MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Onderwerp: Rebel & Mr. Brightside ma sep 16 2013, 02:31
VOICE;;
Rond het middaguur was het een drukke samengepakte boel op de gangen van de school. Eén grote kakofonie van dichtslaande klaslokaaldeuren, gehol en gelach en gepraat, kakelende tienermeisjes die eindeloos roddelden over die ene leuke jongen en die ene zak van een leraar, overdreven nadruk leggend op ieder middelste woord zoals pubers dat altijd deden ('Ooh, heb je dat gehoord? Echt niet normaal, gewoon!'), onnodig veel geroep en geschreeuw door de doorsnee eerstejaars die dat allemaal maar normaal vond, docenten die zich haastig en excuserend langs hanggroepjes drongen. Alles en iedereen samengegrepen in de stroom die zich rap richting de eetzaal bewoog. De leut, de pret. Het leven is een feest. Chagrijnig begaf hij zich onder die kudde, een hand stijfjes om zijn aktetas gelegd terwijl hij de sleutel uit het slot haalde van het lokaal vuurmagie. Je kon nooit te voorzichtig zijn met een kasteel vol jeugdige crimineeltjes. Zijn goudgele ogen namen de gang kort in zich op. Blijven plakken om het over koetjes en kalfjes te hebben, tot opwekkende irritatie toe. Jezus, hadden ze niks beters te doen? Echt typisch mensen-mensen weer. Hij was al een op zichzelf aangewezen persoon, introvert en liever alleen. Verkoos liever zijn eigen kantoor dan de overvolle eetzaal waar hij hatelijk werd nagekeken, met zijn slangen als enig gezelschap. Gelukkig hoefde hij daar nu niet heen. Anderzijds viel het ook niet te zeggen dat waar hij nu heen ging bepaald een 'happy go lucky-place to be' was. Waar zijn collega's en tevens werknemers een gedachtewisseling deelden onder het genot van een stuk gebak en koffie, flauwe grappen inbegrepen. Alsof alles goed en wel was tussen iedereen. Als er een plaats was waar hij een hekel aan had om zich te laten zien, was dat de lerarenkamer wel. Behalve dat hij nu niet bepaald de persoon was om gezellig tussen zijn collega's te zitten en mee te socializen was er ook het feit dat hij er veel gewoon niet mocht. De laatste keer dat hij er was geweest had hij in een rolstoel gezeten en het liefst zo snel mogelijk weer weg gewild voor iemand hem zo zou zien, in het ergste geval wel sympathie voor hem zou tonen. En ook nu was het het plan om snel wat dossiers in zijn postvak te pakken en zo snel mogelijk weer weg te glippen. De lange zwarte mantel die hij hedendaags over zijn nette maatpakken droeg golfde in zijn rappe pas achter hem aan als een grote vleermuisvleugel terwijl hij zich - niet zonder moeite - een weg probeerde te banen. 'Maak dat je wegkomt, janktoeter!' siste hij een kleine bebrilde jongen die trillend in zijn gangpad ging staan nijdig toe. Papiertje tegen zijn borst geklemd, vragende blik in zijn met onzekerheid gevulde ogen. Vast en zeker om hem te vragen waar dat lokaal zich bevond, wat het leerboek vuurmagie bedoelde met die ene term, waar hij zijn snottebrellige neusverkoudheid kon laten behandelen. Maar daar was het kleine beetje vrije tijd niet voor dat hij in zijn pauzes had. Zonder blikken of blozen liep hij het joch dat op het punt stond in huilen uit te barsten haast omver, het ge-'maar, maar' straal negerend. Geen tijd. De verdere gang naar de lerarenkamer was op een onbenullige leerling na leeg; een waar wonder. De deur stond een stukje open, zag hij toen hij dichterbij kwam. Een slecht teken. Omzichtig stak hij zijn neus tussen het kiertje naar binnen alsof een mogelijk aanwezige collega een onaangenaam odeur uitscheidde en hij dit kon ruiken, toen zijn gezicht en uiteindelijk zijn gehele hoofd. Wat volgde was een sessie aan onverstaanbaar gemor tussen neus en lippen door in zichzelf, want - genadige Medusa - daar zat iemand. Iets of iemand. Hij gunde het geen blik waardig, maar liep in plaats daarvan meteen in een rechte lijn naar de op elkaar gestapelde uitschuifbare lades die dienden als postvakken. Niets te zien. Hij was voor nu even onzichtbaar, lucht. Zo snel als hij gekomen was zou hij ook weer weg zijn, was het idee.
WORDS;; 679
joy, de complexheid van beginposts voor casca
Miss Casca
PROFILE Real Name : An0N - 3.o Posts : 179
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Earth//Wood Klas: - Partner: Boy, you're Standing too Close to a Flame that's Burning Hotter than the Sun in the Middle of July~
Onderwerp: Re: Rebel & Mr. Brightside za sep 21 2013, 22:47
||. Live with a 'Fist First' Philosophy .||
Het vele lawaai wat altijd in de lunchpauze geproduceerd werd was iets waar de jonge vrouw nog altijd niet helemaal aan kon wennen. Zelfs in de lerarenkamer kon ze soms zonder veel moeite meegenieten van de wilde verhalen en slappe roddels die in het rond gestrooid werden. En de dramatiek die er altijd als overbodig aanhangsel bij geplakt werd... Ze had nog nooit zoveel onzinnigheid bij elkaar gehoord. Maar ja, wat deed je eraan? Dit was de wereld waar die pubers nou eenmaal in leefde. En zij was nu ook onderdeel van die wereld. Het beste wat ze erom kon doen was schouders ophalen en er maar gewoon om lachen. Lachen om de stommiteit die ze vaak in die verhalen hoorde. Het leven was beter als je overal maar een beetje de humor ervan kon inzien.
Vandaag was Casca echter niet zo in de juiste bui om een lachbui uit die onnozele verhalen te kunnen trekken. Voor vandaag was ze niet wat langer bij haar studenten gebleven om nog wat gekke gesprekken en slechte liefdesverhalen op te kunnen pikken. Ze had de les zelfs een halfuur eerder laten stoppen, om eerder weg te kunnen en verder te werken aan haar eigen… ‘project’, tijdens de lunch. Een project wat niet mee leek te willen werken. Als ze nou eens heel voorzichtig met een draaiende beweging het onderdeel erin probeerde te schuiven... Voorzichtig... voorzichtig... Maar hoe geleidelijk en delicaat haar mechanische vingers ook het dunne metaalplaatje tussen de rest van de onderdelen probeerde te schuiven, haar voorzichtigheid bleek allemaal maar nutteloos te zijn. Het oude, dunne plaatje brak ondanks haar voorzichtigheid alsnog toen Casca het onderdeel tussen de rest probeerde te zetten en er een beetje kracht achter zette. “Godver,” vloekte ze zacht in zichzelf. Goedkoop klerenspul dat het ook was. En het nieuwe materiaal werd ook pas eind volgende week geleverd. Op deze manier haalde ze die deadline nooit! Tenzij ze van volgende week een nachtbraak-week maakte. Niet dat dat echt een mogelijkheid was te noemen. Voor volgende week stond ze ook alweer helemaal volgeroosterd voor lessen- en bijlessen. Misschien als ze nou gewoon naar de klant belde om te zeggen dat ze door een late aflevering wat meer tijd nodig had...
