Hij was al doorweekt voor hij uberhaupt bij een overdekking kon komen. De bliksem schoot door de lucht heen en de donder volgde er zo snel op dat jet bijna beangstigend was. Wat een weer, de eerste onweersbui van het seizoen. De regen spoelde de bloedsporen van zijn gezicht en bracht nog meer modder aan op zijn kleren. Moh...hij had ergere dagen meegemaakt. Hij was blij dat hij nu tenminste niet meer onder het bloed zat. Wel zat hij van boven tot onder vol met modder. In zijn haar, aan zijn horens, zijn gezicht, kleren. En de regen bleef maar stromen. Whoopwhoop, wat zijn we heden blij. Ja, hier werd hij best vrolijk van. Hij trok zijn shirt uit en liep in zijn blote bast tussen de ruines. Hij ging staan onder een afgebrokkelde toren en droogde zijn haar zo goed als mogelijk. Het resultaat was dat er nog meer modder in kwam.
(Linde)