MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Onderwerp: Peccavi wo jul 29 2015, 08:38
Benedictus qui venit
Don't blink at the weeping angel
Het dreunde als een echo die er nooit was geweest, en God, wat haatte hij ze. Hij verachte ze, die echo's uit het verleden, stuk voor stuk. De eerste onwaarheid die hem te binnen schoot was wat hij de afgelopen minuten gedroomd had, al wilde hij er - in de wetenschap dat deze nachtvisioenen rechtstreekse beelden uit de onderwereld waren - onder geen beding aan denken. Zij in een parelwitte jurk, dansend met onzichtbare partners in een keurige kamer, haar zwarte haar opgestoken en haar ogen half gesloten. Dat onder het zicht van waterspuwers die met lege blikken op haar neerkeken, gehouwen in de zuilen die de kamer flankeerden. In het midden een lichtspel als fonkelende sterren die speels om en over haar in muiltjes gestoken voeten gleden, afkomstig van een enorme kroonluchter. Op het plafond een allesbedekkende schildering van engelen op wolken die aandeden als Sistine Madonna, wat hem de indruk gaf dat deze nagalm van zijn herinneringen zich in zijn villa op Shadra moest afspelen omdat hij precies zo'n schildering in zijn ontvangsthal had. En ze was opnieuw de definitie van elegantie, van vrouwelijkheid en vruchtbaarheid. Maar de zoom van haar jurk die om haar enkels roteerde bij iedere geringe beweging kleurde rood, en het rood intensiveerde zich tot dieprood. Niet alleen droop het bloed kleverig van haar witte stof, het spreidde zich naar boven toe uit als een enorme inktvlek. Zijn interieur, zijn portretten, kandelaars, borstbeelden en engelachtige schilderingen werden bespat alsof iemand zijn hal bewerkte met een paar flinke zwiepen van een druppelende kwast. Het begon een crime scene te worden, waar hij schamper om kon lachen als ze die met incorrecte theorie op zijn peperdure, nauwelijks aangeraakte Erdse televisietoestel uitzonden in slechte detectiveseries, maar het was nog altijd een scene hij nooit in zijn huis wenste te hebben. Niet als het haar bloed was dat vloeide. Evenwel wist hij wat er komen ging: dat wist hij heel goed, na de tientallen keren dat het zich in het diepste uur van de nacht als een oude film in zijn hoofd afspeelde. Ze zou abrupt haar solodans stoppen en zich met een ruk van haar hoofd tot hem richten, en dan slaakte ze - totaal in contrast - een heldere lach voor haar nek onder knappende geluiden scheurde. Een oorverdovende kakofonie van akelige geluiden barstte vervolgens los, moord en doodslag en pure ellende ontsproten in de vorm van decibellen. Vlammen rezen op en hulden zijn uit kommer en kwel krakende villa in het vagevuur, ze wierpen chaotische schaduwen op de muren die zichzelf hadden verloren in een nog chaotischere dans. De eens zo serene waterspuwers helden over hun sokkels, hun lelijke gelaat geplooid in de rimpels van demonische razernij en hun rug gebold als blazende katten. De engelen rond de ketting van de kroonluchter staarden hem plotseling met afschuwelijke ogen aan en hieven, terwijl het pek uit hun kassen en openhangende monden sijpelde, hun mollige armpjes op om afstraffend naar hem te wijzen; want het was hij - hij was de zondigheid, de levende wandaad, hij had haar de dood in gejaagd. En zelfs God, als hij zich op dat moment ooit bekendmaakte, zou met jammerlijke triestheid op zijn gelaat vervagen in een helder licht dat hij nimmer kon bereiken. Witte veren zouden zich niet uit zijn schouderbladen tot vleugels ontspinnen en geliefden zou hij nooit zien. Dat was de hel die hem verwelkomde. De klauwen van dat keiharde besef haakten zich in zijn vlees en trokken hem hebzuchtig naar een diep, donker gat van vergetelheid. Zijn borst schokte met zijn gehijg mee. Hij wilde huilen, maar kon het niet. Langzamerhand kwam hij tot zichzelf met een mix van emoties op zijn