Geërgerd, als een klein kind wat genoeg van alles had, schoof ze het half in elkaar gezette robotbeest aan de kant, samen met al het gereedschap dat voor haar lag. Zuchtend leunde ze in haar stoel wat achterover, tot ze op de twee achterste poten balanceerde. Stom gedoe ook! Dat gezeik van die klanten altijd, pratend alsof ze de wereld in de palm van hun hand hielden en jij je maar vereerd mocht voelen dat je door ze opgemerkt werd. Maar zodra je ook maar iets tegen hun woorden inbracht, of met nieuws kwam wat ze liever niet wilde horen, stond je meteen gemarkeerd in hun bestaan als aartsvijand nummer 1. Alsof ze het gezegde ‘de klant is koning’ zo letterlijk mogelijk probeerde te nemen. En ik ben keizer… Mopperend in zichzelf zocht de jonge vrouw naar een pakje sigaretten en haar aansteker in de binnenzak van haar jacket, nadenkend over hoe ze het nieuws het beste naar de klant kon brengen, zónder haar betaling ermee kwijt te raken. De twee voorwerpen eindelijk gevonden, bracht ze een nieuwe peuk uit het pakje, samen met de aansteker naar haar mond. Een handeling die haar bijna net zo gewoon was geworden als ademhalen. Sigaret aangestoken en wel wierp ze de aansteker en het pakje sigaretten van zich af, bij de rest van haar spul wat op tafel lag. Het was op dat moment dat ze iemand vanuit haar ooghoek de kamer in zag stappen, in donkere kleuren gehuld, rug recht. In één oogopslag was het al duidelijk wie naar binnen gestapt was. Er was immers maar één persoon die als graaf Dracula door de school liep. Met grote, lange passen baande hij zich een weg door de kamer, keek niet op of om naar haar tijdens zijn reis. Een echte Heer. Niet dat Casca het zag als iets slechts. Baaslief was niet bepaald het soort persoon waarmee ze goed op één lijn kon zitten. Afgezien van het sollicitatiegesprek, hadden ze elkaar ook nog niet eerder écht gesproken en daar kon ze niet ondankbaar over zijn. De verhalen die de gevreesde hoofdmeester als onderwerp hielden waren nou niet bepaald roosgeurig te noemen. Mishandelaar, charmeur, achterbaks, dictator, humorloos, sadist, de lijst ging maar door. Het type dat eer deed aan het beeld wat de stereotype Shadraan probeerde neer te zetten. Dus nee, Casca vond het niet erg om genegeerd te worden door hem. Hij was haar baas, vulde maandelijks haar loonstrookje in, liep haar zo nu en dan tegemoet in het gebouw, maar daar zou het dan ook bij blijven. Als hij deed alsof zij niet bestond, prima, zou zij dat ook bij hem doen.
Ongestoord wendde Casca haar blik weer af van haar mannelijke collega, alsof ze hem nooit gezien had. Een halve meter schoof ze met haar stoel naar achteren, voor zichzelf de ruimte creërend om haar benen languit over de tafel te leggen. Met een zwaai schoot als eerst haar rechterbeen omhoog, die ze ook weer naar beneden toe bracht om op de tafel te laten landen. Een actie wat met iets teveel vaart en opgekropte ergernis gebeurde. Op het moment van impact klonk er een schrikbarend harde klap, waarna nog enkele, zachtere tikken volgde. Tikken en klappen van brokstukken en houtsplinters die op de grond kinkelde, samen met de andere voorwerpen die op de tafel neergezet waren. Verontwaardigd, alsof ze nog niet helemaal begreep wat er zojuist gebeurd was, staarde Casca naar de tafel die ze zojuist, per ongeluk, door de helft getrapt had. Dat verdomde inschattingsvermogen ook… “Whoeps…” was het eerste woord wat zachtjes, bijna onschuldig uit haar mond vloog. Haar ogen schoten naar haar mannelijke collega, bijna verontschuldigend. “Die eh… die scheur zat er vast al een tijdje. Zacht tikkie deed ut um.” Alsof die woorden haar zouden gaan helpen. Kansloos.
OOC: Ugh, tell me about it. Ik ben geloof ik wel drie keer opnieuw begonnen hiermee. Maarja, das het voordeel van beginposts; ze hoeven maar 1 keer per topic gemaakt te worden. Anyway, let the games begin~
Master Savador
PROFILE Real Name : Saf Posts : 14626 Points : 0
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Onderwerp: Re: Rebel & Mr. Brightside wo sep 25 2013, 11:54
VOICE;;
Het was niet onwaarschijnlijk dat hij werd opgemerkt. Hoe kon je hem ook niet opmerken? Niet per se om de karakteristieke wapperende mantel, de glimmende herenschoenen of de cynische ogen die vol afkeur op ieder ander neerkeken. Het was meer het icoon dat hij droeg als Hoofdmeester zijnde, en dat hij altijd met zich mee zou dragen. Als zware ketens aan zijn enkel, want er kon niet echt gezegd worden dat hij een spetterende reputatie bij die spetterende positie had. Ook nu voelde hij een brandende blik zijn rug prikkelen, geworpen tijdens het rechten van het hoofd van de eigenaar, voor hij of zij met eenzelfde desinteresse weer verder ging met.. waar de persoon in godsnaam ook mee bezig was. Met de ladeknop van bladgoud nog in een hand staakte hij zijn poging om zijn postvak te openen. Zo snel als zijn oogspieren het toelieten wierp hij een slinkse blik opzij, heimelijk; zelfs de muren mochten niet weten dat zijn nieuwsgierigheid de tweestrijd in hem won en hij de luttele ziel een blijk van zijn belang bij nader inzien toch wel waardig vond. En terwijl hij trachtte dat in een fractie van een seconde te proppen kwam hij tot de conclusie dat het hoe-heet-ze-ook-alweer was dat daar aan het ouwehoeren-tableau zat. Dat jonge energieke ding, hij kwam even niet op de naam. Soms herinnerde je je de klank wel en had je het bijna - maar dan toch weer net niet. Dat was dus momenteel het geval. Niet dat het er ook iets aan toedeed. Ze hadden enkel wat tijd gedeeld in haar sollicitatiegesprek hier, hij passeerde haar zo nu en dan eens in de gangen - zonder een blik te wisselen, uiteraard - en that's it. Aan sociale franje deed hij niet - mits hij zijn kans kon grijpen om de een of andere schone dame in te palmen - en zéker niet met zulke berekenende types die naar zijn mening zelf pas van school kwamen. Als ze nu eens niet die vreselijke assertiviteit uitstraalde, wat meer volgens de etiketten leefde, normaal op een stoel kon zitten - Pink omhoog en kersenrood gestifte lippen om het theekoprandje krullen, om de zoveel keer knipperen een zedig nipje; een vrouw naar behoren. Of beter gezegd; naar zijn behoren. Maar dat was niet de enige reden waarom zijn minachting overschakelde naar pure afschuw. En die uitdrukking was ook niet specifiek op de jonge vrouw zelf gericht, maar op de troep die op tafel lag. Her en der lagen handige tuigen over het tafelblad verspreid alsof ze haar gehele gereedschapskist omgekieperd had. Daartussen lagen onderdelen waarbij hij meteen de representatie had van roestige zware bouten, voorheen misschien nog wel gehanteerd door zwarte smidsehanden, vet van het smeer en riekend naar olie. En, bovenal, zijn tafel bevuilend. Wat voor metalen theepot ze ook in elkaar aan het draaien was, hij was er duidelijk niet blij mee. Er ontsnapte een geluidje uit zijn keel dat zijn snobistische aard perfect aandeed, want het was hoog en verontwaardigd, alsof iemand van het lage volk bij wijze van spreke zijn golfclub even voor het gemak als ruggenkrabber gebruikte. Verlichtende langgerekte 'Aaaah' inbegrepen. Zijn smalle lippen tuitten zich en het duurde niet lang voor de alom bekende frons tussen zijn wenkbrauwen verscheen. Veinzend aan zijn sikje plukkend wendde hij zich van haar af, ondertussen iets met opeen geklemde kaken mompelend over draaibanken en de akelige transformaties die het meubilair hier soms ondervond. En het gemopper hield aan terwijl hij met een pinkie wat documenten in Norwoods vakje optilde om met een schuin oog na te gaan of er nog enige liefdesbrieven van Eres tussen zaten die hij met alle plezier tot as kon toveren, want mopperen was één van zijn vele hobby's. Stoelpoten schraapten zacht over de vloer toen hij mevrouw in zijn ooghoek nog verder naar achteren zag leunen. Welja, doe wat je niet laten kunt in dezelfde ruimte met je werkgever. Fatsoen, wat was dat? Er klonk een overdreven diepe snuif om zijn afkeur te laten horen, die zijn borst zodanig vulde dat hij alle lucht in de kamer in zijn longen op leek te slaan en zich zelfs even met opgerichte kin op de tippen van zijn herenschoenen wipte. Toen merkte hij het op, die vieze nicotinestank. Nog roken ook. Hij wilde net veelzeggend in een vuist kuchen zoals hij deed in de casino's die hij bezocht als een vingerknip of een doorborende blik niet werkte, maar gooide in plaats daarvan bijna een paar oude beschimmelde boterhammen uit Norwoods postvak (die hij gevonden had tijdens het rondneuzen) over zich heen toen hij zich een ongeluk schrok. Een enorme dreun weerklonk door de ruimte die de vloer even liet trillen, gevolgd door gesteun, getik en gekletter. Met een samengeknepen boterham in een hand staarde hij met grote ogen naar het tafereel, nog wat verdoofd van de plotseling getroffen schrik. 'Whoeps…' De tafel was doormidden gebroken, die vieze smeertroep verspreidde nu ook de nodige bacillen over zijn vloer - en mevrouw zei whoeps. Het leek enige tijd te duren voor hij uit zijn shocktoestand ontdooide, zijn onvaste blik die van de ene troephoop met splinters naar de andere troephoop met splinters schoot voor hij zich tot de oorzaak van dat alles kon richten. 'Miss Pascha,' wist hij uiteindelijk zacht en trillend over zijn bleek geworden lippen te krijgen, haar naam in een impuls weer in zijn hoofd geschoten. Of niet. Een bevende hand sloeg in een ruw gebaar de zoom van zijn mantel achter zijn benen voor hij zich, tamelijk kalm, naar de vergaande tafel en diens onvoorzichtige belager begaf. Voor iedereen die hem goed genoeg kende moest dat kalme juist des te harder een alarm laten luiden. 'Heb je ook maar een idee - ENIG idee -' Noodgedwongen moest hij even een pauze inlassen; zijn stem verried nu ook bevingen en hij stond met beide handen voor zich uitgestoken, de palmen naar boven, boven de rotzooi te stamelen. Alsof hij het allemaal tussen zijn vingers door had laten glijden en nu gedwongen was het schrikbarende resultaat te aanschouwen. En alsof hij op het punt stond een toeval te krijgen. 'Hoeveel gaten ik in mijn eigen portefeuille moet steken om de kosten voor de school te kunnen financieren?' wist hij fluisterend zijn zin af te maken, zijn ongelovige, langzaam maar zeker toornig wordende blik nu op de vrouw zelf gericht. Want dat was in zijn belevingswereld een ramp, een tragedie, een calamiteit dat hij niet met een zevende magazijn wijnflessen de slijterij verliet omdat hij apart geld in het laatje moest steken om een schoolbankje hier en daar te vervangen.
