Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx di nov 29 2011, 20:07
Ze was beledigd, daar kon je vanuit gaan. En als Lesaiah zich beledigd voelde, waren er verschillende dingen die ze kon doen. De eerste was dat ze enorm boos werd, en totaal rood aangelopen op de vloer ging lopen stampen, maar daar was ze na haar kindertijd wel ongeveer overheen gegroeid. Optie twee was dat ze inderdaad iemand een klap verkocht, of die persoon begon uit te schelden. Meestal tegelijk, eigenlijk. En dan had je Lesaiah’s reactie op beledigingen die ze nu gebruikte. Een wegkijkende wangkauwactie. De binnenkant van haar linkerwang was al bijna gerafeld van haar niet zo heel botte tanden, en haar ogen richtten zich opeen plek vlak naast Alejandro’s hoofd. Waarom kon hij, uitgerekend de man die ze het minst mocht op deze hele vervloekte planeet, als enige deze reactie uitlokken? Dat ze even niet wist wat te zeggen, omdat hij het vanuit zijn oogpunt alleen maar zo had gezien. Het was frusterend, dat hij gelijk had en tegelijk totaal aan het verkeerde eind trok. ‘Het is niet dat ik iemand gelijk als hij een verkeerde opmerking maak sla,’ protesteerde ze uiteindelijk half, ‘En waarom denk je dat trouwens? Ik heb je welgeteld een keer geslagen toen ik volledig bij mijn zinnen was, is dat echt zo erg? Ik ben zo vaak geslagen. Zie ik eruit alsof ik er een probleem van zou maken iedere keer als ik degene die me ooit heeft geslagen zou tegenkomen? Dan zou ik maanden bezig zijn met alles oplossen.’ Hij leek echt heel erg aangetast door die klap, alsof ze zijn wang niet had geslagen, maar zijn ziel. En dat was allesbehalve haar bedoeling geweest. Het mengsel van speeksel en bloed in haar mond was ondertussen ijzerachtig van smaak geworden, en even trok ze een vies gezicht. Precies op het moment dat hij haar vertelde dat hij haar had geanalyseerd. Weer iets wat totaal haar bedoeling niet was geweest, bedacht ze zich binnen een seconde. Dit zou vast weer heel hard aankomen op zijn tere Alejandrozieltje, dat vergelijkbaar was met een porseleinen bord in haar ogen. Wat een Heer van het duister was hij zeg, als hij zo lang doorzeurde om een klap die in Lesaiah’s maatstaven bijna een aaitje was geweest. ‘Zeg, Alejandro, het lijkt wel alsof je een klap wilt,’ treiterde ze hem sarcastisch. ‘Maar ja, misschien moet ik dan maar zeggen dat ik hem niet ga geven, omdat ik er niet de behoefte voor voel.’ Het treiteren was misschien een beetje misplaatst in haar positie, maar dat moest ze zelf weten. ‘Bovendien heb ik een goede reden om je niet te slaan. Zoals je al zei heb ik je nogal stevig vastgepakt. Dat was wel weer genoeg aanraking voor een hele week, zullen we het daarop houden?’ Met een beetje moeite haalde ze haar groene blik los van zijn rode, en staarde ze weer naar de muur. Waarom kon ze het niet gewoon laten, dat kinderachtige getreiter? Er was een punt dat ze ooit te ver zou gaan, ging ze op dit tempo verder.
Alejandro Goddess of Ducklings
PROFILEPosts : 4052
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark Klas: None. Partner: I'm supposed to be the stronger one, but you always seem to prove that theory wrong.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx di nov 29 2011, 20:56
Hij was te druk bezig in zijn hoofd met het tellen tot tien, ging zelfs verder. Was onderhand al ergens bij honderdvijftig, wilde extra sloom tellen. Het was best vreemd, dat je je zelfs bezig kon houden met je articulatie van de stem in je hoofd. Die de sterkste gedachte door liet schemeren. En dat waren op het moment getallen, in het Spaans natuurlijk. Anders moest hij zich ook nog druk gaan maken over zijn accent, dat er na al die jaren eigenlijk alleen maar erger op was geworden. Waarom telde hij eigenlijk? Het was kinderachtig. Maar kinderachtig als hij was, was het de enige manier die echt goed werkte. De manier die hem enige afleiding bood, en hem het extra geduld gaf dat hij nodig had. Kom nou… Hij wilde die klap, wist niet waarom. Hij wilde het gewoon. Misschien omdat het hem wakker zou schudden, hem helder zou maken in zijn hoofd. En dat had hij op het moment eigenlijk wel hard nodig. Maar hij kwam maar niet, ze ging het niet doen. Gaf hij haar eens de kans om hem een klap te verkopen, vrijwillig nog wel, en dan weigerde ze. Opnieuw geweigerd. Zijn ogen richtten zich niet meer op haar, zijn kaken klemden zich op elkaar. Hij wist het nu wel, stomme herhalingen. Hij had zijn lesje geleerd, nu kon iedereen blij zijn en kon iemand hem eindelijk eens zijn zin geven. Zijn ogen richtten zich op de hare, kneep ze ietwat fel tot spleetjes. ‘Haal het niet in je hoofd om erover na te denken dat ik niet weg kan lopen van dingen op mentaal gebied,’ scherpe toon, ieder woord sloom uitsprekend zodat het accent verdween, ‘Ik heb meer klappen in mijn leven gekregen dan wie dan ook. Ik weet wat echte klappen inhouden, dus doe niet net alsof je het beter weet dan mij.’ Het waren niet echt klappen geweest, het was pijnlijk geweest. Moest toekijken hoe zijn ledematen kapot werden gemaakt door anderen. Twee specifieke personen, die hij nog steeds niet kon vergeten. Hun daden, hun uiterlijk, hun stemmen. Hij kon ze niet vergeten. Het leek net alsof de twee zo erg waren dat ze voor eeuwig op zijn netvlies gebrand waren, maar dat waren wel meerdere dingen. Net zoals het krakende geluid dat echode in zijn hoofd wanneer hij eenzaam in zijn bed lag, zich zo klein makend als maar kon. Nee, hij was mentaal niet in orde. Maar niemand was dat voor de volle honderdprocent, dus niemand mocht klagen. Niemand. En dan vooral Lesaiah niet. Anders zou hij er persoonlijk wel voor zorgen dat ze nooit meer wat kon zeggen. ‘En niet alles valt op te lossen,’ zuchtte hij tot slot, zette zijn ene hand weer op de grond nadat hij er meer in zijn nek had gewreven. Nee, niet alles kon je oplossen. Anders zou dit alles niet eens zijn gebeurd. Dat wist zij ook wel. Grijns weg, ogen halfopen. Hij was afwezig, had geen zin meer om nog enige interesse in de ander te tonen. Het had toch geen zin. En haar woorden, haar manier van doen… Het riep herinneringen bij hem op, dingen waaraan hij niet herinnerd wilde worden. Hetgeen dat hij het liefst uit zijn hoofd wilde bannen. Maar het was hem nooit geluk, misschien gedeeltelijk. Maar alles scheen terug te komen, en sneller dan hij kon bijhouden. Veel te snel. Hij knipperde met zijn ogen, richtte ze op haar wanneer ze weer wat zei. Zijn ogen werden groter. Hij hoorde het sarcasme wel, maar het was wel waar. En ergens raakte hij een beetje in paniek. Shit, ze mocht het niet weten. Ze mocht niet weten dat hij zich onbewust aan het verlagen was, enkel omdat hij de behoefte niet meer voelde om nog iets te doen tegenover haar. ‘Dat is niet waar,’ protesteerde hij zachtjes, ‘Dat van dat gedeelte dat ik een klap van jou wil. Jij bent wel de laatste persoon die ik mij vrijwillig laat slaan, dat je het weet.’ Dat was ook weer niet waar. Er waren vele personen die hij nog minder graag een kansje aanbood om hem een klap te geven. Maar hij wist dat er veel mensen waren die hem kenden die hem maar al te graag een klap wilden geven. Voornamelijk vrouwen dan, omdat hij ontrouw was. Maar dat moest nu wel iedereen weten. ‘Weet wel dat ik je dan na een week weer gewoon lekker ga porren,’ grijnsde hij, speelde het spelletje gewoon mee op zijn manier. Hij zweeg eventjes, dacht na. Hij richtte zijn blik weer op haar. ‘Lesaiah,’ begon hij zachtjes, ‘Als ik het vragen mag, wie is Tyrel eigenlijk?’ De naam die ze had gezegd op het moment dat ze begon te breken, op mentaal gebied. Nieuwsgierigheid was ontstaan richting de naam van de onbekende. En aangezien hij niets anders te doen had momenteel, kon hij zichzelf – en haar ook, maar beter moe gaan maken met vervelende vragen. Onnozele vragen stellen die geen zin hadden, zou hij uiteindelijk toch wel moe van worden. En dan konden ze hier eindelijk weg.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx wo nov 30 2011, 17:26
De muur kon fascinerend zijn als je echt nergens anders naar wilde kijken. Hij was zwart, maar dat was alles in de doos. Ergens verwonderde Lesaiah zich over het feit dat ze nog kon zien, ondanks dat er geen echte lichtbron was. Vast weer een duister magisch trucje. Maar deze hele doos stond bol van de magie, vandaar dat hij zo klein was. Misschien rolden ze zometeen wel weer opnieuw om, en zouden ze dan weer in een ongemakkelijke positie terecht komen. Wie weet, misschien barstte het ding zometeen wel uit elkaar. Dat kon Lesaiah echt niet voorspellen, wilde het ook niet weten. Het enige wat ze wist was dat Alejandro hierna een probleem had, al had hij niets gedaan in de tijd dat ze in de doos zaten. Ja, haar vastgepakt, maar dat had zij ook gedaan. Behoorlijk stevig zelfs. Hij had haar bijna gewurgd. Maar zelfs dat kon ze hem wel vergeven. Misschien had ze het inderdaad ook wel verdiend, misschien had ze moeten liegen. Ergens was de man de harde waarheid, haar pijn, wel waard. Als hij wist waarom ze hem ver weg wilde houden, als hij wist waarom ze zo deed, zou hij haar dan met rust laten? Zou hij dan ophouden met zijn hele Alejandro-zijn en zou hij haar misschien, ergens, laten voor wat ze was? Haar groene ogen, die telkens van kleur veranderden, van licht naar donker en donker naar licht, verlangden naar iets anders dan de donkere wand van de doos, wilden het licht terug. Liever dan deze duisternis, hoewel het beiden nog steeds pijn deed. Maar het deed altijd pijn, diep vanbinnen. Er was nooit een moment dat de pijn niet aanwezig was, ergens ver weggestopt. Maar hoe goed ze het ook verborg, weg was het nooit. Weg zou het ook niet gaan, het was deel van haar. Ze was bijna afgeleid van zijn hele gewauwel, had niet echt geluisterd naar wat hij zei. Tot er een woord in de zin voorkwam wat haar wel iets aanging. Wat haar interesseerde, om precies te zijn. Een naam. Tyrel. Haar ogen vlogen van halfopen naar bijna opengesperd, met een iets onbepaalbare blik tussen schrik en woede in keek ze hem aan. ‘Tyrel?’ siste ze tussen haar tanden door, niet de moeite nemend om het nog vriendelijk te brengen. ‘Je wil weten wie, van alle mensen, Tyrel is?’ Hij had ernaar gevraagd, naar iets wat een smet was op haar hele bestaan. Nu ging hij het krijgen ook, il bastardo. ‘Tyrel is een moordenaar, een dief, een vuile leugenaar.’ Het was een milde omschrijving van haar bijna vervormde beeld van haar kleine broertje, een vreselijk mens. Hij leek op haar, meer dan ze dat wilde. Hoewel hij langer was geweest, met bruine ogen in plaats van haar groene. Hij was o zo charmant geweest bij wie hij dat nodig achtte, maar bij haar was hij niemand meer dan de duivel zelf. De arrogante jongen had zich haar hele leven toegeëigend, het persoonlijk tot een hel gemaakt. ‘Tyrel wordt door velen onder andere namen beschreven, maar ik heb hem altijd hetzelfde genoemd. Fratello. Broertje.’ Hij was de persoon die ze het meest haatte van allemaal. Van haar ouders, haar familie, alle mensen die haar ooit pijn hadden gedaan, was hij het ergst geweest.
