PortalIndexFor some friendships never truly die.. [Nora] HpD5UwnFor some friendships never truly die.. [Nora] 2q24v8xLaatste afbeeldingenZoekenRegistrerenInloggen



 

Deel
 

 For some friendships never truly die.. [Nora]

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
AuteurBericht
Graham

Graham

For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA PROFILENovice
Real Name : Sansan
Posts : 331
Points : 0
For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA MAGICIAN
✦ CHARACTER ✦
Magic: Water
Klas: I already graduated about eight years ago.
Partner: Can I borrow a kiss? I promise I'll give it back.

For some friendships never truly die.. [Nora] Empty
BerichtOnderwerp: For some friendships never truly die.. [Nora]   For some friendships never truly die.. [Nora] Icon_minitimedo nov 10 2016, 14:42

Op een kalme -misschien zelfs iets te kalme- pas slofte de doktersassistent weg van de ziekenzaal. Hij was de tel kwijtgeraakt over hoeveel uur hij er was geweest. Eerst had hij zoals altijd Yvaine bijgestaan en daarna was hij na werktijd nog teruggegaan om met de patiënten samen te eten en spelletjes te doen. Het was haast een dagelijkse routine geworden inmiddels. Verwachtingsvolle gezichten werden dan ook vanuit de vele bedden in de ziekenzaal richting de deur gedraaid om het moment dat hij later, na zijn gebruikelijke werkzaamheden, weer binnensloop om leuke activiteiten te ondernemen met de aanwezige leerlingen.
Echter voelde zijn lichaam dit keer ongewoon moe en uitgeput. Zijn spieren leken hun kracht voor een groot deel verloren te zijn. Zijn handen voelden ongewoon koud en trilden licht als men goed keek.
Ergens in hem prikte het besef wat het veroorzaakt had, maar hij besteedde er maar niet te veel aandacht aan. Het was niet alsof hij er iets aan kon veranderen. Daar was hij zich inmiddels wel bewust van, na al die jaren…
Ondanks zijn vermoeide ledematen, rustte er een vredige glimlach op zijn zongebruinde gezicht. Het was een lange, maar een productieve dag geweest. Nu het wat kouder werd en een ijzige wind als een prikkelende deken over het landschap rond Starshine Academy trok, werd de één na de andere leerling geveld met een snotterige neus, een benauwde hoest of koude rillingen. Het was op zijn zachtst gezegd in ieder geval niet saai op de ziekenzaal... Het was voor hem haast een welkome afleiding geweest, één waarbij hij al zijn gedachtes, handelingen en energie in zijn werk kon stoppen, maar het veranderde niets aan het knagende gevoel in zijn binnenste wat hem sinds een week niet meer met rust leek te laten… Het bezocht hem op alle momenten dat zijn brein zonder prikkels was…  Wanneer hij alleen, op zijn kamer, met enkel een tekening in zijn hand, haast wanhopig voor het raam zijn gedachtes probeerde te ordenen, zijn ogen in de leegte starend van het grauwe landschap. Beelden, woorden, herinneringen flitsten voorbij, pijnlijk, maar bitterzoet.
Het hoe en waarom rond het gevoel had hij allang uitgepuzzeld, maar hoe er vanaf te komen… Dat was ieder jaar de grote vraag, een vraag die hem keer op keer weer gesteld werd…
Uiteindelijk, na voldoende tijd tussen die ene dag waarop het opnieuw begon en een later moment, vervaagde de vraag weer stukje bij beetje, bijna net als de tekening die hij in zijn bezit had, tevens het enige wat hem gezelschap hield tijdens deze momenten. Ieder jaar leek het portret van de tekening steeds minder zichtbaar, alsof het zich langzaam terugtrok uit het perkament en daarbij uit zijn zicht.
Misschien… Misschien zou hij moeten wachten tot ook de tekening in zijn geheel vervaagd of gescheurd was, voordat de vraag zou stoppen hem ieder jaar te teisteren…
Maar waarom deed die overpeinzing het ijs in hem juist verhardenen…? Wilde hij ergens, diep vanbinnen, soms helemaal niet loslaten…? Want als alleen de pijn in zijn bevroren hart nog resteerde als herinnering aan…háár… moest hij het dan niet juist koesteren en eren als een stukje van haar en… er juist wanhopig aan vastklampen, zodat ze toch nog een beetje bij hem was…?
Zo ver weg, maar toch…dichtbij.
Moest hij-

“Graham…?” klonk een hoge meisjesstem.
Wat verdwaasd keek de blonde jongeman op. Zijn ogen ontmoetten die van het roodharige meisje, nadat ze een geruime afstand naar beneden hadden afgelegd. De eerstejaars keek hem met een lichte frons aan. Olivia, dat was haar naam. Hij wist het nog. Graham wilde er bewust voor zorgen dat hij de naam van iedere patiënt zou onthouden. Naast patiënten waren ze immers ook gewoon een persoon en geen nummertje.
“Oh ik ehm…” begon hij aarzelend, waarbij zijn mondhoeken weer verder omhoog krulden. “Ik was even afgeleid, ben ik bang. Sorry. Wilde je iets zeggen?” klonk het vriendelijk als altijd, maar een vermoeide ondertoon schemerde door in de lage mannenstem.
Het meisje grinnikte. “Ik merk het. Ik riep al twee keer je naam!” Haar hoofd kantelde iets schuin, terwijl ze hem bleef aankijken. “Ik wilde alleen maar even zeggen dat het beter gaat met mijn arm.” Haast triomfantelijk hield ze de arm in het gips wat naar hem uitgestoken. “En…” Een nieuwe grinnik ontsnapte haar keel. “Ik wilde je vragen of je er misschien ook iets op wilt schrijven?”
Of hij…
Hij? Werkelijk…?
Oh...

Het was alsof een mantel van sereniteit over de jonge arts neerdaalde. Zijn amberkleurige ogen glommen teder en aangenaam als warme kooltjes in een koude nacht. Zijn glimlach deed zijn gezicht haast oplichten en maskeerde de donkere wallen. Kalm boog hij zich iets voorover, zodat hij het meisje beter kon aankijken.
Ondanks zijn lengte, leek Graham verre van intimiderend of groot. Hij had eerder iets… vertrouwds en zachts over zich. In feite was hij maar de “grote broer” van twee mensen, zijn zusje Maddison en zijn broertje Elijah, maar ook voor wie überhaupt niet aan hem verwant was, kon hij dezelfde vriendelijkheid en genegenheid uitstralen; iemand bij wie je zou willen schuilen voor de regen of die je zou beschermen tegen de storm.
“Natuurlijk!” antwoordde hij uiteindelijk met gemoedelijke stem, waarbij zijn vingers al naar de paarse stift in haar hand reikten. In zijn onleesbare doktershandschrift schreef de jongeman een beterschapswens op het gips. Hm… Degene die dat kon lezen, verdiende werkelijk een prijs…
Om het geheel af te maken, tekende hij er daarom nog een poppetje bij met warrig haar, een veel te lang lichaam, in een doktersjas en in sierlijke dameskleren die hem niet bepaald leken te passen...
Met haar hoofd iets gekanteld keek zijn voormalig patiënt toe wat er werd getekend en schoot in de lach op het moment dat ze leek vast te stellen wat, of beter gezegd wíe, Graham had getekend. Voor een seconde wisselden de twee een betekenisvolle blik, meer was er niet voor nodig.
Graham beantwoordde haar lach met een eigen grinnik en zijn welbekende speelse en jeugdige grijns. Het deed kleine kuiltjes in zijn wangen verschijnen.
“Bedankt, Graham.” prevelde het meisje met een lacherige snik. “Of… ‘dokter Lockwood’.” De manier waarop ze het zei, onderstreepte de onnodige formaliteit van het tweede, als het ware.
Even, slechts heel even, liet de jongeman een zachte, aanstekelijke lach horen, iets wat hij sinds een aantal dagen pas weer oprecht had kunnen doen. “Sure, …kid.” reageerde hij in zijn moedertaal op dezelfde wijze, waarop hem direct een eigenwijze, uitgestoken tong werd toebedeeld.
Met nog altijd een serene glimlach rond zijn lippen keek hij Olivia na. Pas toen ze volledig uit het zicht was verdwenen, gleden zijn ogen door de omgeving. In zijn eigen overpeinzingen verzonken, had de jonge arts niet opgelet waar zijn benen hem gebracht hadden. Het kostte hem dan ook enkele tellen om vast te stellen waar hij zich bevond. Het was in ieder geval niet de etage waar zijn kamer moest zijn, dat was zeker. Hm…
Zijn observerende blik gleed langs de ruimtes die zich aan weerszijden van de gang bevonden. Klaslokalen, dat was duidelijk. Hoe…merkwaardig. Hij zou nooit uit zichzelf naar de klaslokalen gaan. Hij had er immers niks te zoeken. In feite was Graham niet bepaald moeilijk te lokaliseren in de school; de meeste tijd bracht hij door in de ziekenzaal en op de overige momenten bevond hij zich meestal op zijn kamer. Zelfs maaltijden nuttigde hij vrijwel altijd op zijn werkplek, aangezien hij het zonde van de tijd vond om er speciaal voor op een andere locatie te zitten. Maar soms, heel soms, was hij ook op het buitenterrein te vinden, tijdens één van zijn zwerftochten.
Blijkbaar had hij nu onbewust een zwerftocht gemaakt naar een, voor hem, vrij onbekend deel van de school... Het leek haast alsof zijn onderbewuste hem hierheen had gebracht. Niet dat hij, als dokter zijnde, met zijn nuchtere, rationele brein hier echt in geloofde, maar hoe kon hij anders verklaren dat hij juist naar deze gang was gelopen?
Ach. Het deed er ook niet toe. Misschien als hij zich nu omdraaide en een stuk terugliep, dat hij wel weer wist welke kant hij op moest gaan om bij zijn kamer te komen.

Toen Graham zich net schouderophalend wilde omdraaien, trok iets in zijn ooghoek zijn aandacht. Een lichte frons tekende zich op zijn voorhoofd. Zijn ogen waren op een specifiek lokaal gericht vlak naast hem. Een heldere schittering scheen vanuit de ruimte in zijn gezicht. Wat…was dat?
Het was zacht en liefelijk om haast over het hoofd gezien te worden, maar toch fel genoeg om zijn interesse te wekken.
Enigszins argwanend, maar met een ontluikende nieuwsgierigheid in zijn blik, stapte Graham richting het lokaal. De deur stond haast uitnodigend voor hem geopend. Het aanlokkelijke zonlicht wat onverwacht door de ramen naar binnen scheen, leek hem bijna naar binnen te halen.
Aarzelend zette de jongeman een stap naar binnen. De ruimte was verlaten, maar toch ook weer niet. Overal waar hij keek was het volgepakt met instrumenten van allerlei soorten en maten, met alle bijbehorende materialen en boeken van dien. De schittering werd veroorzaakt door het zonlicht dat een tinnen fluitje in de vensterbank beroerde.
Enigszins onder de indruk nam Graham de ruimte in zich op. Het had bijna iets weg van het muzieklokaal op zijn oude basisschool op Puffoon, alleen dan groter en veel uitgebreider…
Het was een lange tijd geleden dat hij zich op een dergelijke plek had begeven. Eigenlijk…had hij sinds die korte, fijne tijd op Puffoon geen muzieklokaal meer betreden. Maar de muziek had hem sindsdien nooit verlaten, tot…
Graham schudde zijn hoofd om de gedachte uit zijn hoofd te bannen. Daar moest hij nu niet aan denken.
Maar zodra zijn blik de piano in de hoek van het lokaal bereikte, kwam de gedachte weer in alle hevigheid terug: Hij had muziek de rug toegekeerd toen hij háár was verloren. Het…had een…
Een zucht ontsnapte zijn lippen. Het had een pijnlijke bijsmaak gekregen; Toen zijn woorden en aanrakingen niet langer troost boden, was het enkel zijn pianospel geweest wat Juliette enigszins had kunnen kalmeren. Vol overgave had hij daarom alle nummers voor haar gespeeld die hij maar kende, alle nummers die hij ooit nog van Nora had geleerd in zijn tijd op Puffoon. Nora's vrolijke, luchtige nummers die zelfs de donkerste dagen konden oplichten. Nummers die hem altijd steun hadden geboden sinds zijn vertrek van Puffoon en later hetzelfde hadden gedaan voor Juliette.
Sindsdien, sinds hij Juli verloren was, had hij geen piano meer aangeraakt.

Het was nu de eerste keer dat hij weer oog in oog stond met het instrument. Voor een moment leek ieder ander aanwezig object in de ruimte te vervagen. Zijn amberkleurige ogen bestudeerden ieder detail van de piano. In een flits kon hij zichzelf er weer achter zien zitten; glimlachend, maar o zo vermoeid en bezorgd om het meisje dat naast hem stond en hem vroeg of hij nog iets voor haar kon spelen.
Het leek haast een ziekelijke grap dat hij juist deze tijd van het jaar -nu weer de vraag naar boven was gekomen die hem dag en nacht teisterde- hier terecht was gekomen.
Waren zijn eigen gedachtes nog niet genoeg…?

Hij moest hier weg. Hij kon het niet. Niet nu.
Met een ruk draaide Graham zich om en stapte naar de deur. Hij moest hier zo snel mogelijk vandaan.
Juist op dat moment gleed een koele bries door een kier van een raam naar binnen. Gek, want eerder had het buiten windstil geleken…
Het omarmde hem als een troostende omhelzing. De wind ruiste in zijn oren als een zachte, bijna onhoorbare fluistering: “Speel iets voor me…” leek het te zeggen.
Die stem…
Geschokt draaide de jongeman zich weer om. Zijn hart sloeg haast een slag over bij de herkenning. Vliegensvlug schoot zijn blik door de ruimte, maar op de objecten na, was het...leeg…
Geen persoon, geen...Juli...
Had zijn oververmoeidheid een spelletje met hem gespeeld?
Maar hij kon toch zweren dat-
Als vanzelf gleden zijn ogen weer naar de piano in de hoek van het lokaal. “Speel iets voor me…” herhaalden de woorden zich in zijn hoofd.
“Ik…weet niet of ik het kan…” antwoordde Graham hardop, maar zijn lichaam leek hem al naar het majestueuze instrument te leiden voor hij er erg in had. Zijn hand reikte naar de klavierklep en streek er zachtjes overheen, bedenkelijk, onzeker, maar ook enigszins verlangend. Het leek werkelijk een eeuwigheid geleden sinds hij zo dicht bij een piano was geweest…
In een soepele beweging werd de klep opengeklapt.
Wacht… Wilde hij dit echt gaan doen…? Kon hij het überhaupt nog wel?
En buiten dat… het was niet te zeggen hoe hij erop zou reageren. Zou het niet alleen maar onnodig de pijn in zijn hart versterken…? Zou het-
Maar zijn lichaam zat al op de kruk, niet in staat om nu nog om te draaien en weg te lopen.
Zijn vingers trilden licht toen ze naar de toetsen reikten en zich erop plaatsten. Zijn polsen waren gespannen, net als zijn schouders. Voor een moment leek de jonge arts verscheurd te worden door wat zijn hoofd hem zei en wat zijn lichaam en onderbewuste wilden.
Er waren zoveel nummers voorbijgekomen die hij aan Juliette had laten horen. In zijn brein leken ze ineens allemaal te versmelten tot één grote brei van melodieën, waardoor hij er geen wijs meer uit kon worden. Echter, voor hij en goed en wel besefte, zetten zijn vingers zich in beweging en begonnen ze te spelen. Een diepe, serene, haast melancholische melodie vulde de ruimte als donderslag bij heldere hemel.
Zijn adem stokte in zijn keel van verbazing bij de realisatie dat het niet één van de nummers voor Juliette was die hij speelde, maar juist het enige nummer wat hij nooit aan haar had laten horen. Een lied wat hoorde bij een vroeger leven, een ander persoon. Een lied wat hij aan niemand anders meer had laten horen: 'Spring time'.
Hoe… wat… Waarom speelde hij juist dit nummer van alles liedjes die hij kende? En dat terwijl zijn gedachten niet bij dat leven waren geweest… Waarom-

Plotseling overviel een ongewone rust hem. Eén die hij dacht te zijn kwijtgeraakt. Het deed zijn gedachten verstommen, zijn overpeinzingen vervagen… Alleen het lied en het instrument leken er nog toe te doen.
In een lang verloren automatisme vonden zijn vingers de toetsen om de juiste melodie te produceren, foutlozer, soepeler dan voorheen, ongeacht de doordringende spanning in zijn lichaam.
Hoe verder het nummer vorderde, hoe meer de vraag plotseling naar de achtergrond leek te verdwijnen. Daarvoor in de plaats waande Graham zich haast in een andere realiteit; één van vergane tijden, in een klein, knus muzieklokaal van een basisschool ergens op Puffoon…

Wat Graham speelt op de piano..:
[& Nora]
Terug naar boven Ga naar beneden
Nora

Nora

For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA PROFILENovice
Real Name : Ruby le Pinksheep~
Posts : 254
For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA MAGICIAN
✦ CHARACTER ✦
Magic: Air, and a bit fire.
Klas: Miss Eres's Music class
Partner: Let me be free, for I will always fly back to you.

For some friendships never truly die.. [Nora] Empty
BerichtOnderwerp: Re: For some friendships never truly die.. [Nora]   For some friendships never truly die.. [Nora] Icon_minitimema nov 14 2016, 16:03

Maanden terug
Warm, knisperend vuur afkomstig van een kampvuur bedekte de mensen die er om heen zaten met een oranje gloed. De warmte afkomstig van het kampvuur was aangenaam. Vooral aangezien het herfst was. Maar de warmte die kwam van de persoon naast haar was misschien nog wel prettiger.
Met haar winter jas al aan en een muts op kroop ze nog wat dichter tegen de jongedame aan naast zich. Deze keek even vanuit haar oog hoek naar het kleinere persoontje naast haar en sloeg dr arm om haar schouders heen. Hiermee trok ze de kleinere jongedame dichter tegen zich aan en glimlachte vriendelijk. De gene die naar haar toe werd getrokken keek even op en voelde zichzelf warm worden toen ze de glimlach zag op het zicht van de andere jongedame.
‘Koud he?’ klonk de iet wat diepere vrouwen stem gemoedelijk.
‘Zeg dat wel,’ mompelde een iet wat hogere vrouwe stem terwijl ze nog dichter tegen de ander aan kroop. Hopende dat ze zo de warmte nog beter zou kunnen voelen.
Het was een mooie herfst avond. De lucht was openen waardoor prachtige heldere hemellichamen fel afstaken tegen de donkere nachtelijke blauw gekleurde hemel. Twee kijkers, ongeveer dezelfde kleur als de maan, keken omhoog naar de hemel. Ze zag hoe de sterren fonkelden en hoe haar adem kleine wolkjes maakten. Een tevreden glimlach sierde om haar lippen. ‘Ze zijn echt prachtig vanavond,’ sprak ze tegen niemand in het bijzonder maar ze zag hoe de jongedame naast haar ook haar blik ten hemel sloeg.
‘Hmhm,’ beaamde de ander en ook bij haar verscheen er een glimlach. ‘Ze doen me ergens aan denken. Ook iets prachtigs.’ Voegde ze er aan toe waardoor de ander haar vragend aan keek. Hierdoor richtten ze haar blik weer naar beneden en keek de jongedame aan, recht in haar zilveren ogen.
Het meisje met de zilvere ogen keek de ander nog altijd nieuwsgierig aan. Ze wilde weten wat er achter die diep donker bruine ogen lag. Wat er in haar om ging. ‘Well?’ Klonk het dan ook van haar kant toen ze haar nieuwsgierigheid niet langer alleen kon uitten met een blik. Een grinnik klonk van de ander en ze voelde hoe er een sierlijke, zachte hand om haar kaak werd gelegd. ‘Aan jou ogen, sterretje.’ Klonk de gemoedelijke stem. Met deze woorden, het antwoord, en de aanraking merkte ze hoe er een lichte blos op haar wangen verscheen. Vervolgens voelde ze hoe er twee zachte maar volle lippen op haar kleine lippen werden geplaatst. Het was een van de vele liefdevolle gebaren die ze de afgelopen maanden naar elkaar hadden uitgewisseld en met elkaar hadden gedeeld.
Het was nu al een tijdje dat de twee elkaar hadden gevonden. Als vanzelf was Nora mee gesleurd in de vrienden groep en waren ze nu met z’n allen aan het kamperen. Dit deden ze omdat et hen leuk leek, ook al was het herfst en dus best wel koud in de tenten. De jongedame was een enorme koukleum maar zolang ze Sadie had om tegen aan te kruipen had ze er totaal geen moeite mee. Het was aardig gezellig met de groep hier en ze was er van overtuigd dat ze dit moment nooit zal vergeten. Dat het altijd in haar hart zou blijven, vlammend van liefde zoals het vuur van het kampvuur voor hen deed.

