiteindelijk de uitkomst zou zijn van al dat lijden. Hoeveel beter had het eindresultaat kunnen zijn? Ze kon op het moment niemand bedenken met wie ze liever was beland, dan met een jongere versie van Sam. Een meer bereikbare, makkelijkere versie van Sam. Ze bedwong haar gezicht te vertrekken terwijl ze toestond dat hij haar los liet, ze wilde niet dat hij wist dat ze alwéér dacht aan de moeilijkheden van hun relatie. Hoe kon ze daar nou nog over zeuren! Ze had hem überhaupt gekregen, daar moest ze toch blij mee zijn? Hoeveel mensen in heel Kovomaka kregen uiteindelijk nou precies de persoon die hun leven compleet maakte? Hoeveel mensen vonden die persoon? Maar voor ze te diep weg kon zakken in haar eigen doemdenken werden haar ogen afgeleid. Mufasa had niet, zoals verwacht, afstand genomen, maar was juist nog dichter naar haar toe gekomen. Zijn ogen stonden strak op haar gericht en laag door zijn poten gezakt begon hij langzaam om haar heen te cirkelen. Uit spontane angst trokken haar buikspieren samen terwijl ze Sam’s bevel hoorde. Ze stond verstijfd van angst – ze had niet kunnen bewegen, al had ze het gewild. Niets liever wilde ze dan Sam kunnen aankijken en zien dat alles goed was, maar ze kon haar ogen niet van het reusachtige dier losscheuren. Ook in Sam’s stem klonk onzekerheid door, hoewel die gemaskerd werd door de autoriteit waarmee hij hoopte Mufasa’s aandacht te trekken. Waarvan zij hoopte dat hij er heel erg Mufasa’s aandacht mee zou trekken. Ze slikte en probeerde haar trillende ademhaling onder controle te krijgen. Ze was niet snel bang van dieren… ze hield vaak juist van dieren. Maar Mufasa was zo reusachtig en ontzettend intimiderend, en ze had zo het gevoel dat de ogen, die nu recht voor haar stil stonden, recht haar ziel in konden kijken en zo haar angst konden lezen. Misschien zou hij ook wel zien dat die angst voortkwam uit onbegrip; dat was nog het minst waar ze op kon hopen. Haar ademhaling stopte zodra het geluid uit Mufasa kwam – een geluid dat ze niet kon plaatsen. Het was laag en klonk niet echt dreigend, maar hoe kon ze dat nou zeker weten? Door de adrenaline suisde haar hartslag in haar oren zodra het geluid was gestopt, en ze was zich maar al te bewust van het naderen van Mufasa. Ze sloot haar ogen en hoopte dat Sam alsjeblieft wist waar hij mee bezig was, want ondanks de angst vertrouwde ze hem nog steeds. Anders was ze allang gillend weggerend, natuurlijk. Maar zodra ze de neus in haar buik voelde, zo’n warm, zacht gebaar dat ze het bijna lief vond, kroop de angst naar haar achterhoofd en werd ze overmeesterd door iets anders. Het was anders dan trots; ze kon het niet goed plaatsen. In ieder geval was een groot gedeelte ervan opluchting. Haar ogen schoten naar Sam, om hem voor het eerst sinds dit rare gedoe weer aan te kijken. Een lichte frons vormde zich tussen haar wenkbrauwen toen ze zag hoe hij stond te grinniken. En te lachen. Haar hoofd schudde zich in een onbegrijpend gebaar; wat viel er nou te lachen? Ze had net nog doodsangsten – dat was misschien lichtelijk overdreven, maar toch – uitgestaan, en hij stond hier gewoon een partijtje te lachen alsof hij de ontwerper van de hele grap was? Wat deed hij? Wat was dit? Wat was hier bij Lux’ gratie grappig aan? Gelukkig herkende hij snel de blik in haar ogen en werd hij weer stil. Een diepere frons vormde zich tussen haar wenkbrauwen bij zijn eerste woorden, maar zodra hij verder ging maakte deze plaats voor een half ongelovige, half cynische blik. Hij had wat? Haar erkent als Sam’s wijfje? Ze kon het niet helpen dat er ook een lach op haar gezicht begon te vormen. En zodra Sam richting haar kwam kon het haar ook allemaal niet zoveel meer schelen. Al het werk was nu gedaan, nu was Sam compleet en helemaal van haar. Voor nu dan, maar daar kon ze vast nog wel een uurtje flink gebruik van maken, vond ze. Knikkend luisterde ze naar zijn uitleg, haar mond licht onder de indruk. Ook in haar ogen waren vrolijke twinkelingen te zien. Hoewel ze nog steeds niet door de mensen erkent zouden worden als bij elkaar horend stel, was dit toch leuk. Het was natuurlijk absoluut niet serieus, maar wat maakte dat haar uit? Het was toch een soort van erkenning, bevestiging dat ze bij Sam hoorde. En wat wilde ze nou liever dan dat? Ze was al van hem, bij hem, dus dat kon ze niet meer verlangen. Alleen dat ze erkent zouden worden door de buitenwereld ontbrak haar nog aan deze relatie. Ze keek hem een beetje sceptisch aan toen hij haar vroeg of ze wist wat het betekende. Wat moest het in godsnaam betekenen? Het was tenslotte maar een svaldivari. Het was leuk, maar wel maar een svaldivari. Ze schudde dan ook lachend met haar hoofd toen hij haar plagend een vraag stelde. Ze legde een vinger op zijn kin en trok een wenkbrauw naar hem op. ‘Laat ik daar eens over nadenken. In principe betekent het dat mijn man alles te zeggen heeft – als alfa. En dat ik bij hem hoor natuurlijk. Nou, zolang je me maar niet teveel rondcommandeert vind ik het denk ik wel best. Ik wil wel bij jou horen.’ Haar blik werd lichtelijk verlegen en zodra ze de blossen op haar wangen voelde komen legde ze haar hoofd tegen zijn borst. Haar ademhaling werd iets rustiger en ging steeds meer mee in het ritme van zijn hart, ze bande alle andere geluiden uit. Het was een zacht, rond, geruststellend geluid. ‘Je hart-’ Ze wilde een opmerking maken over haar hartslag, toen een opmerking van net ineens terug in haar hoofd op kwam. Had hij nou gezegd dat hij naar haar hart luisterde… Was dat haar niet eerder opgevallen. Ze wilde hem eigenlijk aankijken terwijl ze deze vraag stelde – maar zijn geur trok haar dichter naar hem toe en ze wilde haar hoofd niet terug bewegen. ‘Sam. Zei je nou net echt dat je naar mijn hart luisterde? Hoe kan je die horen? Ik kan nu de jouwe horen – met moeite. Hoe…’ Ze maakte haar zin niet af, vond het zo wel duidelijk genoeg. Terwijl ze naar hem luisterde trok ze afwezig patroontjes langs de hals van zijn shirt, genietend van zijn geur die door de vochtigheid van zowel zijn huid als zijn shirt, er dwars doorheen kwam zetten. Hij rook zo lekker. Zo mannelijk. Volwassen. Warm, vertrouwd. Alsof ze onder een dikke donzige deken kroop, ongeveer vergelijkbaar aan het effect wat zijn geur op haar gedachten had. Ze volgde wel wat hij zei, maar het drong niet meer door. Bijna onbewust ging ze op haar tenen staan, waarbij haar hoofd mee omhoog gleed naar zijn hals. Zijn geur werd hier alleen maar sterker, en zijn hals was minder koud dan zijn shirt. Zijn hals was gewoon nog licht vochtig van de regen die uit zijn haar droop, en was tenslotte ook aantrekkelijker dan zijn shirt. Wat er onder zijn shirt zat was nog aantrekkelijker, dat wist ze inmiddels ook wel. En meer. Dus warmer. Ze stond dan wel heerlijk zo, in zijn armen, tegen hem aan, toch kon ze niet ontkennen dat er inmiddels kippenvel over haar armen rolde van de kou van zijn shirt. Heel langzaam liet ze haar handen van zijn borst naar beneden glijden, terwijl ze zichzelf verder omhoog drukte op haar tenen. ‘Jij bent lekker warm.’ Vertelde ze hem, het al half demonstrerend omdat haar wang tegen de zijne aan lag terwijl ze zacht in zijn oor murmelde. Een lichte tinteling schoot door haar lichaam heen toen ze bij de rand van zijn shirt kwam, wetend dat ze vlak bij haar doel was. ‘Maar ik krijg het koud zo.’ Fluisterde ze, niet geheel bewust van het effect van haar handelingen op hem, teveel bezig met het effect dat ze op haarzelf hadden. Ze kon niet helpen dat ze vlinders voelde toen ze haar handen onder zijn shirt liet glijden. Ze voelde zijn lichaam, zijn warmte, en kon niet voorkomen dat haar gedachten met haar aan de hol gingen. ‘Je shirt is koud.’ Murmelde ze ter verduidelijking terwijl het shirt over haar polsen geschoven mee omhoog bewoog met haar handen die inmiddels al boven zijn navel waren, zacht met haar duimen langs het randje daarvan strelend. De warmte die in haar opborrelde moedigde haar handelingen alleen maar verder aan, maakte haar hart enthousiaster kloppen met elke centimeter die ze omhoog bewoog.
Xavier.
PROFILEPosts : 281
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Puffoon & Lucht Klas: Teaching the dumb pupils how to bend the lovely air. Partner: 'And she's all I need.