Alejandro Goddess of Ducklings
PROFILEPosts : 4052
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark Klas: None. Partner: I'm supposed to be the stronger one, but you always seem to prove that theory wrong.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx wo nov 30 2011, 23:55
Het fijne geborgen en veilige gevoel dat hij normaal op dit moment zou moeten voelen was er niet. Het ontbrak. En hoe meer secondes er verstreken, hoe wanhopiger hij eigenlijk werd om het terug te vinden. Het was een van de weinige dingen die hij nog had in zijn leven. Als hij er eens goed over nadacht had hij eigenlijk niets. Helemaal niets. Enkel de kleine pleziertjes in het leven, en dat moest hij waarderen. Wat hij ook wel deed, maar af en toe een uitzondering kon geen kwaad. Nu hij hier toch zo… Zat, zou hij het dan maar noemen, en hij eigenlijk niets mocht zeggen kon hij net zo goed gaan nadenken. Wie weet zou hij wel zo moe worden van zichzelf dat ze sneller weg konden dan gehoopt. Want hij wist hoelang hij soms in een situatie als deze, maar dan zonder een ander persoon, kon blijven zitten. Zich verstoppend voor de wereld, bang voor alles om hem heen. Natuurlijk was het een lange tijd terug geweest. Te lang, maar hij kon het zich nog herinneren als de dag van gisteren. Dat kon hij met alles, alles waar hij niet aan wilde denken. Het gebeurde gewoon en er was niets wat hij ertegen kon doen. Op mentaal gebied had hij gewoon soms niet zoveel controle, wat best irritant was. Haar ogen die groter werden, de blik die ze hem schonk. Het was wel duidelijk dat hij iets verkeerds had gezegd, was hij nu ook wel achter gekomen. Hij had beter zijn mond kunnen houden, gewoon stilzwijgen en hopen dat ze zo snel mogelijk weg konden. Maar hij had weer eens zo nodig moeten toegeven aan zijn nieuwsgierigheid, had toen nog lekker naïef gedacht: het zou vast wel niets ergs zijn. Hoe dom kon hij wel niet zijn? Het moment waarop ze het had gezegd, de manier waarop ze het had gezegd. Er moest zoiets ergs zijn met de persoon die de naam droeg dat ze toen volledig was overgeslagen in haar eigen taal, of dialect. Hij wist nog steeds niet welke de twee het was. Het interesseerde hem ook niet echt, hij wilde het toch niet leren of iets dergelijks. Dus waarom zou hij er nog moeite voor doen? Maar waarom had hij er geen rekening mee gehouden? Waarom had hij niet beter opgelet, had hij zichzelf ingehouden. Maar die kinderlijke nieuwsgierigheid die hij soms gewoon niet de baas kon zijn, het was vreselijk. Hij knipperde één maal met zijn ogen, richtte zijn aandacht weer op de vrouw. Ze herhaalde de naam, met een toon die alles behalve vriendelijk was. Geweldig, had hij weer een gevoelige snaar geraakt. En dat wilde hij nu niet, alles behalve. En dan juist als hij het niet wilde deed hij het, typisch hoor. Zo ging het de laatste tijd ook altijd. Niets ging meer zoals het hoorde te gaan, werkelijk niets. Alles werd verpest. ‘Nou, je zei zijn naam,’ merkte hij zachtjes op, leek ergens bang voor haar te zijn, ‘Dus vroeg ik het me enkel af. Je hoeft niet -’ Kreeg geen tijd om zijn zin af te maken. De vrouw ging al weer verder, wat te verwachten was. Maar het viel te proberen, de situatie nog ietwat aan te passen. Minder erg te maken. Maar het was hem niet gelukt, had hij ook wel moeten zien aankomen. Hij fronste, keek langs haar heen. Ergens was het best komisch, haar omschrijving. Maar het deed hem stiekem ook denken aan de omschrijvingen die hij aan de mensen had gegeven die hem dierbaar hadden moeten zijn. Maar ze waren alles behalve. Ze waren monsters, vreselijke verachtelijke mensen. Die geen leven verdienden, ze waren het niet waard. Ze vergooiden het, niet alsof hij dat niet had gedaan, en het enige wat ze deden was het zijne zuur maken. Maar bij die andere gedachte stilstaan. Hij vergooide inderdaad zijn leven, wat had hij eigenlijk nog te doen? Een opvolger grootbrengen, meer niet. Helemaal niets. Best triest. Hij richtte zijn blik weer op haar. ‘Zo zo,’ glimlachte hij zwakjes, ‘Ben ik dus niet de enige die problemen heeft gehad met zijn familie. Wacht laat mij mezelf verbeteren: bepaalde familieleden. Ik weet namelijk niet hoe het met de rest zit bij jou. En dat ga ik ook niet vragen, tenzij je er zelf behoefte voor voelt om erover te praten. Hoewel ik mezelf inschat als de laatste persoon met wie je het over je familie zou hebben.’ Dat was ook wederzijds. Maar hij zou nooit praten over zijn familie tegen wie dan ook. Niemand hoefde het te weten, het was zijn verleden. Niet dat van hen. Hij hoefde het niet te delen, kropte het wel op. Dat werkte al jaren goed, en dat zou het nu ook nog wel doen.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx do dec 01 2011, 21:30
Haar linkerhand lag machteloos verkrampt naast haar, brandde van verlangen om de man recht in zijn gezicht te slaan. Hij sloeg toch niet terug, waarom niet? Omdat het betekende dat ze haar eigen zelfbeheersing slecht in de hand had? Omdat ze absoluut wilde bewijzen dat ze zelf wel uitmaakte wie en wanneer ze sloeg? Was dat het? Haar eigen koppigheid, die haar tegenhield van iets wat ze normaal meteen deed. Ze weerhield zichzelf van het ballen van een vuist door de energie ergens anders op te richten, iets minder schadelijks. Haar voeten, die zich met de grootste moeite tegen de wand drukten. Ze stuurde de energie van de woede die eigenlijk in haar hand zat allemaal terug naar haar onderlichaam, haar benen, haar voeten. Zodat die nog harder duwden tegen de wand, in een poging om eruit te komen. Werkte niet, natuurlijk niet. Maar je kon het altijd proberen, zeker als je dan iets kon voorkomen wat je niet wilde. Onnavolgbaar, dat was ze op dit moment. Zelfs voor haar eigen doen en laten was ze verschrikkelijk bezig. Normaal al was het onmogelijk om haar gedachtegangen te volgen, maar in deze positie dacht ze werkelijk over alles na. Over hoe ze ooit had kunnen uitbarsten over Tyrel, hoe erg ze hem ooit had toegetakeld, hoe erg hij haar had aangepakt. Alejandro had niets gedaan, was onschuldiger dan een pasgeboren kind in vergelijking met haar jongere broer. Hij had haar onder water geduwd, net lang genoeg om echt pijnlijk te zijn, maar niet lang genoeg voor bewusteloosheid. Daarna had hij haar aan haar haren midden op het hoofd omhoog getrokken, de lucht bijna in haar longen gedwongen. Daarna begon hij weer met duwen. Ze kon niet schreeuwen, geen geluid uitbrengen. Dagelijks was het gebeurd, maandenlang. Tot ze minstens vijf minuten zonder lucht kon, door de steeds langere periodes dat ze haar adem in moest houden. Tyrel verloor langzaam zijn interesse, zijn oudere zus smeekte hem niet langer om het niet te doen, doorstond alles zonder een woord te zeggen. Hij had haar innerlijke angst gebroken, moest een nieuw punt gaan vinden waarmee hij haar kon treiteren tot ze bijna stierf. En hij had ze allemaal gevonden. Paarden verdwenen, werden voor het leven kreupel, kinderen van amper een dag werden blauw van de kou teruggevonden, levenloos voordat hun leven echt had kunnen begonnen. Maar nooit had de vrouw er ook maar een woord over gerept, zelfs niet tegen de ouders van de kinderen. Het werd afgeschreven aan bosgeesten, die kwaad werden over het een of ander wat fout was gegaan. ‘Jij ook? Het lijkt wel een rage te zijn, tragische verledens als legendarische magiër.’ Weer kwam het onvermijdelijke lipbijten, maar nu niet beschaamd of kwaad. Vertwijfeld, dat was ze. Hij hoefde het niet te weten. Maar misschien, als ze het hem vertelde, zou de tijd sneller verlopen. Bovendien had hij van alle mensen misschien nog wel het meeste recht te weten waarom ze zo was zoals ze was. ‘Niet dat ik je ineens ga vertellen wat er in me rondspookt, maar je bent de enige die me kan horen nu. Dus laat ik het maar meten vertellen.’ Alsof ze er totaal niet om gaf, legde ze nu een deel van haar geheimen bloot aan een man die ze bijna haatte. Er was iets mis met haar, dat wist Lesaiah zeker. ‘Tyrel was mijn jóngere,’ De nadruk op het leeftijdsverschil was voor haar altijd enorm belangrijk geweest. Het was de enige reden dat ze hem echt kon haten, dat leeftijdsverschil. ‘Broertje. Hij was groter en sterker dan ik. Niet zo groot als jij. Maar toch. Maar jullie hebben wel wat gemeen. Ook Tyrel leek het een hobby mij het leven zuur te maken. Hoewel hij het toch beter deed. Dat wurgen van net,’ Nu keek ze wel weg, zich schuldig voelend over haar volgende woorden. ‘Dat was niets. Hij zou dat bij me doen als ik jarig was, als cadeau. Hij vermoordde me nooit, hoewel dat zijn uiteindelijke intentie wel was. Moordpogingen waren het niet, want hij was steeds degene die me ook weer losliet, voordat ik echt kon gaan. Bovendien,’ Ze slikte moeilijk, probeerde de woede jegens haar broer niet tegen Alejandro te uiten, ‘Bovendien leek het altijd alsof ik het uitlokte.’
Alejandro Goddess of Ducklings
PROFILEPosts : 4052
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark Klas: None. Partner: I'm supposed to be the stronger one, but you always seem to prove that theory wrong.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx do dec 01 2011, 22:23
Hij grijnsde nogal vaagjes bij het horen van haar woorden. Maar aan de ene kant was het wel erg logisch dat degene die de meeste macht in hun handen hadden, dezer dagen, de tragischere verledens hadden gehad. Het was alsof ze gewoon afleiding zochten, het het enige was waar ze nog iets aan hadden. De wereld om hen heen mocht hun niet, ze waren ongewild. En enkel in de ogen van een persoon waren ze weldegelijk gewild, want die kon het zien. Het feit dat ze eigenlijk niets te verliezen hadden en niet zouden weigeren. Maar hij mocht niet te snel oordelen. Er waren zat personen die niet oog in oog met de dood hebben hoeven te staan om de titel te verkrijgen die ze nu hadden. Hij echter wel, maar hij had het er nooit over gehad. En het was het hem ook nooit gevraagd. Het was in zijn ogen taboe en hij zou het er nooit over hebben, of ja dat had hij besloten. Maar dat waren zo’n besluitjes waar je je op een bepaald moment niet meer aan kon houden. Je kon wel heel goed afspraken met jezelf maken, maar het bleek achteraf altijd toch moeilijker om je echt aan te houden. Hij keek haar afwezig aan wanneer ze weer wat zei, fronste daarna. Ging ze het hem vertellen? Iets met hem delen? Van al de personen die er waren, koos ze hem? Hij had nu wel door dat ze elkaar niet mochten, en waarschijnlijk zouden ze dat ook nooit doen. Hoewel ze niet officieel tegenpolen van elkaar waren, leken ze elkaar wel af te stoten op mentaal gebied. En ook onbewust in houding, maar dat was op dit moment ver te zoeken. Hij was zichzelf niet, zij was zichzelf niet. Alles was anders. Hij dacht nu werkelijk drie keer na voordat hij iets zei, durfde vreemd genoeg geen fouten te maken. Normaal zou hij het altijd wel accepteren, zou hij nu ook nog wel doen, en hij zou er niet meer op terugkijken. Maar het voelde net alsof hij het voor eeuwig met zich mee zou moeten dragen, alsof hij iemand iets vreselijks aan had gedaan als hij enkel iets verkeerds zou zeggen. Het was vreemd en hij snapte het niet. Maar hij snapte de laatste tijd zo weinig dat hij het maar liet voor wat het was. Hij wendde vrijwel gelijk zijn blik af wanneer ze weer begon over het hele wurg incident. Hou er alsjeblieft over op, snauwde hij gewoon in zijn gedachtes tegen haar, maar het kwam niet over zijn lippen. Hij wilde niet dat ze het wist, niemand hoefde het te weten. Hij had het prima gered al die jaren, dat hij gewoon alles voor zichzelf hield en net deed alsof er niets aan de hand was. En onbewust liet dat des te meer blijken dat er wel iets aan de hand was, het feit dat hij het negeerde. Het probeerde te negeren, want de laatste tijd ging het hem niet zo goed af. Hij deed niet wat hij hoorde te doen, handelde zoals hij vroeger zou hebben gedaan. In de tijden van wanhoop, angst en verdriet. Die hij allemaal had vervangen door egoïsme, woede en afgunst. Hij moest eigenlijk niets hebben van de wereld om zich heen. Maar om zich toch een beetje te kunnen wreken op de personen die hij het meest haatte, voornamelijk blonde vrouwen met groene ogen, moest hij zich wel sociaal opstellen in sommige situaties. Het was dat hij er later zelf voor koos omdat hij door kreeg dat hij er zijn voordeel uit kon halen. Hij wilde zoveel dingen zeggen op het moment, maar het enige wat hij deed was zwijgen. Keek haar niet aan. Grijns was weg, frons was weg. Alles was weg. Zijn kaken die zich een beetje op elkaar klemden, zijn ogen die halfdicht waren. Hij wilde dit niet. Ze had er niet over moeten beginnen, ze had haar mond moeten houden. Maar hij had het ernaar gemaakt, het was zijn eigen schuld. Hij sloot uiteindelijk zijn ogen en haalde diep adem, dacht eventjes na. ‘Je gelooft het waarschijnlijk toch niet,’ begon hij zachtjes, opende langzaam zijn ogen waarna hij haar aankeek, ‘Maar vreemd genoeg weet ik precies hoe je je voelt.’ Waarom zou hij het niet gelijk zeggen? Zij had hem verteld over haar broertje, kon hij haar net zo goed vertellen over zijn twee zussen. Maar hij wist hoe hij dan zou eindigen. Het lag te gevoelig, nog steeds. Maar het moest, verklaarde misschien zijn vorige gedrag niet. Maar wel het feit waarom hij haar kapot had willen maken, op mentaal gebied dan. ‘Ik had dan wel geen jonger broertje, maar twee zussen. Ouder, ja. Helaas maar waar, had gewenst dat ik de oudere was,’ hij keek weer weg, ‘Ze waren een beetje zoals jij Tyrel beschreef, maar dan geniepiger. En met zijn tweeën, altijd… Opnieuw en opnieuw. Tegen iemand die, hoewel ik nu bijna twee meter ben, klein en zwak was voor zijn leeftijd.’ Hij zweeg, merkte dat zijn stem begon te trillen. Ze mocht niet weten dat hij er nog mee zat, ze mocht wel weten wat er was gebeurd, maar niet hoe hij er zich nog bij voelde. Hij keek haar weer aan, trok zijn mondhoeken een beetje omhoog. Het was een zwakke glimlach, maar de eens zo speelse glim in zijn ogen was verdwenen. Glans was uitgewist en ze waren dof. ‘Het is een slechte smoes, maar dat is de reden waarom ik…’ Hij maakte zijn zin niet af, keek weer weg. Nee, dat kon hij beter niet zeggen. Daar moest ze zelf maar achter komen.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx za dec 03 2011, 15:56