gelaat, ontbering en lichtelijke verbazing, alsof hij niet verwacht had de normale wereld aan te treffen op het moment dat zijn ogen open schoten, of zoiets doodgewoons als de verfrommelde lakens op zijn bed te waarnemen. Zodra zijn driedubbele blik zich focuste tot één punt, zag hij dat hij naast zijn kussen gebraakt had. Op dat ogenblik realiseerde hij zich ook meteen de enorm strakke knoop in zijn maag. Fragmenten van ketterende engelen zweefden nog door de donkere kamer. Schielijk sloeg hij een hand over zijn lippen om een binnensmondse snik te onderdrukken, en een nieuwe vlaag in te houden wat heel goed weleens een tweede botvieren van zijn urmende maag kon zijn. Hij betrapte zichzelf erop dat hij wel had gehuild en veegde de natte sporen woest weg, beschroomd als er op dit moment iemand het bed met hem had gedeeld. Maar er was niemand. Hij was alleen. Hij was altijd alleen. Zijn evenwichtsgevoel speelde een vuil spelletje met hem toen hij naar de rand van zijn bed schoof, een trillende hand door zijn rommelige lokken haalde - vochtig en verward door het zweet - en steun zocht bij de bedknop. Iedere beweging maakte hem nog kotsmisselijker dan hij al was. Het klamme zweet gleed door de groeve van zijn borst naar beneden terwijl hij met enige moeite opstond, en stremde vlak voor de rand van zijn nylon pyjamabroek. Een kreun ontsnapte uit zijn keel uit benauwing en frustratie, zijn arm maaide door de lucht en het donkerte voor hij eindelijk het lichtknopje vond. Alle lichten aan voor nu. Zwoegend nam hij Diva's foto van de schouw. Het was de enige relikwie die hij nog van haar over had, een memorabilia die hij zodanig koesterde dat hij ermee dineerde. Hij plaatste de lijst op de rand van de kuip als hij een bad nam en nam er een glas rode wijn bij. Hij nam haar mee in zijn aktetas zodat ze overal bij hem was. Soms sliep hij met haar roerloze aanzicht. Dezelfde foto die Drake had verscheurd in zijn furie, en die hij wanhopig had geprobeerd te maken met behulp van Grenaans plakband. Die teringzooi, nutteloos Grenaans product, had zijn werk niet gedaan, hoe zorgvuldig hij ook geplakt had. Snippertje voor snippertje had hij haar mooie gelaat terug op de oorspronkelijke plaats gelegd, als een soort puzzel. Er was nog steeds een lijn die haar hoofd een paar centimeter schuin van haar hals scheidde. Er klonk een vingerknip in zijn hoofd en hij kwam tot de ontdekking dat hij niet zijn rust kon vinden zolang haar gezicht een verscheurde, verontrustende vervorming was. Bijna struikelde hij, maar hij wist zijn balans te hervinden en stommelde vloekend langs een stoel waar een shirt over lag gedrapeerd. Hij bekommerde zich niet om het feit dat de kille nachtlucht zijn zweet verkoelde tot de rillingen over zijn ruggengraat liepen, en hij halfnaakt de gang op struikelde, foto in de hand. Het enige dat hij wist en waar hij helder aan kon denken, was dat hij hier weg moest. Nu. Weg uit die kamer waar hij schimmen in iedere hoek zag, in zijn psychoses de likkende vlammen achter de ramen zag naflakkeren en gedaantes in theatrale maskers zag voortbewegen die er niet waren. Ook al wist hij dondersgoed dat Satans opus met hem meereisde, waar hij ook ging - het zat in zijn schedel als een grote kloppende zweer en hij was het eenzame publiek. Maar hij had nu ook een middernacht-missie. Oriël moest hem helpen. Hoe zweverig hij haar soort types ook vond en hoe erg hij haar ook uit pure vooroordelen verachte, ze was de enige. Ze moest herstellen wat hij niet kon herstellen, en dat moest nu gebeuren. Eerder kon hij zijn rust niet krijgen, en was het niet zo dat het om hem en om hem alleen draaide? Daar gaf hij haar geen keuze in. Hij moest de echo van Diva weer in zijn armen kunnen houden, haar onstoffelijke schim denken te kunnen voelen - niet in een satanische opus, maar in een vreedzame.
