Het was een koude winterdag waarop er geen sneeuw, nog regen viel. Misschien in de nacht er voor waren er enkele druppeltjes gevallen. Dit was te zien aan de vochtige ondergrond waar hier en daar een dood verdord blaadje lag. Deze blaadjes lagen waarschijnlijk niet overal maar aangezien ze door het bos liep was het meer dan normaal dat deze dingen tegen kwam.
Bijna kleurloos en levenloos lagen de blaadjes op de grond en op de verschillende mos hoopjes. De moshoopjes voelde zompig aan wanneer je er op stapte. Ze had haar hand op een van de moshoopjes gelegd en naar de grond gedrukt. Al snel had ze haar hand weg gehaald omdat deze werd omhuld door koud vocht afkomstig uit het mos. Het mos werkte op dagen zoals dit als een soort spons. Het ving al het vocht en douw op en liet dit weer los als er druk op werd uitgeoefend. Dieren zouden dit vast gebruiken als ze wilde drinken, althans dat dacht ze of leek haar logisch. Echt zeker wist ze dit niet omdat ze nog geen woord ‘dier’ sprak.
De lerares en sommige leerlingen hadden al hele gesprekken gevoerd met dieren. Verwonderd had ze toe gekeken en betrapte zichzelf er soms op dat ze met open mond zat te staren. Ze had het wel geprobeerd maar echt werken deed het niet. Het enige dier waar ze echt mee kon ‘communiceren’ was Flame. Haar trouwe, vliegende, fluffige compagnon. Die op het moment vrolijk tussen de takken van de bomen door vloog en genoot van de frisse lucht.
Ze was naar het bos gegaan om een luchtje te scheppen en om Flame haar ‘vlieg tijd’ te gunnen. Het beestje had nou eenmaal vleugels en die vleugels wilde om de zoveel tijd wel eens gestrekt worden. Het was wel goed voor haarzelf dat Flame haar dwong om naar buiten te gaan. Anders zou ze in de koude, gure maanden zoals deze amper buiten komen en alleen maar binnen zitten met haar tekenspullen of huiswerk. Daglicht zou ze ontvangen door een raam en frisse lucht... daarvoor zou ze bij de kamerplant gaan zitten. Nee, als het koud was, was ze zeker geen buiten mens. Warmte was haar toch net iets belangrijker.
Met passen die niet gehele tegenzin mee droegen liep ze door het bos heen. Af en toe keek ze omhoog om Flame te bekijken en het beestje te volgen. Alles leek rustig en vredig tot ze opeens een vreemd geluid hoorde.
Op haar hoede keek ze om zich heen.
‘Flame!’ riep ze om het beestje te laten weten dat ze stil stond. Er was iets in het bos. Er was altijd iets in het bos maar dat vreemde geluid had een bepaald instinct in haar getriggerd. Haar zilveren ogen gleden van links naar rechts en weer terug. Ze draaide zich zo abrupt om dat haar paarden staart als een zweep door de lucht vloog. De snelle actie deed haar denken aan de kungfu lessen. Daar zou ze nog sneller hebben moeten reageren anders zou ze geraakt zijn.
Enkele ademhalingen gingen voorbij eer ze had besloten dat het waarschijnlijk niets was. Hierom ontspande ze haar houding. Schouders stonden niet langer onder spanning en haar knieën waren niet meer gebogen waardoor ze niet meer zó enorm snel weg zou kunnen springen. Dit had ze echter beter niet kunnen doen want haar snelle reactie vermogen van haar lichaam was enkele seconden later erg handig van pas gekomen.
Een jonge vloog uit het niets met een luide schreeuw op haar af. Als ze nou nog in haar ‘gevechts’-pose had gestaan had ze kunnen weg springen. Maar nu, voor ze ook maar iets kon doen, knalde de jonge tegen haar aan en gebeurde het dat ze samen om tuimelde en verder rolde.
Bladeren, takjes en mosstukjes vlogen alle kanten op en vele dieren moesten vrezend voor hun leven weg springen. Dit eindigde met een harde knal tegen een boom aan. Gelukkig voelde Yang hier niks van want die was niet de gene die tegen de boomstam aan kwam. Nee, zij werd door de plotse stilstand met heel wat snelheid tegen de de jongen zijn borstkas aan gedrukt. Het zou een romantisch plaatje zijn geweest als de twee niet al rollend tot stilstand waren gekomen. Een jongen die tegen een boom aan leunt en een meisje die boven op de jongen ligt. Prachtig toch? Ieder meisjes droom zou je denken! Nou... die van Yang niet...
Ten eerste, haten ze het als mensen haar aanraakten, laat staan opeens met een snelheid van tachtig kilometer per uur. Ten tweede, wilde ze dit soort situaties uit alle macht uit de weg gaan omdat ze nét een paar maanden singel was en na die relatie met haar ex helemaal klaar was met ook maar enige romantische interactie. Ten derde... het was Yang, oftewel Firecracker, oftewel een persoon die zo luid en explosief kon reageren dat de jongen wel eens voor zijn leven kon vrezen!