Dagen terug

Alsof de wolken, die op het moment ontbraken aan de hemel, gelegen waren in de zilveren ogen, tuurde ze naar een foto geklemt tussen haar kleine vingers. Er lag geen frons op haar gezicht, geen glimlach, geen een plooi. Het staarde emotieloos naar het kleine stukje papier. Het enige van emotie wat te zien was. Was de bewolkte blik in haar ogen.
Een zucht verliet haar lippen waardoor er zich een klein wolkje vormde. Op de foto was zij zelf, een jongedame, klein met roze haren, en haar ‘ex- vriendin’ Sadie, een jongedame, iets langer dan haar met donker bruine krullen, te zien bij het licht van een kampvuur. Beide hadden dikken jassen aan en ze zaten knus tegen elkaar aangekropen. Elkaar beschermende tegen de kou van de herfst. Het was nu bijna een jaar geleden dat deze foto was genomen. Een foto van de tijd dat ze nog gelukkig was met deze bepaalde persoon. Een tijd voordat haar hart werd gebroken en ze nu weer helemaal opnieuw moest, en wilde, beginnen.
De foto hield veel herinneringen. De meeste objecten die herinneringen aan die tijd droegen had ze opgeborgen. Haar broers hadden ze willen verbranden maar daar was ze nog niet aan toe. Ze had ze voor nu opgeborgen om niet snel, en misschien wel nooit meer, naar om te kijken. Net als die spullen wilde ze ergens deze afbeelding ook opbergen, maar een ander verlangen was groter. Waarom ze hem in haar handen had gepakt wist ze niet. Maar nu ze die toch in haar fijne hand had kon ze er net zo goed mee doen wat ze het liefste met al die herinneringen deed.
Met het kleine beetje magie wat ze bezat liet ze het papier ontvlammen. Als een zomer blaadje wat veranderde in een verdord herfst blaadje kromp de foto in een terwijl het vuur er aan likten. Het vuur in haar hand deed geen pijn en ze bleef er naar kijken zolang het branden. De oranje gloed reflecteerde in haar zilveren ogen en liet deze warmer ogen (badumtss) dan ze werkelijk waren. Met een weemoedig gevoel, en nog vele andere emoties, keek ze hoe het papiertje in as veranderden. De as viel als een zwart hoopje op haar hand neer. Het deed haar denken aan hoe haar hart had gevoeld toen Sadie het uit had gemaakt. Ze probeerde er nooit zo veel bij stil te staan, het leven ging immers door, maar soms... heel soms... had ze van dit soort stille, pijnlijke momenten.
Alsof de Puffoonse wind haar iets duidelijk wilde maken werd het as, als bloesem blaadjes zo sierlijk, uit haar hand geblazen. Met haar ogen keek ze het as na en een zucht verliet haar lippen. Ooit zou ze het net als die as helemaal los kunnen laten. Dat wist ze zeker. Maar voor nu hing de pijn soms nog als zwaar lood aan haar ledematen.

‘Nora liefje, kom je naar beneden. We vertrekken zo naar de shuttle plaats om je af te zetten!’ Een stem, diep en vaderlijk, klonk van beneden. Kort schoof de jongedame naar voren en keek over de rand van het dakkapel. Vroeger hadden haar ouders het niet geweldig gevonden als ze weer eens op het dakkapel van haar kamer ging zitten, praktisch op het dak dus. Maar nu ze al volwassen was, en haar ouders wisten dat ze toch wel deed wat ze wilde, accepteerde ze het en vonden het zelfs fijn te weten waar hun dochter nogal vaak was als ze zich terug trok.
‘Juw! Ik kom eraan!’ Antwoordde ze haar vader en kroop richting de zijkant van het platte dakje. Om daar behendig via het schuine dak naar beneden te glijden en dan met haar handen haar raam vast te pakken en zo, via het open raam, haar kamer in te klimmen.

Eenmaal, met een soepele sprong, in haar kamer keek ze voor de laatste keer rond. Had ze alles? Was ze echt niks vergeten in haar hut koffer te stoppen? Nog even goed geconcentreerd scande ze haar kamer af. Uiteindelijk bleef haar blik bij een klein houten boompje hangen. Aan het boompje hingen een paar armbanden en kettinkjes maar haar ogen waren gevestigd op een bepaald hangertje.
Het bedeltje van een G-sleutel met vleugeltjes bracht een nostalgisch gevoel bij haar op. Gevoelens die ze al lang niet meer had gevoeld maar nu ze deze planeet zou verlaten toch even de aandacht gaf. Enkele seconden bleef ze zo kijken. Zich afvragend of ze dat ene, kleine, dingetje nog mee zal nemen. Met getuite lippen die uiteindelijk over gingen in op elkaar geperste lippen en een bepaalde gezichtsuitdrukking stapte ze naar voren. Een zucht klonk en ze haalde het hangertje van het boompje af. ‘Waarom ook niet he? Het is een erg mooi, toepasselijk, dingetje so.’ Sprak ze al nadenkend in zichzelf.
Vervolgens stopte ze het zilveren kettinkje in het voorvak van haar rug zak en hing deze op haar rug. In haar ene hand had ze haar veel te grote hut koffer en met de andere pakte ze haar akoestische gitaar die nu in een zwarte gitaar tas zat. Ze liep naar de deur, keek nog een keer om, glimlachte en verliet toen haar kamer. Wetende dat ze hier maanden lang niet meer zou slapen. Ze was al eens eerder lange tijd weg geweest van huis. Ze had immers gestudeerd. Maar nu ze echt naar een andere planeet zou verhuizen voelde het toch als een grotere stap. Wat redelijk normaal was maar toch.
Bij de shuttle had ze haar familie allemaal een grote knuffel geven, hier en daar een kus op haar voorhoofd ontvangen en was met een opgewonden glimlach de shuttle in gestapt. Met nog een laatste zwaai waren de deuren dicht gegaan. Vanaf dat moment was ze pas echt op weg naar haar nieuwe leven. Een nieuw hoofdstuk in haar boek. Waarbij ze het liefste alle vorige pagina’s zou verbranden, net zoals ze had gedaan met de foto.

Heden

Tevreden neuriënd en met een hand in de lucht dirigerend liep ze door de gangen van haar nieuwe, wel genoemde, leefplaats. Haar derde dag als muziek stagiaire zat er nu alweer op en ze was, zoals ze wel vaker deed, onderweg naar het muziek lokaal. Ze had vandaag bij flink wat lessen geholpen en in de pauzes waren er leerlingen geweest die haar vragen hadden gesteld. Met een glimlach en een lachje had ze ze beantwoord en vond de nieuwsgierigheid van de kinderen wel amusant. Onder de vragen had ze wel kunnen eten maar meer dan dat had ze geen ruimte voor gehad. Hierdoor had ze vandaag amper tijd gehad om echt wat te spelen achter haar favoriete instrument. Nu de school uren er op zaten en ze al haar papierwerk gelukkig snel had weten af te maken had ze besloten om wat piano te gaan spelen. Een dag niet gespeeld was een dag niet geleefd, zoals haar moeder beweerde. Met een lichte grijns door die gedachten draaide ze de hoek van de gang om en stopte daar eigenlijk direct met lopen. Het geneurie werd zachter en ze liet haar hand langzaam naar beneden zakken.
De koude gang van het kasteel werd subtiel gevuld door muziek klanken. Klanken die sereen en serieus klonken maar een duistere ondertoon droegen. Daarbij kon ze haast horen hoe gespannen de schouders en ellebogen van de speler waren. De toetsen werden soms met een iet wat te abrupte beweging in gedrukt. Waardoor het af en toe niet zo vloeiend klonk als een piano kon klinken. Pas toen ze deze observatie had gemaakt werden haar ogen groot. De melodie, de noten die mekaar opvolgden en een liedje vormden, klonk akelig bekend. De herinnering aan deze melodie was echter niet akelig. Beelden van een lente op haar thuis planeet, heerlijk warm waarbij de kersen bomen prachtig in bloei stonden, schoten door haar heen. Deze eindigde als een film met het laatste frame, een beeld van een knus, iet wat stoffig, muziek klas lokaaltje op haar basisschool. De zon had prachtig naar binnen geschenen en was met de uren dat ze daar was naar beneden gezakt waardoor het het lokaal had gebaden in een gouden warme gloed. Net zo goud en warm als de paar ogen die ze toen voor het eerst had gezien. Hier stopte alles, de film kwam tot een halt. Het beeld van een jongetje, nog net niet in zijn puberteit, met licht blonde haren en prachtige, goud, warme ogen bleef in haar gedachten hangen. Ondertussen hoorde ze hoe de muziek door speelden. Of dit van haar herinneringen kwam, of van de realiteit, kon ze niet bepalen. Het kwam zo overeen dat het leek alsof het verleden en het heden kort synchroniseerden. Dit zorgde er voor dat haar adem stokte en het voelde alsof het universum haar zojuist met een knuppel had geslagen. Verdoofd, verbaasd en misschien zelfs pijnlijk.

Na enkele seconden zo verbijsterd te hebben gestaan knipperde ze met haar ogen en schudden haar hoofd. Dat was een vreemde gebeurtenis. Het voelde net alsof ze kortsluiting had gehad in haar realiteits- besef. Met een zacht kuchje en om zich heen kijkende, zich beseffende dat ze zich écht nog in de gangen van StarShine Academy bevond, herpakte ze zichzelf en vervolgde haar weg naar het muziek lokaal. De melodie klonk nog steeds en, ookal was het gespannen, het was te horen dat de gene vaker had gespeeld.
Met stille pasjes liep ze naar de deur en zag dat deze open stond. Warm, typisch herfst zonlicht, scheen door de ramen naar binnen en hulde de kamer in een aangename gloed. Voorzichtig keek ze om de deur post om te zien wie er in het lokaal was. Ergens had ze een leerling of Miss Eres verwacht maar dat was niet het geval. Achter de piano, het prachtige instrument wat de licht stralen deels reflecteerde, zat een jongeman. Zijn haren waren blond. Deze haren leken zowat goud op te lichten door het zonlicht waardoor het het haast leek alsof hij een engel achtig aureool om zich heen had. Het feit dat hij een wit overhemd aan had maakte dit beeld alleen nog maar perfecter. Even gevangen door dit haast etherische aanzicht stond ze dan ook als een toeschouwer in de deur opening. Als ze niet beter wist zou ze denken dat ze aan het dromen was. Wat had ze toch vandaag?
Weer knipperend en hoofdschuddend herpakte ze zichzelf weer en stapte het lokaal in. Zelfverzekerd en met een bepaalde relaxte nonchalantheid over haar heen liep ze naar het instrument en de persoon toe. ‘Ah, Spring Time van Yiruuma,’ begon ze waardoor haar hoge, opgewekte stem tussen de klanken door vloog. ‘Een erg mooi lied. Ik zelf ken het ook.’ Sprak ze verder en stond nu achter de persoon. Een korte blik op zijn houding en handen was genoeg geweest om te zien dat hij té gespannen speelden. Haar gehoord had haar dus eerder niet in de steek gelaten.
Voorzichtig en rustig, om de persoon niet te laten schrikken, boog ze voorover en wilde haar hand op de zijne plaatsten om te laten zien hoe hij hem ‘ontspannender’ kon houden. Met deze actie sprak ze ook een paar woorden: ‘Alleen moet je het net wat rela-‘ Ze kon de zin echter niet af maken. Want op het moment dat ze de persoon aankeek en hun ogen elkaar kruiste schoot het beeld, wat net ook door haar heen was gevlogen, voor de tweede keer vandaag door haar heen.

Twee warm gouden ogen keken recht in haar koude zilveren ogen. Deze ogen leken haast te illumineren bij het perfect passende zonlicht. En even, voor een kort moment, voelde Nora zich alsof ze weer negen jaar oud was. Terug in dat klas lokaaltje waar ze die jongen had ontmoet. Terug in de tijd voordat het mis was gegaan met haar. Terug in de tijd naar een moment wat ze nooit had kunnen los laten en soms, heel soms, stiekem naar terug verlangden. Een moment waar iets in haar naar reikten als ze zich eenzaam voelde. Een moment dus wat ze nooit was vergeten en ook nooit meer zou vergeten. ‘Oro...’ fluisterde ze met veel lucht op haar stem waardoor het haast als een zucht klonk.
Hierna, alsof haar verleden haar liet zien wat er na die ontmoeting en na het afscheid van de twee was gebeurt, voelde ze een steek, gelijkwaardig aan bliksem, door haar hart gaan. Hierdoor was kort, voor maar een fractie, een pijnlijke blik in haar ogen te zien. Dit duurde echter niet lang aangezien ze, onbewust, haar hand had verplaatst en nu, alweer onbewust, hier op wilde gaan steunen. Dit zodat ze niet om zou vallen door de derde knuppelslag die ze had gekregen vandaag van het universum.
Zonder het zich te realiseren verplaatste haar gewicht zich dus naar haar linker hand en kwam deze op het klavier terecht... Menig mens kan al bedenken wat er gebeurt als iemand met een platte hand leunt op het klavier van van een piano... Alsof het een kind met pijn was schreeuwde het instrument vele tonen tegelijk uit. Het klonk als een dramatische kreet die door het net nog zo stille en serene lokaaltje galmde.
Door dit plotse, haast helse, kabaal schrok de jongedame zich een ongeluk. Krampachtig had ze haar armen terug getrokken en haar schouders opgehaald. Als reflex door de schrik was ze naar achter gesprongen. Dit had ze echter beter niet kunnen doen want voor de muur stond een bom volle gammele boeken kast. Met een klap was ze dan ook met haar rug tegen de kast opgedonderd en, zoals je wel kan raden, vielen er vele boeken van de hoogste, meest rommelige plank, naar beneden. Schriften en boekjes vlogen door de lucht en werden door de zwaarte kracht naar beneden getrokken. Ook viel er een best wel heel dik groot boek naar beneden en laat die nou net op het kopje van de jongedame vallen. Met wat spastische piep geluidjes had ze dan ook haar ogen gesloten en had gewacht tot de stortvloed van papier werken was gestopt.
Toen het laatste boek op de grond was geland bracht ze een hand naar haar kruin en wreef er over. ‘Auw dammit,’ mompelde ze en knielde, zonder de jongen gade te slaan, al direct naar de grond. Zich beseffende dat er nog iemand bij stond keek ze even omhoog en wist een onschuldige, dorky, glimlach op te zetten. Hierna keek ze weer naar de grond, de rotzooi bij elkaar rapende. ‘Mijn excuses.’ Sprak ze op weer een nettere toon, haar plaats in dit pand herinnerende. ‘Ik zag u aan voor een... uhm... iemand die ik kende... of ken... of uhm.. ja. In ieder geval, sorry voor het ongemak. Ga vooral verder met spelen. Het klonk erg goed, al doet u er slim aan wat meer te ontspannen. De tonen klinken soms wat hakkelig. En uhm..’ Licht ratelend, alsof ze haar professionaliteit nu alweer deel kwijt was, sprak ze de woorden waarna ze kort stil viel en met een beseffende blik voor zich keek.
Na deze blik waarbij ze een gezicht trok, keek ze weer naar de grond en mompelde wat in zichzelf, wat wellicht verstaanbaar was voor de andere persoon. ‘Wouw, wat is dit een verschrikkelijke cliché situatie.’ Had het geklonken met een soort zelfspot en spot op het leven. Ze kon het dan ook niet laten om een grinnik te laten klinken. Ze was nou eenmaal niet miss- ‘strak in het pak en altijd serieus’.
Terwijl de grinnik stopte pakte ze het laatste boek. Ze hield het pakketje met haar armen er om heen geslagen tegen haar borst aan terwijl het net niet haar gebogen knieën raakten. Dit aangezien ze neer gehurkt zat, waardoor ze er uit zag als een klein bolletje mens waarbij haar roze, lange haren haar gehele rug bedekte.

Ooc: Coco je mag zelf kiezen of ze op staat voor Graham reageert of niet. Dat heb ik voor je open gelaten. Doe maar waar jij het beste op kan reageren :33
Terug naar boven Ga naar beneden
Graham

Graham

For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA PROFILENovice
Real Name : Sansan
Posts : 331
Points : 0
For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA MAGICIAN
✦ CHARACTER ✦
Magic: Water
Klas: I already graduated about eight years ago.
Partner: Can I borrow a kiss? I promise I'll give it back.

For some friendships never truly die.. [Nora] Empty
BerichtOnderwerp: Re: For some friendships never truly die.. [Nora]   For some friendships never truly die.. [Nora] Icon_minitimema nov 14 2016, 20:32

Naarmate hij verder speelde, merkte de jonge arts hoe zijn geest meer tot rust kwam. Pijnlijke beelden vervaagden van zijn netvlies en leken plaats te maken voor warme gevoelens van vroegere tijdens. Het was alsof hij voor een moment -voor zolang het lied voortduurde- in een warm bad stapte. Des te meer besefte hij zich onbewust dat, zodra zijn pianospel over was, de kou zijn hart weer zou bevangen. Dus hij speelde door en door… Hier en daar een fout makend, maar het deerde hem niet. Kalmte beving hem, al waren zijn spieren nog gespannen, zoals altijd.
Volledig opgaand in het lied, had Graham dan ook niet door dat er iemand de ruimte betrad. Pas toen ze dichterbij kwam, trok er een schokje door zijn lichaam, zoals men voelt als er plots iemand in je persoonlijke ruimte staat. Haast als een onzichtbare aanraking, merkte hij haar aanwezigheid vlak achter zich op. Het zorgde ervoor dat zijn vingers voor een moment aarzelden. Het was überhaupt een aantal jaar geleden dat hij voor het laatst had gespeeld en daarbij waren er maar enkele personen die hem ooit hadden horen spelen: zijn broertje Elijah, zijn grootmoeder (die hem vrijwel alles had geleerd wat hij wist), Nora en Juliette. Hij liep er niet graag mee te koop en was daarbij niet bijzonder goed ofzo.
Wat krampachtiger verplaatsten zijn polsen zich daarom naar de juiste toetsen, maar hij wist zichzelf ervan te houden abrupt te stoppen. Hij mocht nu niet stoppen…
Hij wilde het gevoel nog even niet kwijtraken. Heel even maar…
Plotseling was het alsof zijn melancholische pianospel voor een moment werd opgehaald met sierlijkere, vrolijkere noten toen een melodieuze vrouwenstem klonk. De toon en hoogte verraadden dat ze niet ouder kon zijn dan hij, maar waarschijnlijk ook geen leerling was. Enigszins verward knikte hij toen ze direct door leek te hebben welk lied hij speelde. Hoe…bijzonder… Het was geen bekend lied… Het wekte zijn aandacht, al bleef zijn blik neutraal -vanwege uiterste concentratie- maar een lichte schittering blonk in zijn irissen. Enige nieuwsgierigheid prikte in zijn binnenste, maar hij bedwong zich, niet in staat zijn ogen los te scheuren van het instrument.
Uit het niets werd zijn blik echter vertroebeld. Het zwart en wit van de pianotoetsen maakten plaats voor roze en niets anders dan roze, overal waar hij keek. Lange lokken kwam vlak voor zijn neus terecht. Graham bewoog direct zijn hoofd iets achterwaarts om ze niet per ongeluk in te ademen. Wat… was ze van plan…?
Haar zoete geur kroop gelijkmatig in zijn neus. Als hij niet zo van zijn à propos was geweest, had hij het wellicht herkend.
Een ademstoot ontsnapte zijn lippen toen ze ook nog een zachte, fijne hand op zijn grote, licht trillende hand plaatste. Wat had dit precies te betekenen…?
Langzaam en duidelijk verward gleden Grahams amberkleurige ogen omhoog, naar de persoon die over hem heen gebogen stond. Als dit een flirtpoging was, zat hij er nu niet bepaald op te wachten. Al…was hij natuurlijk gevleid, maar… maar… het was gewoon nogal-

LILIAN HEILIGE MOEDER VAN SHADRA!

Met pure ongeloof gemengd met je reinste shock staarde Graham in de zilveren ogen voor hem. Zilver als het licht van de maan, zilver als de sterren… Koel, sereen en prachtig… Omringd door haren zo roze, zacht en liefelijk als een eenzame, fleurige bloem in een uitgestrekt grasveld en lelieblanke wangen bedekt met een gezonde blos.
De jongeman knipperde niet één, niet twee, maar ruim drie keer met zijn ogen om zeker te zijn dat zijn zintuigen niet begoocheld werden, al leek het zijn verwarring niet bepaald te helpen.
Sprekend… De ogen… Het haar… Z-ze…leek sprekend op het meisje wat weer in zijn gedachten was geslopen op het moment dat zijn vingers waren begonnen met spelen. Het meisje wat in feite -als hij heel eerlijk naar zichzelf was- nooit zijn hoofd had verlaten. Niet sinds die ene dag dat hun verlangen naar vrijheid hen voor eeuwig had verbonden…
En nu was een volwassen versie van precies dát meisje slechts enkele centimeters van hem verwijderd… Zo dichtbij, maar ook zo ver weg… Want Graham kon het niet geloven, wilde het zichzelf niet aandoen te geloven dat zij het werkelijk was.
Even niet in staat een klank te produceren, opende zijn mond zich enkel iets en hing daar maar een beetje te niksen, zijn lippen wat van elkaar gesperd. Zijn vingers gleden ongemerkt van de toetsen en vonden hun weg naar zijn schoot, waar ze al even nutteloos bleven rusten.
Het was… Het was…
Het was overduidelijk de oververmoeidheid. Jep. Sowieso.
Wauw…
Eerst dacht hij al Juli’s stem te horen en nu stond ineens een oudere versie van Nora voor zijn neus. Juist… En bedankt, brein!
Hij moest écht een langere nacht proberen te maken vannacht. Hm, als Elijah dit zou horen, zou hij hem waarschijnlijk vierkant uitlachen. Gelukkig was hij alleen. Stel je voor…! Dan zou hij waarschijnlijk even bij Yvaine op de bank mogen zitten voor een kruisverhoor over zijn mentale gesteldheid… Eghem.