- Oriël, s'il vous plaît! En ja, het is tegen middernacht, maar misschien kan ze nog aanwezig in haar lokaal zijn om dingen na te kijken? Of in een glazen bol te staren
Miss Oriël ...
PROFILE Real Name : Ayelinn Posts : 524 Points : 0
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Licht en Lucht Klas: - Partner: I met a girl across the sea. Her hair the gold that gold can be. Are you a teacher of the heart? Yes, but not for thee
Onderwerp: Re: Peccavi wo jul 29 2015, 10:27
In totale stilte hoor je meestal pas de dingen die je anders niet opvallen. Het tikken van de klok aan de muur. De miezer regen die zachtjes tegen het raam geblazen wordt door een milde wind. Waarom zou je die dingen ook aandacht besteden. Het zijn achtergrond geluiden. Geluiden die er niet toe doen. Maar ze vormen een nachtelijk concert voor gekwelde zielen die 's nachts hun rust niet vinden. Met open ogen staarde Oriël blind naar de muur in haar slaapkamer. In het donker leken haar felle blauwe ogen haast licht te geven. Als een rustige zee kolkte er kalm elke denkbare kleur blauw doorheen. Het leek haast te bewegen. Deze eigenschap zorgde ervoor dat mensen haar niet graag in de ogen keken. Los van het feit dat ze bang waren dat ze hun diepe geheimen zou zien zodra ze wisten van haar occulmantie. Als kind moest ze er van alles aan doen om haar rare uiterlijkheden te verbergen. Het verven van haar haren, het dragen van een bril met licht getinte glazen zodat haar ware oogkleur verborgen bleef. Daar was ze volledig vanaf. Ze had moeten leren het zelf te accepteren. En als andere mensen dat dan niet deden, het zij zo. Het was uiteindelijk met een zachte zucht dat Oriël de dekens van zich afgooide en uit bed stapte. Ze droeg een zwart satijnen nachtjapon die tot net boven haar knieën eindigde. Onder haar borsten liep er over het satijn een laag bordeaux gekleurd voile. Lichtelijk overbodig, maar het was het ontwerp van het kledingstuk geweest. Op blote voeten liep Oriël de gang op. Het was stil op de lerarenetage. Ze voelde hoe een koude bries langs haar blote benen streek. Daarna vervolgde ze haar weg. Normaal gesproken zou ze een kop thee hebben gemaakt en zou ze hebben geprobeerd om toch een beetje haar rust te nemen. Maar ze herinnerde zich dat ze haar tarot kaarten nog in haar lokaal had laten liggen. Ze zou ze morgen ophalen, maar ze was nu toch wakker. Met een zachte klik opende de deur naar haar lokaal. Ze duwde hem achter haar weer dicht tot er alleen een kier achter bleef en liep toen het lokaal in. Ze knipte met haar vingers en verschillende lichtbollen zweefde door het lokaal om het in een warme zachte gloed te zetten. Meteen zag ze de kaarten op haar bureau liggen en liep erop af om ze te pakken. Maar zodra haar hand zich uitstrekte liet een koude rilling haar stoppen. Als een waterval die over haar heen spoelde kleurde haar roodachtige lokken zwart. Deze koude rilling had ze eerder gevoeld. De dag dat Norwood haar de school had laten zien. Ze hadden voor het kantoor gestaan van de heer Santhandiai. Haar baas. Ze had de man nog maar één keer gesproken. En dat was tijdens haar sollicitatie. Daarna was hij altijd langs haar heen gelopen zonder haar zelfs maar een blik waardig te keuren. Hij verachtte haar. Dat voelde ze heel duidelijk aan de kou die hij verspreidde. Waarom wilde ze niet eens weten. Maar meestal hadden dat soort types geen reden nodig. Oriël trok haar hand langzaam terug op het moment dat ze de deur achter zich weer open hoorde gaan. Ze besefte zich nu pas dat ze wakker was gehouden met een reden. Om hem op dit moment hier te ontmoeten. Kalm draaide ze zich om naar de deur, de rand van het bureau in haar rug. Op het moment dat ze hem aankeek werd de kou minder en kwam de kleur terug in haar lokken. Misschien was hij niet de gezelligste gesprekspartner. Alsof zij dat wel was. Hij kwam in elk geval niet zomaar. Oriëls blik verried niets. Mijn zijn goudgele ogen des te meer. 'Kan ik u ergens mee helpen meneer?' vroeg ze beleefd. Het mocht misschien midden in de nacht zijn, dit was nog steeds haar baas.
