Alan Gestorven
PROFILEPosts : 4003 MAGICIAN✦ CHARACTER ✦Magic: Dark ~&~ AirKlas: Miss Eres~Partner: I'll be up there, in the blue blue sky, watching you forever~
| Onderwerp: So This Is Farewell wo nov 21 2012, 09:25 | |
| Because I can't take it anymore, I am now walking through heaven's door Wanneer ik in de spiegel kijk, zie ik een jongen staan met wit haar, een litteken op zijn gezicht en helblauwe ogen. Hij lijkt sprekend op mij, afgezien van het feit dat ik hem niet herken. De jongen in de spiegel kijkt terug naar mij, met droevige ogen en een licht maar mistroostig glimlachje. Ik doe precies hetzelfde. Maar erken ik dat ik het ben in die spiegel en niet iemand anders? Nee. Want ik zie mijn oude zelf niet meer. Mijn oude zelf is al lang verdwenen. Het was onvermijdelijk, mensen veranderen immers. Je groeit, je word verstandiger en wijzer, je word ouder, je word volwassen. Maar ondanks al die factoren was ik altijd mezelf gebleven. Mijn vrolijke optimistische en soms wat brutale zelf. Maar ik zag diegene niet in de spiegel. Wat ik slechts zag was een pessimistisch droevig persoon dat helemaal klaar met zichzelf en de wereld was. En dat was ik wél. Ik was er klaar mee. Ik kon het niet meer aan. Alles was altijd al één groot drama geweest bij mij, maar net op het moment dat ik een nieuw leven wou beginnen door naar school te gaan, begon alle drama opnieuw. Ik werd stom en stomverliefd op Kanda, ik ging me bezig houden met zijn vloek, ik sliep maar 5 uur in een week en toen bleef ook nog dat ik zelf onder invloed van een vloek was. En normaal zou ik zeggen dat ik me niet mag aanstellen, maar ik vind dat ik het recht ertoe heb. Ik ben maar een jongen van 16 jaar oud. Meer niet. Ik mag een huurmoordenaar zijn geweest, ik mag onder een vloek lijden maar aan het eind ben ik nog steeds een levend stuk vlees met gevoel en gedachten. Slechts een nederige tiener in deze donkere wereld, die het gewoon niet aan kan. Geen enkele tiener zou alles wat ik doormaak aankunnen. Ik spreek uit ervaring, want je gaat er kapot aan. Het is niet makkelijk, zeker niet wanneer je al zoveel in het verleden hebt meegemaakt. Het geeft je het gevoel dat je geen recht hebt op een gelukkig leven, terwijl elk mens daar recht op heeft. Maar dan moet je maar net met een pincet uit de groep met normale mensen worden getrokken en neergezet worden op een plek met niets anders dan nachtmerries en helse gebeurtenissen. Zo'n gevoel is het. Maar inmiddels weet ik dat ik niet de enige ben die dingen heeft meegemaakt. Er zijn meerdere mensen die erge dingen hebben gezien of meegemaakt. Dat geeft me het gevoel dat ik niet alleen sta. Maar ik vergelijk mezelf niet met andere mensen want dat is niet relevant aan mijn eigen gevoelens. Want ik ben er gewoon klaar mee. Echt. Een zucht ontsnapte uit mijn mond terwijl ik naar mezelf aan het kijken was en me beetje bij beetje begon te realiseren dat ik niet meer de persoon ben die op de eerste lesdag naar binnen was gestapt. Er was teveel verandert, er was teveel gebeurt. Ik herkende mezelf niet meer, ik was het gewoon kwijt. Mijn gedachten tolden rond als een veel te snelle draaimolen en ik voelde me opeens geen 16 meer. Mijn helblauwe ogen keken zodanig uit hun kassen, dat ik mezelf eerder 46 zou schatten. Ik voelde me oud, ik voelde me moe. En ik weet niet of ik dit alles verder aangekund had, maar op het moment namen al mijn gevoelens de overhand en ik wist dat dit mijn definitieve eind zou zijn. Mijn trillende hand ging langzaam naar de wastafel, waar een glanzend en scherp voorwerp op lag: Een mes die ik had bewaard van mijn tijd bij de Suasama. Mijn vingers klemden zich om het handvat en heel even voelde ik me weer zoals toen ik bij de Suasama zat: Leeg, emotieloos maar diep van binnen ziedend en dieptreurig. Ik zuchtte opnieuw, keek nogmaals in de spiegel en merkte toen pas de tranen die over mijn wangen liepen. Ik wist niet wanneer ze waren ontsnapt maar ik liet ze in de vrije loop, toverde toen een glimlach op mijn gezicht en sloot mijn ogen.