Goed, plan van aanpak: hij ging nu gewoon zijn ogen sluiten, even wachten, rustig ademen en dan was ze weer weg. Hmhm, uitstekend plan, al zei hij het zelf! En daarna zou hij onopvallend dit lokaal uit sluipen en het wijselijk maar even de rug toekeren. Dit was wel weer genoeg shock voor één dag. Morgen weer een dag… Wie weet stond dan ineens een vijfjarige Elijah voor zijn neus. Je wist het niet.
Oké, daar ging die dan…

Juist op het moment dat Graham zijn ogen wilde sluiten, klonk opnieuw de hoge, melodieuze stem: “Oro…”
Alsof hij een klap in zijn gezicht kreeg, merkte Graham hoe zijn mond haast tot de grond toe open zakte. De stem… Die bijnaam… De naam die alleen zíj hem gegeven had, die alleen zíj gebruikte… Hun geheime codenamen voor elkaar. En de stem… Het had niet geklonken als de stille fluistering gedragen op de wind, zoals eerder toen hij Juli’s stem hoorde. Dit was… echt…
Nora…was…hier… Hier!
Hoe.. Waarom… Wat…? Maar dat was onmogelijk. N-Nora was nog op Puffoon, bij haar familie, de Celesta’s. Een familie waar hij ooit -meer dan wat dan ook- bij had willen horen. Maar hij was en bleef een Lockwood, verbonden aan het duistere lot van zijn familie, getraind en ingekaderd in de bijbehorende levensstijl. Hij zou nooit één van hen zijn geworden, dat was hem met de jaren duidelijker geworden, nadat hij Nora gedwongen in de steek had moeten laten bij zijn terugkeer naar Shadra. Het had zijn hart gebroken toentertijd… Nooit had hij haar weer gezien. Nooit…
Van alle planeten, van alle plekken… was het werkelijk? Kon ze werkelijk nu voor hem staan? Ouder, volwassen, maar…Nora…? Nee…
Graham had niet in de gaten hoe zijn handen zijn bovenbenen stevig omklemden, zo stevig dat zijn knokkels wit zagen. Ook zijn gezicht leek wat bleek te worden.
Haar blik, haast gepijnigd, boorde zich in de zijne, waardoor hij verstijfde. Zijn lichaam stond op pauze. Geen spier verroerde zich.
De seconden tikten voorbij.

Hij… Hij moest wat doen… Hij moest wat zeggen… Iets. Het maakte niet uit, maar iets… Maar wat? Hij wist het niet. In feite schemerde er nog altijd enige ongeloof door in zijn ogen. Het omklemde zijn ademhaling, maakte het gejaagder en oppervlakkig. Er was in feite zoveel wat hij tegen haar wilde zeggen, al jaren, al sinds hun hartverscheurende afscheid, maar hij kon het niet… Hij was met stomheid geslagen en kon enkel naar haar kijken, naar haar gelaat wat enerzijds zo anders was, maar toch ook hetzelfde.
Nora… Ze-
PLIIIIIIIIIIIIIOOOOOAAAAAAAM!!

“Whoa!” Alsof een slang zijn tanden in zijn onderbeen zette, vloog Graham overeind bij de onverwachte huil van de piano. Met ogen zo groot als schoteltje staarde hij naar de toetsen die -ongelukkig genoeg- haast doorboord werden door de slanke hand die zojuist nog op de zijne had gelegen.
Nog net wist hij zich ervan te weerhouden van de kruk af te stuiteren in zijn schrik. Half liggend op de kruk, kwam Graham fronsend overeind, duidelijk compleet, totaal, helemaal uit het veld geslagen. Maar veel tijd om de schok te verwerken werd hem niet gegund, want de jonge vrouw leek het ook gemunt te hebben op de arme boekenkast achter haar. Met een pijnlijk gezicht en zijn hand -redelijk nutteloos- half naar haar uitgestoken, moest Graham aanzien hoe haar rug tegen het kwetsbare voorwerp op botste. Dat… moest pijn doen… En-
Uh-oh…
Graham beet hard op zijn lip toen hij zich realiseerde dat hij te laat was om te verhelpen dat het meubelstuk wraak nam door zijn lading over Nora uit te sprenkelen.
Ai.
Auch.
Dat…
Au.
Dat moest vast nog meer pijn doen…
Met lede ogen moest de jongeman aanzien hoe nog geen seconde later het schouwspel werd afgesloten door een dik boek wat precies op -oh nee…- haar hoofd terecht kwam.
Oh man… Dat moest vast héél véél pijn doen…

Als door de bliksem geraakt nam hij maar even een momentje om alles te verwerken. Oké, hij moest dit even rationeel bekijken. Ja… dat moest. Oké. Dus… Juist… Eh…
De feiten: zojuist was zijn oude jeugdvriendin dus echt voor zijn neus opgedoken, nadat hij haar ruim dertien jaar niet meer had gezien. Haar haar, ogen en vooral de bijnaam zeiden hem genoeg. En oké, als dát nog niet genoeg had gezegd, had het feit dat ze eerst de piano per ongeluk op afschuwelijke wijze had laten blèren en vervolgens ook nog eens een boekenkast had gemolesteerd dat absoluut wel gedaan…!
Nee, geen twijfel over mogelijk: Dit was Nora Celesta. Zíjn Nora.
Of nou ja -hehehe- niet zíjn Nora. Maar… Nou ja, je snapt het wel.
In ieder geval…
Waar was hij ook alweer? Oh ja. Hij keek net toe hoe Nora een lawine aan boeken en papieren over zich heen had gekregen.
Toen gebeurde het: Hij wist niet of het het beeld was van een volwassen Nora, bedolven onder de papieren en boeken, het feit dat ze écht voor zijn neus stond na al die jaren of dat het haar gedempte “Auw dammit” was, maar Graham James Lockwood kon het werkelijk niet helpen dat zijn mondhoeken voorzichtig, heel voorzichtig omhoog krulden. En nog meer. En nog net ietsje meer, net zolang tot een geamuseerde grijns zijn lippen sierde.
De verontschuldigende glimlach die ze hem toewierp, zorgde er enkel voor dat hij een grinnik moest onderdrukken. Oh jee, ze was nog altijd dezelfde kluns als vroeger. Een schattige, rozeharige kluns, dat wel.
“Mijn excuses. Ik zag u aan voor een... uhm... iemand die ik kende... of ken... of uhm.. ja.” sprak Nora plotseling erg beleefd en formeel. Oh… Had ze toch niet door dat hij het was? Blijkbaar niet. Ach ja, hij was dan ook aardig wat veranderd de afgelopen dertien jaar, op z’n zachtst gezegd.
“Nora.” probeerde Graham er daarom maar gelijk tussen te komen.
“In ieder geval, sorry voor het ongemak.” ging ze echt onverstoord verder.
“Nora…” was zijn tweede poging.
“Ga vooral verder met spelen.”
“Ik-“ en derde poging…
“Het klonk erg goed, al doet u er slim aan wat meer te ontspannen.”
Met een gegromde zucht stond Graham op. Ongelofelijk…
“De tonen klinken soms wat hakkelig. En uhm..” En ze babbelde al net zoveel als vroeger… Alleen klonk haar stem lager, vrouwelijker… Haar lange lokken, veel langer dan ze vroeger waren, hingen golvend over haar rug en leken haast te glimmen in het zonlicht.
Grijnzend schudde Graham zijn hoofd, haar maar heerlijk uit laten ratelend, zoals hij jaren geleden ook altijd had gedaan. Ondertussen ging hij zelf gewoon kalm verder met haar richting oplopen, tot hij vlak voor haar stond. Hier zakte hij op zijn hurken bij haar neer op het moment dat haar lippen ein-de-lijk even stilhielden. Oké, hier ging die dan… Nu zou hij onthullen wie hij werkelijk was… Zijn mond opende zich al iets en-
“Wouw, wat is dit een verschrikkelijke cliché situatie.”
Wel alle…!
Ze had nog altijd geen pauzeknop…
Met een onderdrukte grinnik plaatste Graham beide handen op Nora’s schouders om haar dwingend een halt toe te roepen. Zijn amberkleurige ogen vonden de hare. “Goddammit, little dove… You haven’t changed one bit.” begon hij in zijn moedertaal, haar automatisch met zijn vroegere codenaam voor haar aansprekend. “Ik ben het: Oro. Graham.” voegde hij er met een grijns van oor tot oor aan toe. Terwijl hij zelf eigenlijk haast nog niet kon geloven dat hij voor haar gehurkt zat, begon Graham grinnikend de verdwaalde papieren uit haar haar te plukken en klopte wat stof van haar schouders en voorhoofd. “My, oh my, you…” Zijn ogen glinsterden geamuseerd op het moment dat ze zich vermengden met het zilver van de hare. “dork.” eindigde hij met een stiekeme, sentimentele ondertoon.
Vervolgens vouwden zijn handen zich soepel om haar middel, zodat hij haar soepel omhoog kon hijsen en ze beiden recht konden staan. Binnen enkele seconde torende de blonde, breedgeschouderde jongeman met zijn 1.92 meter ruim boven de rozeharige, fijngebouwde jongedame uit.

Graham sloeg net zijn armen over elkaar toen het hem -eindelijk- begon te dagen…
Wacht eens even…
Nora… Nora STOND tegenover hem. Ze stond… Op haar eigen, beide benen, voor zijn neus. Zonder hulpmiddel. Zonder- Vliegensvlug schoot zijn blik door de ruimte, maar er was nergens een rolstoel te bekennen…
Niet langer was ze het negenjarige meisje in de rolstoel, het meisje voor wie hij de vleugels was geweest om haar mee te nemen naar een nieuwe wereld vol mogelijkheden. Niet langer was ze kwetsbaar aan die stoel gebonden. Ze stond.
Ze stond…
Ze stond…!
Opgeschrikt sloeg de jonge arts een hand voor zijn mond, ongelovig, verbaasd, verwonderd… Tientallen emoties schoten door zijn lijf. Vreugde vermengde zich met een diepgaand gevoel van het zien van de persoon die zoveel voor hem betekent had, zonder hetgeen wat haar had tegengehouden en van zo’n grote invloed was geweest op het ontstaan van hun vroegere band.
Zijn blik gleed nogmaals over haar heen, van top tot teen, als een extra check.
Plotseling voelde Graham hoe hij al die tijd, nadat hij het zich eindelijk realiseerde, zijn adem had ingehouden. Zijn hart bonkte haast uit zijn borstkas. Langzaam en bijna onzichtbaar begon er iets in zijn ogen te glimmen, volledig overweldigd door de aanblik van Nora.
“Je…” zijn stem klonk een octaaf lager dan normaal en ietwat schor. “Je kunt staan…” Onbewust zette hij weer een stap in haar richting. “Je kunt staan.” herhaalde hij ditmaal duidelijker. Zijn hoofd schudde ‘nee’, alsof hij het niet kon geloven.
Weer werd een stap in haar richting gezet. Ze waren nu nog maar een klein stukje van elkaar verwijderd. Zo bleef Graham voor een moment staan en keek alleen maar naar haar, onderwijl zijn hoofd schuddend, vol verwondering.
Opnieuw nam hij een momentje. Hij moest wel. Het was veel om te verwerken…
Met de seconde groeide een onverwacht euforisch gevoel in zijn binnenste.
Uiteindelijk, zonder dat hij de controle leek te hebben, schoten zijn armen naar Nora toe, sloten zich om haar middel, waardoor hij haar gemakkelijk wist op te tillen. “Je kunt staan!” Zijn heldere lach vulde de ruimte, terwijl zijn lichaam en armen de hare in de lucht ronddraaide. “Ongelofelijk!” Nog steeds kon hij zijn lach niet langer onderdrukken, alsof hij alle spanning er op dit moment gewoon maar uitlachte.
Hierdoor koste het de beste doktersassistent welgeteld zo’n tien hele seconden om een andere realisatie te doen… Een realisatie van een hele, “andere soort”…: Terwijl hij Nora nog altijd ronddraaide, daagde het Graham plotseling dat zijn borst niet langer zoals vroeger plat tegen de hare aan rustte, maar dat er iets uitstak, van haar kant. Of eigenlijk… twee dingen… Ze prikten bij het ronddraaien maar al te duidelijk in zijn borst, allebei…de…eghem…”uitsteeksels”…
Ho. Ho! Wow!
Oké…
Ja…
Natuurlijk…
Logisch…
Ineens ietwat ongemakkelijk begon Graham daarom wat minder snel met Nora rond te draaien en zette haar tenslotte weer terug op haar eigen voeten. Zo nonchalant mogelijk, trok hij vervolgens zijn armen weer terug. Een halve grijns stond nog altijd op zijn gezicht, maar zijn blik wendde zich af, terwijl hij met een grinnik toevoegde: “En… je bent nu een vrouw.”
Oeps… Dat… had hij ook even over het hoofd gezien, per ongeluk.
Ongemakkelijk...
Al net zo “nonchalant” maakte Grahem een ‘plop’-geluid met zijn lippen, wiebelde wat heen en weer op zijn voorvoeten, onderwijl Nora toch nieuwsgierig aankijkend vanuit zijn ooghoeken. Nee. Ze was werkelijk niet meer het jonge meisje wat hij vroeger kende… Maar misschien, in sommige opzichten, toch stiekem nog wel een beetje. Althans, dat hoopte hij.
Terug naar boven Ga naar beneden
Nora

Nora

For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA PROFILENovice
Real Name : Ruby le Pinksheep~
Posts : 254
For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA MAGICIAN
✦ CHARACTER ✦
Magic: Air, and a bit fire.
Klas: Miss Eres's Music class
Partner: Let me be free, for I will always fly back to you.

For some friendships never truly die.. [Nora] Empty
BerichtOnderwerp: Re: For some friendships never truly die.. [Nora]   For some friendships never truly die.. [Nora] Icon_minitimedi nov 15 2016, 15:49

Het kon hem niet zijn. Het kon niet de jongen zijn die ze dertien jaar terug had ontmoet. De jongen die haar had geholpen met de boeken en daarna met zo veel meer. Haar vleugels had gegeven en haar de vrijheid had laten proeven waar ze eeuwig naar had verlangd. Maar nooit had kunnen krijgen door de, wel lieve, bezorgdheid van haar familie en de wetten van deze wereld. De wet die sprak dat als je benen niet werkte je voor eeuwig vast zat aan een rolstoel. De stoel die haar mijlen ver had gerold maar nooit echt als een ‘vriend’ had gevoeld.
Waar dat object dat niet deed, had Graham dat wel gedaan. En net als de rolstoel, bracht hij haar verder, verder de wereld in. Hij had haar dingen laten zien die ze al jaren had willen zien. Die ze alleen van verhalen had gehoord. Van mede klas genootjes die de meest geweldige dingen mee maakten. En zij, zij die er bij zat, knikte en luisterde. Zich op dat moment nog beperkter voelde dan ze normaal deed. Zich nog eenzamer voelde dan wanneer ze alleen was dan met al die mensen.
Het was de jongen, met de warm gouden ogen, die een deel van haar eenzaamheid had weg genomen. De eenzaamheid die altijd als een koude pijnlijke steek door haar hart ging. Waardoor ze soms snachts wakker werd uit een droom. En met traantjes in haar ogen naar het plafond van haar kamer staarde. Hopende dat misschien een ster uit de hemel viel en met haar bevriend zou raken. Gek hoe kinderen hun fantasie gebruiken om dat soort emoties te verwerken of hoop te krijgen. Het was echter een idee wat haar hoofdje nooit had verlaten. Elke avond keek ze op naar de sterren en maakte stilletjes een wens. Ook al had ze haar familie waar ze enorm blij mee was... een maatje zou toch wel fijn zijn.
Op een dag, alsof het universum haar wens had gehoord, verscheen hij daar. Een jongen, vriendelijke glimlach en prachtige ogen. Alsof hij de zon was die uit de hemel was gevallen, in plaats van een ster, had hij haar met een aangename warmte omhuld. Had haar zonnige dagen nog zonniger gemaakt. En zorgde er voor dat haar glimlachje nog meer straalden. Het was werkelijk een geweldige vriend geweest. Eentje, waarvan ze wist, dat ze hem nooit meer zou vergeten.
Zelfs na hun afscheid. Een afscheid wat hartverscheurend was, waar ze nog wel dagen last van had gehad, maar had geprobeerd te blijven lachen. Zelfs hierna was ze hem maanden lang niet vergeten. De eerste paar weken schreef ze iedere dag een brief. In de brieven stonden de meest random dingen. Ze schreef over snoepjes, muziek, had zelfs af en toe een muziek blad mee gestuurd, en over haar familie. Het waren niet echt diepgaande stukken maar ze wist dat hij dat niet erg vond. Ze wilde hem gewoon vertellen hoe haar leventje was. Hoe ze zijn aanwezigheid miste maar toch probeerde er het beste van te maken. Zodat hij toch nog een beetje mee leefde in haar leven.
Deze dagelijkse brieven werden, na stilte van zijn kant, wekelijkse brieven. En na nog geen reacties veranderde die weer in maandelijkse brieven. Tot ze uiteindelijk alleen nog met kerst een kaartje had gestuurd. Ze had nooit wat van hem terug gekregen. En na een paar maanden voelde het afscheid wat ze hadden gehad pas echt pijnlijk. Het had een gat in haar ziel geslagen. Een gat waarvan ze niet goed wist ‘hoe’ ze het zou moeten dichten. Nog nooit had ze zoiets als een ‘vriend’ verloren, omdat ze ze voorheen nog nooit op die manier had gehad.
Daarom werden haar piano stukken duisterder. En was het zielen leed soms zo erg te voelen door de klanken dat de tranen over haar wangen biggelden bij het spelen. Ze had haar familie gehad die haar had opgevangen. Maar toch, met al de liefde om haar heen, miste ze hem toch. Ze had zo lang gehoopt op antwoord. Elke dag stiekem in het postvakje kijkende, ook al zeiden haar ouders dat ze dit beter niet kon doen. Maar toch was het tevergeefs geweest. Een bevestiging dat hopen en wensen voor ‘meer’ of ‘beter’ een nietig iets was. Want uiteindelijk was het jezelf waar je het mee moest redden. Zelfs als je geketend zat aan een rolstoel, je je lichaam niet accepteerde en boven alles soms een onverklaarbare, kille eenzaamheid voelde. Daar moest je het mee doen, want dat was wat het universum je had geschonken. En als je je lichaam niet kon veranderen, moest je het maar accepteren.

Met deze gedachten. Dat het echt ‘niet’ hem kon zijn. Dat het universum gewoon weer eens een sluw spelletje met dr speelde. Ratelde ze verder, haar excuses makende, zeggen dat hij verder moest spelen, alles op een nette formele toon. Haar ogen waren gericht op de boeken en haar handen. Geen ruimte om de jongen nogmaals aan te kijken. Ze zou waarschijnlijk gek worden. Het was haar dan ook niet opgevallen dat hij was gaan praten. Haar naam had gezegd in een poging haar uit haar sleur te halen. Hoe hij was opgestaan, had gegrijnsd en naar haar toe had gelopen. Om daar voor haar neer te hurken zodat ze op ongeveer dezelfde hoogten zaten. Zich klaar makende om wat te zeggen. Zijn mond nét open... maar daar kwam Nora alweer, met d’r droge opmerking en een zachte grinnik het laatste boek oppakkende.
Voor haar ‘opeens’ voelde ze twee warme, grote handen op haar schouders. Handen die een kuikentje konden vast houden. Waar in het kuikentje inslaap zou vallen door de omhullende, aangename warmte. Het waren dan ook haar zilveren ogen die vragend omhoog keken. Alweer helemaal in de veronderstelling dat hij niet ‘hij’ was had ze dan ook opgekeken. Al leek het net alsof die kleur ogen, van de persoon tegen over haar, een soort nostalgisch gevoel in haar oproepen. Een bitter zoete emotie. Zoals heerlijke honing in een veel te donkere thee.
Hij sprak, zijn stem laag, diep... sonoor, maar net zo warm als zijn handen. De taal was niet kovomakaans dus ze kon niet alles verstaan. Maar bij twee woorden, twee bepaalde klanken, een speciale naam, werden haar ogen groot. Hoe wist hij die naam? De naam die dat jongetje haar had gegeven. De naam waarvan ze eigenlijk nog steeds niet goed wist wát het betekende, maar wel een vaag vermoeden had. Een codenaam die ze had omhelst en nooit meer had willen los laten omdat er z’n grote waarde aan hing. Een naam die op haar hart geschreven stond. Ingegraveerd met de zonne stralen afkomstig van zijn stem, ogen en glimlach.
Weer een naam... ook een codenaam... en een echte naam. Na deze woorden keek ze de jongen goed aan. Haar ogen scande al zijn facial feautures. Zijn lijnen, de contouren, de brede grijns, de blonde lokken die een beetje voor zijn gezicht hingen en natuurlijk de ogen. De warm gouden ogen. Ogen die recht door haar heen konden kijken, haar dingen hadden laten zien en boven al hadden gevoeld als een tweede thuis. Een thuis waar ze naar toe kon als ze even helemaal weg wilde zijn van alles en iedereen. Een plek waar ze zichzelf was, in plaats van ‘het meisje in de rolstoel’.
Alsof het universum haar voor de zoveelste keer had geslagen met een knuppel vandaag kon ze hem alleen maar aan staren. Was hij het echt? Hoe kon hij het zijn? Het leek net alsof hij uit haar verleden was gestapt en als een volwassen jongeman voor haar was verschenen. Alsof de tijd en ruimte wet niet bestond. Maar hier gewoon werd uitgelachen door deze toevalligheid. Net zoals vroeger veegde hij dan ook het stof van haar schouders en voorhoofd. Met een geamuseerde glinstering in zijn ogen. Eentje die liet zien dat zelfs al zou ze onder de smurrie aan komen hij nog zou moeten lachen.
Hij keek haar weer aan. Weer die bekende, belangrijke ogen. ‘Dork.’ Bij dit word, en de sentimentele ondertoon, werden haar ogen nog groter. Als dat mogelijk was. En anders zei haar mond die openviel wel genoeg. Dit was echt de laatste klap die ze kon verdragen anders zou ze van d’r stokje gaan.
Misschien... nee... nu wist ze het zeker... dit was Graham. Dit was Oro. Dit was de jongen die ze kende. Dit was háár Graham. Nja... niet ‘haar’ Graham... maar de Graham Lockwood die ze dertien zomers terug had ontmoet.
Ze voelde hoe hij haar omhoog hielp en al snel merkte ze dat ze een flink stuk omhoog moest kijken. Dat had ze altijd al moeten doen. Maar nu leek het wel nog meer. ‘Woah.’ Uitten ze dan ook met een iet wat schorre stem door de verbluftheid die nog altijd als een vage schim in haar lichaam hing.
Hij was zeker langer geworden. Breder geworden. Volwassener geworden. Knapper geworden. Althans, ze had niet echt een ‘knap’ beeld in haar geheugen dus of hij ‘knapper’ was geworden kon ze niet echt zeggen. Maar ze kon wel beweren dat de tijd des levens hem goed had gedaan. Bij deze gedachte verscheen er een kleine glimlach om haar lippen. Blij met de realisatie dat het onbeholpen, slungelige jongetje opgegroeid was tot een echte jongeman, zo eentje als haar broers. Ook al was ze blij voor hem, ze voelde toch ergens iets steken. Wellicht de nostalgie van vroeger, de realisatie dat tijd écht nérgens stil stond.