Master Savador
PROFILE Real Name : Saf Posts : 14626 Points : 0
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Onderwerp: Re: Peccavi vr jul 31 2015, 07:18
Benedictus qui venit
Don't blink at the weeping angel
Gierende adem schuurde door zijn luchtpijp terwijl hij door een kantelende gang glipte, maar zijn fantomen waren sneller dan hij en haalden hem met gemak in. Immers was het vuur tussen de kieren van zijn deur, uit zijn kamer de eindeloze hal op gelekt, scheerde nu langs de muren alsof het een horizontale, razendsnelle waterval was die de afstand tussen hem in een flits inkortte. Zijn brein kon zijn linkerpassen niet meer van zijn rechtse registreren, al wist hij dat hij door moest gaan, al bolden en krompen zijn longen zich bij iedere ademteug, al verrees de wanhoop uit de assen van zijn taaie maskers en sloot de ijzige klauw van angst zich om zijn hart, wilde hij zijn bestemming halen. De engelen; ze fladderden als vermenselijkte duiven zijn kielzog na en ze zouden zich als vlezige kleine, kinderlijke trollen op hem storten, de minderjarige meisjes die hij onder zijn lakens had gehad; de resonanties van hun ziel rezen op uit de schaduwen om zich met moordlust aan te sluiten bij die horde engelen, waaronder velen van hen nu door beschermd werden, allen die hij had bedrogen, afgezet en gebruikt had om vervolgens als een oud vod weg te werpen, ook niet te vergeten; ze cirkelden hem op hoge stoelen in de Gerechtszaal des Hemelen als in een diabolisch carrousel en veroordeelden hem tot een leed langer dan levenslang. Alles wat hij wilde was de koning spelen, de keizer uithangen, als sjah erkend worden, het Wenst u shortbread biscuits bij uw Earl Grey te hebben, Sire? en het Voor u, majesteit, kloppen wij niet alleen het geld uit de populatie, maar ook de postiche hoop - alleen maar omdat hij een nul was en beter wilde dan dat, en dat was alles, maar hij had nooit geweten, had nooit gewild dat hij zondigde, in de naam van de vader en de zoon en de heilige geest, amen. Gezegend is Jezus, de Vrucht van uw schoot. Gezegend is Jezus, de Vrucht van uw schoot. Gezegend is Jezus, de Vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God. Bid voor ons, zondaars. Nu en in het uur van onze dood. Kermend en foeterend in zijn eigen onderlinge idioom snelde hij langs de vagevuren uit zijn psychoses. En hij was niet eens Kovomakaans-vroom, doch moest er toch iemand zijn die naar zijn wanhoop luisterde? De dienstmaagd des Heren en de Regina caeli? Schietgebedjes bestonden om die reden. In alle andere omstandigheden gaf hij een scherts applaus bij gebeden, een gepreveld 'amen' of bijbels gezwets, waarna hij trouwe kerkgangers de rug toedraaide en zich bezighield met de dingen die volgens hem wel nut hadden, wetende dat er geen hogere macht was als Hij je door zoveel ellende liet stiefelen. Lulkoek en bollocks. Maar wat hij niet wist, was dat hij in zijn gehele persoonlijkheid een directe tegenspeler was van alles dat heilig was, dat hij nooit zou buigen voor die hogere machten. Het Zwaard van Damocles wiegde vervaarlijk boven zijn hoofd heen en weer en Themis spieste hem in zijn kronkelige gedaante op haar sokkel. Zijn ziel was al veroordeeld tot het onvermijdbare lot voor ze zijn deugden en zonden ook maar had afgewogen in haar weegschaal. Misschien daarom des te droeviger. Hij wist het niet. Hij mocht leven als een God (irony intended), miljoenen geldbriefjes in zijn bezit hebben, seks hebben alsof hij de duivel zelve was tijdens