WORDS;; 1123
Miss Casca
PROFILE Real Name : An0N - 3.o Posts : 179
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Earth//Wood Klas: - Partner: Boy, you're Standing too Close to a Flame that's Burning Hotter than the Sun in the Middle of July~
Het was allemaal niet haar intentie geweest, eerlijk waar. Het was gewoon gebeurd door opgekropte frustratie en irritatie. De opsomming van slaapgebrek, stress over naderende deadlines, papierwerk voor de school waar ze ook dagelijks aan moest zitten en haar eigen, ‘persoonlijke’ zaakjes zorgde zo voor de nodige druk. Druk wat er toch op een bepaald moment uit moest. En dat gebeurde zo nu en dan wat onverwacht, op wat ongelegen momenten. Zoals nu. De arme tafel. Hij had dit niet verdiend. Wat voorovergebogen in haar stoel, alle vier de poten weer netjes op de grond geplaatst, staarde ze peinzend wat naar de enorme troep die zich door haar doen over de vloer had verplaatst. Zuchtend wreef ze met haar hand een paar keer over haar nek, denkend over hoe ze het allemaal het beste op kon gaan ruimen, zonder dat ze er al teveel tijd aan zou verliezen. Opruimen was nou niet bepaald één van haar favoriete bezigheden. Toch kon de jonge vrouw het niet laten om een klein, onschuldig glimlachje op haar gezicht te draaien. Ergens kon ze er ook wel weer de humor van inzien. Had zij weer hoor, iets stoms en simpels als je benen op tafel leggen en zo een ravage aanrichten. Ze had wel een aardig talent voor dingen slopen ontwikkeld, door de jaren heen.
Haar aanwezige collega had er echter wat meer moeite mee om de grap in het schouwspel te kunnen bespeuren. Een zacht, bibberend stemmetje bracht een vreemde, onbekende naam uit, maar adresseerde vermoedelijk naar haar. Er was immers niemand anders aanwezig in de ruimte. De aanspreking deed haar opkijken, met een blik die alles behalve vriendelijkheid uitstraalde. ‘Pascha,’ serieus? Die vent was nog een grotere ramp met namen dan zij was. Luisterend naar zijn bevende stem nam Casca een hijs van haar sigaret. De manier waarop hij sprak herinnerde haar aan een klein, miezerig schooljongetje wat altijd het slachtoffer was van pestkoppen en wat eindelijk eens voor zichzelf op probeerde te komen. Maar niet al te succesvol, natuurlijk. Treurig, ergens. Je zou toch bijna medelijden krijgen. Maar dat hele idee werd ook direct weer van tafel geschoven (snap je? ‘tafel’) nadat hij zijn kleine pauze had ingelast. Niet alleen was zijn toon verbeterd en scherper geworden, hij keek haar aan met een vuile, vinnige blik. Een blik die ze wel eerder gezien had. Een blik die zei ‘als je nog wat kleiner was, had ik je onder de zool van mijn schoen vertrapt. Niemand die het door zou hebben.’ Eikel. Niet alleen had hij haar naam niet onthouden, maar plaatste hij zichzelf nogwel zo ver boven alles en iedereen, dat mensen niks meer dan mieren moesten lijken vanaf zijn hoogte. En dat was dan haar baas. Toffe gozer, hoor!
Rook werd vanuit een klein gaatje bij haar mondhoek naar buiten geblazen, terwijl Casca bedachtzaam, zacht knikkend de hoofdmeester eens van top tot teen bekeek. Ze kende zijn soort wel. Trots, arrogant, maar jammer genoeg ook buitengewoon intelligent en te sluw dan eigenlijk goed voor ze was. Bij zulk soort types werkte haar gebruikelijke, grove woorden en slechte woordgrappen niet, daarvoor hadden ze veel te lang in het augurkzuur gelegen. Ze moest haar woorden wat zorgvuldiger kiezen, om de boodschap toch aan te laten komen en om duidelijk te maken dat ze lang niet zo snel over zich heen zou laten lopen. “Lijkt mij toch nog wel redelijk mee te vallen, als ik de Heer zo bekijk,” gromde ze schouderophalend. Er was in tijden geen betere plaatsing voor het gezegde ‘je kan me rug op’ geweest dan nu. “Eén of twee keer per week minder uiteten valt vast wel te overleven. Besparen, noemen die economen dat, geloof ik.” Over onverschillig gesproken… “Zo een tafeltje valt toch makkelijk te vervangen? Gewoon zo een plastic dingetje bij de plaatselijke groothandel vandaan. Kleedje met bloemetjesprint eroverheen om de krassen en vlekken te verbergen, klaar is Kobus! En daar wordt je portefeuille ook niet zo een gatenkaas van.” Eén van de brokstukken die praktisch gezien tégen haar voet aan lag werd nonchalant met een zacht tikje naar de andere kant van de kamer getrapt, waar het met draaiende bewegingen tegen de plint aan stootte en als een pinball afgestote werd en enkele meters de andere kant op schoof. “De dingen hoeven heus niet zo een ramp te zijn als je er gewoon een beetje open-minded naar kijkt, Master Zeurvador,” maakte ze haar verhaal af. Ogen lichtelijk samengeknepen tot spleetjes, om duidelijk te maken dat ze zijn verspreking bij haar naam niet gewaardeerd had. Als je als werkgever nog niet eens het fatsoen had om de namen van je werknemers goed en wel te onthouden, tja, dan zou zij zich ook maar even als achterlijk voordoen.
