Het was koud, nat, en donker, en Jimmy had geen idee waar hij zich op dit moment bevond. Hij had uren gelopen en hoewel hij zeker wist dat hij in de goede richting was gegaan, moest hij toegeven dat de open vlakte waarop hij zich nu begaf niets weghad van de tuinen rondom het kasteel. Niet dat hij wist hoe die eruit zagen, aangezien hij er nog nooit was geweest, maar hij had zo het vermoeden dat er misschien een kasteel zou moeten zijn? Of een ander teken van leven. Niet een omgevallen boom op het midden van een veld dat meer weghad van een moeras dan een grasveld door de regenval van de afgelopen middag. De geur van nat hout en dennenboom was overwelmend en als het aan hem lag spendeerde hij de nacht op het midden van deze vlakte, waar de lucht wat meer neutraal rook, maar voor veiligheid en beschutting besloot Jimmy toch het woud weer in te aan. Deze nacht leek alles erg mee te zitten. Een eindje terug stond een grote boom met daartegen aanleunend een omgevallen boomstam, hij hoefde er alleen wat takken en bladeren tegenaan te leggen voor bescherming tegen het weer en een vuur stoken tegen de dieren was ook niet al te moeilijk, ondanks dat het hout nat was had hij het toch voor elkaar gekregen het te laten branden. Net na zonsondergang was hij klaar.
Tegen zijn rugzak aanliggend met zijn zwarte jas om hem heen gewikkeld, probeerde Jimmy zijn donkerbruine krullen te fatsoeneren zodat ze niet constant in zijn gezicht hingen terwijl hij sliep. Als ze zo opdroogden zou hij morgen constant met de handen in het haar zitten en overprikkeld raken door zoiets onbelangrijks kon hij zich niet veroorloven. Niet nu hij al een week had rondgedwaald met nauwelijks genoeg water en geen eten. Niet dat hij in normale omstandigheden wel normaal at, maar toch. Een mensenlichaam kon maar zo weinig hebben voordat het brak en hij had het idee dat hij behoorlijk tegen dat punt aan zat nu.
Het was midden in de nacht toen hij weer wakker werd. Het vuur was nu niet meer dan een smeulend hoopje as en net op het moment dat hij zijn hand uitstak om er een nieuw blok hout op te gooien, klonk er een geluid. Jimmy verstijfde. Hij luisterde gespannen naar de voetstappen en probeerde zich onzichtbaar te maken, maar schoot overeind toen hij zich realiseerde dat het geen roofdier was, maar een persoon. Met grote ogen staarde hij diegene aan, te geschokt om ook maar een woord uit te brengen.
Hi, dit is mijn eerste schrijfsel sinds jaren, hoop op een beetje hulp!