Servatius keek niet om toen hij een stem hoorde. ''Heb je daar problemen mee dan?'' klonk het al dreigend waarna hij, met zijn hand al op het gevest van zijn zwaard om zijn heup, zich omdraaide. Zijn blik hatelijk maar dat veranderde direct toen hij Deshas herkende. Hij liet het gevest van zijn zwaard weer los en zijn gezicht vertoonde een verbaasde blik. Heel even maar, daarna grijnsde hij breed. ''Kijk eens aan. Deshas, Heer der Duisternis. Lang niet gesproken neef'' zei hij grijnzend. ''Ik zocht je al. Ik hoorde al van die geruchten dat je nog steeds in leven was, al had ik je me ouder voorgestelt. Hoe dan ook, ik werd opgepakt door de kinderbescherming die me dwong nog een jaar naar school te gaan. Vandaar dat ik hier kwam. Niet wetend natuurlijk juist degene tegen te komen die ik zocht'' glimlachte Servatius. ''Eigenlijk was jij die malloot. Geen zorgen ik leg het je nog wel eens uit. Maar hoe staat het leven neef?'' vroeg Servatius terwijl hij Deshas kalm aankeek en zijn handen in zijn broekzakken stopte.