Dustan liep de etage van Shadra binnen en zocht gelijk zijn kamer op, die hij toegewezen had gekregen. Eerst naar de jongensgan waarna hij naar de kamers liep. In zijn gedachten ging alleen om dat hij alleen zat, iets wat hij maar al te graag wenste. Hij stak de sleutel in het slot en deed de deur open. Zijn oog viel op een rommelig bed. Was dit zij kamer wel? Maar al gauw zag hij een net opgemaakt, nog niet aangeraakt bed staan. Verdomme. mompelde hij. Hij stapte de kamer binnen en gooide met een boze zwaai zijn koffer op het bed. Waarna hij hem begon uit te pakken. En tot zijn ergernis was er ook nog eens geen plek in de kasten. Boos gooide hij de koffer op de grond en begon te zoeken wie er naast hem op de kamer lag. Hij zal hem eens een lesje leren. Hij zocht de rommel van de andere persoon en haalde de hele boel overhoop. Hier was hij dus al bang voor. Een rommelkont, niet dat hij netjes was, die ook nog eens alle plek in nam. Een geïrriteerde zucht verliet zijn mond terwijl hij door zocht