Soms had je van die dagen dat alles en iedereen je mateloos irriteerde. Dat je die ander het liefste de grond in zou willen stampen. Diens ogen er uit zou willen lepelen en dan tergend langzaam en voorlijk pijnlijk een einde aan het leven van die ander willen maken. Wel. Zo voelde zij zich altijd. Vier en twintig uur per dag. Zeven dagen in de week. Tweeënvijftig weken in het jaar. Altijd. En ze kon het zich ook niet herinneren dat het ooit anders geweest was. Met een luide, geërgerde zucht gooide ze haar tas over haar schouder. Slenterde door de drukke schoolgang. Drukte. Giechelende barbiemeisjes. School. Vreselijk. Maargoed, ze had geen keuze. Als het op discipline een tradities aan kwam was haar vader baas boven baas. Hij had een goede naam op Shadra en dat ging hij echt niet door zijn dochter laten verpesten. En aangezien zij de oudste was geweest van een gezin met drie kinderen was ze in zijn ogen het belangrijkste. Het had zo zijn voordelen. Het oogappeltje van vader zijn. Een sluwe grijns krulde haar lippen. Toch dacht hij dat ze het allemaal niet aan kon. Natuurlijk. Hij zou het nooit laten merken wanneer hij trots op haar was. Wanneer ze iets goed deed werd ze nooit geprezen. Anderzijds. Was ze haar ouders er dankbaar voor. Dat ze op die manier geen zielig, zwak kuikentje was geworden dat niets kon leiden. Nee. Ze wilde op eigen benen staan. Zou zeggen wat ze wilde. Doen wat ze wilde. Gaan en staan waar ze wilde. Maar zou respectvol tegenover haar meerderen blijven. Want dom was ze zeker niet. Een lok van haar ravenzwarte haar streek ze achter haar oor. Een ieder die te dicht in haar buurt kwam of in de weg liep kreeg een ijskoude blik toegeworpen. Ze was nou eenmaal niet met vriendelijkheden op gegroeid en had die ook zeer zeker niet nodig. Twee ijsblauwe keken strak voor zich uit, wachtend op dat andere paar ogen dat die van haar zouden kruisen. Ze hoorde het wel. Het gefluister. Zou er vast wel bijhoren als je nieuw op een school was. Het was immers haar eerste dag hier. Wie in haar klas zaten, wie er hier op school zaten. Het boeide haar allemaal helemaal niks. Ze was hier voor zichzelf en niemand anders. Voor een seconde of drie sloot ze haar ogen. En wanneer ze die weer opende zag ze dat het te laat was en vol op tegen een ander aan knalde. ”Kijk uit je doppen mislukkeling!” Meteen had ze haar handen in haar zij geplant en keek de ander geïrriteerd aan. Net nu ze op weg was naar haar kamer om uit te rusten liep ze tegen zo’n idioot op. Yeah right. Super fijn. Het leek nu al geweldig te worden.
O P E N ~
Hij is kort sorry daarvoor [aa]