Haar hoofd leunde naar achter toen ze het eindelijk begon te begrijpen. Haar hele gezicht leek gladgestreken, zelfs in haar ogen was niet echt iets van een emotie te bekennen. Ze geloofde hem op zijn woord, was er zeker van dat hij in dit geval niet loog. Dat kon niet, hierover logen mensen niet zomaar. Ze ontkenden het vaak, dat was het enige liegen wat er aan te pas kwam. Niemand zou hierover zeggen dat hij het had doorgemaakt, zelfs niet om medelijden op te wekken. Daarvoor was het te onmenselijk, te pijnlijk. Haar hele wezen focuste op dat ene besef, die paar woorden die hadden aangegeven waarom ze hem van begin af aan al niet had gemogen. Hij leek in zijn gedrag niet alleen op Tyrel, hij was een Tyrel geweest. De jongere, een jongen, waarschijnlijk wel favoriet bij zijn ouders. Maar zijn zussen waren verstandiger geweest, hadden zich niet laten imponeren. Hoe vaak had Lesaiah gewenst dat zíj een zus had, al was het een jongere. Ze had zo vaak gewenst iemand Tyrel’s martelingen te kunnen vertellen, maar haar ouders zouden haar niet geloofd hebben. Misschien deden ze dat wel, maar Lesaiah had altijd gedacht dat ze dat niet deden. Dus deed ze het bij voorbaat gewoon niet. De vrouwen op het kasteel zouden de roddels overal en nergens verspreiden, en dan zou Tyrel haar zeker vermoorden, dus de enige waarbij ze terecht had gekund waren dieren. Die hadden geen stem gehad, konden haar niet verraden. Haar magie was geen pure interesse geweest, eerder doodsangst. Dat ze een grote bron bezat, kwam door het feit dat het haar laatste redmiddel was geworden. Als Tyrel op haar afkwam, wist ze hem steeds vaker te ontwijken, naarmate de tijd vorderde. Ze kon de pesterijen uitstellen, maar niet afstellen. Ze werden minder, maar wel erger. Per keer kwamen er meer blauwe plekken bij, verdwenen er meer plukken haar uit haar hoofd. Hij trok het er ruwweg uit, sloeg haar waar hij haar raken kon. Omdat hij zich verveelde, niets te doen had. En zelfs toen Lesaiah weg was, was hij niet veranderd. Hij was mensen blijven mishandelen, blijven doden. Ze had zich telkens bekommerd om “haar mensen” maar na verloop van tijd begon ze te beseffen dat het te laat was om zich nog zorgen te maken over die schimmen uit het verleden. Ze waren dood, de enige doden waar Lesaiah zich echt verantwoordelijk voor had gevoeld. Maar Tyrel was nu ook dood, dus dat hoofdstuk was afgelopen. Voorgoed. Zelfs zijn nakomelingen waren het niet waard om haar wraak op te uiten. ‘Dat,’ Haar stem zonder echte intonatie, op neutrale toon, ‘Is de meest belachelijke reden die ik ooit heb gehoord.’ Meer woorden wilde ze niet vuilmaken aan de conclusie de ze getrokken had over de man, besloot dat het het niet waard was. Verveling, dat was meestal de reden. Of gewoon een onverzadigbare honger naar het breken van harten, of gewoon het lichaam van een vrouw. Maar hij deed het om wraak te nemen op zijn zussen? Een tikje vreemd, als je het Lesaiah vroeg. Nu was Alejandro ook een tikje vreemd. Meer dan een tikje, eigenlijk. Hij was… Ja, wat was hij eigenlijk? Hij was Alejandro, dat was het gewoon. En Alejandro was vreemd. Hij leek die nee die ze hem gegeven te weigeren, accepteerde het niet. En dat maakte hem vervelend. Daarom was het vervelend dat ze samen met hem in een doos zat ter grootte van een rubixcube. Een doos die gevonden was door een stel eerstejaars die hadden besloten er wat magie op los te laten, maar nu hadden besloten om het ding te laten voor wat het was. De jongen die het ding in zijn hand had, liet het nu vallen uit verveling. Magie leek er geen invloed op te hebben, dus het was duidelijk niet van belang. Helaas had de val een rampzalige uitwerking op de zwaartekracht in de doos. Ze kantelden weer om, en doordat ze vielen werd Lesaiah door de druk tegen het plafond gedrukt. Niet alleen zij, ook Alejandro. Die tegen haar opgedrukt werd door de kracht van de val. Na wat een eeuwigheid leek kwam de doos met een schok tegen de grond, en viel Lesaiah half over Alejandro heen. De tegendruk was er immers niet meer, dus werkte de zwaartekracht weer op de doos. ’S-Sorry,’ kwam er half gemompeld uit, haar wangen weer hoogrood. Ze plaatste haar handen naast zijn hoofd, vroeg zich wanhopig af hoe ze hem sneller moe kon krijgen. Dit kon zo niet doorgaan, iedere keer dat ze schrok kwam er adrenaline vrij. Bij de man zou dat waarschijnlijk ook zo zijn, het was een reactie die iedereen wel had. Het probleem was dat die adrenaline niet weg kon, ze konden niets doen. Alleen wachten. Er hing een ongemakkelijke stilte, die Lesaiah liever niet verbrak. Sterker nog, hij mocht niet onderbroken worden. Als dat gebeurde, was haar concentratie weg. Er was iets, iets wat ze eerder had meegemaakt aan deze situatie. Iets kleins, iets met tijd. Tijdstops, dat waren het. Je zette in een bepaalde regio de tijd stil. Zo deed de mytische kerstman het ook. Maar er was iets mee. Slapen en wakker zijn, dat was het cruciale punt. In een tijdstop kon je niet wakker worden of in slaap vallen. Dat zou de magie verbreken. Als dat hier ook zou werken, dan moest Alejandro… ‘In slaap vallen.’ Fluisterde de vrouw zacht, zich amper beseffend dat ze de oplossing had gevonden. ‘Alejandro,’ haar stem was zacht, maar dringend. ‘Je moet in slaap vallen.’
Alejandro Goddess of Ducklings
PROFILEPosts : 4052
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark Klas: None. Partner: I'm supposed to be the stronger one, but you always seem to prove that theory wrong.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx zo dec 04 2011, 13:11
Het was niet dat hij het in het begin zelf door had gehad. Maar langzamerhand zag hij het wel in. Iedere vrouw, ieder meisje, die hij tegenkwam. Er was altijd wel iets dat ervoor zorgde dat hij ze aanzag als een van zijn zussen. En dan met name Sophia, omdat er nooit wat goeds was geweest aan haar. Anna was een ander verhaal, dat was een en al manipulatie van Sophia en het was haar kleine… Slaafje. Dat hem moest aanraken, omdat ze het zelf te vies vond. De minachting van de oudste zus uit jegens hem was zo groot dat ze het als een misdaad beschouwde om hem enkel aan te raken. Kijken ging nog wel, en dan enkel en alleen als hij bang was, aan het huilen was, of smeken kon ook nog. Gillen, schreeuwen, spartelen en noem het maar op. Dan was het dragelijk voor haar om naar hem te kijken. Te genieten van zijn pijn. Het was ziek. Zij was ziek, in haar hoofd. En ze probeerde hetzelfde voor elkaar te krijgen bij de ander. Hij was een ander verhaal, hij moest kapot. Vanbuiten en vanbinnen. Misschien dat hij nu ook altijd de drang had gekregen mensen te slopen, op mentaal gebied dan. Fysiek kon hij niet tegen, met dank aan zijn zussen. Kleine angsten die zich hadden ontwikkeld in die tijd, en die niet meer weg konden omdat ze er te diep inzaten. Hij keek haar niet aan, maar wist dat ze gelijk had. ‘Ik weet het. Maar het is beter dat ik een reden heb, ook al is deze slecht, dan dat ik het puur uit vermaak of verveling doe,’ merkte hij luchtig op, ‘Denk je niet?’ Hij had al de kleine conclusie getrokken dat Lesaiah’s broertje het enkel en alleen deed omdat hij zich verveelde en opzoek was naar wat vermaak. Hij deed het echter uit pure doodsangst. Was stiekem doodsbang voor elke vrouw om hem heen. Zag hij echter niet in, omdat hij het stug ontkende. In het begin was het echt alleen maar uit angst geweest, later zette hij het om tot haat en voor hij het wist kon hij niet meer zonder. Hij was verslaafd geweest, in het kwetsen van vrouwen… Ze gebruiken als speeltjes, keer op keer. En hij leerde het nooit. Totdat er eindelijk een twist in zijn leven kwam. Hij kreeg eindelijk wat hem toebehoorde, in zijn ogen, en was daarna een soort van verdwenen. Enkel omdat hij diep van binnen wist dat hij ergens wel verslaafd moest zijn eraan. Afkicken kwam eerst, en dan pas mocht hij weer onder de mensen komen. Want dat verlangen om mensen te zien lijden was zo erg geworden dat hij het zelfs bij mannen begon te doen, en dan niet in vorm van verleiding… Nee, door losse handjes te hebben. Want wie kon nou winnen van hem? Hij speelde vals als het moest, zijn magie was sterk genoeg om het te doen. Maar die tijden waren nu voorbij. Dat was hij… Niet meer, of dat hoopte hij. Zwaartekracht veranderde weer. Zijn ogen werden groter. Zij werd tegen het plafond gedrukt, en hij werd tegen haar gedrukt. Hij wilde het niet. Zette zijn handen tegen het plafond en probeerde weerstand te bieden tegen de natuurlijke kracht. Hij kneep zijn ogen dicht, klemde zijn kaken op elkaar en ontblootte zijn tanden ietwat. Hij. Moest. Ruimte. Creëren. Maar het was al duidelijk dat hij verzwakt was door het toch wel lange gebruik van magie in deze vorm. Het was een vorm die vrij veel concentratie en energie vergde. Niet dat zijn concentratie altijd honderdprocent was, hij was nogal kort. Vijftigprocent was al erg hoog voor zijn doen, en vijfenzeventig was uitzonderlijk. Maar hij wilde niet dat er geen ruimte was, er moest ruimte zijn. Hij wist niet waarom, maar hij wilde niet dichtbij haar zijn. Zo ver mogelijk. Dat was het beste. Alles leek voor een tel stil te staan, waarna hij viel. Op de grond. Harde klap tegen zijn rug, perste net niet alle lucht uit zijn longen. Maar toen ze op hem viel drong de pijn van de klap pas echt door. Niet fijn. Hij keek haar aan, leek ergens licht geschrokken. Hij knipperde met zijn ogen, keek weg. ‘Het geeft niet, je kon er niets aan doen,’ merkte hij met een hese stem op. Besloot vrijwel gelijk daarna niet meer zoveel te zeggen. Want zijn stem kon nog steeds niet liegen. Hij keek op wanneer ze weer wat zei. In slaap vallen? Wat had dat nou voor nut. Hij fronste. ‘Waarom?’ Hij dacht eventjes na. Het was wel waar dat het vroeger altijd zo ging: in doos zitten, janken tot je er moe van werd, in slaap vallen. En als je wakker werd was je er weer uit. Dus ergens had ze wel een punt. Hij haalde diep adem, sloot zijn ogen. Maar het duurde niet lang of hij had er al geen zin meer in. Hij opende een oog half. ‘Geloof ik werkt het niet,’ merkte hij nogal droog op, alsof hij een grootse ontdekking had gedaan. Uiteindelijk opende hij beiden ogen gewoon en keek haar aan. ‘Het spijt me, maar ik kan niet op commando slapen. Je zult iets beters moeten verzinnen.’ En aangezien hij haar er niet voor aanzag om hem in slaap te sussen kon ze lang wachten voordat hij eindelijk in slaap zou vallen. Als het kon zou hij gewoon niet slapen, maar als hij dat deed werd hij altijd chagrijnig en was zijn concentratie nog lager. Niet te vergeten dat hij dan soms dingen zag die er helemaal niet waren en zichzelf voorschut zette. Dus ja, het kon niet anders dan gewoon zo nu en dan eventjes te slapen.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx ma dec 05 2011, 22:21