Om de blik in haar ogen, die verscheen bij deze gewaarwording, te verbergen draaide ze zich kort om. Nog steeds niet in staat iets te zeggen. Dat was een unieke verschijning bij haar. Maar soms, heel soms, op speciale momenten zoals dit, was zij juist de gene die zweeg.
Ze plaatste de boeken op een lager gelegen plank. Daar zou ze later wel naar kijken. Op dit moment was iets anders, of liever gezegd ‘iemand’ anders, toch echt het gene wat haar aandacht trok.
Opeens hoorde ze een lage... zeker een octaaf lagere stem... ‘je’ zeggen in het kovomakaans. Met een verbaasde frons draaide ze zich dan ook om en keek Graham vragend aan. ‘Ik?’ antwoordde ze droog. Nog altijd een beetje uit het veld geslagen. Alsof er iets was wat haar in de waas hield van, ‘oh-god-wat-voor-realiteit-is-dit-im-confuzzles-D:-?’.
Vervolgens kwam de conclusie dat ze kon staan. Verrek, dat was waar ook! Kort keek ze naar beneden en zag haar benen en voeten, en zijn voeten die dichterbij kwamen. Bij zijn tweede/derde zegje keek ze weer omhoog. Hij had een duidelijke ongelofelijke blik in zijn ogen. Hierbij schudden hij ook langzaam z’n hoofd. Natuurlijk, hij kende haar als het meisje in de rol stoel.. Het porseleinen popje met stoffen beentjes. Het vogeltje met de gebroken vleugeltjes. Nora, het meisje met de zwakke, onbruikbare beentjes.
Een haast vertederde blik verscheen bij haar toen hij haar bleef aan kijken. Het was een ongeloof die ze maar al te goed herkende en zelf ook vaak had ervaren. De afstand tussen hun was nu heel klein en ergens wilde ze op zijn schouder kloppen, zeggen dat tijd véél met een persoon kon doen. Ze bracht dan ook haar hand iets omhoog om zijn schouder te kunnen aan raken. Maar nog voor deze een klein tikje had kunnen geven voelde ze hoe zich er twee, onbekend gespierde, armen om haar middel heen vouwde.
Woah!’ Uitten ze dan ook, deze keer harder, terwijl ze gemakkelijk van de grond werd getild. Bijna net zo gemakkelijk als vroeger. Haast als een bloempje die tussen het gras uit werd geplukt. ‘Je kunt staan!’ Een heldere lach overspoelde de stille ruimte en vulde deze met vreugde. Als vanzelf sloeg ze haar armen om zijn nek heen en voelde hoe ze werd rond gedraaid. Terwijl ze ronddraaiden merkte ze hoe onrealistisch deze situatie aan voelde. Alsof het elk moment kon vervagen. Het leek wel een vage droom die ze zou hebben gehad nadat ze te veel suiker had gegeten voor het slapen gaan. Maar door zijn lach, en de opgewektheid die het met zich mee bracht, wist ze dat dit echt was. Het was een moment waarop alles licht voelde, en dat kwam niet doordat ze werd opgetild (badumtss). Het leek wel alsof de wereld een briesje was en hun de bloesem blaadjes waren die er op mee zwierden. Alsof alle narigheden even weg waren en er alleen plaats was voor blijdschap en vrolijk gelach. Het was dan ook niet gek dat ook Nora begon te lachen. Ze werd gevuld met een fijn, plezierig gevoel wat als een fontein in haar ziel sproeide. De jongen had nog altijd een fijne, aanstekelijke lach. Zo eentje die haar deed denken aan thuis. Warm, vrolijk en gemoedelijk. Voor enkele seconden deed niets er toe. Al zouden er duizend mensen kijken. Ze zouden gewoon door gaan met wat ze deden. Levende in een soort fel gekleurde luchtbel. Gekleurd met de kleuren van het ‘goede’ leven.

Dit aparte, haast etherische, moment kwam echter langzaam tot een eind punt waar de jongedame weer op haar kleine voetjes werd gezet. Met haar handen nog gelegen op zijn schouders keek ze hem lachen aan. De verbaasdheid was nu echt uit haar lichaam. Het was er uit gezwierd door de beweging en alle kleine beetjes die overbleven waren er uit gelachen. Het was een heerlijk gevoel, haast extatisch. Beide personen gelukkig, op precies het zelfde moment, op precies dezelfde plek.
Nu eindelijk klaar om wat te zeggen wilde ze haar mond openen maar zag hoe hij met een halve grijns weg keek. Hierom viel ze weer stil en trok nieuwsgierig een wenkbrauw op. Afwachtende op een antwoord waarom hij zijn blik af wendde. Een grinnik van zijn kant klonk waarbij ze haar armen, die ondertussen al van zijn schouders af waren, over elkaar.
‘En... je bent nu een vrouw.’ Een sfeer, zo ongemakkelijk als maar kan zijn, viel over hem heen. ‘Heh-?‘ klonk het dan ook, best meisjes achtig, van haar kant en haar ogen werden weer groot. Met een iet wat geschokte, verbaasde blik keek ze kort naar haar borstkas en fronste. Vervolgens gleden haar ogen terug naar Graham en net als hem wende ze kort haar blik af. Dat is waar ook. Ze was nu een ‘vrouw’. Zelf stond ze hier amper bij stil. Ze was immers opgegroeid met drie oudere broers en was van nature niet een typisch meisje-meisje. Maar inderdaad, voor haar omgeving was ze een echte vrouw. Eentje die ze het liefst op hakken zagen, veel make up op, in strakke benauwde jurkjes, haren mooi opgestoken. Eentje met echte ‘vormen’, een zandloper figuur en heupen om mee te wiegen. Ze snapte het wel, ze had zelf een vriendin gehad, maar toch zag ze zichzelf totaal niet als een typische vrouw. Ze wist niet hoe ze zichzelf moest benoemen, gewoon een Nora? Hoe dan ook vond ze het ergens wel grappig dat Graham dat had opgemerkt. Want zeker had ze zijn ‘masculine feautures’ ook niet gemist. Dat was ook niet over het hoofd te zien... mede omdat haar hoofd nou niet echt hoog kwam en ze dus niet over zijn hoofd kon kijken (badumtss xD).
Om de ongemakkelijkheid te doorbreken perste ze haar lippen samen en maakte een speels ‘plop’-geluidje. Als ze niet z’n goed gehoor had gehad als ze nu had, was het haar vast niet opgevallen. Maar dankzij haar muzikale gehoor. Waarbij ze verschillende instrumenten vaak langs elkaar hoorde. Was het haar niet ontgaan dat de jongeman voor haar precies op het zelfde moment z’n zelfde ‘plop’-geluidje had gemaakt. Direct na dit geluidje verscheen er dan ook een brede lach op haar snoetje. Zo eentje die je zag als je een klein kindje een lolly voor hield.
‘Aaah!’ Begon ze en klapte hierbij enthousiast in dr handen. ‘Jij doet het ook nog! Dat... Dat... Ploppen!’ Alsof het voor de hand lag wat ze bedoelde keek ze hem aan. ‘Weetje wel, het plopje, het, je weet wel-‘ Ze stopte in haar geratel en maakte voor de tweede keer een plop geluidje met haar lippen. Hierna lachte ze en bedacht zich dat dit vast erg ‘random’ had geklonken.
Al snel kuchte ze en rechtten netjes haar rug om hem aan te kijken. Proberende haar gezicht in een plooi te houden terwijl ze terug sprong op het vorige onderwerp. Wat ze nogal komisch vond, moest ze eerlijk toegeven. ‘Maar jep! Ik ben een dame nu! Helemaal volwassen, beeldschoon en lang-‘ Bij het laatste woord keek ze op naar de lange jongen. ‘Oke, schrap dat lange...’ voegde ze er droog aan toe. ‘MAAR ik ben wel een dame en sierlijk en deftig en-‘ Zo kwamen er nog wat beschrijvende woorden van hoe een echte dame er uit zou moeten zien. Dit terwijl ze grote gebaren maakte met haar armen en uiteindelijk de metronoom uit de kast sloeg. Nog snel, met wat spastische bewegingen, wist ze het dingetje te vangen en keek met een ‘hehehe’-lachje op naar Graham. ‘Oke oke, niet zo feminien als zou moeten...’ Gaf ze toe en zetten de metronoom terug in de kast. ‘Misschien wel iets meer...’ Ze keek hem weer aan en een grijns speelde om haar lippen. ‘Dorky.’ Precies het perfecte woord voor als je Nora als een meisje zou moeten beschrijven. Ze rolde dan ook met een scheve glimlach met haar ogen en stopte een verloren haar lok achter haar oren. Dit werd gevolgd door een grinnik waar lichte zelf spot in lag.
Met de vernieuwde energie, verkregen door dit moment, kon ze echter niet lang stil blijven. Dus wanneer de grinnik was gestopt was haar mond al direct weer open gegaan. Met een gebaar waarbij ze haar handen naar de grond gebaarde en weer omhoog liet gaan had ze haar ogen weer op hem gericht. ‘Maar kijk jou nou!’ Zo licht als een veertje liep ze om hem heen richting de piano kruk. ‘Je bent...’ Met een simpele beweging klom ze op de piano kruk en was nu net iets langer dan hem. ‘Laaaaannngggg!’ Uitten ze haast melodieus en klopte met haar fijne handje op zijn hoofd. Vervolgens legde ze haar beide handen op zijn schouders en glimlachte. Een glimlach die veel weg had van de lach die vaak op haar gezichtje had gelegen toen ze nog kleiner was. ‘En je hebt echte mannen schouders! Van die schouders die meiden kunnen optillen.’ Ze zetten een stapje naar achter op de kruk, plaatste haar hand nadenkend bij haar kin en bekeek hem even van top tot teen. Totaal niet beseffende dat dit misschien not done was hij een volwassen man was. Maar Nora was Nora, en Nora was moeilijk awkward te krijgen. Dus ze straalde nog steeds haar nonchalante sfeer uit terwijl ze haar ogen over de jongeman liet glijden.
Hij was misschien wel langer zelfs dan Chassen. Zijn armen en benen waren nu goed in proportie met zijn torso. Waardoor zijn postuur niet meer slungelig was. Hij was oo niet veel aangekomen, althans, hij was zeker niet dik. Even schoot de vraag door haar heen wat onder zijn blouse zou zitten. Misschien wel een super lelijke bierbuik. Bij deze gedachten grinnikte ze even, nog steeds niet ongemakkelijk te krijgen, en liet ze haar ogen glijden naar zijn gezicht. Zijn haren nog altijd iet wat warrig en half voor zijn ogen. Zijn mond gekruld in een, haast lieve, glimlach. En zijn ogen... die ogen die nog altijd warm goud waren en haar vulde met een aangenaam gevoel. Nu gemengd met een deel nostalgie. Ze zuchtte en glimlachte. Het was echt Oro. De jongen met de gouden ogen. Alleen dan volwassen en mannelijker.
Zonder enige aanwijzing stapte ze plost weer naar voren op de kruk en bracht haar handen naar zijn gezicht. Waar dit een heel romantisch moment had kunnen zijn waar ze met haar handen zijn gezicht vast had kunnen pakken, werd dit dat echter... niet. Aangezien ze met haar vingers in zijn wangen kneep. Niet al te hard, hoopten ze, want anders zou het pijn doen. ‘Gawd, jij bent het echt!’ Sprak ze dan ook met een lachje en liet na enkele seconden los.
‘EN!’ Alweer verder met haar geklets sprong ze van de kruk af en legde twee vingers op twee toetsen. ‘Je stem klinkt niet meer zoals dit...’ Met de twee vingers drukte ze de twee toetsen in die samen super vals klonken. Al snel liet ze los en grinnikte, om de jongen daarna een stomp tegen z’n schouder te geven. Net zoals ze altijd al had gedaan. ‘Grapje.’ Met een grijns keek ze hem aan en een tevreden glimlach sierde haar lippen.

‘Wouw, Graham. Het is al z’n tijd geleden.’ Met deze woorden, waar een nostalgische ondertoon in door klonk, besefte ze zich pas echt hóe lang geleden het was. Al die jaren, al die maanden, zo veel dagen. Er was zo veel gebeurt met haar. Te veel om op te noemen op deze prachtige na middag. Ze zou weken met hem moeten praten om hem uit te leggen wat ze allemaal had mee gemaakt. Beelden van de afgelopen jaren, en ook de tijd met hem, schoten onbewust door haar hoofd heen. Het was haast vreemd hoeveel er was veranderd. Sommige dingen had hij al gezien, maar andere waren nog diep in haarzelf verscholen. Onzichtbaar voor het menselijk oog.
Daarbij had hij waarschijnlijk ook een enorm verhaal. Althans, dat dacht ze, iets zei haar dat. Misschien was het de kleine verandering in zijn ogen. Of de manier waarop zijn lach had geklonken. Er was in ieder geval iets waardoor ze er vanuit ging dat hij niet langer een ‘jochie’ was. Een kind die maar zo weinig van de wereld af wist. Ook al was hij altijd aan het lezen en erg volwassen voor zijn leeftijd. Het had nooit kunnen raden hoe duister de werkelijkheid echt kon zijn. Ze hoopten ergens enorm dat dit ‘gevoel’ niet waar was. Dat hij de duisternis van deze dimensie, die zij had gezien, niet had ervaren. En daar voor in de plaats een geweldig, kleurrijk, leven had gehad nadat hun wegen waren gescheiden.
Dat hoopten ze echt, maar iets... een kleine fluistering... vertelde haar dat ze zichzelf niet voor de gek moest houden. Bij deze realisatie verscheen er een haast droevige blik in haar ogen. Alsof haar ogen een bewolkte grijze hemel waren op een regen achtige treurige dag. Waarom merkte ze dat soort dingen dan ook op? Ze kon er moeilijk naar vragen... nu... na al die jaren. Het zou, ongepast, zijn. Een korte zucht klonk, waarbij ze even weg keek. Om de sfeer echter niet te vergallen wist ze al snel weer een glimlach op haar snoet te toveren en ging alweer over op het volgende onderwerp. Met haar, bijna, altijd opgewekte stem.
‘Maar goed, terug naar de realiteit, het heden, het hier en nu.’ Ze knipte in haar vingers alsof ze daarmee een soort spreuk op hief. Hierna pakte ze de boeken weer op en keek hem glimlachend aan met een duidelijke nieuwsgierige twinkeling in haar ogen. ‘Wat doe ‘jij’ hier? Ik bedoel, er zijn zo veel plaatsen in dit universum, en jij bent hier?! Echt zó komisch toevallig.’ Babbelde ze lekker verder en grinnikte. De vrolijkheid spatten er vanaf. Zelfs nu ze niet hyper rond stond te stuiteren was het duidelijk dat ze erg blij was met de situatie.

Ook al had Graham al haar aandacht, ze had toch echt de boeken die terug in die kast moesten. Ze draaide zich dan ook weer om naar de boeken kast en keek omhoog. Al snel besefte ze zich dat ze daar voor geen meter (badumtss) bij zou kunnen. Haar ogen gleden al naar Graham, aanvoelende dat hij haar wilde helpen. ‘Ik heb geen hulp nod-‘ Ze had niet eens de kans om haar zin af te maken want de roze harige jongedame schoot alweer in de lach. ‘Oh alle wezens van Kovomaka,’ Bracht ze half lachend uit. ‘Gaan we nou serieus onze eerste ontmoeting herbeleven?’ Weer lachte ze en stopte met een zucht terwijl ze keek naar de bovenste, hoogste, plank.
Hierna gleden haar ogen grijnzend naar Graham. En ergens had ze het gevoel dat ze beide aan het zelfde moment dachten. Dus hier op inspelend stak ze haar vinger op en keek de jonge betweterig aan. ‘Wacht... neee... neeeee...’ Ze zwaaide met haar vinger. ‘Ik ben nu een daaame.’ De bekakte toon was niet te missen en met haar vinger porde ze in zijn buik.
‘Jij zet ze terug.’ Sprak ze met een speelse grijns. ‘Anders gaan mensen misschien dingen ‘denken’. Als je me op tilt... alweer.’ De grijns was niet verdwenen. Maar waar zij heel nonchalant en relaxed was zag ze hoe Graham een ongemakkelijke blik kreeg. Ze kon het dan ook niet laten om te lachen bij het zien hier van. ‘Oh kom op zeg, ik ben het maar...’ Antwoordde ze zijn blik dan ook grappend en duwde de boeken in zijn handen. ‘Alsjebliiieeeeft? Ik kan er niet bij en anders moet ik magie gebruiken en dat is zoooooooo vermoeiend.’ Toen ze de ó van zo zei rolde ze met haar ogen alsof ze een shuttle aan de hemel zag vliegen. Op het moment dat ze niet verder kon kijken schoot ze eigenlijk direct in de lach. Het was vreemd hoe vertrouwd dit voelde. Hoe het leek alsof ze elkaar elke dag hadden gezien. Hoe ze zich op haar gemak voelde en daarom geheel haar zelf was in plaats van de ‘iet-wat-nettere-stagaire’. Het was alsof er al die haren niks was veranderd tussen hen twee. Alsof ze na een hele lange reis, eindelijk weer thuis kwam.
Terug naar boven Ga naar beneden
Graham

Graham

For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA PROFILENovice
Real Name : Sansan
Posts : 331
Points : 0
For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA MAGICIAN
✦ CHARACTER ✦
Magic: Water
Klas: I already graduated about eight years ago.
Partner: Can I borrow a kiss? I promise I'll give it back.

For some friendships never truly die.. [Nora] Empty
BerichtOnderwerp: Re: For some friendships never truly die.. [Nora]   For some friendships never truly die.. [Nora] Icon_minitimeza nov 19 2016, 19:23

