Zijn dag was perfect begonnen. Het was verrassend rustig op de ziekenzaal geweest, al vanaf het moment dat hij vroeg in de ochtend was gestart: enkel een dertienjarige met een splinter, maar verder…
Bij het ontbijt.. -oké, laten we eerlijk wezen.. brunch.. (Hij was zoals gewoonlijk weer te zeer verzeild geraakt in een boek en vergeten te eten) - hadden ze ook nog eens zijn favoriete ontbijt liggen: strawberry cheesecake frenchtoast. Heerlijk!
Na de smaakvolle brunch kwam Graham er ook nog eens achter dat een nieuw boek van één van zijn favoriete schrijvers nu in de schoolbibliotheek te vinden was, waardoor hij deze uiterst kalme dag zeker wel door zou komen!
Alles was bergafwaarts gegaan vanaf dat moment… Het begon met drie meisjes die met een oorverdovend gekwetter de ziekenzaal in kwamen denderen, roepend en piepend dat ze bij een survival-les “per ongeluk” niet naar Master Ryder hadden geluisterd en het dichte stuk van het woud in waren getrokken, waardoor jut en jul.. en jul nu van top tot teen bezaaid waren met venijnige wespensteken. Dus.. was Graham zeker het volgende uur bezig geweest met de ene angel, na de andere te verwijderen en verzachtende zalf aan te brengen, alles onder het melodieuze gekrijs van het furieuze drietal. Perfect…
Vervolgens was er een volgende geluksvogel verschenen: een jongen van een jaar of zestien had het gepresteerd om tijdens..
“the deed” vast te komen zitten met zijn.. you-know-what in de vlijmscherpe rits van zijn.. Yep.
Auch. Not a pretty sight…
De jonge arts, inmiddels ietwat minder.. “positief gestemd” over het verloop van de dag, had na deze.. “behandelingen” snel een momentje gepakt om een kop koffie achterover te slaan en wilde net een eerste, vluchtige blik op het nieuwe boek werpen toen…
Het begon met geroep vanaf de gang. Zijn blik was opgeschoten. Toen dit al vrij snel gepaard ging met gestommel en het breken van glas, had hij het geliefde, literaire werk vlug in een hoek geworpen en haastte hij zich naar de grote deuren wat de ingang vormde naar de zaal. Daar, nog geen twee meter verderop, hadden twee leerlingen het in hun hoofd gehaald om doodleuk vóór de plek van genezing elkaar te proberen een blauw oog en met wat geluk ook gelijk maar de tanden uit de mond te slaan...
Schoppend, slaand en zelfs.. bijtend (..boys will be boys..) rolden de jongens over de grond. Een royale menigte van joelende leeftijdsgenoten had zich er inmiddels omheen verzameld. Onder het mom van
“What would Yvaine do?” was Graham er tenslotte maar tussen gesprongen om ze uit elkaar te trekken. Oké, Yvaine had hen waarschijnlijk al tot stilte kunnen manen met haar blik en stem alleen al, maar.. hier moest de blonde jongeman zijn eigen, brute kracht dan maar gebruiken. Beide heren schaamteloos aan hun kraag meetrekkend, had hij zich vervolgens terug naar zijn -inmiddels redelijk chaotische- werkplaats begeven, de ene oproerkraaier naar de ene hoek van de zaal sturend en de andere naar de tegenoverstelde kant, zo ver mogelijk uit elkaar.
Ondertussen met een lichtelijke.. spanningshoofdpijn was de doktersassistent ogenschijnlijk onvermoeid te werk gegaan om opgelopen fysieke schade te herstellen.
Maar dit was nog niet genoeg! Nee. Neeee, stel je voor! Juist toen hij ook maar durfde te denken de boel weer enigszins onder controle te hebben op Yvaine’s vrije dag, was daar -jawel- iemands “huisdier” die gezellig de gehele ruimte kwam verblijden met zijn sprankelende aanwezigheid. Wat jammer nou dat het beest in feite een tikkende tijdbom was… Een stinkbom om precies te zijn. Half struikelend, half rennend had Graham zich achter het stinkdier aangespoed om het zo snel mogelijk weer van de zaal te verjagen, enigszins ondersteund door één van de patiënten die de verspreidende, onverdraagbare stank bij hem vandaan hield met zijn windmagie.