Helemaal helder kon Lesaiah niet meer nadenken, daarvoor was het nu te laat. Ze moest zich focussen op de dingen die ze net had ontdekt. De doos werkte ongeveer als een tijdstop, was haar uitgangspunt. En omdat je die kon doorspoelen door in slaap te vallen, zou de doos uit elkaar vallen zodra degene die hem gemaakt had in slaap viel. De dimensie waar ze nu inzaten zou instorten, ze zouden teruggezogen worden naar waar ze vandaan kwamen. Maar het zou alleen werken als haar theorie klopte. Anders had het geen nut, zou het allemaal voor niets zijn. Maar haar zekerheid over de zaak was groot. Het feit dat de kubus van de buitenkant zo klein was, had haar eigenlijk overtuigd. Ze waren niet verkleind, dat voelde ze. Dus was er extra ruimte in de doos gecreëerd, die aan de buitenkant niet zichtbaar was. Ruimte die er niet was, en dus kon worden verbannen. Zenuwachtig beet ze op haar lip, de theorie nog een paar keer controlerend. Ze had dit niet eerder hoeven toepassen, tijdstoppen en nieuwe dimensies waren niet haar gebied op magie. Dat was iets wat duistere magie beter deed dan haar woudmagie. Het enige wat zij op dat gebied kon was de gebieden overspoelen met nieuwe levensvormen, hoe mismaakt ook. Je kon het niet bedenken, zolang het maar leefde en een soort van organisme was, kon Lesaiah het creëren. Het was niet bepaald haar hobby, nachtmerries van anderen tot leven wekken, maar het lukte haar aardig. Haar eigen in ieder geval, die ze dag in dag uit had moeten uitroeien, tot ze geleerd had hoe haar magie te stoppen in haar slaap. Het was een soort angstreactie geweest, de dingen die ze had gemaakt in haar nachtmerries. Het was als bescherming tegen Tyrel geweest, die haar ’s nachts nooit kon bereiken om die reden. Maar iedere ochtend nachtmerries wegvechten gaf toch aan dat de jongen haar ook in haar slaap martelde, onbewust. Hij kon niet slapen, de arme jongen. 'Natuurlijk niet, niemand kan op commando in slaap vallen.' Het kon prima, als je invloed op iemand zo groot was zou je dat soort commando's kunnen geven. Dat de mentale kracht van een ander zo op je inwerkte dat je hem of haar werkelijk alles kon laten doen. Dat was de essentie van een slaapspreuk, iemand dwingen in slaap te vallen. Maar daarvoor had je de overhand nodig, en die had Lesaiah niet. Ze kon zich niet concentreren op zelfs de simpelste manier om iemand in slaap te laten vallen. Dus magie viel af. Wachten ging absoluut niet door, dus Lesaiah zou het op de ouderwetse manier moeten gaan aanpakken. 'Luister, ik ga hier niet zitten wachten tot je in slaap valt, oké? Vat dit niet te persoonlijk op.' Met die woorden ontspande ze haar lichaam een beetje, liet het zachtjes zakken. Ze raakte hem nog steeds niet echt aan, maar was ook niet meer zo ver weg als mogelijk. Haar linkerhand streek lichtjes over zijn wang, kort bracht ze haar mond bij zijn oor. 'Eenmalig. Het betekend niets. Maar kennelijk is het de enige manier je in slaap te krijgen.' Daarna trok ze haar hoofd weer weg, maar haar hand bleef zacht over zijn wang dartelen. Voorzichtig, zacht, en een beetje hees begon ze te zingen, in het begin bijna bang zich verstaanbaar te maken. Kleine kinderen vielen in slaap met liedjes, dus misschien Alejandro ook. 'He cries in the corner where nobody sees, he's the kid with the story no-one would believe,' Zacht zingen was goed, maar dit was te zacht. Ze sloot haar ogen, ging met een zucht verder, hopend dat hij het niet te persoonlijk op zou vatten. Dat zou totaal niet volgens het plan zijn. 'He prays every night; Dear God won’t you please... Could you send someone here who will love me?' Liefdesliedje, dat was het niet, maar het ging wel over liefde. Terwijl ze juist niet wilde dat hij haar zo hoorde zingen. 'Who will love me for me? Not for what I have done or what I will become. Who will love me for me? ‘Cause nobody has shown me what love, what love really means, what love really means,' Voorzichtig opende ze haar groene ogen, maar sloot ze bijna meteen weer om aan het volgende couplet te beginnen. Liedje <3
Alejandro Goddess of Ducklings
PROFILEPosts : 4052
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark Klas: None. Partner: I'm supposed to be the stronger one, but you always seem to prove that theory wrong.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx ma dec 05 2011, 23:32
Hij wilde niet slapen. Hij haatte het. En hij haatte alles waar hij stiekem diep van binnen bang voor was. Hij was bang dat ze hem zouden halen. De twee die het begin waren geweest van alles. Van hem. Hetgeen wat hij nu was. Iemand die eigenlijk geen doel meer had in zijn leven, het beste kon verdwijnen. Niemand zou hem misschien. Zoals als was gebleken was hij gewoon vervangbaar, net zoals Deshas en Kadaj. Het was absurd. Die eeuwige strijd om macht. Niemand had het echt door, maar ze waren er allemaal verslaafd aan. Ze wilden allemaal de sterkste zijn. En hij wist zeker dat als hij weg zou zijn, er een of andere nieuwe dwaas zou komen die maar al te graag zijn plaats zou willen innemen. En daarom durfde hij niet te slapen, hij wilde zijn ogen niet sluiten. Hij kon het niet. En toch moest het, anders zou men het merken. Ooit zou iemand hem pakken, op het moment dat hij het meest kwetsbaar was. En dat was als je niet met je bewustzijn geheel op deze wereld was. En met Lesaiah… Hier… Niemand zou het merken als ze hem nu uit de weg zou ruimen en eigenlijk zag hij haar er best nog wel voor aan. Zij haatte hem, hij haatte haar. Zo simpel was het. Dus waarom zou ze haar kans niet grijpen als ze die voor haar neus kreeg aangeboden. Hij had het niet gedaan. Maar dat was omdat hij het niet kon, gaf hij niet wel niet toe. Maar het was toch echt de harde werkelijkheid en er was geen andere reden. Het was niet dat hij haar niet iets aankon doen omdat ze Lesaiah was, maar omdat hij niemand wat aan kon doen. Hij kon het enkel om mentaal gebied. Maar fysiek zou het hem van binnen kapot maken. Hij keek haar met een droge gezichtsuitdrukking aan. Hij had een grapje gemaakt, kon ze zelfs dat niet zien? Oké, hij had het wel over laten komen alsof hij het meende. Maar het was niet geweest. Natuurlijk wist hij wel hoe hij mensen op… Commando moest laten slapen. Maar meestal wilden ze het zelf dan niet, en dan was het ook nog niet eens helemaal met magie gedaan. Omdat hij een grote afkeer had tegen zien van gebroken ledematen en allerlei dingen in die richting, had hij een manier moeten zoeken waarop hij anderen toch kon uitschakelen zonder zo’n soort dingen te zien. Met behulp van anatomie, een paar biologische wetten en zijn magie had hij toch een manier ontwikkeld. Maar die zou hij voor geen goud aan iemand leren… Met uitzondering van die opvolger, want dat voelde gewoon als een verplichting waar hij zich aan moest houden ondanks dat hij het niet wilde. Maar hij had wel meer dingen in zijn leven gedaan die hij eigenlijk niet wilde doen, maar verplichtingen waren dingen waar hij niet onderuit kon komen. Hij rolde met zijn ogen. ‘Alsof ik ga wa-’ Hij staakte zijn zin, fronste enkel. Wat ging ze nu weer doen? Hij had hier zo geen zin meer in. Dan hield hij zich eens in, ging zij weer aan de gang. Verwarrend mens dat ze ook was. Hij knipperde langzaam met zijn ogen, realiseerde zich pas op het moment dat haar vingertoppen zijn wang aanraakten hoe moe hij eigenlijk was. Maar dat was toch net goed? Maar… Ze ging net – Nee, hij wilde het niet. Zijn ogen werden groter, zijn kaken klemden zich op elkaar. Bedoelde ze nou serieus dat ze… Ho, dat was ook wel erg vreemd. Ineens… Ze moest wel erg graag wegwillen hier. Hij fronste weer toen ze aarzelend begon te zingen. Oké, anticlimax. Grote anticlimax. Zat hij er toch eventjes naast. Maar hij kon niet ontkennen dat hij het niet fijn vond. Het was best wel prettig om naar te luisteren… Maar wat hij er precies bij voelde wist hij niet. Het bracht hem in de war. Die hand die zijn wang streelde, zo voorzichtig. Haar lichte aarzeling. Hij wilde de betekenis van de tekst negeren, maar het ging niet. Het leek haast alsof iets hem dwong de woorden te vertalen naar het Spaans zodat hij de betekenis wist. Maar hij wilde de betekenis niet weten. Waarom had hij geen controle over zijn eigen handelingen? Het was zo vreselijk irritant. Hij kon het niet helpen dat hij zijn hand, die licht trilde, op de hare legde. Naar haar keek. Hij had geen grijns op zijn gelaat, en ook geen glimlach. Maar droevig leek hij ook niet. Het was enkel neutraal. Maar zijn ogen stonden dof, staarde eigenlijk in het niets. Er was dat gevoel dat hij niet kon plaatsen… Wat hem zo frustreerde omdat hij niet wist wat het was. Was het te danken aan het feit dat hij zich… Daadwerkelijk een keer niet bedreigd voelde? Gewoon normaal, zonder echt na te denken. Na te denken aan die doodservaringen. Dat veilige en geborgen gevoel… Dat was het. Nou als zij haar best deed zou hij het ook wel doen, was wel zo aardig. Hij haalde diep adem, sloot langzaam zijn ogen. Greep op haar hand werd steviger. Die hand moest daar blijven, en ze moest enkel blijven zingen. Het moest. Anders zou hij weer twijfelen aan haar aanwezigheid. Er vanuit gaan dat ze een wanhopige hallucinatie was omdat hij niet alleen wilde zijn op het moment. Niet dat hij ooit had gehallucineerd in zijn leven, maar de situatie leek gewoon ze vreemd. Onwennig. Ze hoorden elkaar te haten met een ongekende passie. Maar wat deden ze nu dan? Zij zong een liedje voor hem, en hij leek ietwat wanhopig haar aanwezigheid te willen aan te tonen door die hand tegen zijn wang op te drukken. Het was vreemd… Bizar. Maar niet onprettig, nee dat niet. Maar wat was het dan wel?
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx wo dec 07 2011, 22:48
Haar stem klonk niet zoals hij normaal klonk, anders dan haar normale zangstem. Ze wilde hem in slaap sussen, probeerde zelf zo rustig mogelijk te zijn. Zo min mogelijk na te denken. En als Lesaiah niet nadacht had het wel degelijk gevolgen op haar manier van doen. Waar Alejandro het accent niet uit zijn stem leek te krijgen, lukte het haar prima. Maar als ze er niet op lette, kwamen de klanken er een stuk Italiaanser uit. Zachter, in een tongval die haar stem een stuk meisjesachtiger deed klinken. Het Italiaans was haar moedertaal geweest, maar ze had het zich zelfs afgeleerd erin te denken. Alle gedachten gingen nu in de Kovomakaanse mengelmoes van talen, niet langer in haar Italiaanse woorden en zinnen. Nu begon ze zich zelfs af en toe in haar zang te vergissen met woorden. Wat ze precies zong wist ze al lang niet meer, wist wel wat voor een impact een lied kon hebben op je moeheid. De man had zijn ogen gesloten, een goed teken. Dat betekende dat hij tenminste mee probeerde te werken. Hij was zo kwetsbaar nu, bedacht een deel van Lesaiah, een bijna vertederd deel. Ze kon hem nu werkelijk alles aandoen. Hem ziek maken, hem martelen, hem laten schreeuwen tot hij- Ho, wacht, waarom zou ze? Dan kwam ze hier nooit meer uit. En toch was het zo verleidelijk, om haar nagels in zijn wang te boren, hem te horen schreeuwen. Dat zij hem pijn zou doen, in plaats van hij haar. Dat zou heerlijk zijn, bedacht ze zich, haar groene ogen halfopen. Een soort glinstering in het groen, een klein, maar verontrustend stukje persoonlijkheid. Ze bleef gewoon doorzingen, zacht en met een nu duidelijk hoorbaar accent. In tegenstelling tot de man voor haar had de vrouw er geen problemen mee, zij zat heel ergens anders. Zelfs als ze Alejandro geen pijn kon doen, in Tyrel martelen zag ze wel wat. Ze had hem al eerder aangezien voor haar broertje, waarom nu niet weer? Ze haatten elkaar toch, en revanche op haar broertje wilde ze nog steeds. Haar ogen gleden langzaam over het gezicht van de man, nog steeds de woorden zingend. Geruststellende woorden, woorden die veiligheid betekenden. Maar het was niet veilig. Ze was nooit veilig geweest, ze zou hem nooit zich veilig laten voelen. Langzaam kon ze het haar zien verkleuren, werden zijn rode ogen -zoals Lesaiah het zag- diepgroen. Binnen een paar seconden zat ze half bovenop haar grootste vijand, haar oude rivaal. Een hersenspinsel, maar toch. Voor de vrouw levensecht genoeg om bijna haar nagels in zijn huid te zetten. Kort hield ze haar adem in, maar zong op een bijna spookachtige manier weer zoet verder. Het was de greep op haar hand die de kleuren weer normaal maakte, die de gedachten uit haar hoofd dreef. Waarom had ze erover nagedacht, vroeg ze zich nu af. Het was idioot geweest, Alejandro voor Tyrel aanzien. Tyrel zou zijn hand nooit zo om de hare klemmen, alsof hij wilde dat ze bleef. Tyrel had haar altijd weggewild, had haar uit willen sussen. Wegvegen uit het leven. Maar Alejandro leek echt te willen dat ze doorging. Dat ze niet stopte met zingen, hoe lang het ook zou duren. Dus bleef haar Italiaanse stem doorzingen, bleef ze maar woorden uit haar mond halen. Het voelde vreemd, vredig en gespannen tegelijk. Ze mocht niet stoppen, maar dat hoefde ook niet per sé. Alleen als ze ademhaalde viel het geluid even stil, maar vaak duurde dat hoogstens een seconde of twee. Ondanks zijn greep bleef ze zacht strelen, alsof hij van porselein was gemaakt. Er was geen glimlach op zijn gezicht, maar ook niet op het hare. Dat ze hem nu kon verdragen was de enige reden dat ze hem in slaap zong. Anders had ze waarschijnlijk wel gewacht tot hij zelf van vermoeidheid instortte. Haar vingers gleden van boven naar beneden, en weer terug omhoog. 'Alejandro,' fluisterde ze zacht, 'Slaap je al?'
