Bedenkelijk stond Ana naar het grote koffer voor haar te kijken. Hoe ging ze dat ding in hemelsblauw in haar eentje naar haar kamer krijgen? Ach ja, ze kon het voor de goede orde tenminste eens proberen. Met een elastiek bond ze haar rosse bos haar vast in een hoge staart. Enkele plukjes die vanvoor korter waren vielen er meteen uit, maar dat stoorde niet. Haar jasje trok ze maar vast uit, ze zou het toch wel warm krijgen van het sleuren met zo’n koffer.
Onder haar jasje droeg ze een simpele zwarte off-shoulder top met een donkere jeans en zwarte sneakers. Een outfit die meer was uitgekozen op zijn comfort dan op zijn looks, maar er toch niet verkeerd uit zag. Ana was geen overdreven ‘meisje’ meisje, maar hechtte wel belang aan haar kleding en uiterlijk.
Ze stopte het jasje in haar rugzak, zwaaide die over een schouder en pakte de koffer in één hand op. Pff, dat ding was nog zwaarder dan ze had gedacht. Een korte zucht ontsnapte tussen haar lippen, waarna ze met vastberaden blik in haar ogen aanliep. Die koffer ging hoe dan ook op haar kamer komen.
Een half uur later zette ze de koffer neer voor een korte pauze, iets wat ze in het afgelopen half uur overigens al enkele keren had gedaan. Op dit soort momenten had ze spijt dat ze niet naar haar moeder had geluisterd, die had haar nog gewaarschuwd voor dit soort scenario’s. Het was ook geen gezicht. Ze was net 1 meter 55 en tenger gebouwd, naast haar leek de koffer dus nog groter dan hij werkelijk was. Maar zo klein als ze is, zo groot is haar koppigheid. Ze zou hier een lange tijd zijn, dus kon het zich toch niet veroorloven om iets te missen? Het was nu al proppen geweest in deze koffer, een kleinere maat was echt niet gegaan.
Ze ging op haar koffer zitten en pakte uit haar tas de plattegrond van de school die ze bij aanvang had gekregen. Als het goed was dan zou ze er bijna zijn, deze gang doorlopen, dan naar links en dan… “Dat meen je niet!” Riep ze uit. Ietsje te hard, want ze had niet gepland om het hardop te zeggen, maar dat maakte haar even niks uit. Fronsend bekeek ze de kaart, waarna ze opkeek om te zien of ze de toiletten ergens zag. Ze stond op, liep de gang even een stukje af om te kijken of de toiletten daar misschien waren, maar helaas, niks te bekennen. Met een zucht ging ze weer op de koffer zitten om het plannetje te bestuderen. Ze was helemaal fout gelopen, dat was wel duidelijk. Niks aan te doen natuurlijk, maar het zou leuk zijn als ze straks wel de juiste kant op ging.