Het geluid van zingende merels vulde de kleine slaapkamer. Een klein zonnestraaltje vond zijn weg tussen de gesloten gordijnen en schenen precies op het mooie slapende gezicht van Lea. Ze opende langzaam haar ogen en knipperde de slaap weg. Met vermoeide ogen draaide ze zich om en keek op haar wekker. De wijzer duidde aan dat het kwart over 7 in de ochtend was. Gapend rekte ze zich uit in haar warme bed en legde haar hand op de wekker. Meteen verstompte het geluid van de zingende merels. De beste toon om mee wakker te worden. Leunend om haar handen duwde ze zich eens tukje overeind. In de hoek stond een grote ijzeren kooi. Hij was gevuld met oude schoenen, tunnels, een ren, een dik touw en nog meer spulletjes waar Roefus zich mee kon vermaken als hij in de kamer achter bleef. Er zat een gat in de punt van de schoen waar Roefus zijn kleine kopje uit stak. “Goeiemorgen,” mompelde ze tegen het diertje en keek vertedert toe hoe de kleine grijze rat zijn bekje opende om te gapen. Hij verdween weer in de schoen en klom er vervolgens aan de boven kant uit. Lea sloeg de dikke deken weg en zette haar voeten op de koude vloer. Rillend en bibberend van de kou stond ze vlug op om haar badjas en pantoffels aan te doen. Ze schuifelde, in haar pantoffels, door de schemerige kamer naar het raam om de dikke gordijnen te openen. Buiten zag ze het schoolterrein ingepakt in een dikke laag sneeuw en een glimlach kon ze niet weerstaan. De kou die van de ramen af kwamen liet haar weer bibberen. Ze was vergeten de verwarming aan te zetten dus draaide ze die open. Vlug liep ze naar haar bureau en zag in haar rooster dat ze een les watermagie had het eerste uur. Ze had er zin in dus sprong ze vlug onder de douche.
Een klein uurtje later kwam ze met haar zware boekentas, een appel in haar mond en de kleine grijze rat verstopt in haar capuchon, de grote zaal uit. Na een licht ontbijt was het nu toch echt tijd om naar de les te gaan. Het was nog rustig op de gangen, de meeste leerlingen gingen vaak pas op het laatste moment naar de les. Lea vond het altijd fijn een van de eerst te zijn, dan had ze volop keuze aan zitplekken en zo kon ze alle leerlingen heimelijk bekijken wanneer die het lokaal in zouden komen. Met een sappig en krakend geluid beet ze in de appel. Ze sjokte rustig door het gigantische schoolgebouw en kwam in de gang van haar lokaal. De deur stond al open, zag ze, en ze verzekerde zich er even van de Roefus goed verstopt zat. Ze nam nog een hap van haar appel en liep het lokaal binnen. “Welkom,” sprak de leraar die achter zijn bureau zat. “Goedemorgen, Master Hale,” zei ze vriendelijk. Ze liep naar de eerst rij tafels en nam plaats vlak naast het raam, waar ze haar tas op het tafeltje zette. Ze schoof haar stoel naar achter, terwijl ze afwezig naar buiten, naar de sneeuw, staarde. Ze haalde een paar boeken over watermagie te voorschijn en legde ze klaar op tafel, samen met een schrijfveer. Ze nam plaats op haar stoel en schoof aan, wachtend tot de rest van de leerlingen zouden komen, zodat de les beginnen kon…