Órelinde was het kasteel ontvlucht waar haar vele documenten lagen te wachten omdat ze die moest beantwoorden van haar vader. Brieven van vriendinnen die waren doorgestuurd vanaf Erd of Razen en dan had ze altijd Gotha nog die op een antwoord van haar wachtte. Een vraag waarop ze het antwoord nog niet zeker wist, maar wel gauw moest bedenken want ze had niet veel tijd meer. De dagen werden korter en de shows werden minder vurig, maar meer stijlvol en klassieker en daar moest ze nog steeds goed op oefenen. En ze had er een danspartner voor nodig. En ze wist dat Gotha de enige was die haar nu nog kon helpen.
Terwijl haar gedachten door haar hoofd heen raasden merkte ze niet de regen op die op haar huid siste en meteen verdampte en waren haar handen bezig met het bouwen van een sculptuur. Altijd wanneer ze na moest denken, maakte ze iets met haar handen waar ze later pas achter kwam wat het was. Ze wist nooit waar ze de materialen vandaan haalde om het te maken, maar het was nooit gestolen waar. Dat paste niet bij haar en zou zelfs haar onderbewuste niet aandurven om te doen. verder kon je als je goed luisterde nog een liedje horen, een zacht gezongen jeugdliedje van Razen waardoor ze totaal in tijdelijke trance zat.