Onderwerp: Re: When it rains. ma okt 03 2011, 20:53
Bij het zien van de gelukkige glimlach die ook bij haar ontstond ontspande hij en kon enkel nog maar breed terug glimlachen. Zo was zo verschrikkelijk mooi zo. De drang om haar in zijn armen te nemen werd er alleen maar groter door, dat was dan ook de reden dat hij naar haar toe liep en zijn eigen armen rond haar heen legde. Trok haar dichter tegen zich aan en keek met een vrolijke glimlach op haar neer. Hoorde haar woorden aan terwijl de lichte aanraking hem vanzelf naar meer deed verlangen. Maar hij gaf niet toe, luisterde in plaats daarvan naar haar woorden. Vanzelf verscheen er een speelse, jongensachtige grijns. Het was dan nogal onzinnig en dom, toch bleef het leuk om te horen dat je 'alfa' werd genoemd. Oftewel de baas. Maar zijn grijns verzachtte in een glimlach en ook zijn ogen kregen een gelukkigere glans bij haar laatste woorden en het zien van haar zacht roze wangen. Op het moment dat ze haar hoofd draaide en haar gezicht verborg door zich tegen hem aan te drukken legde hij zachtjes een hand op de zijkant van haar haren en streelde hij zachtjes overheen. Hij boog zijn eigen hoofd voorover en legde zijn lippen tegen haar haren. ‘Nou ik ben blij dat je er zo over denkt, want voorlopig kom je ook nog niet van me af.’ Zacht drukte hij zijn lippen in haar haren, kuste haar en legde hierna zijn wang er tegen aan om stilletjes zo te blijven staan. Genietend van het feit dat ze er weer was, weer in zijn armen stond en niemand hen kon storen. Even los van de rest van de wereld, geen zorgen. Alleen Myst. ‘Hmm?’ Vroeg hij zachtjes. Had zijn ogen gesloten. ‘Ja?’ Vroeg hij nu duidelijk toen ze na een korte stilte heel zijn naam uitsprak. Hij liet haar rustig uitpraten ondanks dat ze twee of drie keer hetzelfde vroeg. Voor een kort moment moest hij erover nadenken, begreep niet zo goed waarop ze doelde tot dat hij opeens zijn hoofd wegtrok, zijn wang weer van haar haren afhaalde en zich tot zover terug trok dat hij haar weer aan kon kijken. ‘Hoe ik je hartslag kan horen bedoel je?’ Lichtelijk krulden zijn mondhoeken. Tussen de luchtmagiërs was hij al opgevallen met zijn talent voor communicatie op afstand, met name het gehoor zelf. Maar tussen hen was het gewoon. Vooral de mensen die hem eenmaal kenden wisten dat er een hardop gefluisterd geheim hem nooit meer ontging. Als hij zich dan weer onder mensen bevond die niet bekend waren met luchtmagie, Novaanse bijvoorbeeld, was het altijd weer even wennen om te beseffen dat deze er geen eens wéét van hadden. Met een half bedenkelijk half geamuseerd gezicht keek hij Myst aan, niet wetend wat haar reactie zal zijn. ‘Ik hóór... veel.’ Begon hij omslachtig. Lichtelijk bevochtigde hij zijn lippen, niet zo goed wetend hoe hij dit goed moest uitleggen. ‘Luchtmagie heeft velen takken, waaronder de tak van de magie van het geluid. Daaronder valt ook weer het horen. Ik heb cursussen gedaan en het blijkt.. dat ik..’ Lichtelijk fronsde hij. Altijd was het lastig om zijn talenten onder woorden te brengen zonder dat hij vond dat hij arrogant overkwam. ‘Ik, nou ja, ik hoor alles.’ Nieuwsgierig keek hij naar haar gezicht. Mensen reageerde er altijd anders op en Myst kon af en toe zo heerlijk onvoorspelbaar zijn. ‘Jouw hartslag ken ik nu door en door, je manier van ademhalen verteld met hoe je je voelt en je voetstappen herken ik vanaf enkele kilometers.’ Hij grijnsde lichtjes, iets trots maar ergens ook iets ongemakkelijk. Vond ze hem nu een geobsedeerde randebiel? Niet iets wat hij kon ontkennen. Alles aan Myst was belangrijk voor hem, en alles aan haar drong ook tien keer zo scherp en dringend tot hem door dan elk ander mens tot nu toe had gedaan bij hem. Nu ook hoe ze zachtjes met haar vingertoppen onbestaande patroontjes trok bij zijn hals. Het kietelde en tintelte, wilde dat het nooit meer ophield. Vanzelf dat hij er dan ook op reageerde, zacht met een vingertop de lijn van haar half volgde. Vanaf haar kaak tot haar sleutelbeen. Zachtjes sloot hij uiteindelijk zijn hand rond haar hals, trok haar dichterbij zich zonder zichzelf tegen te kunnen houden. Voelde hoe ze zichzelf ook weer tegen hem aandrukte, haar gezicht verdween in zijn eigen hals. Zijn ogen sloten zich bij het voelen van haar huid, haar lippen zo dichtbij. Zachtjes gleden zijn vingers vanuit haar hals haar haren in. Zijn mondhoeken krulden zich om tot een lome glimlach bij het horen van haar stem. Genietend van haar stem zo dichtbij, haar lichtenademhaling strelend langs zijn huid. Gewillig stond hij iets voorover gebogen. Zijn éne arm nog rond haar heen, haar op deze manier tegen zich aantrekkend terwijl de andere hand half verdween in haar haren. Haar trachtend zo dichtbij mogelijk te houden. Hij wilde haar zoenen. ‘Koud?’ Vroeg hij zachtjes. Hoe kon het mogelijk zijn om het nu koud te hebben? Hij had het alles behalve koud. Met Myst zo dichtbij leek het überhaupt onmogelijk om het koud te hebben. Haar huid was dan ook wel heerlijk warm en haar handen gleden zo heerlijk langs zijn lichaam dat vanzelf zijn hartslag toenam. ‘Ik heb het helemaal niet koud,’ Murmelde hij. Maar precies op het moment daarna leek zijn lichaam hem te willen tegenspreken door licht te rillen bij het voelen van haar handen die verdwenen onder zijn shirt. Een huivering van het voelen van haar lichte vingertoppen, haar zachte aanrakingen, de koelte over zijn warme huid. Zijn ogen sloten zich vanzelf, genietend. ‘Da's wel koud ja,’ Murmelde hij met een lichte glimlach. Kippenvel kroop over zijn lichaam, liet hem opnieuw rillen. Hij wilde zich naar achter buigen, haar lippen vinden met de zijne en verlangend op haar handelingen ingaan. Voelen hoe haar handen verder omhoog kropen, strelend over zijn huid. Hoe de koelte van haar huid brandende plekken naliet op zijn eigen. Hoe haar handen uiteindelijk uit zouden komen op zijn schouders, hem daar naar zich toe zouden trekken en tegen hem aan zou plakken. Hoe ze hem net zo gewillig zou zoenen als dat hij haar zou zoenen. Hij zou zijn shirt uittrekken en haar bewijzen dat het niet koud was. In tegendeel, hij zou het haar warm laten hebben. Hij wilde het zo graag. Hij wilde haar. Zijn ogen vlogen opeens open, erin te zien een scherpbewuste blik met daarin de zelfbeheersing die hem weer overspoelde. Koelte die de warmte verdrong, controle die de heftige gevoelens en verlangens deed onderdrukken. Hij klemde zijn kaken op elkaar, haalde zijn hand uit haar haren en zijn arm rond haar middel. Zijn voorhoofd fronsde zich en met tegen zin sloot hij zijn ogen. Hij wilde niet dat het ophield, wilde het zo ontzettend graag. Maar hij moest. Want hoever kon hij gaan, tot dat hij de zelfbeheersing verloor? Met een gespeelde glimlach opende hij zijn ogen weer, pakte zachtjes beide polsen vast. Maar ondanks dat zijn handelingen teder waren was het onmogelijk voor haar om tegen te werken. Hij boog zich voorover, bracht zijn lippen bij haar oor. ‘Als je het zo koud hebt door mijn shirt, had je iets meer geduld moeten hebben zodra ik terug kwam. Dan had ik hem kunnen drogen.’ Hij drukte nog een kus op haar wang en liet haar vervolgens los om hem met een simpel geflapper in één keer droog te krijgen. Het was duidelijk te zien. De opgewekte, vrolijke blik zijn ogen had net een te scherp randje om het in één keer te slikken. Zijn woorden zo simpel klonken net niet waar. Hij had zijn shirt helemaal niet willen drogen, had haar álles behalve willen stoppen. Maar hij moest wel. Maar de manier waarop hij het bracht, het stoppen van hemzelf ter voorkomen van, kwam duidelijk anders over. Alsof hij het niet wilde, maar het zacht bracht om haar niet te kwetsen. Met een grapje, een scheve glimlach en een schuldbewuste blik. Kort keek hij om naar de deuropening van de stal bij het horen van het noodweer dat alleen maar toenam. Regendruppels stortten zich met een enorm lawaai op de aarde en leken niet meer op te willen houden. De lucht zo grijs dat het tegen zwart aan kleurde. ‘Ik weet niet hoelang je wilde blijven,’ Zei hij, hij keek weer naar Myst om. ‘Normaal gesproken was ik nu namelijk al teruggegaan.’ Het gerommel van de lucht drong vaagjes tot hem door, voorspelde dat het noodweer nog meer toe zou nemen de komende minuten. ‘Nou ja, we hebben tenminste een geldige reden om hier te blijven,’ Vrolijk glimlachte hij haar toe. Probeerde duidelijk het moment van net zo ver mogelijk achter hun te laten. Wilde geen uitleg te hoeven geven. Want ze deed niks fout, natuurlijk deed ze niks fout. Hij had juist gewild dat ze zolang mogelijk doorgegaan was. Maar hij kon het niet hebben. Ze was zo verdomd jong. Hoe kon hij zoiets zonder slecht geweten toelaten? Wat hij nu deed kon eigenlijk al niet. Hij tilde zijn hand op en streelde licht over haar wang, veegde vervolgens een pluk haar weg en keek haar aan. Pakte met zijn vrije hand haar hand vast en wilde zich net voorover buigen om haar te kunnen kussen toen een verscheurend hard geluid te hemel uit elkaar leek te rukken. Automatisch keek hij omhoog, zelf ook geschrokken van het geluid totdat tot hem doordrong dat het maar onweer was. Met een nu vrolijkere grijns, puur van de schrik ook, keek hij weer omlaag naar Myst. ‘Bij Barl's, da's dichtbij,’ Wilde hij lachend zeggen totdat hij haar gigantisch ver opengesperde ogen zag. ‘Myst?’ Vroeg hij zachtjes. Keek vanzelf een stuk bezorgder, nu ook haar blossen verdwenen waren. ‘Myst, gaat het? Het is maar onweer hè,’ Voegde hij eraan toe bij het zien van de paniek, totdat opnieuw een hels kabaal het hun onmogelijk maakte om elkaar te verstaan.