Master Savador
PROFILE Real Name : Saf Posts : 14626 Points : 0
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Onderwerp: Re: Rebel & Mr. Brightside ma okt 21 2013, 07:29
VOICE;;
Alles wat er op het moment aan toe leek te doen was het weerloze, vernielde meubilair dat zijn armzalige bestaan dagelijks had moeten verdragen door als steun te dienen voor kopjes koffie, schoteltjes en met inkt bevuilde leerkrachthanden die zenuwachtig op het tafelblad hadden getikt, dat ooit eens zo gaaf en glanzend en sensationeel en bovenal.. splinterloos was geweest. Uiteraard dat dat alles grove rubbish was, want het ging hem voornamelijk om het achterliggende verlies dat hij nu leed. Weggegooid geld. Dat nam nog niet weg dat hij het niet aan zijn hart kon krijgen als een of andere onvoorzichtige werknemer door het dolle heen met schoolspullen ging lopen smijten, zodanig dat de ene stoel na de andere door de lucht zoefde en andere leraren achter op hun zijkant geplaatste tafels dekking zochten. In zijn eigen drie keer erger gemaakte interpretatie, natuurlijk. Zijn onschuldige meubilair trof geen enkele blaam, en al zeker deze meute-verzamelplek annex mislukte werkbank niet. Met gereserveerde kilte gleden zijn goudgele ogen langzaam van de ravage terug naar de jonge vrouw. Deze nam doodleuk een hijs van haar saffie (ohoh) terwijl hij zich hier stond op te winden. For God's sake. Ontzettend lang hoefde het niet te duren voor haar flegmatieke blik zich in zijn richting bewoog, nog altijd paffend zoals rokers de indruk wekten met niets of niemand moeite te hebben, behalve hun sigaret. Een kleine trek om zijn mond verried zijn afkeer bij het idee een blik te moeten ontvangen van, wat hij vond, 'lager voetvolk', maar ondanks dat rechtte zijn rug en kin zich in fiere hooghartigheid, de blik in zijn neerkijkende ogen al net zo apathisch. Alsof ze daadwerkelijk niets meer voor hem was dan een nietig insect onder zijn flink opgepoetste herenschoen. That's right, bekijk me maar eens goed. Zie maar eens wie er voor je staat, wiens schoenneus je behoort te kussen in ultieme bewondering.
Maar nee, van eerbied was geen sprake. Niet eens een verontschuldiging. Er werd gereageerd met een opmerking die overliep van ongepaste brutaliteit, dat soort brutaliteit dat hij gewend was alleen van zijn leerlingen over zich heen te krijgen. De directe of indirecte terechtstellingen, maar hoe je het ook bekeek: het hóórde niet. Niet volgens hem. Ongelovig staarde hij haar aan, de grootsheid die hij vierentwintig zeven hoorde uit te stralen verbloemd door de dreiging in zijn iets verwijdde ogen. Hij kleedde zich enkel naar behoren, naar zijn rang - en dat werd al bekritiseerd? O, hij kende haar types wel. Ze leek hem de persoon die een zware boksbal in haar persoonlijke verblijf had hangen, de muren bedekt met wanddecoraties waar woorden of lijfspreuken op stonden in een Oosters script met inspirerende betekenissen. De kettingrokende rough girl van de hoek van de straat die rondliep in leren jackets en niet de deur uit ging zonder een verband om haar blauwgeslagen vuist. Dat soort dat ruige gezette heavy metal-kerels als vrienden had in leren motorjacks en vlezige armen vol tatoeages van slangen die uit gescheurde schedels kronkelden, waar hij als nette burger dan fronsend maar ineengekrompen tussen zat in een bar terwijl de ene na de andere kan bier schuimend en onder luid gelal werd doorgeschoven, gevolgd door enorme handen die met een bulderend, respectloos 'OFNIE'DAN SAF?' de ribben uit zijn ribbenkast sloegen bij de zoveelste klap op zijn rug. Als hij dat dan al kon verstaan boven het helse kabaal van gegrunt, geboer, hevige bassolo's en de geluiden van een tent die werd afgebroken uit. Op het einde van de avond hingen ze hem dan aan zijn mantel op aan de deurpost om hem als piñata te gebruiken, castreerden hem met hun vermorzelende vuisten of gingen met hem overgooien of zoiets. Normaal gesproken types die men liever uit de weg ging, maar zijn naar het hoofd gestegen bevoegdheid won het meer dan eens van zijn gezonde verstand. Hij vertikte het om ook maar voor iemand uit te wijken, met de verwachting dat ze dat voor hem deden.
Pascha. Zijn spottende ogen ontmoetten de hare weer terwijl hij het gezicht bij de naam verzegelde. Zo in strijd met de jongedame die hier voor zijn neus zat en haar thuis liet voelen. Zulke namen droegen de verwende poedeltjes in de stoeferswijk op Shadra waar hij zijn villa liet bouwen. 'Besparen is een betekenisloze term uitsluitend gemaakt voor en door zielen die nauwelijks rond kunnen komen,' wist hij ondanks zijn stijf opeen geklemde kaken naar buiten te krijgen. 'En laat me je eens vragen, Pascha: zie je me daarvoor aan?' Hij zoog zijn longen zodanig vol in de verachtende snuif die volgde dat zijn borst zich niet onoverdreven op bolde en hij veelbetekenend een hand op zijn pofachtige cravat legde, die ogenschijnlijk een hele dure was. Besparen, ha! Huiveringen kreeg hij ervan, bij het woord alleen al. 'Nee, dat DOET. MEN. NIET. ''Gewoon zo even maar'!' schoot hij snauwend uit zijn slof toen ze nog nauwelijks was uitgesproken. Het leek wel een standbeeld in modieuze houding dat in al zijn toorn plotseling tot leven kwam. Eersteklas, duur, maar van de allerbeste kwaliteit: hij wilde dát of anders niets. En het tergde hem aanzienlijk dat ze dat niet scheen te kunnen begrijpen, hem aanzag voor zo'n alledaagse huisvader die zijn leven dankte aan het leger des heils en oude fietsen ombouwde tot aandrijfwiel om waardeloze spullen veelzijdig te kunnen hergebruiken.
'Ahyes!' Hij klapte luid in zijn handen, zich vervolgens omdraaiend met een faux expressie van erkenning op zijn spottende, wrokkige gelaat. "Gewoon zo een plastic dingetje voor gewoon zo een tafel! En u krijgt er een foeilelijke lampenkap bij waar we toch niet vanaf komen, gratis en voor niets! Wat zoekt u, beste man: tweedehands? Tikkeltje gammel, maar kan ermee door! Of valt uw oog eerder op ons kreupele mahoniehouten exemplaar in de achterkamer, vandaag nog geleverd van een allejezus verontreinigde godvergeten stinkende STORTPLAATS!" Droogjes scheurde zijn nukkige fronsige blik zich even van haar af om het weggetrapte brokstuk met zijn ogen te volgen tot het ergens tegenaan stootte en uit het zicht verdween. Alsof hij nooit door die doelloze handeling was onderbroken richtte hij zijn blik weer op de vrouw voor hem, zijn wijsvinger vervaarlijk na een demonstratieve zwiep van zijn hand onder haar neus priemend. 'Moreover,' vervolgde hij, zijn vinger nu zowaar in haar neusgat gestoken. 'Ik meen me toevallig te kunnen herinneren dat dit een lerarenkamer is en NIET Gepetto's werkplaats!' De kalmte keerde weer wat terug in zijn stemgeluid dat nu overging op een zachte sissende toon, maar niet zonder zijn gif te verliezen. Een humorloos zwak grijnsje speelde om zijn lippen en er was een klein snuifgeluid te horen bij de lucht die hij daarna verontwaardigd uitstootte. 'Vergeef me, dear, ik denk niet dat ik dat laatste goed heb verstaan,' kwam er kalm, bijna hoffelijk uit - en vervolgens met licht samengeknepen ogen terwijl hij zich iets naar haar toe boog; 'Hoe noemde je me?' Zijn mondhoeken hingen weer nijdig naar beneden en de lispelende dreigende toon waarop hij dat laatste voortbracht moest genoeg zeggen over zijn eigenlijke gemoedstoestand. Bij Medusa. Hij had haar Pascha-poedelnaam onthouden - dan verwachtte hij op z'n minst dat hij ook met zijn naam - zijn juiste naam - werd geadresseerd.
WORDS;; 1264
Miss Casca
PROFILE Real Name : An0N - 3.o Posts : 179
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Earth//Wood Klas: - Partner: Boy, you're Standing too Close to a Flame that's Burning Hotter than the Sun in the Middle of July~
Onderwerp: Re: Rebel & Mr. Brightside zo nov 03 2013, 17:26
||. Live with a 'Fist First' Philosophy .||
De boodschap was niet aangekomen. Hij leek alles behalve duidelijk geweest te zijn. Beluisterd met dovemans oren. Alles om maar onwetend te blijven, niet? Ignorance is bliss. Maakt niet uit, ze zou er wel een schepje bovenop doen. Ze zou het hem wel even goed duidelijk maken dat zíj niet één van die standaard schoothondjes was, waar hij ongetwijfeld vaker mee te maken had. Zij zou niet voor hem zitten en pootjes geven wanneer hij dat van haar verwachtte. En daar zou hij achter gaan komen ook. Al moest ze hem letterlijk met zijn neus op dat feit drukken, maar hij zou er achter gaan komen. Goedschiks, of kwaadschiks.