Ontdaan door de plotse klap keek Yang confuus op. Hier en daar zaten er een paar plukjes haar los, en blaadjes en takjes waren over haar lichaam verspreid.
Na een moeilijk gezicht en een paar keer knipperen keek ze omhoog. Met een zachte kreun van pijn en ontdaanheid kwam ze lichtjes overeind en keek de jongen nog steeds vanaf zijn borstkas aan. Zijn haast twinkelende karamel bruine ogen keken haar aan, gepaard met een brede grijns.
Even fronste Yang, in een gedachte dat ze deze persoon niet kende en ook niet wist wat er net gebeurt was. Na de frons liet ze haar ogen van zijn gezicht naar zijn middel glijden terwijl ze nog iets verder overeind kwam, steunende op zijn lichaam. Nu was ze ongeveer op zijn oog hoogte en waren hun gezichten minder dan een halve meter van elkaar verwijderd.
Een korte stilte viel. Een korte stilte waar je alleen het geronk van de Lynx bovenuit hoorden. Een korte stilte waarin het meisje van de twee zich realiseerde wat er was gebeurt en waar ze precies op lag. Een korte stilte die later werd verbroken door een klein, piepend,
‘Eh-‘ geluidje afkomstig van het meisje waarbij ze haar wenkbrauwen in verbazing en gedeeltelijke schaamte optrok.
Hierna gingen alle paniekbellen in Yang haar hoofd af. Ze lag boven op een persoon. Op een jongen. Nog wel eentje die ze niet eens kende. Of dat het echt erger maakte was ze nog niet helemaal over uit, maar dan nog!
Als een kat die ergens enorm van schrok sprong ze, met de hulp van haar lucht magie, op vier poten tegelijk omhoog de boom in. Dit was niet compleet geluidsloos gegaan want een kreet van schrik en ontdaanheid had zeker vanaf haar kant geklonken. Toen haar magie eenmaal stopte en zij tot stilstand kwam, klampte ze zich vast aan een horizontale tak en ademde vlug in en uit.
Flame, die alles had gezien, kwam aangevlogen en ging voor Yang haar gezicht op de tak zitten. Deze purrde wat en drukte haar neusje tegen die van Yang aan. Hierdoor kalmeerde Yang een beetje en ademde diep uit. Vervolgens kwam ze overeind en ging comfortabeler op de tak zitten.
Het waren dit soort momenten dat ze blij was dat ze geen meisje meisje was en dus geen rokjes droeg. Anders was het uitzicht voor de jonge vast een stuk spannender geweest dan dat het nu was. Ze had een kort spijker broekje, met een dikke zwarte panty er onder, zwart wit gestreepte knie kousen en haar vertrouwde allstars aan. Daar boven zag je alleen haar zwarte trenchcoat, die grotendeels ook over haar broekje heen viel, en haar wit met zwarte arofatsjaal die haar kin en nek verborg.
Nadat er enkele seconden voorbij waren gegaan en Yang grotendeels was gekalmeerd kon ze wel de humor van de situatie in zien. Zachtjes grinnikte ze, maar dit ging over in gelach waarbij ze de tranen uit haar ogen weg moest wrijven.
‘Zeg doe je dat altijd zo? Meisjes aanvallen op een rustige middag?!’ riep ze de jongen toe die nog onder aan de boom stond. Omdat het winter was hingen er amper bladeren aan de boom en kon Yang de jongen duidelijk zien en aankijken. Hij was van gemiddelde lengte en had een dikke bos donker bruinen haren. Een bos haren waar bijna elk meisje een moord voor zou doen, Yang mee gerekend. Zijn hoofdhuid was niet de enige plek waar haar op zat, op zijn kin zat ook een plukje donker bruin haar wat zij kende als een goatee. Los van dit mannelijke trekje was hij ook breed geschouderd en redelijk gespierd wat hem nog mannelijker maakten. Niet heel veel bijzonders vond Yang, een tamelijk gewone jongen van ongeveer haar leeftijd dus.
Het was trouwens niet dat ze bang was van de jongen, maar aangezien wat er net was gebeurt, bleef ze toch liever even op veilige hoogte zitten. Ze had toch geen hoogtevrees en vond het juist fijn om de wat hogere plekjes op te zoeken. Sinds ze op de academy was gaan studeren deed ze dit een stuk minder dan op haar vorige woon plek. Hier was ze vaak te vinden in bomen of op hoge gebouwen. Het gaf haar een soort gevoel van vrijheid. Een vrijheid die niet iedereen kon aanraken maar die Yang heerlijk vond. Haar moeder zei dan ook altijd dat het iets typerends was voor een lucht magiër zoals zij en dat zijzelf het herkende.
Nu kwam haar luchtmagie aardig van pas en had het reflex achtig gewerkt. Het had haar de boom in gelanceerd en de jongen waarschijnlijk verder in de zompige grond geduwd. Ze zou zich er later wel voor verontschuldigen, misschien. Eerst maar eens wachten tot hij reageerde en wist wie deze jongens was.
- ooc:
Ok ik neem mn woorden over dat et niet zn lange post zou worden terug^^;
Hopelijk kan je dr wat mee Hunter~^^