Het moment waarop zijn armen zich rond haar middel hadden geslagen en hun lichamen elkaar ontmoetten, was haast onbeschrijfelijk. Pas toen zijn lijf de hare aanraakte, voelde het alsof Nora hier echt was. Alsof ergens in hem al die tijd de angst nog had gehuisd dat ze plots zou verdwijnen op het moment dat hij haar wilde aanraken, zoals ze had gedaan in zijn dromen na hun afscheid. Dagen, weken, maanden… zelfs jaren had hij nog regelmatig over het meisje met de roze haren en zilveren ogen gedroomd. In gedachten riep ze zijn naam zoals alleen zij dat kon, vol vreugde en overgave. Het had voor hem gevoeld alsof zijn aanwezigheid haar dag kon oplichten. Graham wist niet wat het was, maar nooit had hij zich zo gewild en nuttig gevoeld als aan haar zijde. Andersom was Nora voor hem…een thuis. Anders kon hij het niet omschrijven. Ze was een toevluchtsoord geweest als hij zijn zorgen om zijn familie, om zijn leven op Shadra, wilde vergeten. Haar gezelschap voelde als een veilige haven waar hij altijd naartoe had kunnen vluchten.
Daarom had de twaalfjarige jongen toentertijd ook nooit getwijfeld om hun afscheid niet definitief te maken. Integendeel: toen de eerste tranen na hun laatste gedag geweken waren, was hij in de shuttle op weg naar Shadra al aan het bedenken wanneer hij haar weer op zou zoeken. Tientallen redenen om Puffoon weer te bezoeken in de toekomst kwamen bij hem naar boven. Misschien… zag zijn moeder het wel zitten om er zelf even tussenuit te gaan nu het beter ging met haar, na de geboorte van Maddison. Of wilde zijn vader, voor het eerst van zijn leven, een uitje met zijn drie zoons, zodat moeder en dochter ook wat tijd samen hadden. Of… ze konden weer op bezoek bij zijn oom en tante die op Puffoon woonden, dezelfde oom en tante waar Elijah en Graham dat jaar bij hadden doorgebracht.
Rationeel als hij was, maar nauwelijks zijn enthousiasme controlerend, had Graham in de shuttle voor zichzelf al een top vijf gemaakt van goede redenen waarom hij Puffoon weer móest bezoeken. En zodra hij zeker zou weten dat zijn moeder het aankon, zou hij het aan haar voorleggen. Vanbinnen had hij gehoopt dat het inmiddels werkelijk weer goed genoeg met haar ging, zodat ze er open voor stond. Op zijn vader had hij sowieso niet kunnen rekenen, aangezien hij het simpelweg te druk had met zijn onderneming. Maar zijn moeder… Daar kon hij vast wel op rekenen! Toch? Toch…?
Maar nee. Zo was het niet gelopen…
In feite had hij sinds zijn aankomst op Shadra zijn moeder de eerste week niet gezien. Iedere keer als hij vroeg waar ze was, lag ze op bed of was ze ergens in de tuin aan het dwalen. Hoe dan ook wenste ze niet gestoord te worden, zelfs niet door haar zoons.
Daarom had Graham maar besloten van de gelegenheid gebruik te maken door over zijn eerste week thuis te schrijven in een brief aan Nora en daarbij was hij druk genoeg geweest om voor zijn jongere broertje en nu ook zusje te zorgen, die inmiddels al bijna één jaar oud was.
Als hij nu zijn ogen sloot, kon de jonge arts nog zweren dat hij het moment voor zich kon halen toen hij -als bijna dertienjarige knaap- op een dag de deur uit liep, op weg om zijn brief, met daarbij foto’s van zijn zusje, te verzenden naar Nora. Twee handen waren stevig om de brief geklemd, alsof het een belangrijk document was. In zijn ogen was het dat ook. Maar juist toen hij op weg wilde gaan, was daar plots zijn moeder verschenen. Zoals ieder kind, verwachtte hij een glimlach, knuffel, kus… Iets om te laten merken hoezeer ze hem een jaar lang had moeten missen. Echter daagde bij hem al snel het besef dat dit zíjn moeder was, waardoor teleurstelling van haar neutrale uitdrukking al snel plaatsmaakte voor zijn beschermende rationaliteit.
Met een korte begroeting door zijn naam te noemen, had ze geknikt naar de brief in zijn handen als vraag wat het betekende.
“Deze is voor Nora, mam.” had de jongen gezegd, waarbij zijn stem door zijn ingehouden enthousiasme oversloeg. “Het meisje over wie ik schreef in de brieven die ik je stuurde.” Een stralende glimlach tekende zich gelijk om zijn lippen, al werd deze niet beantwoord door de blonde vrouw met de amberkleurige ogen voor hem.
Enige herkenning had in de blik van zijn moeder doorgeschemerd. Ze leek te herkennen over wie hij sprak, wat -eerlijk gezegd- haast een verrassing was voor hem, aangezien ze niet al zijn brieven had beantwoord. Uiteraard had Graham dat niet erg gevonden. Nee, zijn moeder had het het afgelopen jaar al druk genoeg gehad met haar… -hoe zei zijn vader het ook alweer?- “problemen in haar hoofd” en met de pasgeboren Maddison, natuurlijk.
De blonde vrouw had wat verwonderd een wenkbrauw opgetrokken. Het was het eerste beetje emotie wat ze liet zien. “Graham, je beseft dat het nutteloos is om dat meisje te schrijven. Jullie leven nu planeten ver weg van elkaar. Elkaar schrijven is enkel vasthouden aan een pijnlijke herinnering.” klonk haar koele stem vol rationaliteit, maar zonder enig gevoel.
Abrupt had Graham zijn adem ingehouden en had hij onbewust een stap naar achteren gedaan, de brief nog altijd beschermend in zijn handen geklemd. “Maar…” begon hij, duidelijk wat uit het veld geslagen door deze harde woorden. “we zien elkaar vast wel weer eens in de toekomst en zo weten we…” Hij slikte. “zo weten we hoe het met de ander gaat. Net zoals bij ons toen ik jou niet zag.”
Een koude hand werd op zijn schouder geplaatst, welke hem tevens -tegen zijn wil in- weer naar binnen leidde.
Wat overdonderd door het moment, liet Graham zich maar gedwee meevoeren. Verwarring blonk in zijn amberkleurige irissen.
“Dat was anders. Jij bent mijn zoon en we zouden elkaar vanzelf weer zien. Maar dit meisje, deze Noryn,”
“Nora.”
“Nora, was slechts een… “tijdelijke vriendin” van je. Net zoals vrienden die je tijdens vakanties maakt. Haar schrijven terwijl je weet dat jullie elkaar niet meer zullen zien, zal je alleen maar onnodige pijn veroorzaken, lieverd.” vervolgde zijn moeder met een diepe zucht. Een zorgelijke frons tekende haar bleke gezicht.
De woorden, scherp en stekend, voelde als een klap in zijn gezicht. In een schok was Graham weg gestapt en had ruw de hand van zijn schouder gehaald. Zijn adem stokte in zijn keel. “Dat is niet waar.” sprak hij verrassend koppig. “We zullen elkaar terugzien. En… en ik weet zeker dat Nora mij ook zal schrijven! Ook al zien we elkaar misschien even niet.” Een zekere lach lag op zijn gezicht. Zijn blik boorde zich in die van zijn moeder. “Je zult het zien.” Zo vastberaden als hij kon met zijn beginnend mannelijke lichaam, had hij een krachtige houding aangenomen. “Echt waar. Het is...Nora.” eindigde hij, alsof dat argument genoeg zei. Voor hem in ieder geval wel. Het was Nora…
Even viel het stil.
Vol ongeloof staarde zijn moeder hem aan en staakte hun wandeling. Uiteindelijk slaakte ze een zucht. “Graham, dit vind ik geen gedrag voor jou. Normaal ben je het eens met wat ik zeg, omdat je vertrouwt dat ik het beste met je voorheb. Wat…is er aan de hand?” Haar woorden klonken zacht en enigszins wantrouwend.
Nu was het zijn beurt om te zuchten, maar de glimlach leek niet van zijn jeugdige gezicht te willen wijken. “Mam… Nora, ze-” Een grinnik was zijn mond uit geslopen. Vervolgens had Graham minutenlang uitgeweid over waarom hij Nora zou terugzien, waarom zij hem wél zou schrijven en… waarom ze zo bijzonder was. De brief wapperde al net zo opgewekt in zijn hand bij de grootse bewegingen die hij maakte met zijn armen. “Nora beloofde dat ze me zou schrijven. En… en ik weet gewoon dat ik haar nog eens zal terugzien. Ik weet het zeker! Ook al moet ik alleen naar Puffoon, naar oom en tante. Dat maakt me echt niet uit hoor. Echt. Ik ben al bijna dertien!” ratelde hij overtuigd verder, voor zijn doen ongewoon veel woorden eraan vuil makend. Het leek zijn moeder ook op te vallen, aangezien haar hele houding plotseling niets dan verbazing uitstraalde. Ondertussen was ze verstijfd in iedere beweging.
Nadat hij zijn laatste zin had gesproken, viel er abrupt een nieuwe stilte. Maar deze was… anders geweest. Het was ijzig stil.
Minutenlang sprak geen van beiden een woord; Graham in afwachting van zijn moeders reactie met een hoopvolle glinstering in zijn ogen. Zijn moeder zoals altijd koel en ondoorgrondelijk, ondanks haar zoons emoties.
“Mam…?” was uiteindelijk Graham die de stilte had verbroken. De brief lag nu in één hand. De ander reikte naar zijn moeders vermagerde arm. Hij deed zijn best om haar recht aan te kijken. “Mam, Nora is…bijzonder.” Nog altijd glimlachte hij. Hij kon niet anders als hij over Nora sprak. “Als je haar ooit ontmoet, zal jij het ook zien. Maar vertrouw voor nu een keer op mij, oké? Alsjeblieft…” Het ‘Alsjeblieft’ was er enigszins trillend uitgekomen door de spanning die in zijn lichaam huisde. Hij had ergens wel verwacht dat zijn ouders de band, die hij met het Puffoonse meisje had, niet zouden begrijpen, maar dat zijn moeder zo tegen hun contact zou zijn… Dat was onverwacht en…pijnlijk op een nieuwe manier.
Uit het niets had zijn moeder uiteindelijk haar handen op zijn wangen geplaatst. Voor het eerst in jaren had ze naar haar zoon geglimlacht, al bereikte deze lach haar ogen niet en voelde haar aanraking onwennig en geforceerd. “Goed dan. Laten we het zo afspreken: als zíj jou schrijft, kan je terugschrijven. En weet je wat? Als jullie dan volgende zomer nog steeds schrijven, ga ik met je mee om haar op te zoeken.”
Graham opende direct zijn mond. Ongeloof ging gepaard met vreugde en verwondering. Zijn handen reikten al naar zijn moeders hals, maar voor hij haar bereikte, voegde ze er nog op ernstige toon aan toe: “Máár, als zij jou niet schrijft, moet jij mij beloven dat je het ook laat gaan. Dan wil ze blijkbaar geen contact meer met je, dus kan jij het ook maar beter laten verwateren, voor je jezelf onnodig vasthoudt aan…een droom.” Met twee vingers veegde zijn moeder een blonde lok uit haar zoons gezicht. “Beloof je dat, lieverd? Het laatste wat ik wil is je verdrietig of teleurgesteld zien. Ik wil niet dat je pijn hebt.” Haar blik was oprecht, maar wat afwezig, alsof er op dat moment iets anders prioriteit had in haar gedachten. Maar wat…?
Echter knikte Graham direct enthousiast. “Beloofd.” Met een heldere lach sloeg hij zijn armen om zijn moeder heen. “Maar je zult zien dat ze me zal schrijven. Echt.”
Het was één van de grootste vergissingen die hij ooit had begaan, want ze had hem niet geschreven. Iedere dag was hij naar de brievenbus gelopen, maar vond daar enkel stapels en stapels papieren voor zijn vader. Zijn dagelijkse bezoeken aan de brievenbus werden na verloop van tijd wekelijkse bezoeken. En van wekelijks, maandelijks… Maar Graham gaf niet op. Twee jaar lang bleef hij trouw de brievenbus bezoeken, op zoek naar bericht van Nora. Maar…niets… Zelfs niet met de feestdagen, terwijl ze eerder nog zo opgewekt had verteld hoe leuk ze het vond om hem een kerstkaart te sturen.
En dus, was Graham na twee jaar -wederom op aandringen van zijn moeder- zijn belofte nagekomen en had hij haar laten gaan. Maar stiekem, heel stiekem had ze nooit volledig zijn gedachten en hart verlaten. Nooit helemaal…
Herinneringen aan haar vrolijke gezicht, lach en opgewekte geest vervaagden enigszins en gingen nu gepaard met een gevoel van weemoed en heimwee, maar hoe hij ook boven alles gehoopt had, nooit had hij iets meer van het bijzondere meisje gehoord…
Tot nu.

Het had dan ook bijzonder, maar bijna ongelofelijk geleken dat hij haar zojuist had opgetild en met haar had rondgedraaid, zoals hij vroeger had gedaan om haar zelfs op de donkerste dagen te laten lachen. Haar lach… De beste muziek die er bestond. En ook nu had het heldere, opwekkende geluid geklonken. Echter nam het niet veel weg van het feit dat Graham met enige ongemakkelijkheid tegenover de rozeharige jongedame stond, aangezien hij in zijn enthousiasme misschien iets té nostalgisch was geweest. Nee, hij kon haar niet meer zomaar oppakken op die manier. Ze waren nu allebei volwassen én ze hadden elkaar ruim dertien jaar gezien. Wat dacht hij wel? Hoe kon hij zo stom zijn geweest…! Misschien was ze wel geschrokken... In dat geval zou hij direct zijn excuses aanbieden en hopen dat ze er geen werk van zou maken. Oeps…
Hij… hij kende haar waarschijnlijk niet eens meer en andersom. De tijd had hen veranderd, dat kon niet anders. Dertien jaar was een lange tijd. Graham besefte in ieder geval voor zichzelf dat hij zijn jeugdige vrolijkheid voor een deel was verloren sinds Elijah’s ongeluk. Pas toen hij Juli had leren kennen, was enige vreugde teruggekeerd in zijn leven, al wist hij toen al dat dit slechts tijdelijk was geweest. Hun naargeestige lot was al bezegeld voordat hij ook maar een eerste woord met haar gewisseld had, door de ziekte die haar lichaam had geteisterd. Nu rustte ze in vrede en was hij weer de Graham die hij was geweest in de jaren na Elijah’s ongeluk; glimlachend, vriendelijk, maar zonder oprechte vreugde vanbinnen. Hij had het geaccepteerd, inmiddels.
En toch… op het moment dat zijn armen zich om Nora’s middel hadden gesloten, had een soort vreemde, vertrouwde warmte hem bekropen. En nog altijd wat stuntelig als hij was, had meneer het zojuist direct weer voor zichzelf verpest. Ugh… Hij kon zichzelf wel voor zijn blonde kop slaan!
Het feit dat het even stil bleef van Nora’s kant, bevestigde zijn vermoedens; Hij had haar laten schrikken. ‘Lockwood, jij idioot…’ schoot het door hem heen, waarbij een licht gefrustreerde zucht zijn lippen ontsnapte. Goed, dan maar over op het pijnlijke, ongemakkelijke gedeelte: zijn excuses aanbieden...
Echter waren de woorden niet direct over zijn mond gerold, aangezien dat nou niet bepaald zijn sterkste kant was, dus hadden ze nog even plaatsgemaakt voor enkel een “plop”-geluidje. Het was iets wat hij eigenlijk al zolang hij zich kon herinneren deed. Graham kon zich plots vaag herinneren hoe komisch Nora het vroeger had gevonden, waardoor ze hem er altijd op betrapte als hij zich weer eens slungelig of ongemakkelijk opstelde (en dat was vrij vaak toentertijd…) en daarbij vol overgave zijn geluidje had geïmiteerd. Als sneeuw voor de zon was dan ook direct de gespannenheid uit de lucht verdwenen geweest op die momenten. Sowieso leek luchtigheid en blijheid opwekken in haar omgeving altijd Nora’s grootste talent. Hoe ze het deed, kon hij niet zeggen. Maar hij meende het toen hij tegen zijn moeder had gezegd dat ze bijzonder was...

Nu, na al die jaren, was het nog steeds zijn vreemde tik om het geluidje te maken, maar dit keer gebeurde er iets merkwaardigs… Het geluidje plopte nog maar net uit zijn mond, of een echo leek te weerkaatsen van de plek waar Nora stond. Huh…?
Graham -niet zo muzikaal aangelegd als Nora- had niet helemaal door wat er gebeurde. Zoals het in ieder geval altijd mini-Nora had betaamd, greep zij direct de gelegenheid om te praten met beide handen aan, door wel enthousiast in te gaan op wat ook hij, blijkbaar, had geobserveerd.
Enigszins geschokt door de onverwachte levendigheid van haar kant en doordat ze nou niet bepaald eh.. “bang” voor hem leek te zijn, staarde Graham haar aan. Zijn wenkbrauwen schoten enkele millimeters omhoog. Pardon? Of hij...wat? Niet-begrijpend keek hij naar haar. Wat had zij het nou weer over? Met zijn hoofd enigszins gekanteld probeerde de jongeman het gedrag van de roze wervelwind voor hem te ontcijferen. Opnieuw klonk de “echo” die hij eerder had gehoord, maar nu zijn aandacht op haar gevestigd was, begon het hem eindelijk te dagen: Oh! Ze bedoelde het plop-geluidje. Deed zij dat dan ook? Nog steeds?
Oké… Eh… Leuk… M-maar wat had dat te maken met…überhaupt iets...? En betekende dit dan dat ze zijn “omhelzing” niet erg had gevonden? Of was ze het alweer vergeten?
Wat-
Oké, hij snapte het niet meer. De arts had zijn medicijnenstudie in vijf jaar tijd gehaald in plaats van de gebruikelijke zes jaar, maar deze jongedame met de zilveren ogen wist hem nog altijd net zo te verwarren als vroeger, waardoor hij als een stomme slungel haar maar een beetje stond aan te gapen, om ook maar enigszins te begrijpen waar ze het in godsnaam over had en wat ze bedoelde.
Ho. Ho! Maar wacht, ze ging alweer verder met ratelen! Shit.
Maar hij begreep pas net wat ze hiervoor zei...!
Hevig verward keek, nee stáárde, hij naar haar.
Kon hier misschien wat ondertiteling of zo’n doventolk bij geregeld worden? Gewoon, voor de zekerheid, weet je wel. Tenzij er een mogelijkheid was om haar in slowmotion af te spelen? Standje “super langzaam”? Dan praatte ze net op algemeen, normaal tempo. Dat was ook goed. Iets in die richting waar zéér welkom...
Maar nee, dit was -in ieder geval wat dat betreft- nog steeds Nora.
Terwijl ze verder babbelde over dat ze een dame was -hm, oeps, was ze dan toch geschrokken?- nam Graham dan maar de “Graham-houding” aan. Het was een houding die hij vooral toepaste bij Elijah (aangezien zijn broertje op andere manieren soms niet te volgen en nogal ongecontroleerd was) en welke hij vroeger ook vaak (lees: altijd) had ingezet bij Nora’s uitgeweide toespraken over de meest uiteenlopende, alledaagse zaken. Onder het mom van deze “houding” bleef Graham kalm staan, haalde regelmatig adem, knikte hier en daar, soms gepaard met een “Hmhm.” en deed met name zijn uiterste best haar zinnen en wilde gebaren maar als puzzelstukjes te zien die hij in elkaar moest passen. Hierdoor kon hij al veel beter volgen waar ze over sprak. Een onverwachte grinnik sprong daarbij zijn lippen voorbij op het moment dat ze in haar "toespraak" een metronoom uit de kast sloeg, maar de jongeman bleef aandachtig luisteren. Maar hoe meer ze sprak, hoe minder hij zijn gezicht in de plooi wist te houden; enigszins overdonderd door de ietwat schattige, doch redelijk spastische bewegingen. En daarbij de melodieuze stem die weliswaar lager klonk dan hij zich herinnerde, maar nog altijd hetzelfde karakter in zich leek te dragen.
Hm… interessant…
Het was dat haar uiterlijk de werkelijkheid aan hem toonde, maar als hij zijn ogen dichtdeed of zich voorstelde dat de kleine Nora hier voor hem stond, zou hij het alsnog geloven. Haar uitstraling was volwassener, maar de kern was… Nora, exact zoals hij zich haar herinnerde.

Bij het woord “dorky” wat van haar afkomstig was om zichzelf te beschrijven (hoe passend), merkte Graham plotseling hoe zijn eigen houding oprecht ontspannen was geworden en een glimlach was teruggekeerd op zijn zongebruinde gezicht. Kijk nou; ze had nog steeds hetzelfde talent...
Niet langer ongemakkelijk, maar eerder geïnteresseerd bleef hij naar haar kijken, gewoonweg niet in staat weg te kijken. “Je bent-“ begon hij aan een aanvulling van haar woorden, om haar huidige gedaante te omschrijven en om zichzelf te corrigeren, aangezien “een vrouw” haar te kort deed als omschrijving. Maar ook al hadden ze elkaar na dertien jaar nu pas zo’n tien minuten teruggezien, hij kon al raden wat er gebeurde. En ja hoor: twee woorden konden over zijn mond rollen en BAM… Nora kwam tussendoor. Hierdoor kon hij zich niet langer inhouden en schudde zachtjes lachend zijn hoofd.
“Maar kijk jou nou!” sprak ze, waarbij Graham harder begon te lachen.
“Hm?” uitte hij met een scheve grijns en kantelde zijn hoofd weer iets. Wat verwonderd keek hij op toen ze ineens wegliep. Zijn blik volgde haar nauwlettend. Zijn lichaam draaide automatisch mee. Lenig klom ze op de pianokruk. Oh jee… Wat was ze van plan? Dit kon met haar van alles betekenen…
Nu was Graham ineens degene die wat omhoog moest kijken, iets wat hij niet bepaald gewend was. Vol overgave begon ze hém nu te beschrijven. Lang? Ja, dat was op zich een goede omschrijving met zijn 1.92 meter... Echter leek Nora nog niet van plan daar te stoppen met hem observeren. Zijn gezicht vertoonde een frons toen ze op zijn hoofd klopte, maar als ze goed keek -tussen de geplette, blonde lokken die ervoor hingen door- kon ze de geamuseerde schittering in zijn ogen opmerken. Zijn blik vond de hare, terwijl haar handen zich verplaatsten naar zijn schouders. Een “Pffft”-geluid schoot naar buiten bij haar volgende woorden. Echte mannenschouders die meisjes konden optillen, hm?
Zo mannelijk en diep als hij kon, reageerde Graham met een: “Uiteraard~” en wiebelde daarbij even verleidelijk met zijn wenkbrauwen. Dit hield hij welgeteld voor vijf seconden vast, voor hij weer in de lach schoot en zelfspot van zijn houding droop.

Even werd hem wat ademruimte gegund op het moment dat Nora iets naar achteren stapte op de pianokruk en ze haar ogen ongegeneerd over zijn hele lichaam heen liet glijden. Graham keek ondertussen ook met één opgetrokken wenkbrauw naar haar en grijnsde. “Nora, nu voel ik me net een stuk Shadraans vlees bij de zwarte markt...” Mompelde hij brommend als een lage bas, doelend op het feit dat ze hem observeerde en bevoelde als een lekker stuk vlees. Althans, hij hoopte dan maar dat haar conclusie was dat hij een "lekker stuk vlees" was…
Oké, dat klonk fout.
Gelukkig dacht hij dit alleen maar en zou niemand anders dit te weten komen. Behalve jij natuurlijk, degene die dit leest, maar dat blijft tussen ons, goed?
Lichtelijk fronsend wachtte de jongeman af wat de roze gek jongedame voor hem nu weer van plan was. Enkele stapjes werden opnieuw in zijn richting gezet. Dit keer kwam ze echter steeds dichterbij en leek ze geen afstand tussen hen te behouden. Wacht... wat? Ze kwam dichter en dichter naar hem toe. Wat ging ze doen...? Haar handen schoten naar zijn gezicht. “Nora, wat ben je...?” stamelde hij en wilde eigenlijk nu zelf een stapje achteruit zetten, maar haar vingers bereikten zijn wangen al en-
pakten deze vast? O-oké. Pfew...
Nope, Nora was géén dame. En ook niet zomaar “een vrouw”. Nora was nog altijd gewoon…nja…Nora. En daar was er maar één van. Ook nu nog viel ze op als een heldere, roze bloem in wiens bijzijn zelfs andere bloemen plots leken te vervagen. En zelfs nu ze hem ongevraagd bevoelde en hem wellicht in gedachten uitkleedde door de manier waarop ze naar hem keek, eghem, vond Graham haar aanwezigheid verrassend aangenaam. Een besef bereikte hem hoezeer hij haar in feite al die jaren had gemist… Hm...
“Gawd, jij bent het echt!” prevelde ze, terwijl ze zijn wangen bevoelde.
“Jep… Au.” klonk het binnensmonds van zijn kant. Gedwee bleef de lange jongen staan en liet toe dat ze zijn gezicht kneedde als koekjesdeeg.
Sneller dan verwacht liet ze hem weer los en sprong weer van het krukje af, wat hem eigenlijk een min-hartaanval bezorgde, aangezien hij onbewust verwachtte dat ze vast wel ergens met haar voet zou blijven haken en voorover zou tuimelen of juist met haar achterste op de piano zou belandde. Echter kende hij rondrennende Nora nog niet, dus was hij aangenaam verrast dat dit níet gebeurde.