Nijdig beet hij meteen toe op haar woorden, terwijl ze nog nauwelijks een punt achter haar zin gezet had. Met veel geblaf en gegrom blies hij haar omver en maakte hij maar al te duidelijk dat hij niks van haar verhaal wilde weten. Och jeetje, ze had nu toch een steekvlam ontstoken hoor! De hitte die van zijn woorden afkwam was bijna werkelijk vlammend te noemen. Godsjezus, wat zou die vent z’n bloeddruk op het moment zijn? Maar natuurlijk bleef het niet bij geblaf en gesnauw. Neeheehee! Meneer ging graag nog even verder met zijn toneelspel, waarin hij maar al te graag uitschetste hoe de armzalige wereld er in zijn ogen uitzag. Stinkend, gebrekkig, stijlloos en nietig. Maar god verhoede! Laat de wereld stoppen met draaien, meneer hier had problemen met een collega én zijn vernielde meubilair, nie-mand bewegen! Jankerorgel. Er was een klein probleem en meteen begon de Apocalyps. Maar goed dat overdrijven geen echt vak was, anders was hij daar ook nog de hoofdmeester van geweest. Hoofdschuddend en rook uitblazend bij een diepe zucht wreef de jonge vrouw weer over haar nek. Hoe ging dat gezegde nou? Iets met een mug en een olifant? Ach, het zal wel, hij maakte de zaak in elk geval een stuk erger dan het werkelijk was. Hij gedroeg zich gewoon als één of ander klein kind wat z’n teen gestoten had en ervan overtuigd was dat hij z’n been gebroken had. “Gaat dat altijd zo, hier?” Met een soepel gebaar viste ze de peuk tussen haar vingers uit haar mond. “Iets breekt en meteen wordt Ragnarök geïntroduceerd? Vind je het gek dat het hier vaak zo een ongezellige boel is.” De peuk werd weer tussen haar lippen gestoken, rond de streek van haar linker mondhoek. “Als iets rampzaligs als besparen nog niet nodig is, valt het allemaal dus nog wel hartstikke mee. Nergens voor nodig om zo de Drama Queen over uit te hangen.” En de onverschilligheid vervolgde zich weer. Hij moest eens weten hoe vreselijk de jonge vrouw haar best deed om zich in te houden. Terug op haar thuisplaneet had ze hem allang een kaakslag verkocht, samen met een bulderende lachstuik en zo een zelfde, neerbuigende blik die híj zo eigen had gemaakt. Maar ze was niet op Erd en daar moest ze rekening mee houden. Dit was niet thuis, waar problemen met een goed pak slaag en een klop op de schouder opgelost werden. Hier moest je een zilveren tong hebben, moest je alles uitvogelen door met elkaar te práten. Diplomatiek noemde ze dat, ofzo. In Casca haar beleving natuurlijk zware bull, maar het was de wereld waar ze in leefde op het moment. Ze moest zich aan zekere zaken aanpassen. Hoe pijnlijk dat soms ook mocht wezen.
Voor even leek de rust wedergekeerd te zijn in de kamer. Geen geblaas en gesis meer, voor even niks. Maar het had niet lang mogen duren. Zijn woorden probeerde als hongerige slangen weer naar haar te happen, zoekend naar die ene slagader. En bijna was het raak geweest. Eén klein woordje. Die ene bijnaam. ‘Dear’… Gad-ver-damme. Daar sprong toch spontaan je maagzuur omhoog van. Meteen knepen haar ogen zich samen en veranderde de uitdagende, open blik in iets scherps. Met trage, rustige bewegingen kwam ze overeind uit haar zithouding. Stap voor stap, in tergend langzaam tempo liep ze op hem af, bij elke stap het luide gekraak van houtbrokken wat onder haar metalen gewicht vermorzeld werd hoorbaar. “Oh, ik zei Zeurvador. Zei ik het verkeerd? Éxcuses, mijn fout. Maar dat hebben we allemaal wel eens, niet?” En ze kwam steeds dichterbij. En dichterbij. Tot ze recht voor hem stond, haar hoofd lichtelijk naar achter gekanteld zodat ze hem recht aan kon kijken. Haar armen sloeg ze over elkaar en wikkelde zich in, tegen haar borst aan. Rook van haar sigaret dwarrelde speels omhoog, kietelde haar mannelijke collega langs zijn neus. “Het is. Cas-ca,” siste ze op giftige toon. Hoewel haar toon lang niet zo giftig was als de blik die ze erbij gevoegd had. Hij zou haar niet klein(er) krijgen. Ze zou niet ombuigen naar zijn wil. Ze wéigerde om zich als één van die andere schootkutjes te gedragen, dat kon hij mooi vergeten!
Master Savador
PROFILE Real Name : Saf Posts : 14626 Points : 0
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Onderwerp: Re: Rebel & Mr. Brightside di nov 19 2013, 01:53
VOICE;;
Wanneer was het de laatste keer dat zijn werknemers - ja, zijn eigen werknemers - het vuile lef hadden om tegen de haren in te strijken? Om met een 'Nou, dat vind ik toch niet zo gepast -' hun onvrede te laten blijken, dat later uitgroeide tot geroddel over hem in de lerarenkamer tot een slag in zijn gezicht. Die bonje had hij voornamelijk alleen met Norwood gehad, maar daarbij werd de jaloezie en de wrok bij betrokken om de vrouw die ze beide liefhadden. Kale had hem vroeger altijd een hak gezet, Delaija en Malaika hadden er het grootste plezier in gehad om het onderwerp 'Savador en zijn gekkigheden' aan te snijden - die laatste had het geweten - en Hatori had hem meer dan eens een blauw oog geslagen om wat hij met Madeline had uitgevreten, maar that's it. De haat jegens hem was deze generatie nog zeker aanwezig, oh jawel, maar menig collega liet dat simpelweg niet blijken. Maskertjes, het vriendelijke 'goedemorgen!' als hij één van hen op de gangen passeerde, complimentjes hoe dashing hij er vandaag wel weer niet uitzag - en de expressie van afgunst die vrijwel direct erna op die lieftallige gezichten verscheen als ze vervolgens doorliepen, buiten zijn zicht.
Maar deze rot ging er volop tegenin, waarom ook niet. Niks te regeltjes, niks te normen en waarden, niks te manieren. Waar had wie of wat haar ooit vandaan geplukt, de straat? Dat was waar ze hem nog het meeste aan deed denken; een luie straathond die onder schel geblaf en rondslingerend slijm uit zijn schuimbekkende muil overeind schoot als je er een motiverende schop tegenaan wilde geven. Al lag die straathond nu nog languit te dommelen tussen het vuil, met geen ene poep of scheet van bekommernis. Orkaan op komst? Laat maar waaien. Zwaar bewapend leger dat me al marcherend dreigt te vertrappen? Ik blijf hier liggen. Godsamme, je moest niet weten hoe snel je overeind moest krabbelen en je als de donder in de dichtstbijzijnde hoek verstoppen als hij met een vinger begon te wijzen, snapte ze dat niet? De onverschilligheid was haar wel eigen, zeg. Dat pufte ondertussen maar door als een schoorsteen, liet haar misnoegen ook nog eens blijken door middel van een diepe, onbeleefde zucht. 'Ach, vergeef me. Blijkbaar vindt u het doodnormaal om andermans spullen te vernielen. Als u al zo'n artistieke technicus bent moet het vast ook geen énkele malheur voor u zijn om mijn stoel splintertje voor splintertje weer in elkaar te draaien - graag, alsjeblieft en hartelijk dank - en u in het vervolg te bedenken dat een boksbal er íets anders uit ziet dan een zetel. Ja, dat houten meubilairstuk. Íetsjes anders maar, jawel,' vervolgde hij tegen de kast en de overige ongeschonden meubels met een geoefend draaibeweginkje van zijn hand. Die hand bleef roerloos in de lucht zweven, de palm naar boven, alsof zijn gehoorzintuig zich daar bevond en hij het even stilhield om naar de meuk die ze uitpafte te kunnen luisteren. Dat deed hij met opgerichte kin, een hand tegen zijn heup en zijn ogen arrogant gesloten, maar het ging het ene oor in en het andere uit - iets over drama - want hij vervolgde; 'En nu ik toch bezig ben: bent u, wellicht, misschien, bekend met de term 'toonbeeld', ofwel: het 'goede voorbeeld geven'? Laat me u zeggen, Miss Pascha, u straalt het niet bepaald uit.' Zijn hand maakte weer demonstratieve spiraaltjes op de maat van zijn stem: U zult Uw werkgever niet tot last zijn. U zult op Uw blote knietjes voor Hem door het stof kruipen, in naam van de Vader, Zoon, Heilige Geest, Amen.