Alejandro Goddess of Ducklings
PROFILEPosts : 4052
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark Klas: None. Partner: I'm supposed to be the stronger one, but you always seem to prove that theory wrong.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx wo dec 07 2011, 23:32
Ondanks dat hij zijn ogen eerst langzaam had gesloten, kon hij het niet helpen ze langzaam weer half te openen. Hij wilde niet… Het was gewoon dat… Het was gewoon alles op het moment. Het feit dat het nog niet zo heel lang terug was geweest dat hij weer eens eventjes aan zijn zussen had moeten denken. En als hij aan die had moeten denken was er geen manier mogelijk om hem nog in slaap te krijgen. Of ja, niet voor lang. Meestal werd hij dan wakker, soms schreeuwend. De andere keren was hij gewoon zo lomp geweest om uit zijn bed te vallen, bewoog teveel in zijn slaap. Het verbaasde hem ergens dat hij nog niet echt had geslaapwandeld, maar het was beter eigenlijk van niet. Want als er een ding was waar hij niet tegen kon was het geen controle hebben over iets. En als je slaapwandelt heb je geen controle over wat je doet. Nou, je doet het onbewust. Maar als je er een lang over nadacht had hij eigenlijk vrij weinig controle. Hij had dit alles in de eerste plaats niet gewild. En toch was het gebeurd. Alles… Zijn hele wurgactie, dit… Doosgedoe. Hij had het niet gewild en toch had hij het gedaan. Rustig, rustig. Nu niet jezelf gaan irriteren door aan die dingen te denken, want dan zou het nog langer duren voordat ze hieruit waren. Hij fronste eventjes. Lag het aan hem of was haar stem anders? Er was iets anders aan. Iets dat hem vreemd genoeg aan zijn eigen stem – Wacht, dat was het. Accent, licht accentje weliswaar, maar het was er wel. Nu hij erover nadacht… Ze schold hem wel altijd uit met woorden die hij niet kende, dan de betekenis achterhaalde door zijn kennis te gebruiken over die mengelmoes die hier werd gebruikt, en het voor hem o zo bekende Spaans. Na tweehonderd jaar was het hem nog steeds niet gelukt om het weg te krijgen uit zijn stem, het accent. Maar hij dacht ook nog steeds in zijn dialect, dat niemand waarschijnlijk nog zou spreken. Op een enkeling na. En hij wist ook wel dat hij het had behouden omdat hij ergens bang was geweest, bang om zichzelf te verliezen. Komisch was het. Maar nu hij hier zo lag, haar hand zijn wang strelend. Zachtjes zingend met dat accent. Het deed hem wel realiseren dat… Dat zijn angst ergens terecht was geweest. Ondanks dat hij niets meer te maken wilde hebben met zijn verleden wilde hij zichzelf niet veranderen. Hij wist niet hoe het precies zat met de vrouw, maar het kon net zo goed dat zij haar accent juist had verdrongen omdat ze niets meer over haar broertje wilde weten. Hij moest waarschijnlijk hetzelfde hebben gehad. Had hij ook bij zijn zusjes. Maar hun stemmetjes waren hoog en irritant geweest. Zijne was nu laag, en alles behalve irritant. Enkel de woorden die soms over zijn lippen kwamen waren irritant, maar de stem niet. Hij had het eigenlijk helemaal niet gemerkt, dat zijn oogleden weer omlaag waren gegleden. Kwam het misschien door het feit dat zijn lichaam er echt geen zin meer in had? Hij fysiek echt uitgeput begon te raken? O, jippie. Plan leek te werken. Maar was het echt te danken aan haar zangstem? In het begin had hij het gewaardeerd, maar langzamerhand begon het vreemd te worden. Er was nog nooit iemand geweest die hem in slaap had gezongen, zelfs zijn bloedeigen moeder niet. Zelfs Anna niet toen ze eenmaal verlost was van Sophia, zelfs niet toen hij geteisterd werd door zijn trauma’s, enzovoorts. Nee, hij had er altijd alleen voor gestaan. Nu ook nog eigenlijk… En wat betekende dit dan? Nee, nee, nee! Hij mocht het niet persoonlijk nemen, dat had ze hem nog gezegd. Maar ergens… Hij waardeerde het. Ja, dat was het. Meer niet, het was goed zo. Haar fluisterende stem trok hem uit zijn gedachtes, maar het duurde lang voordat haar woorden pas echt tot hem doordrongen. ‘Je accent,’ fluisterde hij zachtjes, ‘Het is zowel grappig als schattig.’ Zijn mondhoeken krulden omhoog, liet zijn greep op haar hand verzwakken. ‘En is dit niet al een droom? Wel een slechte, maar is het er al niet eentje?’ zijn stem werd steeds zachter, had moeite om de woorden nog goed te articuleren. ‘Maar kun je me nog wat beloven? Voordat ik echt toegeef aan die vermoeidheid,’ hij opende zijn ogen half, keek haar aan. Het liefst zou hij haar wang nu willen strelen, maar dan zou ze vast weer verkeerde ideeën krijgen. ‘Ik wil dat je bij me blijft. Zelfs als je weg kunt. Vat het niet persoonlijk op, maar ik wil niet dadelijk gewoon ergens wakker worden en moeite hebben met het herinneren van wat er gebeurd is. Dus zou je dat voor me kunnen doen? Zou je bij me kunnen blijven? Je maakt me desn -’ Hij kon niet meer verder praten, opende zijn mond zover als hij kon, geeuwde. Was te sloom op het realisatie punt op het moment, en zijn vrije hand was dus pas voor zijn mond wanneer deze al gesloten was. Hij sloot zijn ogen weer, slaakte een zucht. Dat vallende gevoel dat hij voelde… Het toonde aan dat hij wilde slapen, dolgraag. Maar hij wilde niet alleen zijn. Nee… Ze zouden hem komen halen… Hem verscheuren, kapot maken. En hij zou er niets aan kunnen doen. Nee, hij wilde niet alleen zijn.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx do dec 08 2011, 20:39
Ze voelde het lichaam onder haar ontspannen, moe worden. De bloeddoorloop ging rustiger, stroomde niet meer halsoverkop naar iedere plaats die erom zeurde. Dat kon ze als vrouwe van het woud heel goed aanvoelen, hoe iemands lichaam werkte. En dat van Alejandro was moe, voelde ze. Zag ze, aan zijn sluitende oogleden. De man was eindelijk moe geworden. Of gaf het nu misschien toe, had alleen dat zetje nodig gehad. Dat was meestal zo. Pas als je even rustte, voelde je hoe moe je werkelijk was. En met deze magie had de man toch vast wel wat energie gebruikt. Anders zou hij veel machtiger zijn dan zij ooit zou worden, als hij hier niet moe van werd. Lesaiah werd misschien sneller moe dan de man, maar zelfs hij moest hierbij energie verliezen. Anders dan moest hij het waarschijnlijk aanvullen met de energie van een ander, en daar wist de vrouw zich tegen te verdedigen. Conclusie; Alejandro was moe. Moe genoeg om in slaap te vallen. Onder haar. Dat klonk vreemd. Heel vreemd, in Lesaiah’s oren. Als ze vanmorgen had geweten dat dit zou gebeuren, zou ze de kassen vermeden hebben. Zacht bleef ze strelen, alsof hij een vogel met een gewonde vleugel was die moest rusten. Zodat het weer goed zou komen. Want alles kwam uiteindelijk wel goed, als je er het geduld voor had. En als je er iets aan deed. Lesaiah had niets aan Tyrel gedaan, en dus kwamen die littekens nooit meer goed. Ze had er alleen voor gestaan, niemand om het aan te vertellen. Maar ze had er ook niet aan gedacht een ander op te zadelen met haar pijn. Dat was egoïstisch en gemeen. Zijn reactie was, zoals ze al verwacht had, moe. Maar hij irriteerde haar wel. Dat accent was niet expres ofzo, het kwam gewoon per ongeluk. Moest hij dat er nu echt inwrijven? Nu leek het net alsof ze het echt voor hem deed, en niet omdat ze er uit wilde. Wat exact was wat ze wilde, weg van Alejandro. ‘Het. Is. Niet. Schattig.’ fluisterde ze semi-fronsend terug. Natuurlijk wist ze dat sommige mensen haar accent vreselijk graag zelf wilden, het klonk zo apart. Zacht, dat was meestal het juiste woord. ‘En nee, Alejandro. Het is geen droom. Jammer voor je.’ God, wat wilde ze graag dat dit een nachtmerrie was, dat ze zo wakker kon worden en kon concluderen dat ze Alejandro echt niet mocht. Maar de lichte steken in haar hals vertelden haar dat dit weldegelijk de harde werkelijkheid was, en niet een of ander verzinsel van haar hoofd dat overwerkt was door alle problemen op Gren en al het papierwerk dat dat met zich meebracht. Haar mond zakte een beetje open, verbijsterd hoorde ze zijn volgende woorden aan, te verbaasd om iets te zeggen. Ze moest… blijven? Bij hem blijven? Hadden ze geen gloeiende hekel aan elkaar, waardoor ze juist zo ver mogelijk bij elkaar vandaan moesten zijn? Zelfs als ze uit de doos kon, moest ze bij hem blijven? Haar niet-begrijpende frons gaf aan dat ze diep nadacht over wat hij haar net had gevraagd. Haar mond vormde de woorden een beetje hulpeloos, haar accent bijna net zo sterk als het zijne nu. ‘I-ik denk dat ik dat wel kan, ja.’ Ze had de woorden al uitgesproken toen ze zich realiseerde wat dat betekende. Dat betekende dat ze nu niet weg kon lopen als ze uit de doos zou kunnen, dus dat iedereen haar zou kunnen zien met de man. Ergens kwam een steek van angst op. Wat als iemand een verkeerde conclusie trok? Dat mocht niet, zou haar helemaal van de baan brengen. ‘Ik beloof het, Alejandro,’ fluisterde ze zacht, trok haar hand licht terug. Alleen maar om haar armen onder zijn oksels te schuiven, zich tegen hem aan te klemmen. Hij was zo verdomde schattig nu. Iets wat de vrouw nooit had willen beseffen. Alejandro en schattig? Het kon dus weldegelijk. En de omhelzing had nog meer voordelen. Het was koud, en de man was warmer dan zij was. Bovendien gaf het haar ergens een gevoel van veiligheid. Dat ze er niet alleen voor stond nu, dat ze niet plotseling belaagd kon worden. Want als je vijanden tot vrienden maakte, vernietigde je ze dan niet? Al was het maar tijdelijk, haar haat jegens de man was ergens op de achtergrond. Nu wilde ze niet praten, of zich schamen. Ze wilde dat hij in slaap viel, het liefst dat zij dat ook deed. Maar dat kon niet, dan zou ze haar belofte breken. ‘Ga maar slapen, ik blijf bij je. Tot je weer wakker word.’ Glimlachend leunde ze met haar hoofd op zijn schouder, sloot haar ogen. Ze zou bij hem blijven. Voorlopig.
