Órelinde liep door de gangen. Ze had net haar laatste les van de dag erop zitten en nu zou ze een naschoolse activiteit gaan doen. Ze had er al zin in. Gelukkig waren de activiteiten niet op hetzelfde moment anders had ze niet twee activiteiten kunnen doen. Haar hand ging even door haar haar die ze voor de verandering eens los had gelaten en zuchtte bij het feit dat ze die zodadelijk in een hoge knot zou moeten binden als ze niet wilde dat het erg onder de klei en alles terecht kwam. Ze kon het er natuurlijk altijd nog zelf uitsturen, maar ja. Ze zag een bordje met een pijl en daaronder ook de goede activiteit die ze wilde volgen en sloeg rechtsaf de gang in. Heel veel mensen liepen de andere kant op waardoor ze zich door de mensenmassa heen moest werken, maar het lukte wel. Een voordeel als je je lengte mee had. Als het goed was dan was ze een van de langste meisjes of gewoon het langste meisje hier op school. Maar ze ergerde zich er niet echt aan. Die fase was ze allang voorbij. Vroeger toen ze op een publieke school zat, werd ze wel erg gepest, maar na een paar felle uitvallen hielden ze wel op. Toch hadden haar ouders haar van school afgehaald toen ze de lagere school had afgerond. Ze kreeg vanaf toen les van professoren bij haar thuis en alleen nog maar les in de soorten magie waar ze een aanleg voor had. Dat waren dus Vuur en Aarde. Ze stuurde haar gedachtes weg toen de deur in zicht kwam. Het atelierlokaal. Hier zou ze dus les gaan krijgen in het sculpturen. Ze had er echt zin in, maar keek even snel naar haar kleding. Haar standaardoutfit en daar had ze er nog wel tien van in de kast liggen dus het maakte niet echt uit als dat vies zou worden. De standaard witte blouse met familiewapen was net zo gewend als de bruine rok met vuurrode versieringen. Órelinde opende de deur en liep naar binnen waarna ze de deur weer sloot. Automatisch. Haar ogen gleden het lokaal door, zagen alle spullen waar ze mee mocht gaan werken en een beginnende glimlach was al te zien. Uiteindelijk kwam haar blik bij Yamato. Die had ze al ontmoet in een van de lessen van Miss Delaija. Hij was de stagiair op het gebied van aardemagie, maar ze had hem nog niet veel zien doen met aarde. Daar zou ze vandaag dus achter komen. Nou ja, gedeeltelijk. Ze liep op hem af en maakte een reverence. Ze had hem namelijk nog niet officieel ontmoet. ‘Goedemiddag, Master. Mijn naam is Órelinde Lúinwë.’, zei ze beleefd. Nadat ze weer totaal rechtop stond, wachtte ze even op antwoord en liep vervolgens naar een van de tafeltjes en ging op een stoel zitten. Ze deed moeite om nog niet te beginnen al was dat van de buitenkant bij haar niet goed te zien.