Hanna had besloten na een intensieve ochtend een ommetje te maken. De lessen waren haar zwaar gevallen. Al helemaal de water lessen, ze zat haast letterlijk op het niveau kleuter en dan is het best moeilijk om SSE bij te benen. Gelukkig was Hanna super gemotiveerd en een echte studiebol. Theorie ging er bij haar altijd goed in, de praktijk bleek helaas vaak moeilijker gebleken. Hanna schudde haar hoofd terwijl ze hier aan dacht. Dat was altijd zo geweest alleen helaas begon het op deze leeftijd meer op te vallen. Het enige waar Hanna wel echt goed in was, is met dieren en planten communiceren. Ze doet het ook non stop. Al praten ze niet voortdurend terug, Hanna vond de communicatie heerlijk. Voor haar geldt onder communicatie niet alleen het praten met de natuur maar ook het voelen van de natuur. En dat gevoel was bij Hanna continue aanwezig. Ze hield van het gevoel verbonden te zijn met alles om haar heen. De liefde die ze voelde onderling gaf haar hoop. Hoop die vaak vergaan was na het wrede toedoen van mensen. Als Hanna er zo aan dacht dan besefte ze hoe erg ze eigenlijk een hekel had aan mensen, aan sociaal geaccepteerd gedragen en de nepheid van hun voordoen. Hanna moest er aan mee doen, je kan je niet verzetten in een wereld waar alles zo is. Toch probeerde Hanna het haar niet te veel in beslag te laten nemen. In de lessen gedroeg ze zich sociaal geaccepteerd maar buiten de lessen was ze zo veel mogelijk zich zelf. Dat includeerde het uren lang liggen op de grond naast haar grote liefde Tommie, haar reuze konijn. Ze knuffelde hem dan en vertelde hem hoeveel ze van hem houd. Tommie keek haar dan ondeugend aan met zijn twinkelende ogen.
Terwijl Hanna in haar gedachten verzonken is loopt ze haar kamer binnen om vervolgens haar tas in te pakken. Haar tas is in buidel vorm en heeft allerlei vakjes en ritsjes. Ze loopt naar haar kast toe waar nog een kruik met water in zit. Tommie kijkt haar vragend aan terwijl hij op de vensterbank tussen de planten door hupst. Zijn oortjes staan nieuwsgierig. Hanna kijkt hem aan en zegt “ik ga even een blokje om, je weet wel, mijn hoofd leeg maken”. Dan zakken Tommie zijn oren naar beneden. De teleurstelling is duidelijk af te lezen alsof hij graag mee zou willen. Natuurlijk wilt hij dat. Als het aan hem zou liggen zou hij nog mee gaan als Hanna naar de WC gaat. Hanna haalt haar schouders op “je weet dat je niet altijd mee kan”. Dan ziet ze Tommie zijn snuit staan op een manier die ze uit duizenden herkent. Hij is baldadig en wraakzuchtig. Hanna draait zich om en wilt zich niet laten beïnvloeden, ze bukt om de kruik te pakken en draait zich om naar haar tas om hem er vervolgens in te doen. Dan hoort Hanna geknaag, ze draait zich om en ziet voor zich Tommie die aan haar bonsai boom knaagt. “Tommie! Niet doen!” ze stormt op hem af en jaagt hem van de vensterbank. Vol bezorgdheid neemt ze plaats op de vensterbank en ziet de plek bij de schors waar Tommie geknaagd heeft. Ze legt haar hand op de plek en vraagt “Truus, gaat het?”. Wanneer ze haar hand weg haalt ziet ze dan de schors weer als nieuw is. Haar blik gaat richting Tommie. “jij hebt heel veel geluk gehad” zei ze. Als ze zich omdraait om nog even haar bedeltjes in haar tas te doen hoort ze plots Tommie’s gefluister “sorry”. Ze hoorde dat het echt gemeend was. Ze hurkte neer bij hem en aaide hem over zijn bolletje. “het is al goed!” en ze stond op en pakte zijn riempje en haar tas. Na een klein stukje gelopen te hebben is ze bij de oude ruïnes. Het is er begroeit en vaak rustig, daar houd Hanna van.
Toen hoorde Hanna een vogel boven haar vliegen. Ze kijkt direct naar Tommie, hij schrikt wel vaker van onverwachte dieren. Dit komt omdat konijnen in het wilt vaak bedreigd worden. Ze zijn prooidieren en dat zit nou eenmaal in hun gene. Daardoor zijn konijnen sneller bang voor harde geluiden, onverwachte bewegingen en andere grote dieren.
Zoals Hanna dacht zag ze dat Tommie erg alert is. Hanna houd haar riempje stevig vast en kijkt naar boven. Dan ziet ze dat de vogel een duik neemt richting haar. Ze bukt en wil Tommie beschutten maar nog voor ze naar Tommie gereikt heeft is Tommie in paniek weg gerend. Het touw van zijn riem is uit Hanna haar hand gevlogen. Hanna schrikt en verstijfd. Is ze hem kwijt nu? Haar ogen worden groot en ze voelt direct tranen prikken in haar ogen. Verward kijkt ze om zich heen of ze hem nog ergens kan zien. Alles is begroeid en dus ziet ze geen Tommie. Nu winnen de tranen het van Hanna haar rationaliteit. De tranen ontglippen haar maar ze raapt zichzelf al snel bijeen. “Tommie!” roept ze met een schorre stem. Dan besluit ze het begroeide gebied in te rennen. Ze weet niet waar ze heen moet en deze gedachte zorgt er voor dat er nog meer tranen ontglippen. Even stopt ze om op adem te komen, ondertussen kijkt ze om zich heen. Ze voelt haar hart bonken in haar borst. Waarschijnlijk 130 slagen p/m. Ze veegt haar tranen af en roept hem nogmaals. Wanneer ze de wind overduidelijk één kant uit waait weet ze het zeker, Tommie heeft de wind gehoorzaamd. Zo is hij en al helemaal als hij zelf even de sturing kwijt is. Hanna volgt de wind nauwkeurig maar wel al rennend. Ze blijft maar rennen tot ze daar achter een paar takken Tommie ziet zitten. Zijn ogen zijn groot en zijn ademhaling gaat snel. Al hijgend rent ze richting hem, ze hurkt en hoort de takken overduidelijk kraken. Het maakt haar niks uit. Ze aait Tommie en knuffelt hem innig. De tranen van verdriet maar ook geluk rollen over haar wangen. “schat, ik was zo bang dat ik je kwijt was” zegt ze al snikkend. Tommie oogt al weer wat meer gekalmeerd en dat geeft Hanna een gerust gevoel. Ze graait in haar tas en haalt daar een paar biks (konijnenvoer) uit. Ze opent haar hand en met een aai laat ze hem weten dat het goed is, dat hij toe mag tasten. Dan kijkt Hanna om zich heen om te kijken of ze het herkent. Ze weet niet meer welke kant ze op is gelopen en heeft dus geen idee hoe ze terug moet komen. Wanneer ze met haar hoofd draait stopt hij automatisch wanneer ze recht vooruit kijkt. Door de takken en bosjes heen ziet ze een jongen zitten. Nog geen 3 meter van haar af. Ze word knal rood en veegt snel haar tranen af die inmiddels al half opgedroogd waren. Zou hij haar gezien hebben? Hanna voelt een ongemakkelijk gevoel op komen en verstijfd compleet terwijl ze de riem van Tommie stevig vast pakt. Ze blijft staren en haar hoofd is compleet leeg maar tegelijk bom vol. Wat ze het beste kan doen is voor haar een vraag. Haar ongemakkelijkheid neemt het weer eens over.