Het was verrot lekker weer, zonnig en best warm. Toppiejoppie. Was er iets wat dit weekend beter kon maken, overpeinsde een roodharige jongeling op deze wonderschone dag, en zo ja, wat dan? Hij kwam tot de conclusie dat deze dag wis en waarachtig mooi was, maar beter kon altijd en hey, hij was naast een optimist ook een praktisch persoon. Tijd om de plannen uit zijn hoofd te duwen en werkelijkheid te maken. Allen stapte fluitend door de gangen, zodra de kust veilig was duwde hij de deur van het atelier open en glipte naar binnen. gerommel klonk en daar gleed de deur weer open. Met twee emmers in zijn hand verliet Allen het lokaal. De emmers, of liever gezegd de inhoud daarvan, rammelden bij elke stap die hij zette. Erin had hij namelijk onder andere stukken touw, schroeven, spijkers, gereedschap, waaronder een hamer, schroevendraaier en boor, en een tuinslang gedumpt. Vol waren de grote emmers dus zeker. Op het ritme van het metalen gerammel neuriede Allen iets in de richting van 'Twee emmertjes water halen, twee emmertjes pompen.' Bij een tweede lokaal maakte hij een stoel buit, die Allen op z'n gemakje over de gangen trok, met erop rustend een van de emmers. Hij keek alsof dit allemaal heel normaal was, alsof hij zijn hond aan het uitlaten was. Daarom durfde geen van de bruggers die hij tegenkwam ook maar z'n mond open te trekken. Suffe slaapkoppen. Hij zou ze wel wakker schudden.
In alle vroegte bevond Allen zich de volgende dag met zijn buitgemaakte zooi bij de bibliotheek. Hij balanceerde op zijn stoel, een drietal spijkers in zijn mond gestoken als een professionele timmerman. Toen een stagiaire langs kwam vertrok de beste jongen geen spier en vroeg haar doodleuk of ze die emmer eens aan kon geven en dan ook gelijk een stuk touw van twee meter voor hem kon knippen. "Perfect, dankuwel, jongedame." Sprak hij met een accent dat hij van de burgemeester van zijn stad had afgekeken toen hij hem ontmoet had. Ach, die ouwe knorrepot was echt in z'n sas geweest toen de gebroeders Spring door de mand vielen. Maar oh, zijn wraak was zoet. Niemand spotte met de meesters van de grappen. Nee, een zielenpoten actie met toiletpapier over het gemeentehuis. Nee, een interview over misstanden in de gemeente, gegeven met het perfect nagebootste tering accent van die jaloerse gluiperd die de ambtsketting onverdiend om zijn varkensnek had hangen. "Geen dank, wat maak je eigenlijk?" Vroeg de vrouwelijke stagiair op een toontje die onmiskenbaar als flirty beschreven kon worden. Serieus? "Het gebruikelijke, schroeffie hier, knarrelpoetjes daar, effe lekker timmeren en besprenkelen met water en hoppa, zo goed als nieuw. Fluitje van een cent, juffie." Uiterst serieus werden de termen door elkaar geworpen, er werd een prietpraat van gemaakt, genoeg om iedere vakman tot op het bot te verkillen. Met een: "Als je hier morgen terug komt zul je het niet herkennen, snoezepop." Wist hij eindelijk vreemd genoeg te zijn om haar poging tot wat onschuldig geflirt op te geven en rechtsomkeert te maken. Phew.
Ondertussen was de boel vastgetimmerd volgens een ingenieus design, hij hoefde enkel de emmers op te hangen en ze te vullen. Nou, dat eerste was in een wip gebeurd. Maar omdat hij watermagie niet onder de knie kreeg was het behelpen met de lange tuinslang en de dichtstbijzijnde kraan in de meidenwc's. Goddank hadden ze die niet opgeblazen, dat stelletje vandalen. De ene emmer gevuld met inktwater eneen beetje behangselplak voor de extra kleverige touch en de andere tot de nok toe vol met donsveertjes, kraaltjes, glimmende stikkers in de vorm van sterren, papiersnippers -geproduceerd uit zijn Literatuur schrift- en een poeder in allerlei kleuren. Hij kon al wel verklappen dat dat niet alleen krijt bevatte, maar ook een meer jeukerig en niezerig poedertje. In zijn zak had Allen nog een rond voorwerp zitten als kers op de taart. En nu? Nu wachten.
Hij spande met lichtmagie twee weerspiegelend draadjes over de vloer en nam afstand, als een rasechte hangjongere verderop tegen de muur leunend. Zodra iemand de deur open zou trekken flikkerde het water en lijm mengsel over hem heen, gevolgd door de tweede emmer zodra er ook maar een beweging gemaakt werd en de draden getriggerd werden. Zelfs als mensen het draadje ontweken kon hij het met zijn magie nog laten knappen, wat hij ook zeker zou doen.
Wachten, wachten- wacht, hoorde hij daar iemand komen? Een nerd die zijn beminde boeken wilde bewonderen? Ah, met een simpele grap zou Allen diens leven eens wat meer kleur geven, jaja. Hij moest toch iets doen om zijn verveling te verlichten? En nee, huiswerk telde daarbij niet mee.
[Slachtofferrrr(s) please?]