Je weet dat ik altijd van je gehouden heb, Kanda. Alle gevoelens die in hem zaten, boorden zich in de vorm van een vlijmscherp mes in zijn kleine lichaam. Een kreetje van pijn ontsnapte uit zijn keel. Met een ander zacht kreetje klapte hij dubbel over de wastafel, maar hield zich overeind door erop te steunen. Hij kneep zijn ogen dicht en voelde zijn witte overhemd al vlug nat worden. Het deed pijn maar het werkte verlichtend op zijn gedachten en binnen een minuut of twee, zou het op alles verlichtend werken. Hij wist dat er veel mensen pijn zouden lijden door zijn dood, maar ze zouden er wel overheen komen. Hij zou immers niet weg zijn. Slechts op een fysieke manier. Want mentaal zou hij altijd hier zijn, zou hij waken over de school en waken over zijn vrienden. De vrienden die hij had gemaakt, waren hem meer dierbaar dan wat dan ook. De band was hem dierbaar, de mensen erin waren hem dierbaar. Iedereen was hem dierbaar, omdat hij de school als zijn thuis was gaan zien. Zelfs het Schoolhoofd zou hij gaan missen. Maar het was nu tijd voor hem om te gaan. Zijn arm hield hem niet meer. Hij voelde zich zwakker worden met de seconde en zijn arm begaf het op een gegeven moment, waardoor hij tegen de grond viel en op zijn zij belandde. Hij opende zijn ogen voor een moment, die nog steeds aan het tranen waren en haalde even trillerig adem, de laatste ademtochten die hij binnen zou krijgen. De wereld werd wazig, dat was het al door de tranen, maar nu werd het nog waziger. De witte vloer onder hem werd langzaam rood door het bloed wat uit de wond stroomde. Rood als zijn hart, rood als zijn liefde voor Kanda. Hij was nooit minder van Kanda gaan houden door zijn acties. Hij maakte hem kwaad, hij kreeg hem soms zelfs aan het huilen, maar hij was hem niet gaan haten. Hij had hem ook nooit gehaat. Hij had altijd van hem gehouden, zelfs toen ze bij de Suasama zaten en tot op deze dag nog steeds. De dromen om met hem te trouwen en een gelukkig leven op te bouwen, stroomden weg van hem in de vorm van rode liefde. Maar dat was niet erg, want die dromen zouden ooit in vervulling komen. Ooit. Het maakte niet uit hoe lang hij erop moest wachten, hij zou wachten. Hij zou altijd blijven wachten op hem, ook al zou Kanda eerst nog trouwen, verliefd worden en sterven aan ouderdom. Zijn liefde voor hem was echt, en hij wou dat hij hem nog kon vertellen hoeveel hij werkelijk van hem hield maar daar was het nu te laat voor. Hij snikte zacht terwijl hij naar het plafond boven hem staarde en zag het verdwijnen. Het werd nog waziger, hij kon geen contouren meer van elkaar onderscheiden en toen hij voor de laatste keer glimlachtte, blies hij in een zucht zijn laatste adem uit.
Alan Walker was dood.
Dit is mijn allerlaatste topic. Vaarwel SSA. Wie hierop wilt reageren, mag dat gerust. Maar ik reageer niet meer terug. Want... Tja, hij is dood, youknow.
|
|
Kanda Gestorven
PROFILEReal Name : Demi Posts : 5167 MAGICIAN✦ CHARACTER ✦Magic: Dark magicKlas: Mentorklas van Master NorwoodPartner: I died to be reunited with you again.
| Onderwerp: Re: So This Is Farewell zo dec 02 2012, 20:49 | |
| Kanda wed wakker met een pijn in zijn borst, schouders en rug. Waar ben ik? Hij keek met enkele moeite om zich heen. Ochtend. Of middag. In ieder geval kwam er veel licht door het raam. Hij kwam uiteindelijk langzaam overeind. Een boek viel van zijn schoot met een zachte bonk op de grond. Hij bleef even naar het boek staren voordat hij zich eindelijk realiseerde waar hij was en wat hij aan het doen was. De vorige nacht was hij uren bezig geweest met de vloek. Het ontcijferen van het oud Grens was moeilijk, maar het was ook nog een dialect. Het werd allemaal niet al te makkelijk gemaakt. Kanda had een paar woorden kunnen ontcijferen maar hij werd gedwongen te stoppen door een aanval. Vandaar de pijn in zijn borst, niet? Zijn hand gleed over het shirt. Hij kon niet zien tot hoeverre de vloek was uitgebreid. Na de aanval was hij meteen in slaap gevallen. Hij stond op en wankelend liep hij naar de dichtstbijzijnde spiegel. Zijn haar was los en viel nonchalant over zijn schouders heen. 'Urgh…' Hij trok zijn shirt toch maar uit. Wie weet hoever de vlammen al kwamen. Toen hij eindelijk zijn shirt uit ha en weer in de spiegel keek, liep hij langzaam met veel vrees en angst naar achteren. De vlammen. Waar waren ze. 