een heksensabbat, naar eeuwenoude volksverhalen en historische schilderingen, maar de orakels hadden het lot voor hem bepaald dat het allemaal bij hem terugkwam. Permanente verontrusting was wat hij moest ondergaan. Paniek in alle definities, paniek met de hoofdletter P, paniek zoals het woord is verleend van veldgod Pan en zijn schare saters. Ze hadden hem in zijn greep, bijna, het scheelde nog een voetlengte en dan zou hij of hier gek worden, of hier sterven. De vloer onder zijn blote voeten kon nu ieder moment openscheuren en hem in een eindeloze val gooien naar zijn ware plaats van bestemming, ver van zijn vrouw in het hiernamaals verwijderd. Hij stortte niet de hel in. Waar hij binnenstormde was, zodra zijn verdoezelde blik zich enigszins weer verscherpte, een lokaal, en bij gok, gelukzalig geluk, haar lokaal. De klap van de deur die achter hem dichtsloeg was als een slag op een grote trom die een kwart van zijn geest terug naar de realiteit bracht, en de flarden van zijn nachtmerries werden abrupt buitengesloten. Hijgend stond hij in de deuropening, het zweet onaangenaam plakkend aan de haartjes op zijn borst, zijn haar in vochtige slierten langs zijn gezicht. Het licht dat in bollen door de mystieke ruimte zweefde, duizelde hem, maar zijn blik vond die van Oriël en hij klampte de foto tegen zijn klamme lijf. 'Ga weg met je formaliteiten,' wist hij sissend tussen zijn opeen geklemde tanden te krijgen onder speekselrijk gegrom. Zijn kaken klapperden op elkaar en zijn gelaat betrok voor een kort ogenblik alsof hij op het punt stond om in huilen uit te barsten. Bekwaam wist hij zich in te houden, struikelend en zwalkend als een dronkaard een weg banend naar het bureau waar de nu zwartharige jonge vrouw stond geleund. Doodgewone vragen uit zijn graag alleswetende geest (zoals waarom het gewoonlijke vuurrode haar van de lerares Waarzeggerij nu net zo gitzwart was als het zijne), bereikten niet de oppervlakte van zijn chaotische psyche. Hij stootte nog geen twee centimeter van de vrouw verwijderd tegen de bureaurand aan - alsof hij een aanloop had genomen en op andere manieren niet had kunnen afremmen - en boog zich met de jammerende ademhaling, de dichtgeknepen ogen en het hangende hoofd op de borst van een gekwelde eenling ver over de desk. Zo bleef hij een halve minuut staan en trachtte de brok in zijn keel achter zijn huig te houden. Uiteindelijk kwam zijn hand bevend in beweging, van de rand schromelijk verplaatsend naar die van Oriël. Daar kneep hij even in, een opluchtend bewijs dat ze geen abstracte schim van haar ware persoonlijkheid was in zijn droomwereld. Het kostte hem enige moeite om zijn hand weer van dat teken van wezenlijkheid te verwijderen, nadat hij haar vingers had opgelicht om de foto ertussen te klemmen. 'Moet..' Het enkele woord kwam zwak, nauwelijks hoorbaar, over zijn schrale lippen. 'Je moet- moet me helpen. Oriël. Begrijp je dat, Oriël.' Ofwel het de beklemming of de radeloosheid was die hem ervan weerhield te geloven dat hij weer een draad met de realiteit had en zich om die reden schuin tegen Oriël ranke lichaam drukte, bleef een nevelig raadsel, maar hij zag en voelde het zichzelf doen. Met een van ellende betrokken gezicht gebruikte hij haar schouder als steun voor zijn overhellende bovenlichaam. Ieder die een hekel aan hem had of hem domweg haatte, zou zeggen dat hij een grote baby was, maar niemand anders was Savador en niemand anders kon in zijn hoofd kijken - op één na. Zij stond nu bij hem.