Alejandro Goddess of Ducklings
PROFILEPosts : 4052
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark Klas: None. Partner: I'm supposed to be the stronger one, but you always seem to prove that theory wrong.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx do dec 08 2011, 23:19
Zijn glimlach die zwak was, maar toch leek te stralen. Het feit dat hij zachtjes lachte om haar protest. Nee, hij had niets slechts meer in zijn zin. Maar dat kwam simpelweg door het feit dat hij er te moe voor was. Haar zingende woorden, haar voorzichtige streling, het had hem doen realiseren hoe moe hij eigenlijk was. Eerst had hij het gewoon genegeerd, weigerde toe te geven aan de slaap. Hij wist dat hij haar daarna waarschijnlijk nooit meer zou vergeven, zou hem niet meer tegen willen komen. En als ze elkaar dan tegen het lijf liepen, zou zij waarschijnlijk haar neus voor hem ophalen en stug langs hem lopen alsof hij een niemand was. Nou, dan was hij een niemand in haar ogen. En hij wilde dat niet zijn. Hij wilde die rol niet hebben. De rol die hij ook onbewust had gekregen van zijn ouders. Omdat hij te zwak was geweest, te vaak iets had. En door wie? Zijn zussen natuurlijk. Die maakten hem fysiek helemaal kapot, en daardoor werd hij mentaal ook aangetast. Als je werkelijk niets meer kon, dan begon je op mentaal gebied ook te denken dat je niets meer kon. Ook al waren je wonden tijdelijk en zou je over een paar dagen weer de oude zijn. Vreemd genoeg bleven ze figuurlijk altijd op hun plaats zitten, en herstelde je dus nooit volledig. ‘Jammer?’ Als hij het in zich had gehad was hij nu een beetje overeind gekomen, had hij haar natuurlijk weer met die typische Alejandro blik aangekeken die haar zo mateloos irriteerde. ‘Stiekem maakt dat het des te beter,’ merkte hij op, ‘Want dat ik het als droom aanschouw… Dat vertelt toch al genoeg?’ O, wacht, nee. Verdorie, nu ging ze verkeerde dingen denken. Hem ervoor aanzien dat hij werkelijk over dat soort dingen droomde, hoewel hij het zelf eigenlijk helemaal niet wist. Hij onthield zijn dromen nooit, ervoer het altijd als droomloze nachten. Natuurlijk droomde je vrijwel iedere nacht, maar het lag er maar aan of je het onthield. En hij deed dat dus niet, dus wist hij het eigenlijk niet. Hij wilde wat zeggen, zijn eerdere domme opmerking herstellen, maar ergens was hij bang dat hij het alleen maar erger zou maken. Hij zou wel gewoon zijn mond houden en haar opmerking erover negeren. Dat was dan wel weer handig aan deze vermoeidheid, je gaf al snel niet meer om dingen omdat ze stiekem zo onbelangrijk waren als maar kon. Kleine discussietjes, die bij hun eerder kleine ruzies waren die steeds erger schenen te worden. Zijn ogen schoten open. Wacht, wat? Hoorde hij het goed? Ja ja, dat accent werd met het woord erger. En het maakte haar stem om het woord mooier, maar dat kwam enkel omdat hij het gewend was om tegen mensen met accenten te praten. Ze zeiden dat je altijd naar je eigen soort mens toetrok, en daarom vond hij het zo leuk om te horen dat ze weldegelijk ergens een accent had. Maar daar ging het nu niet om. Het ging om wat ze had gezegd. Ze kon het? Ze kon bij hem blijven? Meende ze het nou, of maakte ze een flauw grapje en zou ze gelijk wegrennen zodra ze de kans kreeg. Terwijl ze dan o zo toepasselijk hem uitlachte in haar gedachtes, en als enig teken daarvan aan de buitenwereld dom ging grinniken. Natuurlijk klopte dat beeld niet, maar dat had hij dan weer meegekregen van zijn zussen. Een vertroebeld beeld over vrouwen en meisjes. En trauma’s en angsten die hij ontkende. Hij deed niets om te voorkomen dat haar hand weggleed van zijn wang, was op het moment te onthutst. Dit was gewoon zo… Vreemd. Niets aan deze situatie klopte. Ze waren elkaar langzaam aan het omdopen tot aartsvijanden, en nu… Dit? Hij twijfelde er ook niet aan dat ze zelf ook in de war werd gebracht door haar eigen woorden en besluiten. Want hoe kon ze dat niet zijn? Of ze moest een heel plan hierachter hebben. Hij schatte haar in als een intelligent persoon, maar zo slim toch ook weer niet. Dat was haast onmogelijk. Hij klemde zijn kaken op elkaar, ogen die groter werden. Al zijn spieren spanden zich aan, maar gaven al snel weer toe aan de vermoeidheid. Haar glimlach, haar woorden. Wat was er aan de hand?! Hij werd er gek van, het maakte hem bang. Dit alles kon niet. Het was te… Het was gewoon niet voor reden vatbaar. Zij haatte hem, hij haatte haar. En zo was het nou eenmaal. En nu… Ze klemde zich gewoon aan hem vast, glimlachte liefjes naar hem en had beloofd bij hem te blijven. Ondanks dat hij moe was had hij nog wel genoeg energie om geteisterd te worden door schreeuwende stemmen in zijn hoofd. Rustig, denk na. Het is goed zo. Langzaam sloot hij zijn ogen, kon het niet helpen dat zijn armen vrijwel automatisch om de vrouw haar middel gleden, haar zachtjes tegen zich aandrukte. ‘Maak me maar wakker,’ fluisterde hij, ‘Als dit alles voorbij is.’
» Nee, hij is inderdaad alles behalve bruikbaar. Sorryknorrie ^^;
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx zo dec 11 2011, 10:12
Zijn armen gleden rond haar middel, even wist de vrouw niet wat ze moest denken. Was hij nu weer aan het proberen om haar mee te sleuren in zijn idiote fantasieën? Maar dat zou waarschijnlijk niet zo zijn. Zij had haar armen ook rond zijn bovenlichaam geklemd, het was waarschijnlijk slechts een natuurlijke reactie. Of een van zijn gewoontes. Als je je hele leven jaagde, en het daarna niet meer hoefde te doen, reageerde je nog steeds heftig op een hert. Het was haast een reflex, aangeleerd. Waarschijnlijk een automatisme. En Lesaiah’s reactie was ook een automatisme. Ze verkrampte haar armen een beetje, in een schrikreactie. Tyrel had ook de gewoonte gehad om haar vast te klemmen. Niet op deze manier, maar toch. Haar hoofd zakte naar beneden, met haar gezicht naar zijn schouder. Een paar plukken van haar haar streelden zijn schouder. Haar tanden beten op de binnenkant van haar wang. Hij was moe, zij was moe. De hele drang naar vrijheid was voor haar gevoel nu minder belangrijk. Dat hij eindelijk zijn moeheid inzag, gaf haar de drang dat ook te doen. Haar spieren zeurden om ontspanning, om toegift aan het verlies aan energie. Dat betekende dat ze ook in slaap zou vallen. Iets wat ze niet wilde. Ze had hem belòòfd bij hem te blijven. En bij hem blijven betekende niet dat ze in zijn armen in slaap zou vallen. Dan zou ze zelf wegglijden. Hem alleen laten. Dan zou hij wakker kunnen worden met een totaal nutteloze bescherming. Dat wilde ze hem niet aandoen, echt niet. Hij was al genoeg beschadigd, en ondanks haar vreemde haat jegens hem, wilde ze hem niet nog iets aandoen. Maar haar ogen waren het niet eens met haar gedachten. Langzaam gleden ze dicht, opende ze weer, gleden ze weer dicht. ‘Zal ik doen, Alejandro. Zal ik doen.’ fluisterde ze zacht in zijn oor, niet echt de moeite nemend om het niet vertrouwelijk of lief te laten klinken. Haar accent was inderdaad zwaar aanwezig als ze moe was, dus dat haar laatste woorden in het Italiaans gingen had ze totaal niet door. Ze dacht toch al in het Italiaans, een tijdje al. Maar denken zou niet heel lang meer nodig zijn. Haar handen ontspanden, lieten de spanning gaan, het bloed begon zachtjes te stromen, verwarmde haar armen. Ze ontspande zich bijna volledig. Haar voorhoofd leunde nu op zijn schouder, haar groene ogen sloten zich nu volledig.
Later Zacht zette ze de nagel van haar ringvinger in de stengel, maakte er een klein sneetje in. Met haar groene ogen op haar werk gefocust stak ze een andere stengel door het gaatje, reeg de madelieven aan elkaar. Het was nu al de derde ring van bloemen die ze maakte, nadat ze half over Alejandro liggend wakker was geworden. De doos was weg, haar been had tussen de zijne gelegen. Zijn armen waren gelukkig van haar afgegleden, dus het was niet moeilijk om weg te komen. Het was donkerder geworden, een stuk frisser dan eerst. De haren op haar armen stonden licht overeind, maar echt koud had ze het absoluut niet. Uit de doos had ze weer de controle over wat ze ook wilde doen met haar magie, dus liet ze haar lichaam gewoon wat harder lopen. Haar hartslag ging zo’n anderhalf keer sneller dan normaal, haar bloed stroomde snel genoeg om haar volledig warm te houden. Het kippenvel op haar armen was slechts een natuurlijke reactie. Aan haar uiterlijk was niet echt te zien dat ze het prima had. Haar jurk had korte mouwen, tot op haar ellebogen. Op haar schoot lagen de madelieven die ze nog niet gebruikt had, een hele bos. En als ze het toch niet haalde, dit was een tuin. Dus goed zou het wel komen. Vanuit haar ooghoeken gluurde ze af en toe even naar Alejandro, die nog steeds lag te slapen. Ze wist dat ze hem eigenlijk wakker moest maken, maar voelde daar niet de behoefte toe. Hij irriteerde haar een stuk minder nu hij gewoon aanwezig was zonder echt te praten of iets. Zijn kalme ademhaling had wel iets rustgevends, en er was geen reden om die rust te doorbreken. Ja, pas wanneer al haar bloemenkettingen af waren. Dat was wat Lesaiah deed als ze zich begon te vervelen, dan ging ze bloemenkettingen rijgen. Niet dat ze ze omdeed of op haar hoofd legde, dat deed ze dan weer niet. Meestal droogde ze de kettingen, hing ze ergens in haar kamer en haalde ze weer weg als ze stoffig werden. Wat kon je er anders mee doen? Iemand een ketting cadeau doen? Dat zou belachelijk zijn. Met een glimlach op haar nu kalme gezicht keek ze naar de man, die daar op de grond, in de tuin lag te slapen. Totaal weerloos. Totaal negeerbaar. Totaal niet Alejandro zoals ze hem kende.
Ja, ik was tv aan het kijken + kletsen + lachen, dus bruikbaar is hij allesbehalve
Alejandro Goddess of Ducklings
PROFILEPosts : 4052
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark Klas: None. Partner: I'm supposed to be the stronger one, but you always seem to prove that theory wrong.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx zo dec 11 2011, 18:56
Hij wilde het niet. Hij wilde niet wegglijden in de duisternis. Best vreemd. Hij, degene die het meest gesteld moest zijn op het duister, was er ergens doodsbang voor. En dan niet duister in de vorm van schaduwen, een zon die het voorgezien hield. Nee, de duister die jezelf creëerde als je je ogen sloot. Hij kon er niet tegen. Het maakte hem kapot, iedere dag weer. Hij had vrij veel problemen, allemaal ontstaan door twee kleine meisjes. Maar in die tijd had hij het niet in zich gehad om ze te stoppen. Hij was klein en zwak geweest. Nu was hij dan wel groot… Maar sterk kon je hem alleen op fysiek gebied noemen. En dan had hij nog geen volledige controle over zijn fysieke kunnen, dat werkte hem dan weer tegen. Dus in principe… Hij was geen steek veranderd. Was nog steeds dat kleine jongetje dat bang was voor de buitenwereld. Vandaar dat hij nu ook hier lag… Met Lesaiah. Waarom met – O ja, het kwam door haar. Leuk. Hij begon nu al dingen te vergeten. Het was een automatisme geweest, niets meer. En het lag aan haar of ze dat in wilde zien. Ze wist net zo goed als hem dat ze als nu weer gingen bekvechten hij nog lang niet in slaap zou vallen. Zou weliswaar moeier worden, maar koppig als hij was zou hij zich nergens bij neerleggen. Hij zou zijn trots niet weer laten beschadigen door de vrouw. Ja, hij zeurde nog steeds over die klap. Hij deed nog steeds pijn, mentaal dan. Als hij haar misschien niet maar had hoeven zien daarna, dan zat hij zich er nu zo over aan te stellen. Want als er een iemand was die zich kon aanstellen over een klein dingetje, dan was hij het wel. Hij bleef van binnen toch een klein kind. Hij was koppig, egocentrisch, had soms nogal erg veel last van zelfliefde, wilde niet inzien dat hij angsten had en noem het maar op. ‘Dank je,’ fluisterde hij zachtjes. Hij wist eigenlijk niet wat hij hiervan moest vinden. Zij, van al de personen, die vrijwillig bij hem bleef. Hij had het natuurlijk wel eerst lief moeten vragen. Maar zij had uiteindelijk ingestemd. Nadat hij haar nog wel in deze situatie had gebracht. Het was vreemd en hij snapte het niet. Maar hij snapte vrij weinig dingen aan haar. Zoals die hele pianoles. Hem wel eerst slaan, dan heel liefjes een lesje aan hem geven. Hem dan terug laten denken aan zijn zussen, om vervolgens boos te worden als hij bang werd door zijn eigen herinneringen. Wacht, hij moest stoppen met denken. Hij moest slapen. Het blijven denken aan die dingen maakte hem alleen maar moeier, wel goed, maar hij moest toch echt inslaap gaan vallen. Ach, dan moest hij maar eens gaan toegeven aan dat vallende gevoel. Een andere manier om in slaap te komen was er niet.
