Hij liep met zijn handen in zijn broekzakken door de straat te slenteren. Hij keek naar beneden terwijl hij verder slenterde. Hij was een keer zonder zijn tweelingbroer op pad. Dat hij zonder Charlie wegging kwam niet vaak voor, eerder zelden. De twee broers waren bijna altijd samen, als je de één zocht wist je dat de ander ook in de buurt was. Toch was hij dit keer alleen, simpelweg omdat Charlie ergens anders mee bezig was geweest. Hij had geen zin gehad om te wachten totdat hij klaar was, dus was hij maar alvast weg gegaan. Of hij nog achter hen aan zou komen wist hij niet, maar goed dat zag hij vanzelf wel. Omdat zijn broer niet mee was verveelde hij zich mateloos, nog een reden waarom ze altijd samen waren. Zo snel de ander er niet bij was, leek de dag opeens een stuk minder leuk. In zijn hoofd vormde zich allemaal ideeën in zijn hoofd wat hij zou kunnen gaan doen, maar ze kwamen er allemaal op neer dat hij ze samen met Charlie wilde doen. Al de ideeën die hij altijd in zijn hoofd kreeg deelde hij met zijn broer, omdat ze ze altijd met zijn tweeën uitvoerden. Als je met hen opschoot wist je nooit zeker of je zelf wel helemaal veilig was, want het was gewoon een feit dat ze van grapjes hielden. Gister was Allen bezig geweest met een kaart van de gangen van de Academy. Die wilde hij zo goed mogelijk uit zijn hoofd weten, zodat ze wisten waar ze heen konden om iets leuks uit te halen. Alleen dan moesten ze wel weten hoe het er helemaal van binnen uitzag, dus dat probeerde hij uit te vinden. Hij had eerst geprobeerd om een kaart te pakken uit de kamer van het schoolhoofd alleen master Savador was daar aanwezig geweest, dus had hij het maar niet geprobeerd. Ze hadden natuurlijk wel een plattegrond gekregen van het gebouw, maar daar had niet alles opgestaan. Alleen de gangen naar de lokalen enzovoort, alleen dat was voor Allen niet genoeg. Hij wilde graag alles weten. Daarom had hij uren door de gangen gelopen, totdat hij zeker wist dat hij niks gemist had. Zo had hij ook verschillende voorraadkamers gevonden, prachtig. Er ontstond een grijns om zijn lippen terwijl hij verder liep. Ja, daar kon hij zich wel even mee bezig houden. Waar ze wat voor konden gaan gebruiken. Hij stopte met lopen toen hij een bordje zag waar op vermeld stond dat er een kleine kroeg was. Ondanks dat het midden op de dag was, lustte hij op zich wel één biertje.
Hij liep naar de deur en duwde die open. De specifieke geur van een kroeg sloeg hem meteen in het gezicht, samen met de aangename warmte. Meteen kwam die ondeugende blik in zijn blauwe ogen terug. Ach, hij zou vandaag zelf wel iets van de dag gaan maken. Hij liep meteen door naar de man aan de bar. “Eén biertje graag,” zei hij voordat de man iets kon zeggen. De man had zijn mond al open om iets te zeggen, maar die deed hem ook maar weer dicht. Hij wist hoe praatgraag kroegbazen meestal waren. Hij vond dat eigenlijk nooit erg, hij praatte ook graag, maar op dat moment had hij er geen zin in. Hij schoof het geld naar de man toe en pakte het bierglas aan. Hij grijnsde nog eens en draaide zich naar de tafels. Er waren niet zo heel veel mensen, maar een meisje aan een tafel viel hem op. Hij duwde zich van de bar af en kwam haar kant op. “Wat zit jij hier alleen,” Er lag een vrolijke glimlach om zijn lippen terwijl hij een stoel naar achter schoof en erbij kwam zitten. “Vind je het erg als ik hier kom zitten?” vervolgde hij. Hij zette zijn glas op de tafel en keek haar aan. “Mijn naam is Allen trouwens,” Hij stak zijn hand naar haar toe zodat als ze dat zou willen ze die kon schudden.
[Mag ik?]