Het bleek dat hij op de staart van de straathond getrapt had, want Pascha kwam overeind. Al dan niet met trage, gereserveerde bewegingen. Hij merkte het daadwerkelijk pas toen hij haar bewegingen in zijn ooghoek opving. De verandering van haar blik vooraf was hem compleet ontgaan. Als waarschuwende seintjes braken en knarsten de brokstukken die het noodlot troffen onder haar schoenzool terecht te komen, nu ze in haar langzame tred op hem kwam af geschuifeld. Hij stond nog met gerechte rug en gerechte kin, zijn hand in datzelfde 'dat is toch zo klaar als een klontje, dom mens?'-gebaartje opgeheven, en de ander plukte aan zijn sikje - maar zijn ogen hadden zich inmiddels geopend en dat verried dat hij op zijn hoede was. Geheel in strijd met de apathische, 'ik ben toch veel te goed voor je'-uitdrukking die zich van zijn gelaat meester had gemaakt, maar hij was op zijn hoede, jawel. Stapje na stapje waagde ze zich dichterbij, drong binnen in de eerste cirkel van zijn personal space, en met die peuk in haar hand en die brutale uitstraling leek ze er geen zier om te geven ook. Kalmpjes keek hij toe hoe ze vlak voor hem tot stilstand kwam, staarde op haar kleinere gestalte neer - maar ook bij hem werd het ongenoegen nu zichtbaar. Een zenuwtrek die de spieren van zijn ogen ertoe dwongen zich samen te knijpen, vervolgens weer te ontspannen. Steeds vaker. Zeurvador. Er werden een hoop kluchten op zijn naam gemaakt, van Pedovador tot German Shafferd, en allen om hem lekker een goed potje op stang te jagen. Maar zulke onzinnige naamspelingen kwamen uit de ongepoetste monden van zijn leerlingen. Zijn collega's en werknemers hadden nog net het fatsoen dit wijselijk onder hen, of, als het kon, voor zich te houden. Recht door zee-Pascha niet, hoor! Je bent een schobbejak, mister, en dat zal ik je eens vertellen ook. Hij gaf geen enkele kick toen de rook in zijn gezicht werd geblazen en de vieze stank in zijn haren ging zitten, in zijn neusgaten kroop en zich in de vezels van zijn kleding nestelde. Hooguit sloot hij enkel zijn ogen even om de nicotinewolk niet ook in zijn ogen te krijgen. 'Mag ik u er als volleerd tandarts op wijzen dat roken de kans vergroot op parodontitis?' attendeerde hij haar er koelbloedig op, waarna hij zijn ogen weer opende. 'We willen immers niet dat de toch al bedorven woorden gepaard gaan met het onooglijke aanzicht van ontstoken tandvlees. Ofwel dan? Pascha.' Zijn borst stak zich in een klein rukje vooruit, stootte even laatdunkend tegen haar aan. Het gif van wrok was al net zo diep in zijn blik en houding doorgedrongen als bij zijn vrouwelijke collega recht voor hem. Zwijgend boog hij zich iets naar haar toe, over haar heen - en onttrok simpelweg de hitte uit haar sigaret tussen twee vingers, die hij haar vervolgens ook ontnam. 'Al heette je Madame Suffragette,' siste hij zacht in haar gezicht, en zijn gebalde vuist opende zich boven haar hoofd om de asdeeltjes van wat er van de vermorzelde sigaret over was gebleven als zwarte sneeuw over haar heen te laten dwarrelen. Iemand zijn verdomd lage plaats wijzen: was dat immers ook niet wat je met valse honden hoorde te doen?
WORDS;; 1188
Miss Casca
PROFILE Real Name : An0N - 3.o Posts : 179
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Earth//Wood Klas: - Partner: Boy, you're Standing too Close to a Flame that's Burning Hotter than the Sun in the Middle of July~
Onderwerp: Re: Rebel & Mr. Brightside wo dec 18 2013, 20:10
||. Live with a 'Fist First' Philosophy .||
Had dit hele gezeik voorkomen kunnen worden als metal-head, stone-brained Casca gewoon haar woorden ingeslikt had en had vervagen met een simpele “Sorry”? Hoogstwaarschijnlijk. Maar dan was ze geen Casca geweest. Trots, eigenwijs, weigerend om zich om te laten buigen, hard als steen. Er was maar zelden een ‘sorry’ uit de dame te horen. En dat gebeurde nooit zonder het nodige getrek en gepush. En wanneer het wel zonder moeite gebeurde, kon je er donder op zeggen dat het met de bittere smaak van sarcasme gezegd werd. Oude gewoontes, hé. Die leerde je niet zo snel af. Spijtig, jammer, helaas. Maar, had een ‘sorry’ écht wel geholpen bij de hooghartige heer die voor haar stond? Ergens betwijfelde ze het. Zo een simpel gebaar was toch nooit genoeg voor die egoïsten. Die zouden misschien vergeving overwegen wanneer je op blote knieën, op de harde, koude vloer door stof en as kroop, met bevende vingertopjes de neuzen van hun schoenen aanrakend. En dan maar smeken. Smeken en veren in hun reet steken. Want daar konden ze nooit genoeg van krijgen, hoe vaak ze dezelfde complimentjes ook te horen zouden krijgen. Liegen over hoe geweldig je hun sprankelende persoonlijkheid vond? Tuurlijk. Onzinnige woorden over hoe mooi je hun nieuwe kleding vond? Waarom ook niet. Jezelf naar beneden halen in hun bijzijn? Je hoorde niet anders te doen! Ja, niet dus. Haar niet gezien. Dan ging ze de confrontatie maar aan. Beter dan zo diep te zakken, tot je de zeebodem aan kon raken.
Ondertussen ging het in de grond trappen gewoon vrolijk door. “Doe dit dan, laat zien dan. Waardeloos stuk vreten dat je bent.” Voor iemand die men ‘volwassen’ noemde, gedroeg hij zich wel erg als een 5 jarig klerenjong op het schoolplein. Al dat gedram, gestamp en ge- ‘ik ben beter dan jij, lekker puh!’ En dat ging ook weer gepaard met die nichterige handgebaartjes. Met een scheve mond, onderste lip iets meer naar voren gestoken en wenkbrauwen in een frons naar elkaar gebracht, schudde ze afkeurend haar hoofd. “Wellicht kan ik dat ja. Als het netjes gevraagd word, met een lieve glimlach.” Als sarcasme een vorm van kunst was, was haar naam Picasso geweest. Maar meneer was nog niet klaar. Waarom stoppen, als je net lekker warmgedraaid was, toch? Hahaaaaa! Wat was het toch een klootzak. Alsof híj een goed toonbeeld was. Hoe zou de wereld eruit zien als kinderen zijn ‘wijze’ levenslessen zouden volgen? Brandend? In de as gelegd? Of misschien juist wel heel vredig, maar was iedereen in die wereld geacht om in smakeloze maatpakken rond te hobbelen. Een wereld waar iedereen een nekhernia had, want het steeds zo stijf en omhooggericht houden, dat kon toch niet goed voor zo een ding zijn? “Ah juist, zal ik het uwe dan maar volgen? Slechte kledingstijl waar mijn studenten nog meer van zullen walgen dan ikzelf, hooghartig iedereen aankijken, alsof ik 3 meter lang ben en mijn nek om geen enkele rede omdraaien naar een ander? Het spijt me, goede heer. Ik denk niet dat mijn lichaam zoiets lang vol zou houden.” En de woorden danste in het rond, kaatste tegen elkaar als dansende zwaarden die met hitte van elkaar af kletste na elke aanraking.