Mystralic Ere Oud-Lid
PROFILEPosts : 1079
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Licht, Nova. Klas: 4th. Partner: If all else perished, and he remained, I should still continue to be.
Onderwerp: Re: When it rains. do okt 06 2011, 10:01
Steeds verder streelden haar handen omhoog, terwijl het kippenvel over zijn lichaam trok. Een klein glimlachje trok aan haar mondhoek, nu wel degelijk genietend van het feit dat ze dat effect op hem kon hebben. Tegelijkertijd kon ze zelf ook niet anders doen dan het heerlijk vinden om zo aan zijn lichaam te voelen, hem zo aan te mogen raken. Het voelde zo dichtbij, zo intiem… Plots voelde ze de verstrakking in zijn lichaam, de verandering in zijn handelen. Hij liet haar los. Verward verstijfde zij ook en keek met wat verbaasde ogen omhoog. Wat was er mis? Kwam er iemand aan? Moest ze zich verstoppen? Moest hij verder met zijn werk? Daar kon hij toch wel heel even mee wachten? Ze bleef met onbegrip en lichte argwaan naar zijn gezicht kijken, nu ze achteroverleunde om dat te kunnen zien. Wat was er aan de hand? Ze glimlachte niet terug naar zijn glimlach, merkte het nauwelijks op omdat ze in zijn ogen zag dat er niks te glimlachen viel. Gedwee liet ze haar polsen pakken, en gaf geen weerstand toen hij haar wegduwde. In haar buik ontstond een akelig koud gevoel dat ze moeilijk kon plaatsen. Het leek op afwijzing, maar dan… anders. Haar armen liet ze loom naast zich hangen terwijl steeds meer van het koude gevoel haar lichaam over begon te nemen. Haar blik was nu bijna richting gekwetst, alhoewel ze dat sterk probeerde te verbergen. Wat was er mis? Voor het eerst sinds hun relatie begonnen was kon ze niet genieten van zijn lippen. Ze waren te… verontschuldigend. Alsof het een goedmakertje was voordat het feit dat hij haar net afgewezen had. Was het dat? Wees hij haar af? Maar waarom dan? Het was toch niet zo heel vreemd wat ze deed. Zijn shirt was inderdaad koud en waarom zou ze niet van zijn naakte bovenlijf mogen genieten? Vond hij dat vreemd? Afwezig staarden haar ogen in het niets terwijl hij zijn shirt droogwapperde, maar toen hij haar weer aankeek keek ook zij hem aan. Ze had geen flauw idee wat er in haar ogen te lezen was, kon alleen maar denken aan de verandering in zijn ogen. De koelte spreidde zich verder uit. Nee, dit was niet de koelte van afgewezen worden. Dit was de koelte van schaamte en schuld, iets gedaan hebben wat je geliefde niet wilde. Nu ze het geplaatst had leek het alleen maar erger te worden en het zwakke glimlachje om haar lippen werd steeds minder geloofwaardig, haar ogen steeds onzekerder. Langzaam draaide ze haar hoofd ook naar buiten, zelfs toen hij zijn hoofd weer terug naar haar draaide. Afwezig staarden haar ogen naar buiten, naar de dikke deken van regen. Het leek alsof wanneer je erdoorheen zou lopen, het je plat tegen de grond zou drukken. Het regende erger dan pijpenstelen. Het regende een barrière tussen hen en de normale wereld. En hoe ze zich ook voelde, dat bleef iets wat het moment beter voor haar maakte. Langzaam draaide ze haar hoofd weer naar hem een het glimlachje kwam weer terug, een heel klein beetje licht in haar ogen. Het zachte gerommel van boven was haar nog niet echt opgevallen, het was niet hard genoeg om haar bewustzijn te bereiken. Zijn hand die over haar wang streelde daarentegen, die wel. Ze bleef hem aankijken, haar blik niet vrolijker dan eerst. Lichtjes tilde ze haar kin op zodat hij beter bij haar gezicht kon. Ondanks alles, was dat nog steeds een prettig gevoel. Zacht sloot ze haar vingers om de zijne, hoewel ze zich nog steeds geen raad wist met het gevoel wat ze had. Moest ze erover praten met hem? Anders zou ze sowieso met haar humeur de middag verpesten. Misschien kon ze beter eerlijk zijn. Haar ademhaling stopte en ze kneep stijf haar ogen dicht. Een huivering trok door haar lichaam en haar lippen klemde ze op elkaar. Oh Lux. Niet nu. Geen onweer. Met snelle en trillerige ademhaling opende ze haar ogen weer, kon het niet helpen dat die geschrokken en licht angstig stonden. Ondanks dat haar gedachten nog steeds voortmaalden over de situatie van net, reageerde haar lichaam op haar instinctieve angst voor het onweer. Haar ogen vonden toen pas de zijne. Toen ze wilde reageren op zijn woorden dat het ‘maar onweer’ was, kromp ze opnieuw ineen. Verdomme. K*tonweer. Ze wilde helemaal niet dat het onweerde. Ze wilde hem zoenen. Ze wilde met hem praten. Ze wilde dit verschrikkelijke koude gevoel kwijt raken, ze wilde zich weer net zo gelukkig en geliefd voelen als net. Toen het onweer nogmaals de rust verstoorde en alle andere geluiden verstomde, legde ze haar handen in zijn nek en trok zichzelf tegen hem aan, probeerde zichzelf te kalmeren met het geluid van zijn hart, dat ze zo kon horen als ze met haar oor op zijn borst lag. ‘Kun je niet het geluid wegnemen? Voor ’t licht ben ik niet zo bang.’ Gelijk kneep ze haar ogen weer dicht. Geïrriteerd zuchtte ze om zichzelf. Nu moest ze ook nog haar debiele angst voor onweer uit gaan leggen. Sh*tzooi. Zachtjes murmelde ze, alsof ze niet wilde dat hij haar verstond, zich ervoor schaamde. ‘Het licht is gewoon een ontlading, die geleid kan worden door lichtmagie. Daar weet ik alle theoriën over en ga ik over drie weken ook een driedaagse cursus praktijk voor volgen. Maar het geluid dat bij onweer ontstaat, dat alles doet trillen en onverwacht je hele moment kan verscheuren, dat kan ik niet verklaren. Stom om bang te zijn voor iets wat je geen kwaad kan doen, ik weet het, maar ik kan er ook niks aan doen.’ Nogmaals zuchtte ze en ontspande toen iets meer tegen zijn borst aan, in zijn armen. Het koude gevoel was niet weg, maar het gebulder van de hemel wel. Nu zou ze tenminste normaal tegen hem kunnen praten, als ze dat wilde. Haar handen werden klam van onzekerheid, waardoor ze ze uit zijn nek haar en losjes om zijn schouders legde, met haar ene hand de andere vastpakkend. Haar ademhaling trilde al minder dan eerst en ook haar hartslag was weer iets tot rust gekomen, na het onweer. Dat nam niet weg dat het nu allemaal gewoon weer even hard opstartte. Niet uit angst, deze keer, maar uit onzekerheid. Nu moest ze. Van zichzelf. Haar buikspieren trokken zich samen en haar stem klonk onzekerder dan ooit. ‘Sam.’ Waarom ze zo vaak begon met zijn naam zeggen wist ze zelf ook niet, maar het voelde gewoon goed om zijn naam over haar lippen te laten komen. In tegenstelling tot de woorden die ze nu zou gaan zeggen. ‘Als ik iets… doe, wat je niet wilt…’ Moeilijke, ongemakkelijke stilte en het koude gevoel dat met elke hartslag door haar aderen gepompt werd alsof het ijswater was in plaats van bloed, ‘dan kun je dat gewoon zeggen.’ Haar woorden kwamen godzijdank iets normaler over dan ze zich voelde. ‘Het spijt me als ik dingen doe die je niet wilt, maar misschien als je me vertelt waarom…’ Haar gezicht was inmiddels knalrood en haar armen klemden zich stevig tegen hem aan zodat ze hem niet aan hoefde te kijken. ‘Dat ik het dan begrijp en er rekening mee kan houden?’ De vragende klank aan het einde van haar zin was niet zo bedoeld, maar de onzekerheid boog haar toon om. Haar ogen waren stijf gesloten en haar hart bonkte hart en snel het koude gevoel rond in haar lichaam. Ze beet op haar lip en hoopte dat hij gewoon met een normale, logische verklaring kwam voor zijn handelingen, al kon ze die zelf niet bedenken.
