[Dit is een one-shot topic. Gelieve niet reageren.]
Het regende, op deze zaterdag. Het zonnetje was bijna niet te zien en het water kwam snel naar beneden. En dat voor een dag midden in de zomer. Maar het kon de zwartharige jongen weinig schelen. Het weer paste ook wel bij zijn gemoedstoestand en bij deze plek. Zijn jas was doorweekt en het water van de vochtige grond trok de stof van zijn spijkerbroek in. Hij zat hier al een paar minuten in stilte, voordat hij begon met spreken.
'Volgende keer dat ik langskom, zal ik proberen beter weer mee te brengen.' Er kwam geen antwoord en met een waterige glimlach legde hij een hand op de koude, door de regen natgeregende, grafsteen. Zijn ogen gingen naar de gravering die erop stond.
Joshua E. Hewley
Beloved father, brother, uncle & friend
1975 - 2015
'Ik hoor sommige mensen zeggen dat het al meer dan een jaar geleden is.. maar voor mij is het pas iets meer dan een jaar geleden. I still miss you. A lot' kwam er met geknepen stem uit waarna de zwartharige jongen zijn neus ophaalde.
'I don't think that'll ever change.' Zijn knieën trok hij iets meer op, zodat hij zijn armen eromheen kon slaan.
'Let's see... wat is er gebeurd en veranderd sinds de vorige keer dat ik bij je was..?' Wederom viel hij even stil terwijl hij nadacht. Het enige wat hij hoorde was zijn eigen hakkelige ademhaling en de regen die neerkwam.
‘I’ve been making more photographs, birds mostly. I’ve brought some with me.. Not that.. Yeah. Nevermind. And umh.. And school is fine. Just fine.’ Olivier zuchtte eventjes. Hij vertelde zijn vader nooit dat zijn armen vol littekens zaten. Hij kon het niet. Zijn vader wilde hij niet teleurstellen. Ookal… ookal was het niet eens zeker of de beste man hem wel kon horen. Hij hoopte erop.
‘I’ve been talking to someone at school. A psychologist. He’s nice. His name is Graham and I don’t know if the talking really helps but it’s nice to have someone listen and talk back. Or well, maybe you are talking back from up there or maybe you’re right next to me but I can’t hear you.’ Zijn onderlip trilde en met zijn bovenste tanden beet hij er voorzichtig op voordat hij zijn neus ophaalde.
’Umh.. I haven’t made any real friends yet. It’s hard… When.. when do you consider someone a friend and not an acquaintance anymore?’ Er kwam natuurlijk geen antwoord en de tranen die zich hadden opgebouwd vloeiden nu over zijn wangen.
‘God.. Dad. I miss you. I just.. I just wanna hear your voice.’ Snikte hij eruit. Hij verlangde ernaar om hem weer even te kunnen vasthouden, ruiken, horen. Met een paar diepe ademhalingen probeerde hij zichzelf weer een beetje bijeen te rapen.
‘I also miss your pancakes, and your jokes. I’ve said it all before, i know..’ met vochtige handen van de regen veegde hij de tranen een beetje weg, niet dat het veel hielp. ‘How’s mom? And grandma and grandpa? And do you have rainy days, up there?’ Vragen die hij al vaker had gesteld, ergens diep van binnen hoopte hij op een antwoord. Op de één of andere manier.
‘I heard from Uncle William that him and Thomas visited you yesterday. Was it nice to see them? Did they talk about me? If they did, I hope it where only good things.’ Een waterig, zacht grinnikje klonk.
‘I’m going over there again after our visit. Staying the night there for one day before going back to school again.’ De stilte keerde terug, en deze liet hij zo voor een paar minute voordat de jongen langzaamaan opstond. Zijn benen waren koud en stijf en hij merkte nu pas dat hij aan het rillen was. Zijn capuchon gooide hij van zijn hoofd af, doorweekt was hij toch al. De regen stroomde over zijn gezicht, spoelde zijn tranen weg en liet zijn zwarte haren aan zijn voorhoofd plakken.
‘It was really nice to see you again. I’ll come back in a few weeks or months. Just like always. Love you, dad.’ Sloot hij het eenzijdige gesprek af. Zijn verkleumde armen sloeg hij om zich heen, om vervolgens doorweekt weer richting huis te lopen. Eenmaal daar stak hij de sleutel in het slot en opende de deur. Na druppelend stond hij op de mat en glimlachte lichtjes naar zijn neef, die hem een handdoek toewierp. Zachtjes murmelde hij een bedankje en begon zich zo goed mogelijk af te drogen. Hierna zou hij even de warme douche opzoeken en droge kleren aantrekken. De warmte van het huis hielp ook al. Hij was hier gelukkig, want hij had zijn oom en neef nog. Soms vergat hij even hoe gezegend hij was met twee familieleden als hun. Ze waren zijn lichtpuntjes, in de overheersend donkere dagen.