Miss Oriël ...
PROFILE Real Name : Ayelinn Posts : 524 Points : 0
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Licht en Lucht Klas: - Partner: I met a girl across the sea. Her hair the gold that gold can be. Are you a teacher of the heart? Yes, but not for thee
Onderwerp: Re: Peccavi zo aug 23 2015, 17:26
Hij zag er niet goed uit. Alsof hij midden in een koortsdroom was opgestaan op te gaan slaapwandelen. En ergens had Oriël het idee dat hij zich niet helemaal besefte wat er om hem heen gebeurde. Ze probeerde beleefd tegen hem te blijven. Maar zijn sissende woorden bewezen alleen nog maar meer dat het niet goed met hem ging. Ze bleef staan toen hij dichterbij wilde komen, al klmapte haar vingers zich vast aan de bureau rand. Haar blauwe ogen waren strak voor haar uit gericht terwijl ze hem naast zich hoorde op nog geen paar centimeter afstand. Zijn ademhaling, doordrenkt van negatieve emoties. Je zou bijna medelijden krijgen als ze niet zijn ware gezicht kende. Haar hoofd kwam pas weer in beweging toen ze zijn hand om de hare voelde. Ze keek opzij. Eerst naar zijn hand, en toen naar hem. Ze voelde hoe hij iets tussen haar vingers stopte en zich daarna aan haar omhoog hees met de woorden dat zij hem moest helpen. Ze moest niks. En al helemaal niet voor iemand die op deze manier haar klaslokaal was binnengestormd. Maar dat gevoel van afgunst jegens de man spoelde al snel weer weg toen ze opzij keek. Zijn gezicht vertoonde pure ellende. Het was haar taak om te helpen. Ook al ze zelf misschien niet wilde. Hij had haar nodig. Zacht liet ze lucht ontsnappen uit haar mond terwijl ze keek naar wat hij precies in haar hand had gedrukt. Het bleek een foto te zijn. Hij was gescheurd en daarna weer geprobeerd om aan elkaar te plakken. Het toonde de afbeelding van een jonge vrouw. Oriël wist niet wie de vrouw was, maar er kwam een hele sterke energie van de foto af. Zijn energie. Details waren moeilijk te onderscheiden. De foto was te erg beschadigd. Wie de jonge vrouw was wist ze niet. Maar je hoefde niet over veel breincellen te beschikken om te weten dat ze belangrijk moest zijn voor Savador. Oriël legde de foto voorzichtig op het bureau en nam Savadors handen om hem te dwingen op zijn eigen voeten te gaan staan. Een schok trok door haar lichaam toen ze hem vastpakte en zachtjes hapte ze naar adem. Ze beet haar tanden op elkaar en ging door. Ze liet voorzichtig zijn handen los en legde haar handen zachtjes om zijn hoofd om hem goed aan te kunnen kijken. Ze streek een verloren streng bezweet haar weg om goed zijn ogen te kunnen zien. 'Kijk me aan,' was het enige wat ze hem zei. En ze sprong in de goudgele poelen die haar moesten leiden naar de bron van zijn huidige staat. Na een paar minuten kneep ze haar ogen dicht en liet hem los. Ze wist nu in elk geval wat er gebeurd was met de foto. 'Ik kan de foto herstellen. Maar ik moet haar zien,' zei ze zachtjes. Het zou betekenen dat ze terug in zijn gedachten moest.