Het had welgeteld ruim twintig minuten -en een keer struikelen over een ongelukkig geplaatste stoel- gekost voor het dier het ineens zelf in zijn eigenwijze kop had gehaald doodleuk zo de deuren weer uit te lopen, alsof er niets gebeurd was, maar niet voordat zijn eigenaar ook plotseling was verschenen om de jonge arts nog eens haarfijn en tot in detail uit te leggen waarom hij het arme beestje niet zo had mogen laten schrikken… Oh en hoe ze erover twijfelde om “gelijk een klacht in te dienen bij Miss Eres”.
Natuurlijk. Geweldig. Uitmuntend..!
Arghh!
Nu, inmiddels weer een uur later, was dan toch -eindelijk- de rust op de ziekenzaal wedergekeerd: de drie meisjes zaten wat stilletjes bij elkaar op één bed te
roddelen praten over.. God mag het weten.., terwijl ze hem om de zoveel tijd aan het hoofd zeurden voor “nieuwe zalf”, ook al hadden ze al zeker enige tijd geleden de ruimte mogen verlaten… Merkwaardig.
De ongelukkige jongen met het.. “rits-fiasco” was gered en met hangende pootjes teruggegaan naar zijn geliefde die waarschijnlijk ergens in een verloren bezemkast, nog smachtend op hem wachtte... Arm ding.
Tenslotte zaten de twee vechtersbazen nog altijd ver bij elkaar vandaan af te koelen, voor ze van Graham de zaal pas weer mochten verlaten. Voor deze keer had hij besloten het maar bij een waarschuwing te laten en was er geen docent bij gehaald.
En daar liep hij dan: eindelijk met een welverdiende, grote kop koffie, tussen de bedden door. Zijn goudblonde lokken waren wat warrig, zijn brede schouders hingen enigszins en zijn vriendelijke, amberkleurige ogen stonden vermoeid, maar… hij durfde voorzichtig te glimlachen. Er was immers al ruim een uur niets chaotisch voorgevallen en-
Hij had te snel gehoopt.
Zijn ogen werden groot bij het opmerken van een nieuwe verschijning bij de deur. Zijn blik volgde haar nauwlettend terwijl het gewonde, roodharige meisje zichzelf naar één van de bedden sleepte. Zonder twijfel zette hij de mok meteen weg en begaf zich naar haar toe.
Toen hij bijna bij haar was aangekomen, leek ze hem plotseling op te merken, zocht zijn gezicht en sprak hem aan.
“Ze zeggen van wel. Graham Lockwood, doktersassistent. At your service. En met wie heb ik het genoegen?” antwoordde hij haar met zijn gebruikelijke speelsheid, al klonk enige vermoeidheid door in zijn sonore stem. Hij knikte bij haar volgende woorden en hurkte naast het bed waar ze zichzelf op gehesen had neer, onderwijl aandachtig naar de bijtwond op haar been kijkend. Ai.
“Zo te zien ben ik niet de enige met een pechdag vandaag…” voegde hij er daarom gedempt aan toe, waarbij zijn ogen weer opschoten naar haar doorweekte gelaat en hij haar desalniettemin warm toelachte.
“No worries. I’ll fix it.” sprak hij zachtjes verder en lichtte heel voorzichtig een stukje van de losgeraakte stof op, om de wond beter te kunnen bekijken. Hm.. Dat zag er niet best uit…
Hierna stond hij langzaam weer op om eerst een handdoek te halen en deze beschermend rond haar smalle schouders te slaan, haar kort wat droog en warm wrijvend rond de bovenarmen. Aansluitend liet hij met zijn watermagie stukje bij beetje wat stralen water uit haar haren en kleren lopen, uitmondend in een bak die hij met zijn vrije hand op de tafel naast het bed had geplaatst.
“Wat is er precies gebeurd?” vroeg hij ondertussen, af en toe vanuit zijn ooghoeken een vluchtige blik op zijn nieuwste patiënt werpend. Het zag ernaar uit dat iemand in feite nog meer pech had gehad dan hij vandaag…
@Kriss