Aarzelend keek Blue in de spiegel. Niet alleen had ze haar naam veranderd van Donova naar Blue zodat haar vader haar nooit zou kunnen vinden, ook haar haren waren veranderd. Ze had ze permanent blauw laten kleuren en langer laten groeien. Ze vond het wel een mooie verandering. Het was weer eens wat anders. Grijnzend keek ze even naar haar spiegelbeeld, waarna ze zich omdraaide, een kam pakte en door haar haren begon te kammen. Het was best een mooi gezichtje geworden. Scorpi zou wel opkijken als hij de nieuwe Donova zou zien. Maar nu heette ze Blue. En daar kon ze zich ook het beste aan houden, anders zou haar vader en haar rottige stiefmoeder haar alsnog vinden. Ja, dat mens had haar vader afgepakt, proberen te verbeteren en Blue buitengesloten. Maar Blue was weggelopen. Ze wou niet als vuil behandeld worden. Haar vader durfde immers niet meer tegen het mens in te gaan. Stomme Miranda. Ze had alles verpest. Ze had alles voor iedereen gewoon verpest. Ze kon er niet tegen dat haar vader meer van Blue hield dan van zichzelf. En Blue kon er niet tegen dat haar vader er ook maar aan gedacht had om Miranda haar zin te geven en haar ergens op straat te dumpen. Iedereen zou vast bedenken dat het een grapje was van Blue. Want wie wou zijn eigen dochter nu dumpen op straat, omdat dat moest van zijn eigen vrouw? Nou ja, haar vader dus. Blue begreep het niet. Ze had zich altijd aangepast aan de regels. Oké, ze kon niet nalaten dat ze boos was geworden en vaak met deuren smeet, maar deed iedere tiener dat niet? Ze was heus niet de enigste. Ze zuchtte en keek naar haar lange, blauwe lokken. ‘Nou hier moeten we dus maar mee door.’
Rustig liep ze de trap af. Sinds die laatste keer was ze Scorpi ook niet meer tegengekomen. Jammer. Hij miste een hoop kinderachtige pret als hij er niet bij was. Ze grinnikte toen ze de aula inkwam. Er zaten er nog maar een paar. Spaghetti! Jum-jum! Als een bezetene begon ze te rennen en pakte ze een dienblad. Ze schoof die naar de kantinejuffrouw toe, die ongeïnteresseerd op haar kauwgom zat te kauwen. ‘Voor mij een dubbele portie!’ zei Blue lachend en de vrouw keek haar met opgetrokken wenkbrauw aan, maar Blue keek haar grijnzend terug aan. ‘Zo vrolijk in de morgen?’ zei de vrouw hoofdschuddend, maar toch glimlachend. ‘Zeker. Als ik spaghetti zie, dan krijg ik automatisch een goede bui,’ zei Blue en ze keek de vrouw aan, die lachend wat opschepte. ‘Mijn!’ zei ze en ze rende richting een tafel, waar net twee anderen wouden gaan zitten. Die gingen hoofdschuddend weg en namen de andere tafel, naast haar. Blue begon snel te eten.
- Iedereen welkm! -