Master Savador
PROFILE Real Name : Saf Posts : 14626 Points : 0
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Onderwerp: Re: Peccavi zo sep 20 2015, 11:18
Ongenegenheden waren wat opspeelde bij de mystieke vrouw met het verkleurde haar. Met enige toorn klampte ze haar handen om haar bureau vast en leek er alles behalve van gediend te zijn dat hij midden in de nacht haar lokaal binnen kwam gestrompeld, zo ver mogelijk vandaan van de schaduwen die aan hem teerden. Het ontglipte hem volkomen. In zijn eigen positie van verstandsverbijstering en halve waanzin was dat niet iets waar hij nu helderklaar aandacht aan kon besteden; hij zag het, maar het was alsof het niet tot zijn geest doordrong zoals dat het normaal wel deed, want in dagelijkse omstandigheden was zijn geest maar al te scherp. Lichtelijk ontdaan zoog hij zijn longen vol en stootte de lucht er vervolgens weer in panische, haperige ademtochtjes uit toen haar concrete tastbaarheid een definitieve tastbaarheid bleek te zijn bij de plotselinge aanraking van haar slanke vingers. Zijn trillende handen werden in de hare genomen en zijn evenwicht werd terug geforceerd op zijn voeten en zijn eigen kracht. Zijn warme, onregelmatige adem blies de zwarte lokken uit haar gelaat toen ze zijn gezicht beetnam, dat vochtig en klam aanvoelde onder de getrimde beharing van zijn kaaklijn. Over zijn wallen en de scherpe, vermoeide lijnen in zijn gezicht, keken zijn goudgele ogen haar dof aan. Hij kon niet anders dan het toelaten bij haar secure handeling om een streng bezweet haar voor zijn zicht weg te plukken, en hij verloor zichzelf voor een minuut (of een heel uur, besef van tijd was nu het laatste wat hij had) in haar kolkende ijsvlakte van enigma's. Oriël sprak en haar woorden leken van de andere kant van de maan te komen, maar hij hoorde ze, formuleerde ze in logische volgorde en begreep ze. De foto; haar relikwie - die kon hersteld worden. Daar hing echter een dreinende 'maar' aan vast, een welbekende rebellie die hem tot het uiterste kon drijven op de vlaktes van zijn woede. Ze moest haar zien. Wat dat inhield waren obscuriteiten, zonden, en zorgvuldig weggemoffelde geheimen. Hij wist niet hoe en wat, wie en waar, en uiteindelijk, voornamelijk niet welke weg zijn chaotische gedachtegang aan herinneringen in zou slaan. Of dat de voorheen dichtgeschoven doeken zou openen en ze bloot werd gesteld aan taferelen waarin hij als leraar een leerlinge tegen de muur drukte, met dezelfde hartstochtelijke passie van een jong stel. Of dat zich nu definieerde in de geslachtsgemeenschap die hij met haar had gehad, heugenissen die onvergetelijk als tegelijkertijd een oude film waren waarin de lerares Waarzeggerij hem zou zien zondigen, door een kiem te planten in een minderjarig meisje - en niet zomaar eentje die uitgroeide tot een embryo, maar twee identieke. Of dat hij haar onbewust en ongewild de kennis zou verschaffen hoe ze een priester hadden onderdrukt, die met oude bevende vingers hun ringen in wijwater doopte en struikelend over zijn eigen schorre woorden het officiële riedeltje uit zijn boek oplas, opdat hij geen dolk tegen zijn uitgelebberde keel gedrukt kreeg als hij ze plechtig tot man en vrouw engageerde. Of ze in een kolkende mist van het heden in de figuur van haar huidige zelf en haar huidige aura opdoemde achter zijn grijze silhouet, die hand in hand stond met zijn vrouw en tijdloos neerkeek op de uitgebrande lijken van zijn schoonouders, hooggeroemde mensen die uit de weg geruimd dienden te worden om het pad dat ze als paar wilden afleggen vrij te maken. Vrij van onkruid, zoals hij toen met een voldane glimlach had gedacht, zijn blik gericht op het verschroeide, verminkte vlees dat ooit een man was geweest die met zijn zaad zijn Diva op de wereld had gebracht. Dezelfde vingervlugheid waarmee hij meer van zijn criminele daden in zijn periode als advocaat