Dorit trok staand snel haar schoenen uit die een tikkend geluid maakte op de vloer. Op haar sokken schuifelde ze verder. Het was erg vroeg in de ochtend en ze hoop dat het niemand op was. En al helemaal niet Jaden. Ze tilde haar koffer kreunden helemaal van de grond. De wieltjes maakte een knarsend geluid dus had ze geen andere optie.Zo schuifelde ze de trap van de meisje zaal af naar hun afdelingsruimte. Tussen de zachte stoelen en tafeltjes door, hopend dat niemand het hoorde dat een poef omstootte, werkte ze zich een weg naar de deur aan de andere kant van de ruimte. Zo zacht mogelijk zette Dorit haar koffer neer en draaide zich om. Ze liep snel naar de poef en hees die met wat moeite weer overeind. Ze ging rechtop staan keek rond, het haardvuur brande niet en de ramen waren bedekt met gordijnen. Het meisje liep naar een van die ramen toe en schoof de doek opzij. De zon kroop heel langzaam een stukje boven de rand van haar wereld. Glurend naar de zon vergat ze even dat ze vreselijke haast had. Geen haast voor de shuttle, maar om van de afdeling af te komen voordat er vragen werden gesteld.
Onwillig draaide ze zich om en pakte haar koffer weer met twee handen op. Nu het gordijntje weer voor het jonge licht was geschoven leek de leerlingkamer kil. De stoele met hoge ruggen stonden naar haar toe en soms ook van haar af. Als ze langs één kwam keek ze altijd snel of er iemand zat. Haar vader had ook zo'n leunstoel en had haar een keer flink laten schrikken toen ze beneden rond sloop om wat eten te pakken. Haar armen protesteerden luid en ze plofte op een van de stoelen neer.
Dorits ogen vlogen open, ingedut! Vloekend pakte ze haar koffer. Ze hoorde al wat stemmen en beweging uit de slaap zalen komen. Ze wierp een blik op haar horloge. De shuttle vertrok bijna. Dorit rende de zaal uit haar koffer achter zich aan slepend.