Niet veel later klonken valse tonen afkomstig van zijn lievelingsinstrument, wat blijkbaar zijn vroegere stem moest voorstellen. Grinnikend stompte Graham Nora terug, net zo zachtjes en voorzichtig als hij toen ze jong waren had gedaan, alleen nu misschien nog iets zachter, aangezien hij zich bewust was van zijn huidige… eh… ‘fysieke capaciteiten’. “Oh ja? Nou, jouw stem klinkt gelukkig niet meer als dit…” Zijn eigen, lange vinger drukte op een hoge toon van de piano, wat haast een wat schel geluid produceerde in zijn eenzaamheid. “Hm…” de jongeman keek bedenkelijk en grijnsde. “Of… misschien toch nog wel een beetje…” mompelde hij erachteraan en proefde hoe hun oude dynamiek van plagen en geplaagd worden zich langzaamaan weer begon te ontplooien als vanouds. Als kinderen waren ze er altijd voor elkaar geweest en was voor hen samen geen obstakel te veel, maar daarnaast zorgde deze band er juist voor dat ze veel van elkaar konden hebben en dat er het spel van uitdaging was om de ander uit de tent te lokken. Vaak had Graham het onderspit moeten delven, aangezien hij heel wat minder “soepel” en ontspannen in de omgang was dan Nora, zeker als het aankwam op ongemakkelijke situaties. Maar vaak kon hij een ronde van het spel wel weer eindigen door haar “dork” of iets te noemen en dan was het ook weer goed. De kinderen waren niet zo moeilijk.

“Wouw, Graham. Het is al zo’n tijd geleden.” waren haar woorden die hem weer uit zijn eigen overpeinzingen sleepten.
Hij knikte, waarbij een zucht over zijn lippen rolde. “Te lang…” Het was eruit voor hij er erg in had. Zijn amberkleurige ogen zochten de hare, zonder dat hij zijn woorden terugnam. Het was de waarheid: hij had dit meisje gemist, meer dan hij eigenlijk aan zichzelf wilde toegeven. Graham zweeg en keek naar haar, ieder detail van haar gelaat in zich opnemend. Zijn blik gleed naar haar lange, roze lokken die speels over haar smalle schouders lagen en rijkelijk heen en weer golfden bij iedere beweging die ze maakte. Haar lichaam was nog altijd dun en fijn, maar vertoonde aanlokkelijke, vrouwelijke vormen. Maar het waren haar ogen die het meest opvielen. Ogen die een man werkelijk knikkende knieën zou kunnen bezorgen. En dan haar stralende glimlach…
De man, of vrouw, in haar leven mocht zich gelukkig prijzen. Ze was… prachtig, misschien nog meer dan vroeger. Of misschien gewoon...anders? Dorky of niet, ze was…wauw…
Hm…

Oh wacht… Had ze iets gezegd?

Graham knipperde een aantal keer met zijn ogen en ving nog net de volgende woorden van Nora op: “Wat doe ‘jij’ hier? Ik bedoel, er zijn zo veel plaatsen in dit universum, en jij bent hier?! Echt zó komisch toevallig.”
“Bedoel je niet ‘kosmisch toevallig’?” Oh god… Grijnzend sloeg Graham een hand tegen zijn voorhoofd. Whoa, niet alweer… Hij had nog maar zo kort weer met Nora doorgebracht en hij nam nu al haar slechte grappen over? Het werkte waarschijnlijk aanstekelijk. Snel kuchte hij om niet te laten merken dat hij er zelf stiekem toch ook een beetje om moest lachen. “Ik…” begon hij daarom maar. “Ik ben de doktersassistent van de schoolarts hier. Drie jaar geleden heb ik mijn studie geneeskunde afgerond en sindsdien assisteer ik andere artsen, op allerlei locaties eigenlijk, om te kijken waar ik me in wil specialiseren binnen mijn vak. En…” voor een moment twijfelde hij, voor hij er toch aan toevoegde: “Elijah is leerling op deze school, dus vandaar dat ik hier een kijkje wilde nemen.” Wat schuldbewust glimlachte hij naar haar. God, ja… Elijah… Hoe moest hij haar ooit vertellen wat er met zijn broertje was gebeurd…? Dat ging nog lastig worden, maar voor nu was dat nog niet aan de orde. Ze hadden elkáár immers amper weer ontmoet. “Maar ik heb dus gedaan wat jij altijd al hebt gezegd: ik heb een beroep gekozen waarbij ik mensen kan helpen.” eindigde hij met een tevreden uitdrukking. Het was waar dat zij degene was geweest die hem had aangespoord zijn welwillendheid tot het helpen van mensen te gebruiken voor zijn beroepskeuze, al hadden de kinderen van toen nog geen besef gehad hoe hij dat zou kunnen doen. In feite was de weg er naartoe dan ook hobbelig geweest, maar het was hem gelukt: hij had het werk gevonden waar zijn hart lag. “En jij?” vroeg hij met luidere stem, duidelijk meer geïnteresseerd in haar verhaal dan om het zijne te vertellen. Een nieuwsgierige twinkeling blonk in zijn irissen.

Voor Nora antwoord leek te willen geven op zijn wedervraag, was ze eerst meer begaan met de gevallen boeken. Met zijn armen over elkaar geslagen keek Graham toe. Ze was dus echt van plan die boeken weer op de bovenste plank te krijgen? Met haar lengte?
Hij was werkelijk benieuwd. De jonge arts onderdrukte met alle macht de neiging de boeken van haar over te pakken en ze zelf terug te zetten, al zou hij er op zich met gemak bij zou kunnen. Maar hij wist niet of ze dat zou waarderen, helemaal nu ze zelf kon staan.
Die gedachte bleef overigens gek… Ze kon echt staan en lopen en… springen…
Graham bedeelde haar een schuldig lachje toe, toen ze al omkeek, duidelijk aanvoelend dat hij haar het liefst wilde helpen.
Betrapt.
Bij haar woorden kreeg hij haast een flashback naar de vroegere tijden. Ze had geen hulp nodig, zei ze? Hmm… Waar had hij dat eerder gehoord? Hehe.
En betekende dat, dat hij haar weer moest oppakken net als bij hun eerste ontmoeting, zodat ze alsnog zelf de boeken terug kon zetten?
Niet…dat hij…dat…per se…erg…zou…vinden…ofzo…
Speels krulden zijn mondhoeken al omhoog. Whoa, hij moest nu oppassen dat hij niet per ongeluk één of andere foute, flirterige opmerking naar haar zou maken...
Nee, nee, hij zou zich niet laten misleiden door het -hmm- vrouwelijk schoon voor zijn neus. Dit was Nora. Nora de dork. Punt.
Gelukkig was zij hem voor door duidelijk te maken dat ze nu een “dame” was en hij haar daarom niet kon gaan optillen. Oké, dat was waar - jammer genoeg, want tja…hij was nu een man, een jongeman nog wel~
Een “Oef.” ontsnapte zijn lippen bij de por in zijn buik, al leek zijn buik niet eens een beetje in te deuken bij de aanraking van de vinger.
Alsof ze zijn gedachten had gelezen, bevestigde Nora nogmaals dat hij haar niet kon optillen, waardoor Graham toch enigszins ongemakkelijk grijnsde en wegkeek. Hopelijk had ze niet ál zijn gedachten gelezen op dat moment…
Toen hij vervolgens de boeken al in zijn handen gedrukt kreeg, zette hij een stapje naar voren, waardoor hij vlakbij haar kwam te staan. “Jammer…” antwoordde hij zacht met een knipoog, waarbij er al snel een plagende grijns op zijn gezicht verscheen die aanduidde dat het enkel een nieuwe manier was om hun eeuwenoude spel van uitdaging voort te zetten.
Zonder al te veel moeite te hoeven doen reikte Graham al met het eerste boek naar de bovenste plak. De boekenkast was nog redelijk hoog, waardoor zelfs hij zich wat uit moest rekken. Dit zorgde ervoor dat zijn witte overhemd enkele centimeters omhoog kroop, om vervolgens een stukje van zijn ontblote, atletische bovenlichaam te onthullen wat zich eronder bevond. Zijn spieren spanden zich voor een moment aan bij de bewegingen.

Het kostte hem slechts enkele tellen om alle boeken terug op hun plek te zetten, waarna Graham weer recht ging staan en zich naar Nora toedraaide. Zijn uitstraling was nog altijd enthousiast, nieuwsgierig, maar daarbij ook weer vertrouwd kalm. Even wist hij niet wat nu te zeggen en kon hij haar enkel recht in de ogen aankijken. Er waren zoveel jaren overheen gegaan… Wat kón hij zeggen? Misschien wel te veel…
“Heb je honger?” kwam er daarom uiteindelijk serieus, maar ook enigszins geamuseerd uit. Als Nora werkelijk nog steeds de Nora van vroeger was, was ze ook nog het eeuwig 'hongerige monster' wat hij kende. Nog nooit had ze een aanbod voor voedsel afgeslagen, voor zover hij zich kon herinneren. Zonder daarom echt op antwoord te wachten, plaatste hij al een grote hand op haar bovenrug en loodste haar richting de deur van het lokaal. “Ik hoorde dat ze vandaag pannenkoeken serveren in de kantine, dus ik dacht dat we misschien daar dan wat makkelijker bij kunnen praten én ook nog pannenkoeken kunnen eten?” Pannenkoeken: als hij het zich goed herinnerde, Nora’s favoriete gerecht ooit. De pannenkoeken van mevrouw Celesta waren dan ook overheerlijk geweest. Nog steeds betrapte Graham -als liefhebber van koken- zich erop dat hij ze probeerde na te maken vanuit zijn herinnering. Hij hoopte daarom dat Nora dit gebaar ook kon waarderen, zodat ze ook de kans hadden ergens rustig bij te praten, ook zonder dat ze een gevaar voor haar omgeving vormde… Althans… Er waren wel scherpe voorwerpen en allerlei vloeistoffen in de kantine…
Oh...
Nja, hij had het nu al gevraagd.
Uitnodigend hield Graham zijn andere hand uitgestrekt richting de gang om aan te geven dat ze voor mocht gaan door de deur heen. Het was tegelijkertijd een manier om uit te vinden of ze akkoord ging met zijn idee. Hij was benieuwd…
Terug naar boven Ga naar beneden
Nora

Nora

For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA PROFILENovice
Real Name : Ruby le Pinksheep~
Posts : 254
For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA MAGICIAN
✦ CHARACTER ✦
Magic: Air, and a bit fire.
Klas: Miss Eres's Music class
Partner: Let me be free, for I will always fly back to you.

For some friendships never truly die.. [Nora] Empty
BerichtOnderwerp: Re: For some friendships never truly die.. [Nora]   For some friendships never truly die.. [Nora] Icon_minitimema nov 21 2016, 13:59

Al snel werd de dynamiek tussen de twee, de komische woorden, het gelach en de geamuseerdheid, weer duidelijk. Het was zo vertrouwd en ging zo van zelf spreken dat het haast leek alsof ze elkaar nooit uit het oog waren verloren. Waar Nora gezellig door babbelde, gaf Graham soms een antwoord mee gaand op haar woorden, waaruit Nora op maakte dat hij haar gebabbel niet vreselijk vond. Precies zoals vroeger dus. Het was haast vreemd hoe vertrouwd dit alles voelde.
Dit zorgde er echter niet voor dat de roze harige jongedame stil viel of minder genoot van het moment. Waarbij Graham de vermakelijke twinkeling in zijn ogen lag, was dit ook duidelijk te zien bij Nora. Als twee sterren aan de nachtelijke hemel blonken haar oogjes elke keer als ze op keek naar de jongeman. Misschien kwam het door het zon licht, of de lach gelegen op haar gezicht... maar hoogstwaarschijnlijk kwam het gewoon door de aanwezigheid van dit bijzonder, vertrouwde, individu.
Ze had dan ook op zijn opmerkingen met een lach gereageerd en was door gegaan met wat ze deed. Bij andere mensen hield ze nog wel eens stil, zichzelf afremmende voor de mensen om zich heen. Het was iets wat ze zichzelf had aangeleerd door de jaren heen, ook al vond ze het niet heel fijn. Soms dan verloor ze de controle er over, zoals eerder gebleken was met haar formele geratel. Een nare tik die ze had als ze lichtjes zenuwachtig was. Maar wanneer ze vooral de controle er over verloor, was als ze geheel op haar gemak was en totaal zich zelf kon zijn. En gek genoeg, zoals deze jonge altijd al het effect op haar had gehad, was ze in zijn gezelschap heel erg zichzelf. Haar gestoorde, drukke, praatgrage, dorky, zelf. De persoon Nora. In plaats van wat iedereen van haar verwachten. Mocht het nou ‘de stagiaire’ zijn of ‘het zielige meisje in de rol stoel’, bij hem, ervoer ze nu voor de tweede keer in haar leven, was ze echt grotendeels zichzelf. Een ervaring die meer dan aangenaam was. En zo dus, los van zijn aanwezigheid, ook een brede glimlach om haar lippen toverde. Zichzelf niet tegen houdende omdat ze wist dat ze niet veroordeeld zou worden. Wat was het toch heerlijk om weer eens met hem te kunnen praten.

Op het moment dat hij de ‘slechte’ grap over het kosmisch toevallig-gebeuren maakte kon ze haar lach niet inhouden. De ruimte werd gevuld met haar hoge, melodieuze lach wat over ging in een grinnik. Blijkbaar was ze dus niet de enige die van die slechte grappen nog maakten! Of had ze hem zojuist weer aangestoken? Oh, had ze z’n slechte invloed op mensen... Awesome!
Zachtjes grinnikend keek ze hem aan toen hij haar vraag, wat hij hier deed, wilde beantwoorden. Hij bleef haken bij ‘ik’ waarna ze beleefd weer stil viel en aandachtig luisterde naar zijn woorden. Ze was echt oprecht nieuwsgierig. Hoe kon het dat hij en zij op dezelfde plek terecht waren gekomen na al die jaren. Misschien was er een logisch antwoord te vinden in het feit van ‘wat’ ze hier deden. Al wist ze dat het universum en logica niet altijd samen gingen. Toch was het leuk om er over te speculeren alsof ze een puzzel in elkaar klikten.
Bij het woord ‘doktersassistent’ verscheen er al een brede opgewekte lach op haar gezicht. Deze werd alleen maar breder bij zijn verdere woorden. Yes! Hij dad dus echt haar advies opgevolgd! Ergens voelde ze zich nu trots en blij dat; ze hem had kunnen helpen en hij zich had laten helpen door haar. Maar ze ervoer deze emoties vooral wetende dat haar maatje van vroeger het ver had geschopt in deze maatschappij en zijn hart en passie had gevolgd. Iets wat ze iedereen toe wensten, dus vooral de mensen waar ze, stiekem nogsteeds veel, om gaf.
Toen ze de tweede, vaag bekende, naam van vandaag hoorde schoten haar wenkbrauwen omhoog. ‘Woah, Elijah? Hier ook?!’ Had ze vol ongeloof er uit gegooid en knikte begripvol bij zijn volgende woorden. Hij was dus nog áltijd de veel te bezorgde grote broer. De gene die het liefste zijn broertje bij alles hielp en hem beschermde voor de grote boze wereld. Zachtjes grinnikte ze bij deze realisatie, weer de nostalgie van vroeger voelende. Hij was dus op sommige vlakken geen steek veranderd. Nog altijd Graham, Oro, zoals ze hem kende. Haast vertederd had ze hem dan ook aan gekeken om snel weg te kijken toen hij zijn blik weer op haar vestigde. Niet willende dat hij die blik had gezien.
Het waren echter zijn volgende woorden, indirect over haar, die een tedere glimlach bij haar tevoorschijn toverde en ze hem deze keer wel móest aan kijken. ‘Awh man!’ Begon ze dan ook en glimlachte breed. ‘Goed bezig! Ik wist wel dat het je zou liggen! Je bent er voor gemaakt!’ Haar woorden klonken zoals altijd bemoedigend en opgewekt. Ze had er écht in geloofd dat hij iets met mensen helpen moest gaan doen. Hij was er immers zó goed in en het kwam bij hem zó natuurlijk. Het zou gewoon weg zonde zijn geweest als hij snoepwinkeleigenaar was geworden, om maar een voorbeeld te noemen. Alleen al de aanraking van zijn handen was zo zacht en warm... Dat waren handen gemaakt voor het helpen van anderen. Een uniek iets in deze wereld waar zoveel pijn en duisternis was. Ze was er dan ook nog steeds van overtuigd dat hij er goed aan had gedaan om zo een beroep te kiezen. Dat wist ze gewoon zeker!

Bij zijn wedervraag, wat zij hier deed, had ze hem kort aan gekeken. Een grijns sierde alweer om haar lippen toen ze de bekende nieuwsgierige twinkeling in zijn ogen zag. Ook nog altijd zo weetgraag als vroeger, bedacht ze zich en pakte dit moment met beide handen aan om hem wat te jennen. Dus... In plaats van in gaand op zijn vraag draaide ze het gesprek zo om tot de aandacht weer lag op de boeken. De boeken die haar hadden geterroriseerd en gepijnigd nadat ze de boeken kast, per ongeluk nota bene, had aangevallen. Eerst had ze geprobeerd de boeken zelf terug te zetten, maar dat was tevergeefs. Vervolgens had ze gezegd dat ze géén hulp nodig had, of nja, had ze dat bedoeld. Om daarna te lachen en uiteindelijk de boeken aan Graham te geven. Hebben geopperd dat ze nu een ‘dame’ was en niet zomaar opgetild mocht worden.
Blijkbaar zag hij nu een kans om haar te jennen en stapte, niet voor de eerste keer vandaag, voorbij de ‘comfort zone’ grens. Als die er wel was tussen hen twee. Ze waren nu zo dicht bij dat ze duidelijk omhoog moest turen wilde ze hem aankijken. Daarbij kon ze haar stem nu ook niet meer enorm verheffen anders dan zou de arme jongeman doof worden. Dit blijkbaar wetende sprak hij dan ook op een opmerkelijk zachte toon. ‘Jammer...’ Had het geklonken en een knipoog volgde met een bepaalde soort sfeer. Een uitdagende sfeer die werd versterkt door de grijns. Hierdoor kon Nora het dan ook niet laten te grijnzen, weer iets wat niet veranderd was, heerlijk. ‘Jaaa, wat jammer nou heeee~’ Had ze dan ook plagend terug gevuurd. Met een grinnik er achteraan was ze weg gestapt en keek toe hoe hij de boeken terug plaatsen.
Met haar blik op hem gericht zag ze hoe gemakkelijk hij de bovenste plank bereikten. Hij moest zich wel eens waar uitrekken maar het was zeker een stuk gemakkelijker gegaan dan wanneer zij het had moeten doen. Het geluid van stof wat zich langs een huid trok was haar echter niet ontgaan en onbewust gleden haar ogen naar de plek waar het vanaf kwam. Ze zag hoe zijn witte blouse omhoog kroop en zo een deel van zijn bovenlichaam onthulde. Een zon gebruinde huid werd zichtbaar en leek nog kleurrijker door het contrast met de witte stof. Spieren, waarvan ze zag dat ze goed getraind waren, spande zich aan en... Blijkbaar had hij dus toch geen bierbuik!
Een glimlach sierde dan ook om haar lippen bij de gedachten dat hij geen ongezonde alcohol obsessie had. Enigszins normale gedachtes zoals dat het er ‘goed’ of ‘sexy’ uit zag bleven echter weg. En als een echt schaap was ze oprecht blij dat dit beeld een blijk was van een gezonde levensstijl. Althans, dat hoopten ze. Natuurlijk vond ze hem wel ‘knap’, dat kon ze echt wel zeggen, maar op de een of andere manier bleven dat soort ‘bepaalde’ gedachtes vaak lange tijd weg bij Nora. Iets wat ze niet altijd helemaal begreep, maar het op zich geen probleem vond. Zo werden situaties immers vaak ook niet ongemakkelijk. Dus echt erg was het niet. Alleen een beetje... apart... maja we hebben het hier dan ook over Nora.