had weten te verbloemen, tot de dag van vandaag. Het waren hoofdstukken uit een zwart verhaal dat nergens anders thuishoorde dan in zijn bewustzijn. Hij wilde niet dat ze die dingen zag, hoe, wie en wat hij werkelijk was. Een moordenaar. Een pedofiel. Een bedrieger. Drager van maskers, acteur van het hoogste, schunnigste kaliber. Helemaal niet de attente en hardwerkende man, uitgenodigd op rode leren banken bij talkshows en voor befaamde interviews, die de buitenwereld dacht dat hij was. En het was abominabel, zo verschrikkelijk nietswaardig als dat aan het licht kwam door een beloken wijf als Oriël, vuile teef die ze daar was. Zij, waar hij anders ook geen woord mee wisselde, simpelweg omdat ze enkel diende als levend aandeel voor zijn school. Zij, die gruwelijk close met Norwood was geweest. Maar ze moest haar zien. Savador staarde haar een lange tijd aan voor zijn wenkbrauwen in een grimas van ellende omhoog kropen in een koortsachtige frons en zijn onderlip zich trillend van zijn ondertanden verwijderde, een uiterst zeldzaam, bijna meelijwekkend aanzicht. 'Je ziet - ziet haar al,' stamelde hij ademloos. Adem werd in een luide, snikachtige teug opgenomen. Zijn adamsappel rolde meerdere malen door zijn keel terwijl hij haast ongelovig zijn hoofd schudde. 'Zet me niet buiten mijn gerief. Waag.. waag dat niet doen met je onzedelijke Novaanse bloed.' Er moest een andere uitweg zijn. Dat moest. Dat kon niet anders. Ze moest hem een andere uitvlucht bieden, maar niet deze. God, nee, alsjeblieft niet deze. Vervolgens rolde de langzaam opzwepende razernij als een giftige walm over zijn bibberende en stamelende lippen en schoten zijn handen als klauwen naar haar schouders. Hij had geplakt - al dan niet met een waardeloos stuk shit van een lijmproduct, maar ze kon het zien, ze kon Diva zien, ze hoefde enkel een blik op de foto te werpen en te zien, dat was genoeg, vertel me dat dat genoeg is. 'Je kunt haar al zien, hier, gore feeks, RIGHT here. Godverdomme -' In de donkere waas die voor zijn ogen trok wierp hij haar tegen haar bureau en klom half over haar heen, het volle gewicht van zijn bovenlichaam op haar drukkend en zijn handen om haar bovenarmen geknepen, niet begrijpend hoe ze het zo niet kon zien, dat haar krachten zo zwak waren. 'JE ZIET HAAR AL!' bulderde hij hysterisch in haar gezicht, zijn grauwende mond op nog geen vijf centimeter afstand van haar neus. Een ogenblik later liet hij zijn hangende hoofd zakken en begroef zijn met een van kommer betrokken gezicht en dichtgeknepen ogen in haar hals. Zijn armen verschikten zich steeds in een stevigere greep onder haar schouderbladen in de wanhopige omhelzing terwijl zijn rug op en neer dreinde onder zijn schokkerige ademhaling, alsof hij niet genoeg bewijs had van haar warmte en aanwezigheid. Mijn geest en mijn ziel; genadeloos wroet je er doorheen en stuit je op de wortels, ontworteld het zelfs. Maar hij had nooit zijn innerlijke poorten voor haar geopend, doch was ze nu als een hardnekkige vlek op zijn ziel die hij nooit of te nimmer weg kon schrobben.
Volledig in het thema van Valentijn staan er twee Events op het programma van de site. Beide zullen van start gaan vanaf 14 februari, dus houd de site zeker goed in de gaten.
Cupid Hearts: Verras vrienden of in game characters met een vrolijk hartje deze Valentijn. Met of zonder lief berichtje eraan vast. Anoniem of juist niet. Stuur je hartjes naar het account van Alpha.
Valentine's Dance:Vanaf 14 februari zal de grote zaal van de school omgetoverd worden tot een danszaal vol met eten, drinken en live muziek. Iedereen is welkom om aan dit algemene topic deel te nemen.
WINTER
Tijdens de winter is het terrein van de school in diepe rust. De meeste dieren zijn onvindbaar verscholen en de ijzige wind houd ook de leerlingen binnen. De perfecte tijd om met een kop warme choco naar de vallende sneeuw te kijken.