Midden in de nacht was er gerommel te horen uit de meisjes slaapzaal van de etage Puffoon. Rosalie klom uit haar bed en deed haar slofjes aan die naast haar op de grond stonden. Vervolgens liep ze naar de kast die ze open deed. Een akelig krakend geluid kwam er vanaf. Ze pakte haar badjas en deed hem om. Knoopte hem goed dicht en sloop weg uit de slaapzaal. Zonder enige moeite, met wel een aantal botsingen tegen een bank en stoelen en een tafel, liep Rosalie de etage uit. Sloop de trappen af en liep enkele minuten later het schoolgebouw uit. Zonder verdere geluiden te maken liep ze richting het duistere bos. Stap voor stap ging ze vooruit. Tot ze struikelde over een tak die op de grond lag in het bos.. Rosalie stond weer op en strompelde verder het bos in. Zonder het zelf in de gaten te hebben wat ze deed. Na nog een paar keer gestruikeld te hebben bleef ze liggen op de grond. Ineens werd ze wakker door een hard geluid, iets wat ze niet kon plaatsen. Sprong op en keek rond. Een beetje beduusd van waar ze was keek ze het donker in, waar haar ogen met moeite aan gingen wennen. Waar was ze? Ze keek rond en ging wanhopig op een stam zitten. Ze wist dat ze wel eens slaapwandelde. Maar zoiets had ze nog nooit mee gemaakt. Wanhopig wiebelde ze heen en weer en trok haar badjas nog dichter. De ijzige kou van de nacht kwam hard aan op haar huid die niet bedekt was voor de bad jas, maar ondanks dat was het nog koud. Rosalie keek nog eens rond en richtte toen haar blik op de grond. Tot ze weer zo'n hard geluid hoorde en ze weer op keek. Angstig bleef ze rond kijken. Zonder enig resultaat, want ze zag niemand. Stilletjes vroeg ze zich af. "Is er iemand? Hallo?.. Ik vind het niet leuk hoor!" Rosalie keek schichtig om zich heen. "Ik blijf wel zitten hoor, tot het ochtend wordt." zei ze wanhopiger wordend. Hoe eng ze het ook vond probeerde ze dapper te zijn.