Maar goed, terug naar de situatie. Hij had de boeken terug gezet en keek haar nu recht aan. ‘Yay top! Dankje!’ Sprak ze dankbaar terwijl ze vrolijk in haar handen klapten. Hierna viel er weer even een stilte en konden de twee elkaar alleen maar aan kijken. Zo veel jaren waren er vervlogen. Alsof het niks was geweest. Ergens had ze hem zó veel te vertellen. Maar tegelijkertijd wilde ze ook uren naar hém luisteren. Ze wilde nu nog niet weg lopen. Afvragende wanneer ze hem weer zag. Ze wilde nu nog even bij hem blijven, al was het maar een paar minuten. Gewoon om er helemaal zeker van te zijn dat dit geen vage droom is waar ze verward en gedesoriënteerd uit zou ontwaken. Zeker wille wetende dat dit écht haar leven was op het moment.
Alsof hij haar gedachtes had gehoord klonk het voorstel, of eerder de vraag die Nora opvatten als een voorstel, uit zijn mond. Ze wilde al opspringen en beamen dat ze ‘altijd’ wel honger had maar voelde hoe er een grote hand op haar boven rug werd geplaatst. Vervolgens sprak hij weer, deze keer over pannenkoeken én over bij praten. Dat waren echt twee super dingen die hij noemde.
Ze kon zich dan ook niet langer inhouden. Speels en haast kinderlijk tikte ze met een hand zijn uitgestoken hand aan terwijl ze ‘yay voor pannenkoeken’ riep. En maakte hierbij een draai beweging alsof ze danste om zo door de deur opening de gang op te gaan. Door de draai stond ze nu met haar rug naar de gang toe en kon ze hem aan kijken terwijl hij de deur sloot. ‘Het is da-‘ Even stopte ze en grijnsde. Bijna had ze daar verklapt wát ze hier deed. Zeggende dat ze met Miss Eres had afgesproken dat de vrouw de deur van vandaag zou sluiten. Dus in plaats van dit te onthullen draaide ze zich weer weg en begon vrolijk neuriënd te lopen.
‘Om terug te komen op je vraag,’ Begon ze al snel na enkele passen gezet te hebben, hem niet langer kwellende. ‘Wat ik hier doe... weellll...’ Ze grijnsde en plaatste haar handen in haar zij als een heldhaftige pose. ‘Ik ben hier de timmerman!’ Sprak ze triomfantelijk terwijl ze haar gezicht in een serieuze plooi probeerde te houden. Dit hield ze echter niet lang vol bij het zien van Graham’s gezicht en schoot dus in de lach. Weer lopend en uit grinnikend wuifde ze even voor haar gezicht als een teken dat ze op adem moest komen. ‘Nee, nee, grapje,’ voegde ze er overbodig aan toe en schudden grijnzend haar hoofd.
‘Ik doe wat ik altijd al heb gedaan en waar werkelijk mijn hart ligt.’ Met die woorden verscheen er een heldere twinkeling in Nora haar ogen. Een twinkeling die erg kenmerkend voor haar was. Het was een twinkeling die aangaf hoeveel ze van iets hield of er van genoot. Je kon het een kinderlijk enthousiaste twinkeling noemen. Maar de mensen die Nora langer kende dan vandaag wisten dat deze schittering toch meer dan dat betekende. Er zat een veel diepere betekenis achter dan menig mens kon bedenken. Een betekenis gelegen in haar jeugd, gesmeden met tijd, ontstaan uit de smacht naar vrijheid en vreugd. Gevonden in de dingen die haar werkelijk gelukkig maakten.Waarvan ze nu een ging benoemen die héél belangrijk was.
‘Muziek!’ Alsof ze een viool bespeelde maakte ze een heel sierlijk gebaar met haar handen en armen om daarna over te gaan op het volgende instrument en haar vingers zo in de lucht te bewegen alsof ze piano speelde. Een tevreden, dromerige glimlach speelde om haar lippen terwijl ze voor een moment haar ogen sloot. Genietende van het gevoel wat ze kreeg als ze alleen al dacht aan muziek, en in het bijzonder piano spelen.
Terug kerende uit haar momentje keek ze weer op naar de jongen. ‘Met andere woorden ben ik hier muziek stagiaire. Na mijn opleiding ‘muziek en magie’, waar ik trouwens pas afgelopen jaar voor ben afgestudeerd, bedacht ik me dat ik nog even stage wil lopen. Om uiteindelijk te vinden wat ik in de muziek en magische wereld wil gaan doen. Net als jij eigenlijk, gewoon ervaring op doen en later pas beslissen wát ik echt ga doen.’ Ze knikte en glimlachte vriendelijk. ‘Ik ben hier trouwens echt pas nét een paar dagen.’ Voegde ze er lachend aan toe. ‘Wat een ‘kosmisch’ toeval hé?’ Grijnsde ze en porde met haar elleboog in zijn zij.

Bijna direct nadat ze dat had gezegd verschenen ze in de grote deur opening van de eet zaal. Een zaal versierd met warm licht en grote ramen. Door de ramen scheen nog het laatste beetje dag licht. Wat aan gaf dat het zo rond vijf uur moest zijn. Wat immers ook de begin tijd van het avond eten was. Hierdoor was de ruimte gevuld met de heerlijke geuren van verschillende gerechten. De geur die echter het overheersende was... Of dat kwam door Nora haar liefde voor deze baksels... Was de geur van vers gebakken pannenkoeken. En stroop die er over heen werd gegoten die deels verdampten, zich mengende in de lucht en zo een zoete geur afgevende.
‘Hhhhmmmm.’ Klonk het dan ook verlekkerd bij de jongedame vandaan en ze merkte al hoe haar maag begon te knorren. Hopende dat haar gezelschap dit niet had gehoord, het was nou eenmaal niet heel charmant, keek ze op en grinnikte. ‘Pannenkoeken!’ Riep ze daarna opgewekt uit met een uitgestoken vinger, waardoor sommige mensen om keken, en vervolgde ongegeneerd haar weg naar de plek waar je eten kon pakken.
Hier aangekomen keek ze even met grote vragende ogen over haar schouder en zag dat de jongen nog altijd in haar buurt was. Met een lieflijk glimlachje keek ze hem aan om daarna, al tevreden neuriënd zoals altijd, een dienblad te pakken en hier op een bord, met wel vijf pannenkoeken er op gelegen, neer te zetten. Vervolgens kwamen ze langs een fruit schaal waarvan ze wat aardbeitjes stal. Ze had gehoord dat deze vruchtjes van Gren kwamen en ze dus super lekker waren. Ze had ze nog niet geprobeerd maar nu haar ogen er op waren gevallen moest ze ze wel pakken. Hierna stapte ze verder en pakte een groot glas water.
Zo gebeurde het dat ze belande bij de dingen die je ‘op’ je pannenkoek kon doen. Bij het zicht van de vele keuzes verscheen er een diepe frons. Zo eentje die je zou verwachten bij een moeilijk astrologie examen, niet bij het kiezen van zoetigheid voor op je pannenkoeken. ‘Hhhmm...’ klonk het ernstig. ‘Holy moly, me oh my.’ Uitten ze verdwaald terwijl ze een gebaar maakte alsof ze haar baardje streelden met haar duim en wijs vinger. Ook al had ze die gelukkig niet trouwens! Om na enkele seconden, als er niet veel mensen waren geweest had ze er langer over gedaan, een plop geluidje te maken en snel vier kleine potjes te pakken die ze op haar dienblad zetten.
Blij met haar keuzes liep ze lichtvoetig, haast huppelend, naar een tafeltje toe terwijl haar lange haren speels mee zwierde. ‘Pannenkoeken, pannenkoeken, pannenkoeken,’ Sprak ze zachtjes, haast zingend, en vond uiteindelijk een tafeltje bij een groot raam. Zodat ze nog even kon genieten van de laatste paar zonne stralen. Peilend sloeg ze Graham kort gade, verwachtend dat hij er geen problemen mee had. Opmerkende dat hij het inderdaad prima vond nam ze plaats en begon, al neuriënd, de eerste pannenkoek te versieren met stroop.
Toen ze klaar was verscheen er een grijns op haar gezicht. ‘Zeg Graham,’ Begon ze op serieuze toon terwijl ze haar bord naar hem toe draaiden. ‘Is deze Pannekoek nier puuuuuurrrrfect?’ Sprak ze toen hij naar de pannenkoek keek met het katten kopje er op getekend met stroop. Eigenlijk, nog voor hij een reactie kon geven, was ze al in de lach geschoten en kwam haast niet meer bij door haar eigen, verschrikkelijk, slechte, pun.
Ze merkte op hoe fijn het eigenlijk was om met iemand te spreken die ze zag als een ‘vriend’... al was hij voor nu nog maar meer een bekende. Het was heel anders dan dat ze sprak met leerlingen of leraren. Ze had eindelijk de mogelijkheid om even nonchalant te doen. Niet dat ze nou zo ‘strak’ was bij leerlingen of leraren. Maar dit was toch anders... aangenaam anders.
Terug naar boven Ga naar beneden
Graham

Graham

For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA PROFILENovice
Real Name : Sansan
Posts : 331
Points : 0
For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA MAGICIAN
✦ CHARACTER ✦
Magic: Water
Klas: I already graduated about eight years ago.
Partner: Can I borrow a kiss? I promise I'll give it back.

For some friendships never truly die.. [Nora] Empty
BerichtOnderwerp: Re: For some friendships never truly die.. [Nora]   For some friendships never truly die.. [Nora] Icon_minitimedi nov 29 2016, 22:04

Al kende Graham Nora in feite langer dan vandaag, dan nog blonk er enige onzekerheid in zijn ogen nadat hij had voorgesteld samen een hapje te eten in de kantine en bij te praten. Het was nog altijd een kwestie van aftasten in hoeverre Nora nog steeds zíjn Nora was (nja, niet zijn Nora.. Oké, je snapt het al. Dit hebben we al besproken.). Alle kleine signalen die ze zond waren dan ook als puzzelstukjes, om vast te stellen in hoeverre ze wel of niet veranderd was. Eén van deze signalen was haar hand die bij het voorstel speels de zijne aantikte, terwijl ze zelf vrolijk “Yay voor pannenkoeken.” prevelde. Ah, het pannenkoekenmonster rustte nog altijd in haar… Mooi.
Met een vredige glimlach rond zijn lippen trok Graham de deur achter hen dicht toen ze voor hem uit het lokaal uit danste (Nora die danste… op haar eigen benen… Zonder zíjn hulp. Wauw…!). Hoofdschuddend, maar met een onderdrukte grinnik stapte hij achter haar aan. Gek van de week… Of misschien wel “gek van zijn leven”, aangezien hij niemand had ontmoet zoals zij in de vijfentwintig jaar dat hij nu leefde.
Op het moment dat de deur in het slot viel, hoorde hij hoe Nora weer begon te spreken. Echter stopte ze plots midden in haar zin. Nora die ophield met praten…? Zo ineens ook…? Dat klonk niet als haar. Met een lichte frons keek hij haar daarom weer aan, nauwelijks in staat de nieuwsgierigheid op zijn gezicht te verbergen. Vreemd…
En daarbij had ze hem ook nog geen antwoord gegeven op zijn vraag wat zíj hier deed. Sinds wanneer sloeg Noralyn Celesta een kans af om te babbelen?!
Terwijl hij haar nauwlettend vanuit zijn ooghoeken bleef aankijken onder het wandelen, verliet een haast opgeluchte zucht zijn keel toen madame dan toch begon te spreken én hem vertelde wat zij precies op Starshine Academy deed. Aandachtig luisterde Graham naar haar, nam ieder woord in zich op, zoog het op als een spons. Ergens rustte nog steeds de angst dat hij haar na de ontmoeting weer zou moeten missen, dus wilde hij nu van ieder moment met haar genieten, ook om tijd in te halen. Dertien lange jaren aan tijd… Sjeez.
Tegelijkertijd verbaasde het hem wel dat ze zo blij leek om hem te zien, maar nog niets had gezegd over het feit dat ze hem niet geschreven had zo lang geleden, terwijl ze dat toentertijd wel had beloofd.
Ach, misschien zag hij spoken en vond ze het gewoon leuk een oude bekende tegen het lijf te lopen, ondanks dat ze dertien jaar geleden duidelijk had gemaakt geen contact te willen behouden na hun jaar van hechte vriendschap. Ja, dat moest het vast zijn. Het was waarschijnlijk beter als hij er nu niet te veel achter ging zoeken in zijn eigen vreugde…
Maar waarom stak dat dan toch…?
Zijn glimlach ging soepel over in een geamuseerde grijns toen Nora eerst vertelde dat ze hier “de timmerman” was. Juist…
Twee amberkleurige ogen schoten haar kant op en bleven op haar gezicht plakken. Met alle macht probeerde Graham een lach te onderdrukken toen hij bij haar het bekende ‘ik-probeer-mijn-gezicht-in-de-plooi-te-houden-maar-ik-faal-omdat-ik-te-enthousiast-ben’ gezicht zag. Nóg iets wat niet was veranderd… Het was enkel ‘ouder’ geworden. Ook Graham hield het niet lang vol om zijn snoet enigszins serieus te houden. Na enkele seconden verbreedde zijn grijns zich, wat werkelijk meer zei dan duizend woorden. Zeker gepaard met een lichte frons op zijn voorhoofd. Je kon zeggen dat dat zijn ‘Nora-ik-heb-je-allang-door-want-je-doet-het-weer’ blik was.
Onbewust nam de jonge arts echter weer een kalmere houding aan nadat Nora dit keer wel serieus begon te vertellen, maar het waren in feite niet zozeer haar woorden wat nu zijn aandacht trok, maar haar ogen… Haar betoverende, zilveren ogen die boekdelen spraken… Die hij altijd opgezocht had om te achterhalen wat er werkelijk in het opgewekte meisje omging, aangezien zij van iedereen het meeste glimlachte. Maar haar ogen… Die konden haast niets verbergen, tenminste… voor hem en voor de mensen die het dichtst bij haar stonden. Zijn adem stokte voor een moment in zijn keel bij het zien van de schittering tussen het zilver. De schittering die hij maar al te goed kende, waarvoor hij alles had gedaan om die te laten verschijnen toen ze nog kinderen waren en waarvan hij vroeger stiekem had gewild dat het meisje met precies zo’n schittering naar hém keek…
Eghem… Vróeger.
Graham schrok op uit zijn gedachten bij het woord ‘muziek’. Het klonk als muziek in zijn or-
Nee. Nee! Hij ging geen slechte Nora grap maken hier. Hij weigerde het…!
Als vanzelf schudde hij zijn hoofd als bevestiging voor zichzelf. Nora vertelde ondertussen vol overgave verder dat ze de muziekstagiaire was op Starshine en dat ze -net als hij- na het afstuderen eerst ervaring op wilde doen binnen haar werkveld.
Hm… Hij had echt geen beter beroep voor haar kunnen bedenken dan iets met muziek! Ook toen ze nog kinderen waren ademde Nora gewoon muziek uit in alles wat ze deed. Als ze toevallig niet op de piano aan het pingelen was, zong ze wel een liedje of desnoods bespeelde ze een denkbeeldig instrument, zoals… ze nu ook deed terwijl ze sprak… Hehe. Hm, dat was óók nog hetzelfde…
“Dat past goed bij je." reageerde hij uiteindelijk oprecht. "Ik ben blij voor je dat je nu van je passie je beroep kunt maken. Enneh…” Hij grinnikte. “Als je een keer tijd en zin hebt… Ik kan wel een pianolesje of twee gebruiken, … miss Nora~” Met een ietwat schuldbewuste blik keek hij naar haar. Wat de reden was dat hij momenteel wat ‘roestig’ was als het aankwam op pianospelen, verzweeg hij maar voor nu. Dat was een gesprek voor later, althans… hij hoopte dat er een later moment kwam. Maar Graham wist wel dat, nu hij weer pianospel had geproefd, hij niet meer terug kon. Ook nog voor zijn oude jeugdvriendin was verschenen, had hij met volle teugen genoten om al zijn emoties en gedachtes te uiten via het instrument, ondanks de nare bijsmaak die er nog steeds aan verbonden zat. Hij hoopte alleen dat Juli, waar ze ook was, er geen moeite mee zou hebben…
Huh? Pfft, wat was dat nou voor irrationele gedachte! Natuurlijk had ze er geen moeite mee, want ze… ze was er gewoon niet meer. Klaar.
Klaar...

Nog geen paar tellen later, bereikte een overheerlijke, zoete geur hem. Wat verbaasd richtte Graham zijn blik van de grond op de eetzaal die voor hen opdoemde. Dat rook in ieder geval goed.
Al snel werd zijn aandacht weer getrokken door iets anders ‘zoets’ vlak voor zijn neus, of beter gezegd 'iemand anders'. “Ja, pannenkoeken.” bevestigde de jongeman geduldig bij Nora’s woorden, bijna als een ouder dat bij een klein kind zou doen; vriendelijk en geduldig. Zijn warme ogen waren op haar gevestigd en keken haar na toen ze voor hem uit de eetzaal in huppelde. Haar tempo was plotseling verrassend hoog voor iemand van haar fijne postuur. Het deed Graham weer grijnzen. In een veel kalmere pas beende hij achter haar aan en kon niet anders dan haar gadeslaan terwijl ze net als vroeger naar het eten staarde, als een hongerige leeuwin naar een prooi.
Het was dan ook met enige, wat ongewone tegenzin dat hij de verschillende ‘ex-patiënten’ en bezoekers van de ziekenzaal begroette die na elkaar voor zijn neus verschenen. Aangezien Graham, Graham was nam hij uiteraard de tijd om met eenieder van hen oogcontact te maken, vriendelijk te glimlachen en te knikken bij wijze van begroeting en erkenning. De meesten kende hij nog bij naam.
Normaal genoot de jonge arts ervan om anderen zo te begroeten en nam hij meestal wel de tijd om een praatje met hen te maken, onder andere over hun herstel, maar ook over dingen die ter sprake waren gekomen tijdens hun aanwezigheid in de ziekenzaal, dingen die hij bewust had geprobeerd te onthouden. Maar nu… Nu leek zijn hoofd iedere keer af te dwalen naar één specifiek persoon iets verderop... Tussen de twee gezichten die nu voor zijn neus stonden door, zag hij nog net haar lange, roze lokken heen en weer zwiepen.

Uiteindelijk wist Graham zich nog met een laatste beleefde knik te verontschuldigen. Wat gehaast en nou niet direct kieskeurig, greep hij wat pannenkoeken en poedersuiker. In de seconde dat zijn vingers naar de poedersuiker grepen, zag hij Nora net in zijn ooghoeken wegschieten richting de tafels. Dit keer zelf in een wat hoger tempo, stapte hij achter haar aan.
Inmiddels had ze al een tafeltje bij een raam gevonden. Prima. Hij hield er normaal gesproken van om onder het eten wat dromerig naar buiten te staren, naar de uitgestrekte buitenwereld -voor zover hij zijn maaltijden in de kantine nuttigde in plaats van op zijn werkplek dan…
Nog altijd glimlachend voegde hij zich daarom bij Nora aan de tafel en ging met een ingehouden zucht zitten. Het daagde hem direct weer hoe moe zijn ledematen voelden. Daarom stond hij zichzelf toe iets minder breed te glimlachen en iets van zijn ‘masker’ te laten zakken, momenteel even te uitgeput om de ‘uitbundige doktersassistent’ te zijn, maar nog wel vrolijk genoeg door de aanwezigheid van de rozeharige jonge vrouw om toch enigszins te blijven lachen. Zelfs na al die jaren voelde hij zich nog vertrouwd genoeg bij haar om zelf ook zijn ware gemoedstoestand te durven tonen, ook al was deze op dit moment niet volledig positief en energiek.
“Zeg Graham,” klonk het plotseling, waarop hij op keek.
Twee grote ogen die qua kleur aansloten bij het warme kaarslicht staarden naar de pannenkoek met de kat van stroop erop, terwijl hij aanhoorde hoe enkele woorden, bedoeld als grap, als een extra laag over het etenswaar werd uitgesmeerd om het af te maken. Nora was ondertussen alweer in de lach geschoten.
Ook hij moest moeite doen niet te grijnzen, al was het niet direct door de -bijzonder slechte- grap, maar eerder door de bruisende energie voor hem. Echter reageerde hij tegenovergesteld; direct na de grap, verstijfde Graham een ogenblik in zijn bewegingen. Zijn blik was plots uitermate ernstig en zelfs geïrriteerd -althans, zo behoorde het over te komen, was het niet voor de glinstering in zijn irissen.
“Nora…” sprak hij tenslotte met een zucht, zijn stem monotoon. Onderwijl gleden zijn ogen terug naar de pannenkoek voor zijn neus. Het leek erop alsof hij bewust nadacht hoe hij slecht nieuws, op een goede manier ging brengen. Terwijl hij leek te denken, greep zijn hand naar de poedersuiker en strooide hier wat van uit over de pannenkoek.
Tenslotte zette Graham het weer terug en keek Nora weer aan. “Seriously,” begon hij in zijn moedertaal te spreken, bewust woorden uitkiezend waarvan hij dacht dat zij ze zou begrijpen. “that was a…” Uit het niets draaide hij nu zijn bord naar haar toe. die een geïmproviseerd schaap van poedersuiker op de pannenkoek toonde. “bbbaaaad pun.” eindige hij, het woord ‘bad’ uitsprekend alsof hij een schaap imiteerde.
Nee, nope, nein, hij had het gewoon niet kunnen laten, oké?! Haar humor was gewoonweg té aanstekelijk. En oké, nee, hij kon niet langer een grijns onderdrukken. Een zacht, aanstekelijk lachje volgde. Hoe moe hij ook was en hoe donker sommige hersenspinsels nog voelde, op de één of andere manier kon Graham toch niet stoppen met lachen sinds hij Nora in het muzieklokaal was tegengekomen. In feite had ze bijna geen beter moment uit kunnen kiezen om zijn dag op te fleuren. Hoe… ‘kosmisch toevallig’…
Verlekkerd propte de jongeman vervolgens een grote hap pannenkoek naar binnen, kauwde, slikte en grinnikte toch nog wat na. Net zolang, totdat hij zijn oude sereniteit weer wat hervond en hij dit keer wel met een serieuzere toon kon vragen: “Maar vertel… Wat heb jij allemaal gedaan de afgelopen… dertien jaar…?” Zijn ogen ontmoetten de hare, vol interesse, nieuwsgierigheid en zelfs… enige blijdschap… “Vertel me alles!” voegde Graham er nog lachend aan toe, waarmee hij boven alles doelde op het feit dat Nora -voor hem plotseling- in staat was te lopen. Hij kon haast niet wachten om haar hele verhaal te horen…
Terug naar boven Ga naar beneden
Nora

Nora

For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA PROFILENovice
Real Name : Ruby le Pinksheep~
Posts : 254
For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA MAGICIAN
✦ CHARACTER ✦
Magic: Air, and a bit fire.
Klas: Miss Eres's Music class
Partner: Let me be free, for I will always fly back to you.