-x-
Typisch voor hem had hij het gelijk op een omrollen gezet zodra hij de kans had gekregen. Onbewust weliswaar. Maar hij was nogal wild in zijn slaap, het gebeurde ook vrijwel iedere keer dat hij alles uit zijn bed gooide in zijn slaap. En dat was ook de perfecte reden om niets op je nachtkastje te zetten, arme spulletjes. Uiteindelijk eindigde hij in een houding waarop hij op zijn zij lag, benen opgetrokken. Een hand onder zijn wang, ander om zijn benen heen geslagen. Maar uiteindelijk werd hij toch weer naar de echte wereld toegetrokken, vooral door het feit dat hij gewoon voelde dat iemand naar hem keek. En als er een ding was waar hij niet tegen kon… Dan waren het mensen die naar hem keken als hij sliep. De houdingen die hij dan aannam waren in een woord gewoon gênant. En hij had ook weer die gewoonte dat hij soms praatte in zijn slaap, charmant. Uiteindelijk opende hij zijn ogen half, kon het niet meer verdragen. Hij zag niet echt iets, enkel een troebel beeld. Sluiten dan maar. Maar hij hield niet van opgeven. Dus dan moesten ze maar weer open. Zag opnieuw weer niet echt iets. Opnieuw proberen. Zolang totdat hij eindelijk wel wat zag. Ogen bleven echter maar half open, en het duurde niet lang of een frons tekende zich af op zijn gelaat. Moeizaam kwam hij een beetje overeind, greep al snel met een hand naar zijn hoofd en bleef maar zitten. Hij keek op, spotte de ander al snel. ‘Lesaiah?’ vroeg hij zachtjes, zijn stem lager dan normaal. Dat was altijd zo als hij een tijdje had geslapen. Hij knipperde een paar keer met zijn ogen, leek zich toen plots iets te realiseren. ‘Je zou me wakker maken, verdomme!’ Hij was boos, snauwde de woorden nog net niet. Had ze een beetje staan kijken hoe hij sliep? Shit, nee. Dat mocht niet! Ging hij zichzelf eventjes onbewust voorschut zetten, nou leuk. Hij keek weg. Hij moest zijn stem niet zo verheffen, dan zou hij waarschijnlijk keelpijn krijgen. En daar had hij nou ook weer geen zin in. Hij wreef eventjes met een hand in zijn oog, hij sliep nog half. Hij wist niet waardoor het kwam, maar hij had best lekker geslapen. Normaal werd hij altijd, of schreeuwend, of gillend, of… Nou, hij werd altijd wakker door een bepaalde schrik reactie. En dat ook om vijf uur ’s ochtends of zo. Ja, hij leed aan slaapgebrek, maar hij was eraan gewend. Hij keek weer naar de vrouw, fronste weer. ‘Wat ben je aan het doen?’ kwam er nogal dom uit. Maar hij wilde het gewoon weten. Als ze in de tussen tijd iets anders had gedaan… Dan had ze dus niet naar hem gekeken. En dan was alles gewoon goed.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx zo dec 11 2011, 20:51
Dat de man in zijn slaap had bewogen, hadden haar overgevoelige oren ook wel opgemerkt. Haar gehoor was lang niet zo goed als dat van Neara, en waarschijnlijk konden wel meer mensen beter horen, maar ze was echt niet doof. Ze had gewoon niet de moeite genomen om op te kijken, hoefde zijn rare capriolen niet te zien. Hij had toch ook niet liggen kijken hoe zij sliep toen ze bij hem in slaap was gevallen? Dat was gewoon raar geweest, als hij dat gedaan had. Hij was daar het type niet voor, trok ze de conclusie. Ze had genoeg meningen over hem gevormd, was al bezig met haar eindoordeel. Het begon er sterk op te lijken dat het er een zou worden die haar vertelde dat het beter zou zijn als de man maar zou verdwijnen. Zelfs Savador zou een betere leider zijn. Eigenlijk was de slangachtige man een geweldig leider, in haar ogen. Hij hield de discipline en de orde. Veel te strak en streng, maar hij hield het wel vol. Zelfs dictators, vielen, dat wist de vrouw maar al te goed, maar de man had het in zich om Shadra te leiden zodra Alejandro weg was. Het liefst liet ze hem ter plekke verdwijnen, maar dat kon ze niet. Ze kon het niet over haar hart verkrijgen om een persoon, al haatte ze die persoon, zonder echt goede reden te doden of weg te werken. De man was een verschrikkelijk vervelend individu, maar dat was hij persoonlijk. Voor haar, niet voor meerdere mensen. Misschien wel, maar nog geen reden genoeg voor Lesaiah om hem uit de weg te ruimen. Weer het aspect dat ze voor anderen leefde, niet voor zichzelf. Zij nam de uiteindelijke beslissingen, ja, maar die opties waren al vastgezet. Ze zat niet in een keurslijf, maar wel in een afgesloten ruimte. Ze kon zich vrij bewegen, maar naar buiten kon ze niet. Daarbij was haar kans dat ze Alejandro echt uit kon schakelen vrij klein. Ze was waarschijnlijk in een gevecht de zwakste van alle magicians. Ze kon zich niet focussen op aanvallen, maar ze hield veel langer stand dan anderen. Andere magiesoorten hadden gewoon minder effect op haar, omdat ze in haar verdediging een deel van het tegengestelde element kon gebruiken. Haar neutraliteit op dat gebied was de reden dat ze meer een verdedigende positie zou moeten innemen. Niet dat de vrouw dat deed, daar was ze te trots voor. Haar oren merkten op dat haar hartslag nog steeds sneller ging dan die van de normale mens, maar niet door verlegenheid of omdat ze moest blozen. Het was echt frisser geworden, ze moest zich gewoon warm houden. Nu maar hopen dat Alejandro dat ook zo zag, dat hij niet de verkeerde conclusies trok. Hij trok genoeg conclusies, analyseerde mensen, dat had hij zelf toegegeven. Dus als hij haar hartslag analyseerde als een teken van verlegenheid, had ze een probleem. Dat was het totaal niet. In feite zat ze een beetje ongemakkelijk, haar benen naast zich gevouwen, de bloemen in haar schoot, innerlijk kalmer dan ze vandaag was geweest. Alsof er helemaal niets was gebeurd. Haar groene ogen waren weer gekalmeerd, dansten niet van kleur naar kleur, hielden nu hun bijna dennengroene donkerte. Pas toen de man echt begon te bewegen, niet meer een beetje wildslapen, gleden ze naar zijn witte haardos. Zijn ogen openden zich, sloten zich weer. Hij knipperde gewoon een beetje, de bastardo. Ze zou hem ook nooit begrijpen. Alsof ze dat zou willen. Eigenlijk wilde ze dat wel, iets trok in haar om te weten te komen waarom ze hem zo haatte. Ze reageerde wel heel heftig op hem, iedere keer. Haar wenkbrauw, half verborgen onder haar bruine haren, trok langzaam omhoog. ‘Je zei wakker maken als het voorbij was. Het is bij mijn weten nog niet voorbij,’ merkte ze kalmpjes op, geen pestend ondertoontje of droge grijns. Hij hoefde niet zo kwaad te worden over het feit dat ze hem als hij stil was veel makkelijker te verdragen vond. En de enige momenten dat hij stil was geweest, in die tijd dat ze hem had gekend, waren de momenten dat hij had geslapen. Ze besloot het te laten voor wat het was, zich weer op de bloemen te richten. Een blauwe ketting, een lichtpaarse, een witte met van die kleine roze puntjes, en een compleet witte in haar slanke vingers. Haar ogen gleden van de man naar haar handen, naar het werkje waar ze aan verder ging. Kennelijk had Alejandro het ook gezien, want hij vroeg ernaar. Moest hij nu echt zijn verdraagzaamheid verpesten door te praten? Sommige mannen wisten echt niet hoe ze zich moesten redden in dit soort situaties, zeg. ‘Ik ben bloemenkettingen aan het maken. Dat ken je toch wel?’ Nu tilde ze haar hoofd volledig op, keek hem recht aan. Hij had net wel erg charmant gelegen. Bijna kinderlijk, alsof hij bang was dat hij pijn kreeg als hij meer ruimte in zou nemen. Nu hij zat was ook dat schattige weer weg. Half zuchtend sloot ze haar ogen even. ‘Je bent wakker, dus kan ik nu gaan? Het afgelopen uur was nu niet bepaald gemakkelijk.’
Nutteloosheid~ Sawwry
Alejandro Goddess of Ducklings
PROFILEPosts : 4052
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark Klas: None. Partner: I'm supposed to be the stronger one, but you always seem to prove that theory wrong.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx zo dec 11 2011, 23:31
Het kon niet waar zijn. Nee, alles behalve dat. Dat o zo bekende gevoel. Dat hij gewoon wilde opstaan en wegrennen. Normaal gingen ze hem dan achterna, wisten dat hij het niet fijn vond. En hij maar schreeuwen dat ze weg moesten gaan. Alsof ze ooit naar hem zouden luisteren. Zelfs toen hij ze in een vingerknip kon wegvagen van de aardbodem hadden ze nog de touwtjes in handen. Konden ze hem nog steeds manipuleren. Nou… Het was geen ze. Het was altijd maar één iemand geweest. Sophia. Kreng dat ze was. Zij had alles veroorzaakt, alles verpest. Zij had ervoor gezorgd dat hij nu was geworden… Zoals hij nu was. Was hij er ontevreden mee? Nee, eigenlijk niet. Maar hij weigerde te accepteren dat hij haar eigenlijk wel moest bedanken. Bedanken voor zijn kwellingen? De pijn, en al het andere wat erbij kwam kijken? Zijn gebroken ledematen, keer op keer. Het feit dat hij nooit fatsoenlijk had kunnen lopen als klein jochie en op een gegeven moment zelfs paranoia patiënt werd. En dan wel een erge vorm. Nou was dat meer dan honderd jaar geleden. Maar hij wist dat als hij die honderd jaar niet had gehad, hij was overleden als een man gevuld met angsten. En dat… Dat wilde hij gewoon niet, zo simpel was het. Dan kon je toch niet zeggen dat je het beste uit je leven had gehaald? Hij haatte alles en iedereen om hem heen, dat kon hij niet ontkennen. Maar hij deed wel zijn best om alles eruit te halen, hoewel dat niet zo leek. Zijn manier van doen was gewoon nogal… Apart, meer niet. Maar oké, hij was weer afgedwaald. Realisatie van zijn houding drong tot hem door. Het moest er belachelijk uitzien. Vooral na hoe hij zich in eerste instantie tegen haar had opgesteld, tweede instantie zijn lengte. En gewoon dat het op een foetushouding leek ergens. Kwam omdat dat een onbewuste gewoonte was. Eentje, die net zoals velen, was ontstaan uit angst en wanhoop. Hij wilde niet dat ze hem vonden, was bang dat ze hem iets aan zouden doen in zijn slaap. Het enige wat hij kon doen was zich verstoppen. En hoe deed je dat? In een kleine ruimte gaan kruipen en je zo klein mogelijk maken in de hoop dat niemand het opviel. Niemand je spotte, dan kon je pas die luxe ervaren van een veilig gevoel. Vreemd genoeg was dat gevoel er ook geweest vlak voordat hij in slaap was gevallen, daarnet. Met… Lesaiah… Hij was niet alleen geweest. En dat glimlachje, genept of niet, had hem ervan overtuigd dat ze hem niets zou doen. Zelfs niet als hij zou gaan slapen. Gaf hem zowaar een veilig gevoel… Vreemd. Héél vreemd dat uitgerekend zíj, van al de mensen in dit universum, dat weer voor elkaar kreeg. Dom… Stom… Verwarrend gedoe. Hij keek haar niet-begrijpend aan. Het was toch voorbij? Het was toch goed nu? Ze konden toch weer weg, waren niet meer opgesloten in die kleine ruimte. ‘Hoe bedoel je?’ bracht hij uit met een schorre stem, ‘Het was toch allang voorbij? Vanaf het moment dat we weg konden, niet dat ik weet wanneer dat dat was.’ Nee, hij snapte het echt niet. Maar alles was verwarrend op het moment. En ook een paar momenten terug, toen was het ook al verwarrend. Ging hij nou serieus nadenken over welke momenten vandaag verwarrend waren? Zou hij dan niet juist meer in de war raken, waarschijnlijk wel. Niet doen dus. Hij schudde langzaam zijn hoofd als antwoord op haar vraag. Hij was ten eerste een man. Ten tweede kwam hij van Shadra. Daar deed je niet aan iets zoals… Bloemenkettingen maken. Hij kon er wel uithalen wat het was, maar had er eigenlijk nog nooit eerder over gehoord. Kettingen van bloemen, schattig. Misschien zou hij het als klein jongetje leuk hebben gevonden om het te proberen. Nu zou het enkel dom overkomen. Een volwassen man die een beetje ging peuteren aan bloemen, dat was gewoon te lachwekkend voor woorden. ‘Heb ik… Een uur geslapen?’ Zijn ogen werden groter. Ze had een dik uur gehad om hem gewoon uit te lachen. Wat had hij wel allemaal niet kunnen in zijn slaap in een heel uur? Waarom… Waarom moest dit hem weer overkomen? Nee, de term geluk mocht hem echt niet. Had het ook nooit gedaan. ‘Als je me wakker had gemaakt had je veel eerder kunnen vertrekken,’ merkte hij op, schonk haar een nogal droge blik. Daar. Als ze het zo wilde spelen, dan kon ze het krijgen. Als zij flauw deed, kon hij het ook.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx di dec 13 2011, 22:37
Het wit was niet echt wit, eerder gebroken. Het enige echt natuurlijke helderwit was dat van sneeuw, als het net gevallen was. Madeliefjes waren van nature witter dan de meeste bloemen, maar hadden zoals alles van nature imperfecties. Zelfs de mens, een soort die zichzelf kennelijk buitengewoon ontwikkeld had, was een grote imperfectie. Zij was een imperfectie, had de man haar gezegd. Het klonk raar, maar ze had zich bijna beledigd gevoeld door die beschuldiging. Het voelde alsof hij haar haatte omdat ze van binnen kapot was. In elkaar gevallen, gebarsten. Alsof hij haar zo irriteerde omdat haar littekens tot ver doorliepen. Op het eerste gezicht was haar huid vlekkeloos en onbeschadigd, maar niets was minder waar. Als je haar ook maar een paar seconden zonder die schone schijn zou zien, dan zou waarschijnlijk zelfs Alejandro niet weten hoe snel je iemand je excuses aan kon bieden. Ja, ze was lichamelijk beschadigd, maar in tegenstelling tot haar mentale schade kon ze die uiterlijke schade laten verdwijnen. Ze hield de schijn in stand met een simpele techniek, maar zonder de magie zouden de littekens weer zichtbaar worden. Ze was gebroken wit, omdat ze weigerde alles permanent te laten gaan. Net als de madelieven die nu met licht gebogen stengels een bijna volmaakte cirkel vormden. Haar handen werkten door zonder dat haar aandacht er echt bij was. Een tic van vroeger, toen ze voor lentefeesten, dat waren er nogal wat op Gren, honderden van die dingen had moeten vlechten. Het was een algemeen bekende traditie, zelfs op andere planeten, dus toen de man zijn hoofd schudde verbaasde ze zich daar behoorlijk over. Aan haar uiterlijk slechts te zien door een lichte opening van haar mond, waarna ze hem weer sloot, maar in haar gedachten ging ze het na. De man moest wel liegen. Iedere idioot had wel eens van bloemenkransen gehoord, zelfs Shadranen. 'Je maakt een grapje,' kwam er droogjes uit, niet in staat om het grappige er van in te zien. Alsof het überhaupt grappig zou kunnen zijn. 'Maar ik speel wel mee. Bloemenkransen rijgen doe je door de stengel van de ene bloem door de ander heen te steken, net zolang tot je er een krans van kunt maken.' Zo. Hij ook weer zijn zin, al was ze er nog steeds zeker van dat het een grapje was. Haar hoofd schudde ze langzaam terwijl haar blik van de bloemen naar de man gleed. ' Je hebt wel langer geslapen, denk ik. Een uur of drie. Het is dat ik pas een uur wakker ben.' Vertaling; Ik ben in je armen in slaap gevallen, en haat je nu eigenlijk nog erger omdat ik me veilig voelde. Dat was al het antwoord wat de man kreeg, terwijl ze de krans afmaakte. Nu had ze er vier, maar wat ze ermee aanmoest wist ze niet. 'Ik had je kunnen wakker maken. Maar het leek me beter je wat slaap te gunnen. Veel zul je sowieso al niet slapen, vermoed ik.' Nee, zelfs legendarisch zijn betekende niet dat je iedere dag kon uitslapen. Lesaiah had naast haar werk nog absurd veel andere redenen om niet al te veel te slapen. Hysterische huilbuien bijvoorbeeld, die om de paar weken kwamen opzetten. Of die huilbuien volledig aan haarzelf te wijten waren, wist ze niet. Misschien droeg ze gewoon het verdriet van teveel mensen met zich mee. Het was een beroep waar je oud mee werd, legendarische magiër. Maar je wilde het absoluut niet, dat oud worden. Je verloor uiteindelijk alles. Alles wat je had, alles wat je kende. En meestal kwam er niets voor terug.
