Haar zwarte hakken lagen naast haar in het gras. Ze droeg een zwart jurkje, maar eronder – waar niemand het kon zien – had ze een zwart broekje gedaan, gewoon voor het geval dat. Meestal had ze geen problemen met jurkjes, maar ze had dagen waarop ze van zichzelf wist dat ze niet vrouwelijk genoeg was om zichzelf met een jurkje te vertrouwen. Vandaag was zo een dag.
Terra lag tussen haar schoenen in te slapen, terwijl haar bazin met een boekje in haar handen zat. Tári probeerde een nieuw muziek stuk te schrijven, maar ze faalde er behoorlijk in. Niet zozeer omdat de inspiratie ontbrak, maar omdat haar gedachtes constant afdwaalden. Haar grootvader had haar beloofd dat als ze klaar was op SSA hij haar zou helpen om verder te gaan met haar muziek. Ze was dolgelukkig geweest toen hij die belofte gemaakt had, maar nu had ze een brief gekregen van haar grootvader, waarin hij vertelde dat een vriend van hem graag een muziekstuk van haar hand wilde zien. Ze wist precies welke vriend het was en ze was doodsbenauwd dat ze het zou verpesten. Ze wilde ook geen oud stuk sturen. Ze had er wel naar gekeken, maar geen van die stukken vertaalde hoe ze zich nu voelde. Ze had er zelfs over na gedacht om alle stukken die ze geschreven had in de tijd dat ze zo ongelukkig was te verbranden, maar ze kon het niet. Ze was gelukkig. Veel te druk bezig met van alles, maar gelukkig. Nu moest ze toegeven dat haar geluk wellicht een probleem kon zijn voor andere, maar tot nu toe was er nog geen reden geweest tot paniek. Ze herinnerde zichzelf elke dag dat ze haar grootvader beloofd had geen domme dingen te doen en niet zoals hem te eindigen. Toch wist ze ook dat haar geluk kon betekenen dat ze terug viel in oude gewoontes die die belofte juist zouden breken.
Ze keek op en een zucht verliet haar lippen. ‘Ik denk teveel.’ Terra negeerde haar, wetend dat de woorden niet voor haar bedoelt waren. Tári schudde even haar hoofd en sloot toen haar ogen. Bijna instinctief vormde ze het beeld van een zwartharige jongen in haar hoofd. Hij keek haar met een veelbetekende blik aan en ze knikte even kort. Ze wist wat hij tegen haar zou hebben gezegd. Hij zou haar hebben gezegd dat ze zich niet zo druk moest maken om alles en moest genieten van wat ze had. Juist.. dat dacht ze dan toch. Zou hij dat echt hebben gezegd? Soms vroeg ze zich af of hij überhaupt nog wel eens aan haar gedacht had nadat hij SSA verlaten had. Of had hij – ondanks te zeggen dat hij het haar vergaf – het haar nooit vergeven? Ze kon het niet zeker weten. In het ergste geval had hij haar gehaat en was hij met die gedachte gestorven.
‘Veel te veel.’ Mompelde ze dit keer tegen zichzelf in plaats van een geest in haar hoofd.
Een week geleden was ze Luna tegen gekomen. Ze had het in eerste instantie ongemakkelijk gevonden, maar op de een of andere manier wist de vrouw haar gerust te stellen. Nadat ze afscheid genomen had van de vrouw had ze nagedacht over het gesprek dat ze hadden gevoerd. Ze had begrepen dat Luna graag mensen hielp. Misschien was dit Tári’s kans om haar hart te luchten bij iemand die haar er niet om zou beschuldigen? Hm. Wist ze zeker dat ze dit wilde doen? Ze kon er niks meer aan veranderd. Ze had de vrouw al gevraagd om haar hier te ontmoeten en tenzij ze over wilde komen als een ondankbaar zwijn zou ze maar gewoon moeten blijven zitten. Maar dat nam niet weg dat ze rustig zou beginnen voordat ze zou vertellen waarvoor ze de vrouw eigenlijk uitgenodigd had. Nu kon ze enkel wachten tot Luna er was en tot die tijd zou ze zich kunnen focussen op haar kansloze poging een nieuw muziek stuk te schrijven.