Xavier.
PROFILEPosts : 281
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Puffoon & Lucht Klas: Teaching the dumb pupils how to bend the lovely air. Partner: 'And she's all I need.
Onderwerp: Re: When it rains. di okt 25 2011, 19:47
Met een onderzoekende blik in zijn ogen keek hij naar haar, maar zei verder niks. Liet het tot haar bezinken, en sloeg haar reactie gade. Haar houding was zo afwezig, ze reageerde geen eens meer op zijn kus. Zijn zachte aanraken, zijn mislukte glimlach. Het leek geen eens meer tot haar door te dringen. De koelte in haar ogen vertelde hem eigenlijk al genoeg. ‘Myst?’ Vroeg hij zachtjes . Haar hoofd draaide zich langzaam weer om, richtte haar blik weer op hem. Maar uitleggen kon hij niet. Had er de woorden niet voor. Hoe kon hij haar vertellen, zonder dat ze hem voortaan aan zou kijken als een obsessieve randebiel, wat ze met hem deed bij zulke simpele aanrakingen? Hoe zijn huid brandde onder haar lichtte vingertoppen? Hoe hij nooit genoeg kreeg van haar zachte kussen? En dat was pas het begin. Zodra haar lippen het niet meer lieten zitten bij een simpele kus of een zachte streling, maar zijn huid beroerde of met zijn lippen speelde. Haar handen niet meer stilletjes lagen, haar vingertoppen niet meer zachtjes bewogen maar langs zijn hals gleden, zijn haren in, zijn huid masseerden of verdwenen onder zijn shirt. Hij vergat zichzelf. Vergat de rest. En wilde alleen maar meer. Want het brandde erger dan het heetste vuur, en woedde erger dan de heftigste storm die Puffoon ooit gekend had. Ze was verslavend, op een manier die verboden moest worden. En eenmaal toegegeven, zou betekenen dat hij zelf niet meer kon stoppen. Hij zou zich mee laten sleuren door haar liefde en zijne eigen verlangen. Zou de bezwaren niet meer opzij schuiven, maar domweg vergeten. Het was debiel wat voor effecten ze op hem had, wat ze met hem deed. Maar hij kon zich niet laten gaan, mocht zich niet laten gaan. Nu nog niet. Haar blik verhelderde weer enigszins, haar lippen krulden, met moeite, weer om. Hij glimlachte ook vaagjes terug, maar niet overtuigd. Haar ogen hadden de koelte overgenomen van de kleur, het zat haar dwars. Zacht streelde hij haar wang, probeerde zijn ogen de woorden te laten spreken die hij zelf niet kon vinden om te zeggen. Voorzichtig was haar aanraking, zacht maar aangenaam. Het was op dat moment dat moment dat een geluid zo hard dat enkel onweer het kon laten ontstaan zich door de hemel trok. Afgeleid had hij omgekeken, tot het geluid van haar hartslag. Zo onmogelijk nog meer aandacht trekkend dan het eerdere geluid. Hij keek naar haar om, zag haar bleke wangen en verwilderde ogen. De spanning duidelijk te lezen. ‘Myst?’ Had hij zachtjes gevraagd. Het licht van de bliksem reikte tot over heel Starshine Academy. Deed alles verbleken in zijn kleur. Myst veranderde voor enkele secondes in een spook, maar bij het verdwijnen van het licht kreeg zij haar kleur niet terug. Automatisch had hij gereageerd met de meest lompe woorden die je kon zeggen. Woorden die ze duidelijk op dat moment helemaal niet hoefde te horen. Maar toch, vroeg hij zich af, hoe kon een puur Novaanse zo'n angst ontwikkelen voor iets wat grotendeels bestond uit haar eigen magietak. Licht, met daarbij wat geluid. Niet dat hij daar naar ging vragen, hij had zijn lompe zegje voor vandaag wel weer gehad. Haar armen die naar hem reikte streelde hem. Automatisch legde hij ook stevig zijn armen om haar heen en trok haar, geheel overbodig; zij deed al het werk al, naar zich toe. Het voelde goed, haar zo vast te houden. Haar te troosten. Haar non-verbaal te vertellen dat ze niet bang hoefde te zijn. Dat hij haar zou beschermen. Zelfs tegen onweer. En fijnste was nog wel dat ze hem nodig had, zichzelf in zijn armen trok. Niets liever wilde hij dan dat. Op dat moment begon ze met spreken. ‘Maar natuurlijk,’ Stom ook, daar had hij zelf aan moeten denken. Ook al had hij er niet bij stil gestaan dat dat haar angst kon zijn. Kon zich namelijk niet indenken dat iemand bang zou kunnen zijn voor geluid. Maar ja, zou een vuurmagican kunnen indenken dat iemand bang was voor vuur? Met wat onverstaanbaar gemompel en een simpele beweging van zijn hand verstomde het geluid, zelfs de regendruppels vielen nu geluidloos neer op de tegels buiten de stal. De stilte keerde terug en Mufasa bromde opstandig. ‘Beter?’ Vroeg hij haar met een glimlach. Zijn glimlach werd breder bij het horen van haar spreken, haar al geheel uitgestippelde theorieën. Hij trok zich iets terug, legde zijn handen teder rond haar gezicht en kantelde deze omhoog. ‘En als ik je nou helemaal uitleg hoe het geluid ontstaat en je daarbij leer hoe je het kunt controleren en beheersen, zal dat ook je angst doen afnemen?’ Hij glimlachte, boog zich voorover en kuste licht haar lippen. Langzaam schoven deze over haar huid naar haar hals, streelden deze zacht tot weer omhoog. Sprak ondertussen. ‘Ik wil je daar ook wel een driedaagse cursus overgeven, beginnen we morgen oké?’ Hij trok zich weer terug en kuste zacht haar voorhoofd tussen haar lokken in. ‘Mij betreft veranderen we die driedaags in een oneindigdaags,’ Gewillig legde hij vervolgens zijn armen weer rond haar heen, hoger dit keer; rond haar schouders. ‘M-hm?’ Reageerde hij automatisch, glimlachte half in zichzelf bij het voelen van de fysieke verandering. Maar bij het horen van haar eerste woorden verdween zijn glimlach vanzelf. Verward nu wilde hij haar loslaten maar ze klemde zich zo stevig tegen hem aan dat het onmogelijk was om achteruit te stappen. Dus hoorde hij haar maar aan, zijn armen slapjes om haar heen. Tot dat eindelijk goed tot hem doordrong wat ze hem nou zei. ‘Myst,’ Onderbrak hij haar prompt. ‘Zo zit het helemaal niet,’ Zijn gevoelens waren gemengd. Ergens ongemakkelijk, maar ook vertederd door haar debiele, geheel onnodige zenuwen. Hij haalde een hand omhoog, legde deze rond haar gezicht en draaide deze zijn kant op zodat hij haar kon aankijken. Haar wangen waren rozerood, de blos waar hij zo gek op was. Alleen haar ogen stonden verkeerd, onzeker terwijl ze juist verlegen moesten staan of ondeugend. ‘Jij deed niks fout,’ Vertelde hij haar. Een klein glimlachje kroop omhoog, bemoedigend voor haar bedoeld. Het lukte alleen niet helemaal. Natuurlijk deed ze niks fout. Ze deed juist iets wat hij niets liever wilde. ‘Het is alleen...’ Ja. Hoe leg je dat uit. Dat hij er al een stijve van kreeg zodra haar handen verdwenen onder zijn shirt? Walgelijk. Zijn blik verharde enigszins maar kregen ook weer die verwarde, in zichzelf gekeerde blik die hij zo vaak had gehad op Nova of daarvoor. Haatte en verachtte zichzelf. ‘Ik weet niet hoever ik kan gaan,’ Zei hij uiteindelijk,. Zijn blik schoot weg, probeerde zichzelf weer enigszins bij elkaar te rapen. Het was nou niet bepaald het juiste moment om terug te vallen in zijn eeuwig durende strijd. Want zelfs nu hij met haar samen was, was hij er nog niet uit of het wel juist was. Maar of hij er nou uit kwam of niet, haar laten gaan kon hij al niet meer. Langzaam gleed zijn blik weer terug, kwam weer terug bij haar ogen en keek haar een tijdje aan. Haar blik lezend, kijkend wat hier uit viel te halen. Uiteindelijk zuchtte hij een diep, streelde zacht haar wang bij het weg halen van enkele lokken uit haar gezicht. Vergeet het, Leek zijn blik te willen zeggen. ‘Zullen we gaan zitten? Ik denk dat de regen nog wel even aanhoudt namelijk.’ Bij de hand leidde hij haar mee. Met een paar soepele polsbeweging schoof hij een gedeelte van het stro naar elkaar zodat ze niet op de koude tegels zouden zitten. Hij zelf ging eerst zitten, en op het moment dat zij ging zitten pakte hij haar heupen en trok haar bij zich op schoot. Zo dat ze zijwaarts voor hem kwam te zitten.‘Dus, een driedaagse cursus?’ Vroeg hij haar. ‘Daar had je nog niet over verteld,’ Zo luchtig mogelijk probeerde hij over te gaan op een ander onderwerp. ‘En dan moet ik het vertrouwen dat jij alleen naar Nova gaat en daar een beetje gaat lopen flikflooien met bliksem?’ Plagend keek hij haar met een opgetrokken wenkbrauw aan. Afgeleid draaide zijn hoofd weg bij het zien van een beweging in zijn ooghoeken. Het geluid had hij allang gehoord, maar hij had zichzelf afgeleerd om als een idioot op elk geluid te reageren. Mufasa slenterde naar hen toe, bromde een keer onduidelijk en zakte loom weer door zijn poten. Ongestoord legde hij zijn reusachtige kop op de benen van Myst en teder verscheen er bij hem een glimlach. Mufasa gromde nog een keer wat door moest gaan als spinnen toen Sam zijn hand op diens kop legde en door zijn gigantische bos met manen liet gaan en sloot zijn ogen. Mompelend kwamen er een paar onduidelijke Puffoonse woorden over zijn lippen waarop als reactie Mufasa zijn oren zijn kant op draaiden.