Alejandro Goddess of Ducklings
PROFILEPosts : 4052
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark Klas: None. Partner: I'm supposed to be the stronger one, but you always seem to prove that theory wrong.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx wo dec 14 2011, 23:01
Geweldig. Gewoon weg geweldig! Hij had hier een beetje in zijn typische foetushouding gelegen in haar bijzijn. Meer kon hij zich toch niet onbewust verlagen, tenzij hij nu heel kinderachtig aan zijn duim zou zuigen. Maar die periode had hij lang geleden afgesloten. En hij had niet altijd zo geslapen, pas sinds de eerste breuken aan zijn benen. Toen was de echte angst pas echt toegeslagen in de avonden. Bang dat ze hem zouden pakken wanneer hij niet weg kon, als een prooi gevangen in een val. Zo voelde hij zich dan, vreselijk gevoel. En die gewoonte zat er nog steeds in, om al zijn zintuigen op scherp te zetten als het erop aankwam. Zinloos was het, zo zinloos. En toch kon hij er niets aan veranderen. Zijn ogen die dan groter werden, maar zich vreemd genoeg nergens op konden focussen. Het geluid van zijn gonzende bloed in zijn oren dat oorverdovend leek. Zijn spieren die zich te zeer aanspanden waardoor hij begon te trillen. Het was zo overdreven, maar hij kon er niets aan doen. Hij was niets meer dan een klein bang kind op momenten als dat. Was ook de hoofd reden waarom hij het zo haatte om te slapen, omdat het altijd hetzelfde was. Niemand mocht hem ook zien. En al zeker personen zoals Lesaiah niet. Dat zou hij zichzelf nooit kunnen vergeven, als hij dat beeld van zichzelf bloot gaf aan iemand zoals haar. Dan was hij voor altijd… Verdoemd. Verdoemd uitgelachen te worden, opnieuw. Nee, dat wilde hij niet. Koste wat het kost. Maar ze had er niets over gezegd, dus waarschijnlijk was het nog niet geëscaleerd, goed. Het was niet goed af te lezen uit haar houding, haar gezichtsuitdrukking, maar ze was verbaasd. Kon hij haar ook niet kwalijk nemen. Maar zijn opvoeding, en verdere leven, was dan ook niet echt normaal geweest. Het soort waarin je vrolijk leerde hoe je dat soort dingetjes moest maken. Nee, in zijn vage dromen misschien – die hij dan toch niet zou onthouden. ‘Ik maak geen grapje,’ kwam eruit, had een bloedserieuze blik, ‘Ten eerste ik ben een man. En mijn zussen waren nog… Erger dan ik. Die deden in plaats van dat zoete gedoe aan stenen gooien naar onschuldige diertjes, om ze dan uit te lachen als ze ze raakten.’ Vreemd genoeg hadden ze dat nooit bij hem gedaan. Waarschijnlijk te bang om zijn hoofd te raken, en dan zou het fataal zijn. Ze waren niet zo slim dat ze een moord konden verbergen, al het bewijs konden vernietigen. En dat was de enige reden dat hij er nog was, omdat ze geen zin hadden in de consequenties van een moord. Hij hief langzaam zijn hand op, keek haar met een droge blik aan. ‘En zien mijn handen eruit alsof ik het überhaupt zou kunnen? Ik vermorzel die bloemetjes als gewoon als ik ze vastpak.’ Ook niet helemaal waar, maar ze begreep het vast wel. Hij had niet zo’n fijne slanke handjes als haar, nee. Juist het tegenovergestelde, eigenlijk. Hij liet zijn hand zakken, keek haar met geen frons aan. Wacht… Had zij ook geslapen? Hij wilde de vraag bijna stellen, maar slikte de woorden snel weer in. Niet doen, dan wordt ze waarschijnlijk weer zo chagrijnig. En traag als hij nu was van begrip had hij daar geen zin in. Met haar geratel in dat dialect dat zoveel op de zijne leek, maar toch ook weer niet. Zijn ogen werden groter, keek haar ietwat geschrokken aan. Vervolgens wendde hij ongemakkelijk zijn blik af. ‘Waar haal die conclusie nou weer uit?’ stem hees, verraadde dat hij zich er onprettig bij voelde dat ze het doorhad. Of ja, ze begon het door te krijgen. Ze wist van zijn zussen en van zijn lichte slaapgebrek. Het was niet zozeer de administratieve dingen, in de vorm van papierwerk, die hem wakker hielden. Neen, het waren de kinderachtige nachtmerries die hem plaagden. De lichte paranoia die hem maar wakker hield. Vreselijk was het, gewoonweg vreselijk. En misschien was het wel te danken aan het feit dat er écht iemand was, die hem niets zou doen dan, dat hij eens een keertje normaal had geslapen. Dromen onthouden zou hij waarschijnlijk nooit doen. Maar normaal slapen zat er dus blijkbaar wel nog in.
Onderwerp: Re: Pαη∂σяα'ѕ вσx vr dec 16 2011, 22:21
Boven haar hoofd schoten een paar late vleermuizen, hyperactieve wezens die de winterrust nog niet hadden opgezocht. De motten die er in de zomer altijd waren hadden hun tijd al gehad, en soms kwam je nog een vlinderlijkje tegen. Het was een stille, heldere avond aan het worden. Vooral omdat ze de nachtvogels, voornamelijk uilen, ervan weerhield te gaan roepen. Ze wilde de stilte nog even bewaren, het gesprek afmaken voordat ze de geluiden van de nacht liet gaan. Haar pas hervonden rust zou een tijdje mogen blijven, lang genoeg om alles wat ze hem verteld had weer op een rijtje te krijgen. Het begon langzaam tot haar door te dringen dat ze hem niet zomaar iets verteld had, geen nutteloos geheimpje wat niemand mocht weten omdat het persoonlijk was, nee. Het was iets wat niet helemaal om haar draaide. Natuurlijk, het was persoonlijk, maar het had met meer dan verlies van een dierbare te maken. Het had te maken met de verdwijning van de leider van een planeet. Met een verschuiving van machtsevenwicht. Het was drie hele eeuwen hetzelfde geweest, dat er nu anderen waren, was een schok. En dat zelfs de nieuwe leider er niets van wist, ja, dat was vreemd. Onbewust klemde ze de bloemen steviger tegen zich aan, als een soort van ontkenning tegen haar eigen bewering. Ze was het niet vergeten, ze wist gewoon niet wat er gebeurd was. De lange slaap had het gewoon weggeveegd, een beetje verward. Niet vergeten. Het kwam ooit nog wel eens bovendrijven. Maar daar had Alejandro helemaal niets mee te maken. Hij had niets met haar te maken, alleen een zakelijke relatie. Maar wat hij dan steeds in haar buurt deed, wist ze niet. Haar gedachten werden weer onrustig op het moment dat ze zich maar op het kleinste irritante dingetje richtte. En op dit moment was dat Alejandro’s ontkenning. Ging hij nu serieus door over die bloemenketting? Het was een bijzaak, niets belangrijks. Waarom zou hij er eeuwenlang over door moeten zaniken? ‘Verbaasd me niet,’ mompelde ze schouderophalend, ‘Met die kolenschoppen van je zou je zelfs een diamant plat kunnen drukken.’ Over zijn opvoeding negeerde ze de opmerking, dat was zijn probleem. Dat hij een problematische jeugd had gehad, was niet haar probleem, echt niet. Maar dat hij traag van begrip was, dat vond ze wel weer mateloos irritant. ‘Je lichaam heeft moeite met wakker blijven, en met in slaap vallen. Dat duidt op een verschrikkelijke nachtrustgewoonte. Laat de lichaamstaal nou maar aan mij over.’ Dat was het enige wat ze kon. Neara kon horen, beter dan wie dan ook, Alejandro kon zien, zelfs in het diepste donker, daar twijfelde ze niet aan. Fealwen kon vast de meest koude temperaturen voelen, maar wat kon zij? Proeven? Ruiken? Vast. Een van de dingen die haar weer benadeelde. Ze was nergens in te delen, het enige wat ze zou kunnen doen om mee te dreigen was het leven uitbannen. Ze was verfijnd in haar magie, maar al haar dreigementen waren ruw. Het enige wat ze kon doen was mensen ruw doden, dieren doden, dingen tot leven wekken die andere dingen doodden. Er was bij haar dreigementen altijd hetzelfde gevolg. Dood. Ze haatte dat woord, besefte ze langzaam. Ze vreesde het niet. Ze haatte het gewoon. Terwijl ze zichzelf langzaam omhoog hielp vielen de bloemen van haar schoot. Ze waren de moeite van het oppakken niet waard. Ze zouden niet veel langer dan drie dagen mooi blijven, en zoveel hield ze nu ook weer niet van madelieven. Langzaam rechtte ze haar rug, om Alejandro daarna aan te kijken. ‘Goedenavond,’ klonk het kortaf van haar kant, waarna ze zich zonder om te kijken omdraaide en wegliep. Het was geen vlucht, maar toch voelde het zo. Ze gaf geen antwoorden, niet eens op haar eigen vragen. Ze vluchtte weg van alles wat gevaarlijk zou kunnen zijn. Ze was niet bang voor de dood. Ze was bang voor het leven.
Volledig in het thema van Valentijn staan er twee Events op het programma van de site. Beide zullen van start gaan vanaf 14 februari, dus houd de site zeker goed in de gaten.
Cupid Hearts: Verras vrienden of in game characters met een vrolijk hartje deze Valentijn. Met of zonder lief berichtje eraan vast. Anoniem of juist niet. Stuur je hartjes naar het account van Alpha.
Valentine's Dance:Vanaf 14 februari zal de grote zaal van de school omgetoverd worden tot een danszaal vol met eten, drinken en live muziek. Iedereen is welkom om aan dit algemene topic deel te nemen.
WINTER
Tijdens de winter is het terrein van de school in diepe rust. De meeste dieren zijn onvindbaar verscholen en de ijzige wind houd ook de leerlingen binnen. De perfecte tijd om met een kop warme choco naar de vallende sneeuw te kijken.