Erdore lag er verlaten bij. Het bureau was opgeruimd en geordend. In Jareths slaapkamer was zijn bed strak opgemaakt. De vloeren waren brandschoon en zelfs de open haard was aangeveegd. Je zou haast zeggen dat Jareth niet aanwezig was, zij het niet dat zijn ingepakte tas er nog stond. Hij was nog aanwezig in Erdore. Maar hij bevond zich in een ruimte van pure rust. In de hoek van de kamer groeide een grote boom. Zijn bladerdek spreidde zich uit over het plafond. De stam was breed genoeg om een mens te huisvesten. Het was niet zomaar een boom. Dit was een kind van de oeroude levensboom op Gren. Er zat een magisch verscholen ingang in. En als je er in stapte, dan leek de boom zo breed als de kamer van de Toren zelf. Het was de ultieme plek om tot rust te komen en om te mediteren. Vrijwel niemand wist van deze plek, behalve zijn voorgangers en nu ook Lea. Jareth ademde diep in en weer uit waarna hij zijn ogen weer opende en opstond. De rust die hierbinnen heerste was onbeschrijfelijk. Jareth hief zijn armen op en trok een wortel met zijn magie van de wand. De wanden van de boom waren begroeid met verschillende klimop planten Deze ruimte gebruikte hij niet alleen om te mediteren, maar ook om te oefenen. Hij bracht de streng klimop naar hem toe. Zijn hand begon te gloeien en de bladeren van de klimop begonnen te ritselen. Ze veranderde van kleur en verdroogde. Maar vlak voor ze uit elkaar zouden vallen, riep Jareth het een halt toe. Hij maakte zijn beweging daarna tegen de klok in en keerde het effect om. De bladeren kregen hun groene kleur weer terug maar leken nu te krimpen omdat het weer jonge, kleine blaadjes werden. Opnieuw stopte Jareth vlak voordat ze helemaal zouden verdwijnen. Hij zette de streng terug naar zijn oorspronkelijke leeftijd en vervlocht hem weer met de andere strengen klimop tegen de muur. Vervolgens sloot Jareth zijn ogen weer. In gedachten verdeelde hij de omgeving in zones. In zijn gedachten zag hij hoe elke zone op zijn eigen tempo verouderde of verjongde. Hij haalde diep adem en concentreerde zich. In plaats van enkel zijn hand, begon nu zijn gehele lijf een groene gloed af te geven. En om hem heen gebeurde wat hij in zijn hoofd uitgestippeld had. Sommige delen van de klimop begonnen in een rap tempo te verouderen. Bij andere plekken zag je niet eens dat er iets gebeurde. Op weer andere plekken begon de tijd juist terug te lopen en werden de planten weer jonger. Het vereiste veel concentratie van Jareth. Een paar druppels zweet verschenen op zijn voorhoofd. Uiteindelijk liet hij los. Met diepe teugen zoog hij lucht zijn longen in. De planten om hem heen keerde terug naar normaal. Vermoeid ging Jareth op de grond zitten. Zo'n spreuk vroeg altijd veel van je kracht en je energie. Hij vroeg zich af of Norwood uitgevogeld had hoe het moest.
Opgekruld als een klein bolletje vacht lag Ragna in de hoek van de kamer, op haar eigen stapel kussens, te slapen. Jareth was in zijn meditatie ruimte verdwenen dus ze had de rest van Erdore voor zichzelf. En zoals het een dier met haar luxe leventje betaamde, had ze die tijd gebruikt om lekker weg te doezelen. Het kleine witte puntje van haar staart zwiepte zachtjes heen en weer. Maar op het moment dat ze de deur hoorde gaan was ze klaarwakker. Haar oren stonden kaarsrecht en haar ogen keken ingespannen naar de deuropening van Jareth's slaapkamer. Pas toen ze de stem van Norwood herkende ontspande ze zich weer. Hij riep wat, maar haar band met Norwood was niet zo sterk als die met Jareth. Ze kon niet goed opmaken wat hij zei. Ineens besefte Ragna zich dat Norwood wel eens op zoek kon zijn naar Jareth. Ze stond op van haar slaapplek en rekte zich met een onhoorbare geeuw uit. Daarna liep ze de slaapkamer uit, Norwood tegemoet. Hij wist natuurlijk niks van de boom. Hij begroette haar. Ze keek hem even aan maar liep daarna naar de boom. Ze zette met een luide plof haar voorpoten tegen de stam. Binnenin draaide Jareth zijn hoofd naar de ingang. dat klonk als Ragna. Hij hees zichzelf weer overeind en liep naar de ingang. Hij legde zijn hand tegen de wand aan. Het hout begon uiteen te splijten om voor hem een doorgang te creëren. Achter hem sloot de boom zich weer. Jareth keek vragend naar Ragna die haar blik elders in de kamer richtte. Toen hij haar voorbeeld volgde zag hij Norwood staan en glimlachte naar de man. 'Goed je te zien. Hoe is het?' vroeg hij.