Mystralic Ere Oud-Lid
PROFILEPosts : 1079
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Licht, Nova. Klas: 4th. Partner: If all else perished, and he remained, I should still continue to be.
Onderwerp: Re: When it rains. ma okt 31 2011, 20:18
Niet? De sceptischheid van het onuitgesproken woord leek de lucht te vullen, nog erger dan hij al geladen was, met dit onweer. Met moeite glimlachte ze naar hem terug, een klein glimlachje dat in niets leek op haar normale, stralende Novaanse glimlach. De glimlach die bijna licht gaf, de glimlach die precies bij haar paste als ze werkelijk vrolijk was. Wat ze overigens vaak wel was, als ze met hem samen was. Een klein streepje van een frons vormde zich op haar voorhoofd terwijl hij een blik terug kreeg die ze niet graag zag. Ze herkende het precies, en gelijk schoten allerlei beelden van eerder door haar hoofd. Die eerste zoen, die zo’n verschrikkelijk misverstand was geworden. Zijn blik daarna. De blik die hij had als hij zichzelf verachtte om hun samenzijn. De blik die ze het liefst voor altijd wilde laten verdwijnen, maar ze wist dat het best nog wel eens even kon gaan duren voor hij het helemaal los kon laten. Hij had zich eroverheen gezet, zeker, maar het loslaten kon hij nog niet. Zo vaak twijfelde hij nog of het wel juist was wat hij deed. Te vaak. Diep in zijn hart moest hij toch ook wel weten dat het gewoon zo hoorde? Dat het gewoon zo moest zijn? Een beetje perplex staarde ze in zijn ogen, alhoewel hij haar niet meer aankeek. Ze had het kunnen weten. Hij maakte zich natuurlijk zorgen om háár. Hoe onlogisch het ook was, zij was juist degene die een stap verder was gegaan, snapte ze hoe hij zich voelde. Hij was natuurlijk… volwassen. Wetende van zijn relatie met Libby was hij vast geen maagd meer, en zij was natuurlijk nog… jong. Onbekend met andere dingen dan een simpele zoen. Niet dat ze het erg vond om verder te gaan met ontdekken, absoluut niet. Dat veroorzaakte hij natuurlijk gedeeltelijk, maar ook haar hormonen zorgden ervoor. Bovendien was dat op haar leeftijd toch best normaal? Gerustgesteld keek ze hem aan, niet goed wetend hoe ze er op moest reageren. Dus uiteindelijk schonk ze hem maar een klein glimlachje, hopend dat hij daarmee genoegen zou nemen. Ze knikte, toch wel blij om dat… wat zwaardere onderwerp achter zich te laten, toen hij voorstelde om te gaan zitten. Ze wilde haar tijd met hem niet verspillen met praten over moeilijke dingen, liever genieten van de makkelijkere en betere dingen. Ze keek achterom toen hij haar op schoot trok en liet zichzelf toen glimlachend en wat zachter zakken, om niet zijn benen te verpletteren. Ze keek hem vrolijk aan toen hij tegen haar begon te praten en haar ogen schitterden toen hij naar de cursus vroeg. Ze keek quasi-beledigd toen hij zijn opmerking gelijk erachteraan maakte. ‘Ach, ik vertrouw erop dat de mensen die het ons leren goed genoeg zijn om ons heel te houden, denk je niet? En het is ook wel goed voor me om mijn niveau lichtmagie weer een beetje op te krikken, gezien ik op deze school alleen maar aan andere soorten magie werk.’ Even keek ze hem bedenkelijk aan waarna ook haar blik meeschoof naar Mufasa. Sam’s blik volgde Mufasa echter, maar de hare bleef even afwezig hangen terwijl zich langzaam een klein, ondeugend glimlachje om haar lippen vormde. Pas toen het beest zijn kop op haar benen legde keer ze ernaar, haar ogen nu ook ondeugend. Nog even bleef ze toekijken hoe Sam zacht met zijn hand over de kop van het beest gleed, maar uiteindelijk was haar geduld op. ‘Sorry Mufasa.’ Mompelde ze onduidelijk waarna ze voorzichtig haar benen onder hem vandaan trok zodat hij niet met een klap op de grond zou belanden met zijn hoofd. Ook zij streelde zachtjes, en voorzichtig, even met haar hand achter zijn oor waarna ze haar ene been naar zich toe trok, achterover leunde en aan de andere kant naast Sam legde. Precies zo dat ze op zijn bovenbenen zat, haar lichaam bijna tegen het zijne aan. Ze ontweek keek hem heel kort aan, de vlinders in haar buik onderdrukkend. Één hand legde ze teder op zijn kaak terwijl ze de andere om de rand van de hals van zijn shirt vouwde en zichzelf daarmee tegen hem aantrok. Haar lippen bracht ze naar zijn oor, waarna ze zacht begon te fluisteren. ‘Misschien kun jij ook wel een drie daagse cursus gebruiken. Je minder zorgen maken, bijvoorbeeld.’ Zei ze, waarna ze zacht haar lippen in zijn hals drukte. Langzaam drukte ze een lijn van kusjes van het onderaan zijn hals naar het holletje achter zijn oor. ‘Of, ontspannen.’ Ging ze verder, terwijl haar hand van zijn kaak naar beneden gleed en vervolgens zacht de spier tussen zijn nek en schouder masseerde. Een vrouwelijk lachje was te horen, dat was onvoorspelbaar over haar lippen gekomen. Waarschijnlijk was dat een van de vele effecten die Sam op haar had, dat ze zich meer volwassen voelde dan normaal. ‘Of genieten,’ vrolijk liet ze haar wijsvinger een spoor trekken van zijn schouder naar het laagste punt van zijn hals en vervolgens terug. ‘Of iets meer vertrouwen in je vriendin hebben, dat ze heus haar grenzen wel aan kan geven,’ Zei ze, met een licht suggestieve ondertoon. Even bracht ze haar hoofd terug om hem nadrukkelijk aan te kijken, waarna ze langzaam dichterbij kwam en haar ogen sloot. Plagerig liet ze haar lippen een keer over de zijne glijden, zonder hem echt te zoenen. ‘Hmm?’ Het was een vragend geluid, hoewel het meer om bevestiging vroeg dan een echt antwoord. Ze streelde met haar lippen over zijn jukbeen terug naar zijn oor, helemaal opgaand in haar spelletje. Ze nam het bovenste puntje van zijn oor tussen haar lippen en gleed langzaam naar beneden. Vervolgens drukte ze haar lippen weer tegen zijn oor aan en fluisterde verder. ‘Of een cursus kaak, mond en lipspieren, die kan ook wel iets langer zijn dan drie dagen, als je dat graag wilt.’ Deze woorden klonken nog suggestiever dan de vorige. Wat strakker trok ze zichzelf tegen hem aan, haar hele romp van kruis tot borst. ‘Alhoewel…’ Haar stem klonk een beetje twijfelend, maar de glimlach erin was onmiskenbaar. ‘Ik denk niet dat je die heel hard nodig hebt. Volgens mij scoor je op dat gebied wel redelijk goed. Misschien met iets meer praktijkoefening…’ Haar hart ging al een tijdje wild tekeer in haar borst, maar ze had het proberen te negeren. Het was leuker om het moment zo lang mogelijk te rekken, alhoewel haar lichaam op het moment helemaal tintelde van het verlangen naar zijn lippen, naar zijn zoen. Langzaam trok ze haar hoofd terug en keek ze hem aan, niet in staat het verlangen te verbergen. Haar handen trilden ervan toen ze deze beide weer op zijn kaken legde. Langzaam trok ze een wenkbrauw naar hem op, die goed paste bij de uitdagende ‘kus me dan’ uitdrukking in haar ogen. ‘Eventueel… wil ík je proefpersoon dan wel zijn.’ Ging ze door, haar stem steeds uitdagender. ‘Ik weet over het onderwerp dan waarschijnlijk minder dan jij en heb ook minder persoonlijke ervaring, maar misschien is dat juist goed voor de praktijkoefening?’ Ze keek quasi-vertwijfeld in zijn ogen terwijl ze met haar handen ervoor zorgde dat hij niet naar haar toe kon buigen. ‘En ik wil je zelfs morgen, en overmorgen, en de dag daarna, en waarschijnlijk volgende week en volgende maand en misschien zelfs wel volgend jaar ook nog wel helpen.’ Subtiel probeerde ze de bal terug te kaatsen die hij had gemaakt met zijn opmerking over een ‘oneindigdaagse’ cursus. ‘Oké?’ Zei ze, terwijl ze héél langzaam naar hem toeboog, lichamelijk en geestelijk niet meer in staat om het moment nog langer te rekken. Haar handen gaven hem nog steeds geen vrijheid terwijl ze zacht een kus op zijn lippen drukte. Even trok ze zich terug, lachte kort en drukte vervolgens haar lippen feller op de zijne. Haar handen gleden door zijn haren in en stevig drukte ze haar lichaam tegen het zijne terwijl haar lichaam baadde in het genot van verlossing, verlossing van al het opgebouwde verlangen.