En tijdens het geluid van woorden die fel tegenelkaar aan kaatste, wierpen de twee elkaar maar vijandige blikken. Blikken die konden doden, zoals het gezegde ging. Maar geen van beide leek nog een hartstilstand te krijgen. Teleurstellend, ergens. ‘Ter dood veroordeeld wegens doodstaren,’ klonk toch best geinig als rede van executie. Met zijn ogen geschild tegen de zwierige rook bracht haar geliefde collega echter een einde aan het staargevecht. Hij ging in plaats daarvan het gevecht weer verder met meer geouwehoer, want dat was het enige waar die vent goed in leek te zijn, natuurlijk. Gezwam over mondhygiëne en nog meer gezeik. Hij was nog tandarts ook? Maakte die vent er een sport van om iets te zijn wat alleen maar gehaat kon worden? Als dat het geval was, zou hij er in elk geval vandoor gaan met het goud. En net toen, al naar achter leunend, het antwoord “Dat mag zelfs mijn eigen tandarts niet,” klaar om afgevuurd op het achterste van haar tong lag, werden de woorden haar tussen haar lippen ontnomen, samen met haar sigaret. De laatste, verbalen kogels werden afgevuurd. En alsof het een of andere feestelijke fanfare was, regende er zwarte asdeeltjes als confetti tussen haar ravenzwarte plukken. En dat was de laatste por geweest die de leeuw nodig had.
Ze had het geprobeerd. Praten, netjes blijven, grove woorden vervangen met wat nettere varianten –zoals bijlhamel en schobbejak, in plaats van motherfucker en cumjunky- , maar die even beledigend waren. Ze was er gewoon niet voor gemaakt. Diplomatiek. Pff, geouwehoer! Een paar eerlijke woorden, met wat goeie slagen en stoter er misschien bij, om te laten zien dat je het echt meende. Daar was zij meer van. Dat was haar wereld. De wereld van vuisten, harde eerlijkheid en broederschap. Hard, maar waar. Rechttoe, rechtaan. Niks schijnheilige glimlachjes en woorden waar ze hun vergif in hadden verstopt. De wereld waarin woorden het zwaard droegen, was niet Casca haar plek. Ze droeg het wapen liever zelf in handen. Acties spraken luider. Daarbij kwam, dat hij te ver was gegaan. Hij was met een vrolijke, grote vlindersprong over haar grens heen gegaan, als een ware ballerina. Want, who gives a fuck, juist? Juist. Nou, zij dus. En daar zou hij achter komen. De innerlijke explosie hield de jonge vrouw verborgen achter een onheilspellende glimlach. “Weetje, u heeft helemaal gelijk.” Met sprankelde, wraakzuchtige ogen die de pure haat als bruine poelen lieten zien, staarde ze hem aan. “Ik zal het grootste probleem maar even fixen.” Met twee harde tikken stampte haar hiel op de grond. De grond trilde en op het deel waar haar mannelijke collega stond, zakte de vloer in een misvormde cirkel op het moment van impact een aantal centimeter naar beneden, twee keer achter elkaar. Nu, met de grond waar hij stond wat lager, was Casca eindelijk wat langer. Maar liefst 2 hele centimeters, whoo! De kleine verschillen konden soms toch zo zoet smaken. De glimlach op haar gezicht, nu nog zoeter en de haat in haar ogen, nu nog vuriger, lieten zien hoe tevreden ze hiermee was. Ondanks dat ze nu weer wat vernieling aan de lerarenkamer had aangebracht. Maar alsof één vernieling meer of minder nu nog het verschil zou kunnen maken. Met een plotse beweging greep Casca naar zijn kraag, zoals hij ook bij haar sigaret had gedaan. Met een sjor trok ze hem wat naar zich toe, geen spoor meer te zien van haar o zo vriendelijke glimlach. “Neem nog een stap, kijken hoe dat af zal lopen, himar,” siste ze. Maak het niet erger dan het nu al is.
Master Savador
PROFILE Real Name : Saf Posts : 14626 Points : 0
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Onderwerp: Re: Rebel & Mr. Brightside ma jan 20 2014, 03:40
De zwarte sneeuwbui van bittere gal moest het nu duidelijk maken. Dat ze voor hem niets meer was dan kuchende zwervertjes in vochtige kartonnen dozen langs de Shadraanse straten, hun gezichtjes roetzwart, hun toch al gescheurde slaven-izar kapot, één of twee vingers van hun bedelende linkerhand missend, waar vaak niet meer dan twee zielige dirham op rustte. En dan kwam hij voorbij, gehuld in de gebruikelijke donkere maatpakken of de Arabische lange kleden die niets anders dan weelde uitstraalden, zijn hoofd in zijn nek werpend en láchend om al die armoede die hij nooit meer zal meemaken, met de wetenschap in zijn achterhoofd dat als hij stierf, hij begraven zou worden in een royale graftombe, vereerd tot in de eeuwigheid. Of, in ieder geval zolang men zijn naam kon onthouden. Hij zou eerder herinnerd worden als een of andere Mefisto van grootmacht en hebzucht dan een God, maar die gedachte was allang uit het Savador-brein uitgeband. Was verboden materiaal - als het al als een vrolijk vuurvliegje in zijn achterhoofd opdoemde was hij in al zijn manie bereid om lobotomie op zichzelf toe te passen. Ze kwaakte iets uit over zijn kledingstijl, dat deze slecht was, dat hij er bij liep als een of andere giraf bij Medusa - maar hij slaagde erin zijn woede onder controle te houden. Het was het niet waard. Nog niet. Zo kalm als stil water trok hij zijn hand weer terug om het resultaat in zijn geheel te kunnen zien. Roetzwarte asdeeltjes in donker haar, duidelijk zichtbaar. Als zwarte roos waar geen enkele antiroosshampoo tegen werkte. Ja, een prachtig rendement, al zei hij het zelf. En bij Hubal en zijn drie Godendochters! Pascha gaf hem he-le-maal gelijk. Zoals ook zou moeten, nietwaar? Voldaan krulden zijn mondhoeken zowaar om tot een pril glimlachje, zijn hoofd wat gekanteld waardoor de arrogantie in zijn houding niet geheel verloren ging. Zijn handen vouwden zich achter op zijn rug samen, zijn borst een paar kleine centimeters heen en weer bewegend als een glunderend klein kind dat op de tippen van zijn tenen op het punt stond zijn vette acht voor beginnende wiskunde aan zijn strenge grootvader te laten zien. Inderdaad,' schreeuwde die gehele houding, blij dat je het eindelijk inziet. O, maar geen zorgen, ik vergeef je. Het moet vast erg lastig zijn om met een hersenpan vol bouten en schroeven te moeten leven. Die sissende haat als knappende luchtbellen in borrelende lava - bruine hertenogen die nu eerder aandeden als de woeste blik van een beer, klaar en gereed om de smaak van zoete wraak in zijn muil te brengen; het was niet dat hij het niet zag, want hij zag het wel. Maar je naam was Savador of het was het niet, en als het dat wel was vond je je eigen emotie simpelweg het allerbelangrijkst. Ach, wordt je nu boos? Toe maar, wordt maar boos. Maar ik kan nog veel bozer worden, en alles wat je mij aandoet, krijg je uiteindelijk drie keer zo hard terug. Te gewend om als winnaar uit de bus te komen, het heft in handen te nemen, de zoom van zijn mantel met een gecontroleerde zwiep van zijn arm achter zijn benen te slaan en laatdunkend weg te benen. I brought disaster, so my job here is done. Ze bracht het onderwerp 'het grootste probleem' ter sprake, en ja, hij knikte traag maar instemmend: de wereld zou er Paschaloos veel beter uitzien. Mensen, laten we een kruisje slaan: er is tenminste iets dat ze juist kon hebben.