For some friendships never truly die.. [Nora] Empty
BerichtOnderwerp: Re: For some friendships never truly die.. [Nora]   For some friendships never truly die.. [Nora] Icon_minitimezo dec 04 2016, 20:51

Nog voordat ze iets had gezegd, haar slechte grap had gemaakt, had ze al ‘iets’ aan Graham gemerkt. Ze wist niet goed wat ze had gemerkt. Misschien zijn ogen, iets aan zijn glimlach of houding, en heel misschien had ze zelfs wel zijn energie gevoeld. Maar dit iets had haar verteld, dat de jongeman voor haar, niet zo veel energie bezat als hij zich voor deed. Hij was simpel gezegd vermoeid. En wellicht was dat een understatement. Ze kon niet in zijn hoofd kijken. Zien wat er écht in zijn hoofd om ging. Althans, nu leek hij haar aanwezigheid prettig te vinden. Maar waar hij aan dacht voordat zij was verschenen. Dat was een raadsel. Net z’n groot raadsel als wat er al die vooraf gaande jaren met hem was gebeurt. Ze wist dat er ‘iets’ was, nu en in die voor af gaande jaren. Maar wát dat was, daar had ze geen enkele grip op. Het was dus maar gewoon gissen en alleen kijkende naar wat hij uitstraalden. En ook al leek hij tevreden, ze kon haast de vermoeidheid in zijn ledematen voelen. Hoogstwaarschijnlijk, als ze het juist had, kon hij dus wel wat positieve energie gebruiken. En als ze ergens goed in was, was het haar enthousiasme, optimisme en positieve energie uitstralen. Iets wat altijd al vanzelf was gegaan. En waar ze soms, hopelijk, mensen mee kon helpen.

Ze had zich dan ook, ook al was hij misschien moe, voor genomen zichzelf niet in te houden. Zij zou gewoon Nora zijn, zoals ze altijd al was geweest. Mede hierom had ze dan ook de slechtste grap ooit gemaakt, met dank aan de pannenkoek en stroop.
Terwijl ze alweer in de lach was geschoten had ze niet direct gemerkt hoe zijn houding verstijfde en zijn blik ernstig werd. Pas toen hij haar naam sprak, met een duidelijke zucht, werd ze stil en keek hem zachtjes grinnikend aan. Hij praten, had een houding, alsof hij zo juist een patiënt iets naars zou vertellen. Dat de grote teen toch écht geamputeerd moest worden. In een korte stilte had de jongeman de poedersuiker pot gepakt en begon wat over de pannenkoek te strooien. Aantekeningen makende over ‘hoe’ de teen geamputeerd moest worden. ‘Seriously,’ klonk het terwijl hij de suiker terug zetten en haar ogen vonden de zijnen. Direct viel haar de geamuseerde twinkeling op en moest ze een grijns onderdrukken, wat duidelijk zichtbaar was. Hij sprak verder, nog altijd in zijn thuistaal, maar Nora wist het te volgen. Had ze tóch nog wat geleerd van die tijd dat ze met deze Shadraan had door gebracht. Na deze verdere woorden, nu, zou hij de aantekening naar de patiënt toe schuiven en verder praten. Dit deed hij en onder haar neus verscheen haar pannenkoek, met haar creatie en een aanpassing door Graham. Even trok ze vragend een wenkbrauw op. Maar al snel zakte deze naar beneden en gleden haar ogen weer naar hem toe bij het woord wat hij sprak. Een grijns niet langer kunnen verbergen. Het was vooral de intonatie wat duidelijk maakten wat hij bedoelde. En aangaf wat voor grap hij precies maakten.
Het was heerlijk om, nu ze enkele dagen op de academy zat, iemand tegen over haar te hebben die haar uitdaagden in haar woorden spel. Haar terug pakte op de dingen die ze deed en zei. In plaats van schaap achtig (badumtss) te lachen. Om zo maar beleefd te zijn en Nora vervolgens achter te laten met het besef dat niet iedereen haar ‘puns’ konden waarderen. Wat echter wel het gevolg was van Grahams actie, was dat Nora de tinteling op haar tong voelde om nog eens te reageren. Nadat hij dan ook uitgesproken was had ze met een bepaalde blik terug gekeken. Eentje die een speelse fonkeling in haar ogen liet verschijnen terwijl haar mond hoeken nog altijd gewaagd omhoog gekrult waren.
‘Wouw Graham...’ begon ze dan ook en zuchtten diep terwijl ze de jongen fronsend aan keek. Nog altijd de grijns niet van haar gezicht af kunnen halende. ‘That was sheeeeeeeeep.’ Voegde ze er aan toe en daarmee was de ‘pun’ alleen nog maar erger geworden. Niet iedereen zou deze woorden snappen. Maar de jongeman kennende wist ze dat hij wist dat ze ‘sheep’ zei in plats van ‘cheap’.

Het was dan ook geen wonder dat hierna ze bijna direct weer in de lach was geschoten. Lachend, grijnzend en hoofdschuddend pakte ze haar pannenkoeken weer terug en begon de schaapkat pannenkoek op te rollen. Netjes, haast als een echte lady, sneed ze een stukje van de rol af en deed deze in haar mond. Met een tevreden zucht kauwde ze en genoot van de zoete smaak. Ze hield echt van pannenkoeken. Deze handeling verhaalde ze nog een stuk of drie keer waarna ze de serieuzere vraag van haar gespreks- partner hoorden.
Met opgetrokken wenkbrauwen, een teken van nieuwsgierigheid, had ze opgekeken en kruiste hun ogen weer. De twee totaal contrasterende kleuren, maar beide met dezelfde blijdschap er in gelegen. Al lachend had hij er aan toe gevoegd dat ze ‘alles’ moest vertellen. Bij deze woorden kon ze niet laten ook te lachen om daarna met een diepe ademhaling naar haar pannenkoek te kijken en nog een stukje af te snijden. Deze prikte ze op haar vork en hield het omhoog. Om even een momentje voor zichzelf te creëren keek ze naar het kleine stukje en keek bedenkelijk. Lippen getuit die naar een zijkant uit staken en een diepe frons. Haast alsof ze het mini rolletje inspecteerden. Ja... alles. Er was zó veel wat ze hem kon vertellen. Er waren jaren voorbij gegaan, dertien om precies te zijn. Dat was meer dan de helft van haar levens duur. Een kleine, hopelijk onopvallende, zucht ontsnapte aan haar lippen en ze propte het stukje in haar mond. Nog altijd met een nadenkende blik was ze stil.
Beelden van die jaren schoten aan haar voorbij. De jaren nadat hij weg was gegaan. De duistere tijden, een hele felle lichtflits, tranen en zelf haat. Een gebroken spiegelbeeld, een aan stukken geslagen reflectie. Tijden waar ze niet graag naar terug keek en dit alleen maar deed als ze voelde dat het moest... het het waard was. Maar niet, ze keek op naar Graham, het warme licht verlichten zijn huid met een aangename gloed en maakte zijn ogen nog warmer dan normaal, niet op momenten zoals dit. Momenten dat ze genoot van haar leven en de vreugde maar al te graag wilde delen met de mensen om haar heen. De beelden gingen verder, als een film wat aan haar voorbij vloog. Na de pijnlijke, confronterende beelden, zag ze zichzelf opeens staan. Vervolgens rende ze door het grasland gelegen bij haar huis. Zo vrij, vrolijk en genietend als een jong vogeltje wat voor de eerste keer zijn vleugeltjes spreiden en het luchtruim betrad. Een glimlach verscheen op haar bedenkelijke gezicht. Dát zou Graham vast willen horen. Dát was nou een verhaal waard te delen. Te delen op momenten zoals dit.

‘Pfoe Oro,’ zijn bijnaam zo nonchalant gebruikende als ze altijd had gedaan. ‘Dertien jaar is wel erg lang.’ Sprak ze en een grijns verscheen om haar lippen. Weer schoten er beelden door haar heen maar al snel bleven ze steken bij het punt waarop ze kon lopen. Het moment waarop haar ‘wonder’ had plaats gevonden. 'Maar ik zal je een waardig verhaal vertellen...’ Besloot ze uiteindelijk, knipoogden en nam nog even snel een hap van haar pannenkoek.
‘Het begon allemaal in mijn zestiende levens jaar, toen ik dus al vijftien was. Ooit op een markt voor Novaanse kristallen liep mijn moeder een koopman tegen het lijf. Ze raakten aan de praat en zo kwamen ze uiteindelijk bij mij uit.’ Ze grinnikte. ‘Je kan wel bedenken waar het over ging... De man luisterde aandachtig en zei toen tegen m’n moeder dat ze moest kijken bij een klein kraampje. Daar moest ze vragen voor Marcus Aurelius. Natuurlijk wist m’n moeder niet hoeveel hier van waar was, maar het kon geen kwaad om te kijken dus besloot ze er even heen te lopen.’ Na deze zin begon ze haar volgende pannenkoek te bestrijken met nutella en vertelde verder. ‘Bij het kraampje aangekomen vroeg ze naar de man. Hij had witte haren en witte ogen, zo van die witte haren als Master Geralt heeft. Maar goed, ze raakten dus aan de praat en mam legde mijn situatie uit. Ik weet nog hoe ze vertelde dat de man na wat koetjes en kalfjes mijn ma recht aan keek en zei: ‘Vertel nou maar gewoon over uw dochter. Dat bespaart tijd en een hoop energie om deze oppervlakkige priet praat gaande te houden.’’ Een grijns sierde om haar lippen bij de gedachten aan de merkwaardige, maar geniale, man. Ze sneed een stukje van haar pannenkoek af en stopte deze in haar mond. Met volle mond, niet meer zo ‘lady-like’, sprak ze gewoon verder. ‘En met dat gesprek had Marcus gezegd dat hij me wellicht kon helpen. Althans, dit kon proberen.’ Ze keek Graham aan en grinnikten. ‘Ja, vreemd he! Na al die ziekenhuizen kom je z’n random gozer tegen! Ik bedoel, hoe raaaaar kan het leven lopen.’ Ze slikte.
‘Maar goed...’ Zoals gewoonlijk sprak ze in geuren en kleuren en waren de gebaren met haar handen, zelfs nu ze bestek vast had, niet te missen. ‘Mam vertelde mij dit uiteindelijk, samen met mijn vader. En na overleg en na denken besloten we het maar te proberen. Dus voor ik het wist was ik op Nova.’ Ze klapte in haar handen en ging weer verder. ‘Hij zat in een soort huis, tempel, achtig, gebeuren... Het was er erg mooi en echt véél fijner dan ziekenhuizen. No offence. Maar daar begonnen mijn maanden van revalideren, helen en nog meer revalideren. En...’
Alsof ze zich even bedacht wát ze allemaal zou vertellen viel ze stil en nam snel een slok van haar water om vervolgens ook een hap van haar pannenkoek te nemen. Een bedenkelijk ‘hhm’ geluidje klonk en ze keek Graham nadenkend aan. Kon ze een dokter dit wel vertellen... een ‘dokter’. Zou hij haar niet voor gek verklaren of keihard uitlachen. Then again het was Graham... Schouder ophalend nam ze dan ook een hap lucht en ging verder met vertellen. ‘Je gaat me misschien voor gek verklaren met de kennis wat in jou hoofd zit... Wat je hebt geleerd en denkt te weten over deze wereld en het menselijk lichaam.’ Weer een frons en een korte stilte, alsof ze zichzelf klaar maakten om te praten over vliegende schapen. ‘Maar wij,’ ze wees van hem naar haar en in de ronde om aan te geven dat ze mensen in het algemeen bedoelde. ‘Wij weten veel over magie en wetenschap en alles wat we zien. Maaar...’ Een lichte grijns vormde om haar lippen. ‘Er is méér dan wij zien, ja know.’ Ze rolde met haar ogen en stak onschuldig dr handen in de lucht. ‘Ik bedoel maar, hoe kan het dat ik daarnet het muziek lokaal in liep toen jij er was en...’ Ze keek hem aan en jon een grinnik niet onderdrukken. Om niet al te diepgaand over te komen nam ze maar een hap van haar pannenkoek en ging verder met haar verhaal. ‘Anyway, bij die heler leerden in dus over her universum en energieën en aura lezers...’ Peilend gleden haar ogen weer naar hem toe. ‘En met wat heling van zijn kant. Meditatie en bewustwording van mijn energie van mijn kant. En natuurlijk veel uren oefenen en niet opgeven... Kon ik uiteindelijk lopen!’ Bij deze woorden sprong ze overeind en maakte een pose met haar armen in de lucht van ‘tadaaa’. Hierna schoot ze echter al snel naar achter om de omvallende stoel tegen te houden en nam weer plaats aan de tafel. Met een blije lach keek ze hem aan en een iets wat schattige grinnik ontsnapte aan haar lippen.
Ze prikte een rolletje weer op haar vork en wuifde hier mee naar Graham. ‘Ik zal je de spirituele praat van ‘hoe’ het allemaal werkte besparen. We willen echter geen kortsluiting in dat veel te slimme brein van jou.’ Weer knipoogde ze, stopte het rolletje in haar mond, kauwde, slikte en opende daarna haar mond alweer om verder te vertellen. Nu ze eenmaal de smaak te pakken had kon ze ook niet snel stoppen. Typisch Nora.

‘Hierna, jaaaaa, als een soort symbool ben ik gestart met mijn haren lang laten groeien.’ Hierbij gooide ze haar lange, roze lokken over een van haar schouder en glimlachte triomfantelijk. ‘Nu zijn ze al erg lang en ik denk dat ik ze nog laaaaaange tijd zo houd.’ Met een hand ging ze met gemak door haar haast zijde zachte haren en een tevreden glimlach verscheen. Ze was ergens echt werkelijk trots op haar lokken. Natuurlijk was ze trots op dat ze kon lopen. Maar haar haren droegen dit als symbool met zich mee waardoor ze nét iets specialer voor haar waren dan bij anderen. Door de jaren was het nu al zo lang geworden dat ze stiekem glimlachte als ze met haar hand door haar lange haren ging. Een teken van de jaren die ze nu al kon lopen. Een teken dat, uiteindelijk op het einde, alles goed zou komen. Hoe dan ook.
Los gerukt uit haar gedachtes schoot haar ineens iets te binnen wat óók het vertellen waard was. Totaal iets anders. En hoe ze er bij kwam was een raadsel. Maar dat dan ook wel iets voor Nora. Om ergens random pver te beginnen. ‘Oh en Chassen, weetje wel mijn oudste broer!’ Ging ze enthousiast ratelend verder. ‘Heeft al n paar jaar n vriendin. En ze zijn zooooooo sweet samen! En en en en...’ Nee, ze was nog niet uitgepraat aangezien haar brein nooit was uit gedacht. ‘Pip is er ook nog steeds! De oude rakker rent rond als een gek en smult nog altijd van de koekjes die die eigenlijk niet mag hebben.’ Ze grinnikte en propte weer wat Pannekoek in dr mond. Ze was ondertussen alweer bezig met een van de laatsten. ‘EN natuuurlijk, zoals je vást al had gemerkt, hou ik net als vroeger nog van pannenkoeken. Jammer genoeg zijn ze hier niet zo goed als die van mam... maar ik mag niet klagen. Op m’n college waren ze echt níet te eten! Dus elke keer toen ik thuis kwam, in sommige weekenden, moesten we pannenkoeken eten.’ Een grinnik klonk.
‘Jaaaaa, maar m’n college,’ ratelde ze weer enthousiast en vrolijk verder. ‘Was erg leuk! Muziek en allemaal creatieve mensen samen. Echt ik kwam daar zo tot leven. Soms zelfs iets té tot leven...’ Een korte stilte klonk die al snel werd gevuld door een falend lachje terwijl ze een haar lok om haar vinger wikkelde. Beelden van Sadie en haar ‘rebbel’ jaar schoten door haar heen. Ja, ‘levend’ was ze toen zeker... Ze kuchte kort en nam het woord weer. ‘Zo ook heb ik daar leren dansen! Althans, ik kon al dansen dankzij mam en paps. Maar daar leerde ik nóg meer. Echt nu hou ik van dansen! Natuurlijk niet zo veel als zelf muziek maken maar man... ah!’ Ze uiten een enthousiast geluidje. Zo eentje alsof ze iets van vuurwerk was wat blij en klein ontplofte in vele felle kleurtjes. ‘Echt héérlijk!’
Met een lichte, maar onbewuste, klap zetten ze haar elleboog op de tafel neer en leunde met haar kin op haar hand. Haar pannenkoeken waren ondertussen al op en een tevreden zucht klonk terwijl ze afwezig neuriede en het glas water in haar hand rond wiegden. ‘Jaaaa, dertien laaaange jaren...’ Sprak ze dromerig en had nu bijna alles verteld. Alles op de nare momenten na. Die hield ze nog liever voor zichzelf. De mood niet willen verpesten met de bittere smaak van de soms o zo duistere realiteit.

‘Maar goed!’
Sprak ze na enige stilte en knipte met beide handen in haar vingers. Ze nam een laatste slok uit haar glas en keek glimlachend naar Graham.
‘Hoe is het met jou leven gegaan?’ Een hele korte stilte volgde. ‘Je hoeft niet alles te vertellen, really...’ Hoe uitbundig haar eerste zin klonk, klonk haar tweede zachtjes en gevoelig. De blije glimlach was veranderd in een lieve glimlach. Zo eentje waar mee je naar iemand keek die je een pleister gaf, een bloempje aanbood of een klopje op de schouder gaf om aan te geven dat je het snapte. Ze wilde niet direct heel indringend overkomen, maar zeker ook niet oppervlakkig. Ze had allang gezien dat hij wat vermoeid was. Zelf had ze zichzelf niet in gehouden met vertellen. Maar dit betekende niet dat hij met net zo veel overgave moest gaan vertellen. Ze wilde zijn grenzen niet overschrijden. Dat wilde ze bij niemand. Laat staan bij iemand die haar, stiekem toch nog steeds erg, dierbaar was.
‘Je ziet er namelijk...’ Ze kneep haar ogen even observerend samen. De glimlach verdween. Met haar zilveren ogen staarde ze diep in de zijnen. Om ze vervolgens over zijn gelaat te laten glijden. Ze nam elk detail in zich op. Ook al keek ze naar hem, de meeste details kreeg ze niet binnen via beelden. Ze voelde ze. Ze voelde hoe zijn handen zwaar waren. Hoe er een soort geruis in zijn hoofd klonk. Een geruis wat ze maar al te goed kende. Een teken van gedachtes, kronkels, wellicht aangesterkt door vermoeidheid.
Ze vervaarden het niet héél hevig of overduidelijk. Maar de subtiele tekenen die ze binnen kreeg greep ze vast en nam ze voor waarheid. Ze wist dat het leugens konden zijn. Slechts schimmen gevormd door de drukte om haar heen maar die ook gelegen was in haarzelf. Echter, had ze, voelde ze, dat zelfs na al die jaren ze toch wel een band had met deze jongen. En dat zorgde er voor dat ze de tekenen wellicht beter aan kon voelen dan bij een vreemden. Aan haar geschonken, blootgelegd door het universum.
Opeens, alsof iets of iemand haar iets wilde vertellen waar ze nóg niet klaar voor was, voelde ze een steek door haar hart gaan. Zo eentje waarbij ze nog maar net haar gezicht in een neutrale plooi wist te houden. Zich zelf dwingende niet verder te kijken wist ze haar zicht naar het kaarsje op de tafel te laten glijden. Een seconden keek ze naar het warme licht en krulde er alweer een glimlach om haar lippen. Terwijl het vlammetje haar herinnerde aan betere, fijnere gevoelens. Na die enkele seconden gleden haar ogen weer naar de zijne.
‘... Moe uit.’ Zei ze nonchalant luchtig, alsof ze sprak over de pannenkoeken, iets heel normaals.

‘Maaaar, daar weet ik, Noralyn Celesta!’ Ze sprong op, weer vol leven, en wees met haar duim naar zichzelf terwijl er alweer een speelse grijns om haar lippen speelden. ‘Het ‘perfecte’ medicijn voor!’ Ze boog voor over, pakte zijn dienblad en begon die en die van haar op te stapelen. ‘Wacht hier...’ Ze tilde de dienbladen en het serviesgoed op en keek hem grijnzend aan om hem daarna een strenge blik toe te werpen. ‘Echt hier blijven.’
Met nog een knipoog liep ze swingend neuriënd weg richting de plek waar je het eten kon pakken. In haar gedachten verzonken knikte ze soms beleefd, vrolijk naar wat leerlingen en leraren. Ze wist niet precies wat ze daarnet bij hem had gezien. Ze had geen hou vast gehad aan een vertelde herinnering. Ze wist helemaal níks van hem.
Maar toch was die steek erg voelbaar geweest. Ze had er niet over willen beginnen, dat was wellicht te persoonlijk. Daarom had ze het maar afgeschoven op vermoeidheid en had besloten de jonge op te fleuren met iets wat haar altijd wist op te vrolijken...
‘Chocolate cake! Iets waar je je altijd wel beter door gaat voelen.’ Kwam er opgetogen, warmhartig uit, zoals haar moeder kon spreken bij hun thuis. Terwijl ze het bordje en de mok vanille thee voor zijn neus schoof. Een heerlijk geurend, fors stuk chocolade cake lag aanlokkelijk te wezen op het witte bordje. De dikke laag icing glimde en door de donkere kleur vielen de witte chocolade schaafsel extra op.
Met haast waterende tanden nam Nora weer plaats en roerde in haar, ook, vanille thee. Vervolgens schoot haar iets te binnen en even keek ze geschokt op. ‘Dat past er toch nog wel bij he? Of ben ik nou echt zó on charmant, not lady-like, bezig?’ Vroeg ze terwijl ze met haar vinger al door de dikke laag icing was gegaan en die nu in haar mond had. Om daarna lichtjes beschaamd te kijken maar een lachje niet te kunnen onderdrukken. Tja, ze was nou eenmaal Nora. En Nora hield van zoet, lekker eten.

Ooc: Engels is bij Nora gwn Kovomakaans, net als Nederlands dus~
Terug naar boven Ga naar beneden
Gesponsorde inhoud



For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA PROFILE
For some friendships never truly die.. [Nora] UTL8oxA MAGICIAN

For some friendships never truly die.. [Nora] Empty
BerichtOnderwerp: Re: For some friendships never truly die.. [Nora]   For some friendships never truly die.. [Nora] Icon_minitime

Terug naar boven Ga naar beneden
 

For some friendships never truly die.. [Nora]

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Starshine Academy ::  :: Classrooms :: Het Muzieklokaal-