Xavier.
PROFILEPosts : 281
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Puffoon & Lucht Klas: Teaching the dumb pupils how to bend the lovely air. Partner: 'And she's all I need.
Onderwerp: Re: When it rains. di jan 10 2012, 16:58
Ach, het klopt niet helemaal meer met onze verhaallijn misschien. But I don't care. Sorry Don, echt waar x3x
Vragend keek hij op naar Myst op het moment dat ze Mufasa bij hen vandaan duwde. Ergens ver weg stiekem een beetje teleurgesteld haalde hij zijn hand uit Mufasa zijn manen die iets beledigend gromde maar toen net zo goed zijn kop naast hen neerlegde. Hij keek Myst aan, en op het moment dat ze haar ogen in de zijne haakte was hij alweer vergeten dat zijn hand zonet nog op Mufasa z'n kop had gelegen. Hij slikte om de droogheid in zijn keel te smeren op het moment dat ze haar hand rond zijn kaak legde en haar vingers zich rond de rand van zijn shirt sloten. Ongewild kroop er een glimlach omhoog bij het zien van de iets ondeugende twinkeling in haar ogen. Hij deed niets, liet haar over zich heen komen en probeerde zijn enthousiast kloppende hart te beheersen. Negeerde het opgewonden gevoel wat huiverend door hem heen trok op het moment dat hij vlinderlicht haar lippen zacht langs zijn oorschelp voelde strelen. Hij moest luisteren. Wilde haar woorden horen. Mocht niet bedwelmd raken onder haar aanrakingen. Maar het was verdomd lastig om zijn concentratie erbij te houden en de betekenis van haar zeggen tot hem door te laten dringen. Want haar lippen, die zacht langs zijn oor gingen, konden zoveel meer heerlijks doen. En het was zo ontzettend gemakkelijk om weg te dromen en te fantaseren... Concentratie. Zodra hij hoorde wat ze zei, toen hij het begreep, kroop er langzaam een grijns over zijn gezicht en legde licht zijn handen op haar heupen. Tergend langzaam liet hij zijn handen van haar heupen naar haar rug glijden, verder, totdat ze rond haar heen lagen. Langzaam, zodat hij er de controle over kon houden en besefte wat hij deed. Want één beweging teveel en hij bezweek onder de zachte, heldere stem die fluisterend te horen was in zijn oor. De warmte in haar woorden duidelijk te horen. Het speelse, waarmee ze hem zover probeerde te krijgen. Hij kon er niks aan doen, op het moment dat haar zachte lippen zijn hals raakten ontsnapte er onwillekeurig een lichte kreun en zijn ogen sloten zich. ‘Myst,’ Gelijk schoten zijn ogen weer open. Zijn stem klonk harder, beheerst. Wilde zich niet mee laten sleuren in haar spelletje. Haar spelletje wat ze zo gemakkelijk kon winnen. Maar zodra haar vingers geoefend zijn hals begonnen te masseren was het te verleidelijk om haar te stoppen. En masseren was iets wat hartstikke onschuldig was, dat kon toch geen kwaad? ‘Ik geniet al genoeg van je,’ De woorden leken meer tegen zichzelf dan als reactie op haar bedoeld. Alsof hij zichzelf wilde herinneren aan zijn eigen afspraken. Maar ondanks zijn woorden liet hij verslagen zijn hoofd achterover zakken totdat deze steun vond bij de muur. Alsnog fronste hij lichtjes bij het horen van haar volgende woorden. Had deze niet zien aankomen en keek daarom wat raar. ‘Daar heb ik ook wel vertrouwen in,’ Hij wilde er over nadenken, wilde weten wat ze ermee wilde zeggen. Maar zodra zijn huid haar lippen weer voelde deed ze de wil verlammen. Waarom nu, als het ook op een ander moment kon? Nu had hij iets veel beters te doen. Namelijk genieten van Myst, en het verlangen naar meer waarvan hij wist dat het beantwoord zou worden. Gefrustreerd vlogen zijn ogen weer open bij het voelen van Myst die zich terugtrok. Licht geïrriteerd keek hij haar aan terwijl hij duidelijk zijn lippen nog voelde na tintelen. Deze hadden meer verwacht dan alleen een … ja, een wat? Ze had hem geen eens gekust. Bij het voelen van haar lippen die de lijn van zijn kaak volgde raakte hij weer iets afgeleid, maar toch bleef hij iets geïrriteerd. Het was allemaal wel heel fijn, maar hij wilde meer. Wist dat ze beter kon. Dat ze net op het punt had gestaan om hem te zoenen, of hem in ieder geval te laten dénken dat ze hem zou zoenen. ‘Heb je énig idee,’ Begon hij zachtjes, nadat ze heel subtiel, kuch, begon over haar aangeboden cursussen. ‘Hoe onéérlijk-’ Hij werd afgekapt op het moment dat Myst zichzelf totaal tegen hem aandrukt. Alles. Letterlijk. Tegen hem aandrukte. Het was overduidelijk dat heel zijn hoofd totaal leeg viel en hij een kort moment nodig had om zichzelf te hervatten. Hij slikte. ‘Je bezig bent.’ Maakte hij zijn zin zwakjes af. ‘Hmm?’ Kon hij alleen nog maar uitbrengen toen ze weer wijzigingen begon aan te brengen aan haar eigen woorden. Hij probeerde zich te herinneren waar het gevoel vandaan kwam dat hij hier zo op tegen was. Dat een stemmetje in zijn hoofd vertelde dat hij enigszins afstond moest gaan nemen voordat het uit de hand liep. Maar het lukte hem niet. Kon geen enkele goede reden bedenken. Want bij Barl, waarom zou hij haar in gódsnaam van zich af willen duwen? ‘Denk je dat?’ Mompelde hij zachtjes, kon geen betere reactie verzinnen. Zijn hoofd sijpelde langzaam leeg, totdat enkel zij overbleef. Haar handen. Haar lippen. Haar stem. Haar zachte, geile, fluisterende stem. Zo dichtbij... Zijn handen gleden vanaf haar rug langzaam naar beneden, verder naar beneden. Gewillig volgden zijn handen de ronde vormen. Kropen hierna weer omhoog over haar rug. Ontspannen leunde zijn achterhoofd nog tegen de muur op het moment dat ze zich terugtrok, haar blik in de zijne haakte. Hij kon het niet helpen dat zijn warmbruine ogen het zelfde verlangen uitstraalde als haar blik. Lichtjes kwamen zijn lippen van elkaar op het moment dat ze haar handen rond zijn kaak legde. Zijn ogen twinkelden lichtjes van plezier op het moment bij het zien van haar iets arrogante uitdrukking. Eén mondhoek trok zich iets omhoog in een kleine, schuine, charmante glimlach. ‘Wat aardig van je,’ Mompelde hij zachtjes terug met de zelfde speelse blik. ‘Hmm,’ Liet hij zachtjes, bedenkelijk horen. Zijn blik zakte af omlaag, bleef hangen op haar lippen. Het werd, als het nog kon, nog vager in zijn hoofd. Alles één grote blur. ‘Steek jij er ook gelijk wat van op,’ Lichtjes wreven zijn eigen lippen nog een keer over elkaar, bevochtigde ze, om zich hierna naar haar toe te kunnen buigen. Enkel waar hij niet op gerekend had was Myst die hem zou tegen houden. Verbaasd en ergens ook geïrriteerd vloog zijn blik weer omhoog. Maar bij het horen van haar woorden verscheen zijn onbewust charmante, kleine glimlach weer. ‘Ook al zou je het niet willen,’ Murmelde hij. ‘Denk maar niet dat je zo makkelijk van me af komt,’ Speels schitterende zijn ogen bij zijn woorden. Langzaam, bij het zien van haar lippen die dichterbij kwamen, zakte zijn blik weer omlaag. ‘Ik zou je achtervolgen,’ Mompelde hij langzaam, zonder haar aan te kijken. ‘Je gevangen nemen.’ Voelde de warmte van haar strelende ademhaling. Haar traagheid maakte hem gek. ‘En je dwingen,’ Fluisterde hij nog zachtjes, vlak voordat haar warme lippen zich tegen de zijne drukte en eindelijk, eindelijk, het brandende verlangen deed beantwoorden. Zijn enige obsessieve verslaving. Had het nooit gewild, maar kon nu niet zonder meer. Maar juist op het moment dat hij met zijn lippen speels naar die van haar hapte trok ze zich weer terug. Keek hem nog één keer aan, lachte naar hem, haar overheerlijke, geweldige, fantastische, hem gelukkig makende lach, en gaf zich vervolgens geheel aan hem over. Hij kon er niks aan doen. Zijn reactie kwam niet van hemzelf. Tenminste, hij deed het wel, maar had er totaal geen controle over. Zijn armen wikkelden zich rond haar heen en trokken haar dichter tegen zich aan dan mogelijk was. Met Myst zoenen, was één van die onwerkelijke dingen die enkelen maar ervoeren. Wetend dat zo'n liefde nauwelijks tot niet voor kwam. Natuurlijk had hij eerder liefde ervaren. In kleine en in grotere mate. Maar dit, dit ging verder dan liefde. Zijn gevoel voor Myst was niet te omschrijven als liefde. Liefde was fijn, soms ongemakkelijk, maar verder oké. Dit. Dit ging veel verder dan dat. Wat hij voor Myst voelde was een obsessieve, gestoorde drang waarbij hij onomstotelijk en onherroepelijk alles voor haar wilde doen, alles voor haar wilde zijn, en enkel zelf zou kunnen leven met het idee dat zij gelukkig was. Naast die drang om continu rond haar heen te cirkelen zodat hij los rond vliegende of uiterst voorzichtig exact gerichte kogels op kon vangen, was er ook nog dit vuur. En dat is nog lastiger te omschrijven dat die onontkoombare drang. Dit vuur was niet als tastbaar vuur, het element wat de Razianen konden beheersen. Geen enkel persoon, geen enkel almachtige, kon dit vuur beheersen. Want dit vuur, wat nu op zijn heetst brandde diep in hem, deed hem doen op het moment wat hij nu deed. Het was dit vuur wat hem overstag had doen gaan om toch samen met haar te zijn. Het vuur wat hem had gedwongen haar te zoenen, haar vast te houden en te koesteren. Het was het brandende, overheerlijke, strelende vuur waar hij verslaafd aan was. En enkel zij kon dat gevoel bij hem oproepen. Het brandde als een allesvernietigend vuur in hem en deed de rest uitschakelen, deed hem handelen zonder geweten. Liet haar nu op de grond drukken, haar rug in het zachte stro, met zijn lippen strelend over haar nek. Zoekend naar een plek om haar te zoenen. Om van elk stukje ontblootte huid te kunnen genieten. En het koste hem al zijn wilskracht, meer dan dat, om zichzelf te herinneren aan zijn eigen afspraken. Want er kwam maar één ding hoger op de prioriteiten lijst dan dit overheerlijke vuur. En dat was Myst zelf. Wat hij voor haar het beste achtte. Hij had afspraken. Zijn ademhaling kwam als een bezetene over zijn lippen op het moment dat ze loskwamen van haar huid. Staarde voor zich uit met opengesperde ogen en zag enkel Myst haar hals, van heel dichtbij. Het besef had met een mokerslag in geslagen. Met moeite tilde hij zijn hoofd op, drukte zichzelf verder omhoog door middel steun te zoeken met zijn elleboog. ‘Myst,’ Klonk het nogal vermoeid. Zacht zuchtend zakte zijn ogen af naar haar lippen. ‘Je bent echt vreselijk.’ Vertelde hij haar vervolgens. Keek haar weer aan in de ogen. ‘Heb je dan geen idee wat je doet? Je neemt al mijn zelfbeheersing weg. Doet het oplossen in het niets.’ Vertelde hij haar. Zag haar glimlach, het teken dat ze zijn woorden eigenlijk alleen maar leuk vond, en keek geërgerd. Zijn ogen rolden lichtjes weg op het moment dat ze hem tegensprak. Hij rolde van haar af en kwam naast haar neer in het stro, ‘Ach,’ Reageerde hij gespeeld luchtig op haar. ‘Verkrachting kan er ook nog wel bij. Als ze er toch ooit achter komen beland is sowieso in de bak,’ Hij liet het toe dat ze, koppig als ze was, weer boven op hem rolde, maar keek wel weg. Keek pas toen ze weer sprak en ze met haar hand zijn kin haar kant op draaide. ‘Je snapt toch wel dat het daar helemaal niet om gaat? Deels, misschien, maar lang niet alles.’ Reageerde hij op haar. Geërgerd zuchtte hij toen ze, natuurlijk, door vroeg. ‘Het hoort niet Myst, het mág niet. Ik hoor al helemaal niet met je samen te zijn, laat staan meer doen dan een beetje zoenen. Al dit gerollebol in het stro gaat al te ver!’ Op het moment dat ze tegen hem in wilde gaan rolde hij hun weer om, zodat hij opnieuw boven op haar lag en haar aan kon kijken. ‘Dat weet ik Myst, ik weet heel goed dat jij denkt dat je zelf beslissingen kan maken. Maar het mág niet. Het kán niet. Ik ben 25. En op moment als dit... Ik verlies totaal de controle. Het gaat hier niet om hoever jíj hier wilt gaan... Ik weet niet hoever ík kan gaan.’ Dringend keek hij haar aan, totdat op een gegeven moment zijn eigen blik brak en je duidelijk de zelfwalging kon zien. Zonder iets te zeggen rolde hij zich weer van haar af en kwam dit keer gelijk overeind. Keek van haar weg. ‘Op Nova begrijpen ze het misschien, Myst. Ze zullen het na een tijdje accepteren, eraan wennen enzo... Maar op Puffoon... daar is het anders. Je kent mijn thuisplaneet niet. Je weer niet hoe hier bij mij thuis op gereageerd wordt.’ Je hoefde op dit moment zijn ogen niet te zien om te weten hoeveel verdriet hierin te zien viel, de toon van zijn stem zei al genoeg.
&JA IK GODMOD o3o Don't care. behalve als je d'r echt heel erg meezit ofzo D:
Mystralic Ere Oud-Lid
PROFILEPosts : 1079
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Licht, Nova. Klas: 4th. Partner: If all else perished, and he remained, I should still continue to be.
Onderwerp: Re: When it rains. zo jan 29 2012, 22:54
If you’re breaking some rules… I’m breaking some more >=D
Genietend van het feit dat uit zijn handelingen duidelijk voortvloeide hoe sterk hij naar haar verlangde, liet ze zich achteroverdrukken, het stro in. Nog nooit eerder had ze hem zo uit zijn zelfbeheersing gekregen, nog nooit eerder had hij zo zijn verlangen laten blijken. En damn, het voelde goed om zo begeerd te worden. Het voelde verdomd goed. Behalve de gons van haar hartslag in haar oren, waren het krakende stro en hun hijgende ademhalingen de enige geluiden in de stal die ze kon horen. Genietend legde ze haar hoofd achterover terwijl hij met zijn lippen de huid in haar hals beroerde. Hem proberend nog verder aan te moedigen gleden haar handen verlangend over zijn rug, de stof van zijn shirt in haar ene hand grijpend, terwijl de ander weer omhoog gleed naar zijn haren. Toen zijn lippen loskwamen van haar huid, wat ze aannam dat een adempauze was, opende ze haar ogen weer en zocht de zijne op. Een lichte angst overspoelde haar toen ze de klank van zijn stem hoorde. Hij was niet meer in de staat van extase waar ze hem met zoveel werk in gekregen had. Nee, hij was weer helemaal Sam. Zucht. Haar blik werd evenals vermoeid terwijl ze naar hem luisterde. De blos die al op haar wangen stond werd zo mogelijk nog donkerder, en haar ogen licht verlegen. Toch kon ze de glimlach niet verbergen, toen zijn woorden haar kortstondige victorie bevestigden. ‘Was het maar zo. Dit,’ ze maakte een handgebaar naar zijn houding, omhoog gedrukt dus, ‘lijkt me toch echt zelfbeheersing.’ Met moeite probeerde ze de afwijzing die haar van binnenuit probeerde over te nemen weg te drukken, omdat ze wist dat het niet was dat hij niet met haar wilde flikflooien. Dat moest ze onthouden. Toch leek dat koele gevoel van afwijzing steeds erger te worden, een grote golf nieuwe kou toen hij zichzelf van haar af rolde. Even staarde, zich herstellend, in het niets, maar toen hij zulke harde woorden sprak, werd haar blik toch weer naar hem toe getrokken. Zijn houding zorgde voor nog een akelig gevoel, namelijk het gevoel dat híj ongelukkig was. Dat was nog erger dan haar persoonlijke verdriet om zijn afwijzing. Dat was haar probleem. Dit was zijn probleem, en ze wilde niet dat hij problemen had. Helaas wist ze ook maar al te goed dat haar hele bestaan een probleem voor hem was, een te verleidelijk zestienjarig meisje waar hij smoorverliefd op was, zorgde helaas voor een leraar voor een hoop problemen. Eigenlijk zorgde het sowieso bij een volwassen man voor een hoop problemen, maar uiteindelijk zou het wel geaccepteerd worden, als mensen zagen dat de liefde tweezijdig was. Hoewel natuurlijk niemand wilde dat hun nog niet eens meerderjarige dochter met een vrij volwassen man een relatie onderhield. Maar het zou goed komen. Net als het met hun goed zou komen. Dat moest gewoon. Dus ging ze niet opgeven. Ze zette zich af en rolde deze keer bovenop hem, haar benen om hem heen en de strootjes in het rondvliegend. ‘Ik houd van je, Sam. En hoe jong je me ook vind, ik verlang naar je.’ Hij negeerde haar. Eigenwijs draaide ze zijn hoofd, liefdevol haar vingers rond zijn kind sluitend, weer zo dat hij haar wel aan moest kijken. Haar ogen knepen samen bij zijn antwoord, wilde niet dat hij daarmee zat. Dus hield ze zichzelf voor de domme en ging ze door. ‘Waar draait de rest dan om?’ Ze kon het niet helpen dat haar stem licht beschuldigend klonk, want zo ervoer ze het ook. Hoewel ze zijn motieven begreep kon ze niet accepteren dat hij zich er niet overheen kon zetten. Het gekwetste gevoel trok de kleur uit haar gezicht. Ze voelde zich eigenlijk nu best ongemakkelijk, nu hij zo luidkeels liep te verkondigen waarom hij niet allemaal wel niet goed vond. Hoewel ze niet onaardig wilde zijn kon ze niet helpen dat er een snauwende reactie uit haar mond kwam, ‘Maar ik kan-’, tot hij werd onderbroken om dat hij weer bovenop haar rolde. Ze verroerde zich niet, liet het over haar heen komen. Zijn felle woorden, zijn dringende ogen en zijn tweestrijdige houding. Haar ogen werden licht waterig bij zijn laatste woorden, ook omdat ze eigenlijk geen idee had wat ze ermee aan moest. Nog steeds keek ze hem aan toen hij zijn houding verloor, in zijn ogen precies te lezen was wat hij werkelijk voelde. Ontredderd door de verboden liefde die hij voelde leek hij een gebroken man, terwijl hij overduidelijk zichzelf verachtte voor het feit dat hij zo naar haar verlangde. Dat hij van haar af rolde merkte ze niet eens, die blik op haar netvlies gebrand. De blik die zo’n beetje precies het tegenovergestelde was van de blik die hij vijf minuten geleden nog gedragen had. De verlangende blik, terwijl ze hem probeerde te verleiden dingen te doen die ze nog niet gedaan hadden, probeerde hem te triggeren verder te gaan dan hij van plan was geweest. En hij had werkelijk gekeken alsof hij het prima had gevonden. Alsof hij er helemaal klaar voor was geweest om hier en nu een einde te maken aan het brave gedoe. Het was lastig om met die twee tegenstrijdige personaliteiten in één man om te gaan. Blijkbaar kon hij sneller switchen dan zij. Pas toen hij verder sprak kwam ze los uit haar gedachten, drukte zich ook overeind en keek naar zijn rug, luisterend naar zijn woorden. De pijn die hij voelde bij de afkeuring van zijn planeet, zijn thuis, voor zijn liefde, het meisje aan wie hij zijn leven wilde wijdden. Ook dit snapte ze natuurlijk, ook zij had het als zwaar ervaren dat haar vader zo’n hekel leek te hebben aan Sam. Maar voor haar had het feit dat ze samen zouden zijn, al was dat dan in het geheim, ook gelijk de beslissing geweest om op te geven dat de rest van de wereld haar leven goedkeurde. Als ze alle regels zou breken, zou dat haar niet meer uitmaken, zolang ze maar met hem samen kon zijn. Als haar beste vrienden haar keus zouden verachten zou ze die vrienden niet langer als vrienden ervaren, omdat ze niet konden zien wat Sam met haar deed. Hij was niet gewoon haar eerste relatie. Hij was ook haar laatste. Hoewel ze nog zo in de bloei van haar leven was, kon ze niet ontkennen dat Sam de liefde van haar leven was. Anders dan ze de liefde voor Laurens had gevoeld. Omdat ze van nature zo’n passioneel persoon was had ze dat ook als heftig ervaren, maar niet zoals dit. Ze kwam verder omhoog, op haar knieën, met maar één missie voor ogen. Zorgen dat hij weer die lieve, verlangende Sam van net zou worden. Dat hij zich weer onbezorgd door haar zou laten zoenen en vasthouden, en wie weet wat meer. Maar dat ‘meer’, zou lastig worden als hij zo bleef doen. Van nature wilde ze hem een schuldgevoel aan gaan praten. Hoewel ze wist hoe oneerlijk dat was, tegenover hem, hij, die alles voor wilde doen, wist ze ook geen andere tactiek om hem over te halen. Om hem over te halen in ieder geval gewoon weer normaal tegen haar te doen, alsof hij haar vriend was. Wat hij natuurlijk ook was, maar dan in het geheim. Ze sloot haar ogen en liet het gekwetste gevoel los. Het was erger dan ze had gedacht, ze had het makkelijk onderdrukt. Maar nu voelde ze gelijk weer de tranen in haar ogen prikken, haar buik samentrekken en haar handen trillen. Ze wist niet hoe ze het anders moest doen. Dus dan maar zo. ‘Dus je vind de mening van anderen belangrijker dan mij?’ Ze wist dat het een drogreden was, maar zo had ze in ieder geval zijn aandacht. Ze wendde haar ogen naar haar handen, proberend nog verstaanbaar over te komen, ondanks het trillen van haar stem. ‘Want je beseft wel, hoe het voelt…’ Ze slikte moeizaam en kon de woorden niet vinden om te zeggen wat ze hem duidelijk wilde maken. Uitdrukken wat ze werkelijk voelde wanneer hij haar zoende was onmogelijk met woorden, en ze hoopte dat hij dat wist. Dus zei ze maar gewoon de droge feiten. ‘Hoe het voelt wanneer ik me mee laat sleuren in mijn verlangen voor jou, omdat ik denk dat jij het ook wilt, en je me dan elke keer afwijst? Kan je je daar iets bij voorstellen?’ Heel kort wendde ze haar blik op, keek ze hem aan met een blik die meer zei dan alle woorden die ze kon zeggen. Daarna wendde ze die weer af, hem de pijn besparend waarvan ze wist dat ze hem die deed. Maar hij deed haar ook pijn. ‘Ik wil dat je me aanraakt, Sam. Ik wil dat je met me doet wat je wilt doen. Ik wil niet het gevoel hebben dat ik mezelf aan je op moet dringen om te zorgen dat jij ook maar een fractie van een seconde loslaat.’ De woorden kwamen nu makkelijker, zekerder. ‘En je zegt het nota bene zelf!’ Ging ze verder, terwijl ze nu naar hem toe kroop om toch weer op zijn schoot te gaan zitten. ‘Sinds we besloten hebben akkoord te gaan met onze liefde, de morele regels te breken die daarvoor gelden, dan doen we het toch al fout.’ Ze keek hem nu serieus aan, maar daaronder viel het smekende verlangen nog te lezen. ‘Verkrachting zou ik het niet noemen, tenzij je bedoeld dat ik jou verkracht.’ Ze trok een wenkbrauw naar hem op, om hem duidelijk te maken dat hij overdreef en om nog een klein beetje de humor erin te houden. ‘Elk moment dat we samen zijn, zijn we fout bezig. Geef het op, Sam. Het zal nooit goed zijn. Rompere l'ultima regola con me.’ De laatste woorden waren niet meer dan een onzekere fluistering, woorden die ze hem nooit zou durven zeggen als ze wist dat hij ze volledig zou begrijpen. Misschien had hij nu wel een idee, maar hij zou nooit weten dat ze zo egoïstisch zou zijn om werkelijk zo oppervlakkig te denken en dat aan hem te vragen. Uiteindelijk keek ze met betraande ogen naar hem op, haar handen op zijn borst zettend en hem daarmee achteruit duwend, tot hij in het stro lag. Ze bleef hem enkele seconde aankijken voor ze langzaam haar hoofd liet zakken en haar lippen eenmaal vragend over de zijne liet gaan, hopend dat hij haar zou beantwoorden. Haar ene arm ondersteunde haar gewicht en de ander lag trillend op zijn kaak. Zodra hun lippen van elkaar loskwamen, beantwoordde ze zijn woorden van eerder. ‘Je kan zover gaan als je wilt gaan.’ Haar ogen bleven gesloten waarna ze weer zacht en onzeker haar lippen op de zijne drukte, hopend dat hij wist hoezeer ze hem nodig had, dat ze dit op deze manier deed.
MYST IS EEN VALS KRENG :3 Do whatever you please, als je wilt reageren dan mag dat. Heb je geen zin, doe het dan vooral niet xD
Volledig in het thema van Valentijn staan er twee Events op het programma van de site. Beide zullen van start gaan vanaf 14 februari, dus houd de site zeker goed in de gaten.
Cupid Hearts: Verras vrienden of in game characters met een vrolijk hartje deze Valentijn. Met of zonder lief berichtje eraan vast. Anoniem of juist niet. Stuur je hartjes naar het account van Alpha.
Valentine's Dance:Vanaf 14 februari zal de grote zaal van de school omgetoverd worden tot een danszaal vol met eten, drinken en live muziek. Iedereen is welkom om aan dit algemene topic deel te nemen.
WINTER
Tijdens de winter is het terrein van de school in diepe rust. De meeste dieren zijn onvindbaar verscholen en de ijzige wind houd ook de leerlingen binnen. De perfecte tijd om met een kop warme choco naar de vallende sneeuw te kijken.