'No…Not now…I don’t…' Hij trilde en bleef van de spiegel naar zijn lichaam kijken. De vlammen waren helemaal rond zijn lichaam gekomen en waren dikker geworden. Zo dik dat zijn hele schouder er zwart van werd.* Hij rende de kamer uit op zoek naar Alan. Het zou niet lang meer duren voordat de vloek bij zijn hart kwam. Trap op, trap af. Hij rende door de gangen naar zijn kamer. Alan moest daar zijn. Maar iets voelde anders. Hij wist niet wat er was. Een onbeschrijfbaar leeg en verdrietig gevoel. Kwam het door de vloek? Of toch door iets anders? Wie weet. Misschien had hij gewoon slecht gegeten. Al had hij de afgelopen dagen bijna niets gegeten. Hij rende en rende. En kwam na een paar minuten op volle snelheid rennen aan bij de deur. Het gevoel was erger geworden. Er was iets mis, maar wat? Het moment dat hij de deur van slot had en de deur open duwde, wist hij meteen dat er is heel erg mis was. Hij rook bloed. En veel ook. Hij keek de kamer rond. Hij zag niemand. De badkamerdeur stond op een kier en zo te ruiken kwam daar de geur van vers gespild bloed vandaan. Hij liep naar de deur die hij trillerig opende. Van schik versteende hij. Wat hij zag, was een gigantische plas bloed en in het epicentrum lag Alan. Zijn Alan, zijn geliefde Alan. Kanda’s benen liepen naar voren. Zonder er bij na te denken liep hij naar hem toe. Hij plofte op zijn knieën op de grond in de plas naast Alan neer. 'Uso…darou…?' Hij kon het niet geloven. Zijn lieve Alan lag daar in die plas en bewoog niet. De altijd vrolijke en hyperactieve Alan lag emotieloos en zonder enige beweging op de grond. Kanda pakte Alan uit de plas en hield het lichaam tegen zich aan. Het bloed stroomde lichtelijk door. Het lichaam was nog warm maar er was geen beweging, geen hartslag. Hij keek in de doodse grijs blauwe ogen. De glinstering van leven was verdwenen uit de prachtige ogen die altijd straalde. De ogen waren leeg. Al had de kleine witharige een glimlach op zijn gezicht, zijn ogen deden dat niet. 'Usotsuki. You liar. Didn’t we promise not to die alone? Then why did you go without me…?' Tranen liepen over zijn wangen. Hij hield Alan nog dichter tegen zich aan en wankelde zachtjes heen en weer. Na een paar minuten liet hij het lichaam iets losser. Hij keek om zich heen. De liters bloed bleven stromen over de wit marmeren badkamervloer. Dicht bij het lichaam lag een glinsterend mes. Hun mes. Het mes was al jaren mee gegaan en bleef altijd van hun beide. Het was een teken van hun partnerschap in de tijd van de Suasama. In het mes stonden hun namen ingegraveerd met sierlijke letters. Langzaam pakte hij het uit het rode bloed. 'You know I love you. So why did you do this?!' Hij heef zijn stem even maar die zakte al snel af naar een snikkend geluid. Deze keer tilde hij het lichaam compleet uit de grote plas. Hij nam hem mee uit de badkamer. Hij kon al het bloed niet langer aan zien. Rustig strompelend liep hij met Alan in zijn armen de badkamer uit. Kalm en licht snikkend legde hij Alan neer op zijn eigen bed. Hij legde hem netjes neer, pakte Mugen van zijn riem af en klemde die in Alans handen. 'Take her. I don't need her anymore, since I lost what I had to protect.' Kanda zette een stap achteruit en keer neer op Alan. Hij opende de glazen schuifdeur naar het balkon om de wind naar binnen te begeleiden. De frisse wind blies de kamer in en liet de witte lokken van Alan en de zwarte paardenstaart van Kanda bewegen. Hij liep weer terug naar Alan en aaide over de zachte kouder wordende wang. 'Wacht op mij. Ik ben zo weer bij je. We were to late. I'll die today. I have to say goodbye to others.' Zijn hand wreef langzaam over zijn eigen borst. Over de zwarte dikke lijn en het Ohm teken in het midden, op zijn hart. Hij stond weer op en liep half strompelend naar de uitgang van de kamer. Halverwege keerde hij zich even om, om nog een laatste blik te werpen op zijn geliefde. De tranen bleven lopen over zijn wangen. Het mes had hij nog steeds vast in zijn hand geklemd. Zo liep hij de kamer uit en liet de deur wagenwijd open. Iemand kon hem dan tenminste vinden. Alans bed was immers te zien als je voor de open deur stond. Kanda liep weg. Weg naar de plek waar hij die dag zou sterven. Dan zouden ze weer samen zijn. Samen en zonder enige problemen. - *Le tatoo...:
En iets bijpassend?
|
|