Excentriek. Hij had op z'n minst verwacht dat ze zich hier ter plekke op haar knieën liet vallen, hem huilend, schreeuwend, smékend om vergiffenis dat ze pas zou krijgen als ze vijftig keer een mantra had gepreveld, misschien met een enkele kus en veeg hier en daar op beide herenschoenpunten. Waar hij ook mee had kunnen leven was als ze die walgelijk robuuste knokkepartij-magie van haar in de strijd gooide, met name om zichzelf letterlijk door de grond te laten zakken. Dat laatste gebeurde daadwerkelijk, maar het werd niet uitgeoefend op haarzelf. Zijn balans werd op de proef gesteld toen de grond onder hem hevig begon te beven, alsof hij op een trilplaat stond die op standje vijf bleef hangen. Aardbeving? Aardverschuiving? Hier op de kleine bijplaneet waar zijn school trots aan de horizon opdoemde? Hij stak er een fortuin en nog eens een fortuin in om enkele Erdse leden van de overheid - zogenaamde 'zakenmanmaatjes' uit hogere kringen - ervoor te laten zorgen dat mogelijke aardverschuivingen een eind verderop, in de wilde natuur plaatsvonden. Professionals, die erin getraind waren om het epicentrum van kwetsbare gebieden te verplaatsen, zoals waar de school stond. En nog eens een paar Cassiaanse waterratten om eventuele tsunami's tegen te gaan. Het gebeurde in een fractie van een seconde. Twee tikken, een gedempt plofgeluid. En het duurde nog eens tien seconden voor hij zich kon realiseren dat het beslist geen aardverschuiving was, waarin hij zich dat allemaal voor mogelijke opties achterhield. Hij had het gevoel alsof zijn wild kloppende hart op de pulserende maat van de grond uit zijn borstkas getrild werd, als een slap gelatine-puddinkje, en vervolgens zakten zijn schoenen dwars door de vloer. Even was hij doodsbang om de hele kamer te zien verdwijnen alsof de licht golvende vloer een wateroppervlakte was, en hij door een of ander hongerig beest aan zijn enkel genadeloos naar de bodem werd getrokken. Er helemaal doorheen zakken deed hij niet, maar de illusie was sterk, angstaanjagend zelfs. Hij wankelde voorover, deed een gris naar Casca's benen voor enige houvast, wankelde achterover, er vrij zeker van dat hij nu met een harde smak op zijn achterhoofd zou vallen - en werd toen plots vastgegrepen. Een sterke vuist balde zich om zijn kraag, trok hem met kracht uit zijn dwergenkuil naar een witheet, al dan niet dodelijk gezicht. Zijn verwijdde ogen werden gedwongen naar haar toegetrokken, naar het withete gelaat dat vuile woorden in zijn gezicht spuwde. Hij kon de voorheen nog zo rauwe vrouw - rauw, maar niet dodelijk zoals nu - enkel verbluft aanstaren, zijn blik schichtig met nog enige slinksheid, zijn mond iets open. Als een op heterdaad betrapte dief die zichzelf nog altijd onschuldig vond, zelfs op het moment dat hij door twee agenten in de kraag wordt gevat en met valse verbazing om zich heen kijkt. Het was hem duidelijk dat het haar menens was. Duidelijker hoefde ze het niet te maken. Maar niemand, niemand vermorzelde zijn statige tournure. 'Ja,' kreeg hij uiteindelijk over zijn bevende lippen, en hoewel zijn stem nog onheilspellend zacht klonk, proefde hij de bitterheid van zijn eigen opkomende woede. Het bekende sluwe van zijn persoonlijkheid flikkerde in zijn ogen en verspreidde zich als een donkere inktvlek op effen witte stof over zijn gelaat. 'Ja, laten we zien hoe dit áfloopt!' Bij het laatste dat er met een hels gesis werd uitgespuwd schoten zijn handen in een flits naar voren, klauwden zich om Casca's polsen en lieten haar zijn withete woede voelen. Zijn op elkaar geklemde kaken lieten de huidplooien bij zijn neusbrug in een roofdierachtige grauw vallen terwijl hij de hitte van zijn vuurmagie als iets vloeibaars door zijn aderen voelde pompen, richting zijn handen die zich om de hare hadden gegrepen. Zijn nagels begonnen er rood van te zien. Hij hoorde iets sissen, zag sliertjes rook op kringelen - maar het was niet genoeg. Meer en meer, langer en lánger! Tot haar haar in de fik stond, ze stierf in zijn vlammen van razernij, brandend in een zelfgemaakte hel. Dat moest verdomme het lot zijn van zulke eerloze zielen! Verdorrend als een door een helse bosbrand toegetakelde boom, creperen, wegrotten, wegkwijnen en - Een luide inademing verbrak zijn tirade van waanzin, en daarmee ook het contact met Casca's polsen. Hij besefte later pas dat het zijn eigen longen waren die hij volzoog alsof hij na een benauwende duik weer boven water kwam, dat zijn aderen misschien waren gesprongen als hij er nóg meer magie doorheen had gejaagd. De aders in zijn polsen klopten pijnlijk, maar het kon hem niks schelen. Hij had zich met enige moeite losgerukt uit Casca's greep - bij Medusa, wat was die boerse vrouw sterk - en kroop op handen en knieën uit zijn gat, van haar vandaan. Zijn ledematen trilden nog hevig na van de enorme stoot magie toen hij zich overeind werkte en zijn kleding gladstreek. Traag draaide hij zich naar zijn vrouwelijke collega om, en voor de lange stilte die volgde was dat de enige beweging van zijn kant. Hij staarde haar slechts aan, kalmpjes, zijn haar verwilderd en zijn stropdas scheef, een mouw van zijn overhemd weggebrand. Het gat bevond zich tussen hen in, als een aanduiding van de ravage die ze aan de lerarenkamer had gebracht. Dat was genoeg om de woede weer op te laten laaien, en op hetzelfde moment dat zijn gezicht betrok in de onvoldane grauw greep hij haar aan haar kleding vast om haar vervolgens langs zich heen te slingeren, kennelijk met de hoop dat ze een smak op haar gezicht zou maken. Als kleine opdonder was ze nog vrij zwaar, verdomme. 'Ik heb mezelf járen geleden op het hart gedrukt geen énkele vrouw in mijn leven te krenken. Maar jij..' Zijn sissende stem werd overmeesterd door de bevende ondertoon, en hij moest zichzelf even herstellen toen deze haast onverstaanbaar werd door zijn woede. 'Jij bent geen vrouw. Jij bent een afgelikte satansloeder.' Er was hem voorgesteld nog een stap te nemen en hij had die stap genomen. En hij zou er nog veel meer nemen, hij zou de verdomde wereld rondgaan als dat nodig was.
Miss Casca
PROFILE Real Name : An0N - 3.o Posts : 179
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Earth//Wood Klas: - Partner: Boy, you're Standing too Close to a Flame that's Burning Hotter than the Sun in the Middle of July~
Onderwerp: Re: Rebel & Mr. Brightside do maa 20 2014, 19:02
||. Live with a 'Fist First' Philosophy .||
Haar bedreiging was geen uitnodiging geweest om de boel verder de grond in te trekken(Ho-oh, ‘grond’… puns…). Het had een punt achter het melodrama moeten zetten. Dit is waar we stoppen, klaar, over. Jij gaat naar je kantoor om… de nodige ‘dingen’ te doen, terwijl ik hier de troep opruim. Want, of je het wilt inzien of niet, neem ik wel mijn verantwoordelijkheden. Zo had het moéten gaan. Gewoon, zand erover en niet meer over hebben. Wat had dat toch mooi geweest, niet? Maar nee, het mocht allemaal niet zo eindigen. Dwaas gedroom, zinloos gehoop. Natuurlijk zou het niet zo eindigen, want dat had het allemaal een stuk makkelijker gemaakt. En waarom zouden de dingen makkelijker gemaakt moeten worden? Wat had ze anders kunnen verwachten van de persoon die tegenover haar stond? Rustmomenten? Even de gelegenheid om weer rustig adem te halen? Een beetje uitzakken in je stoel? Pff, kom nou! Wat was dat nou weer voor een zwakzinnige houding? ‘Makkelijk’? Wat was dat voor een woord? Dat bestond toch alleen maar in boeken en dramafilms waar de tieners van vandaag de dag hun geloof in uitstortte? Dat woord bestond niet buiten die fictie, toon eens wat meer ruggengraat! Altijd zeggen dat je meer ballen dan de gemiddelde kerel heb, maar wanneer het erop aankomt zo een houding geven? Slap hoor. Veel woorden, weinig daden. ‘Blaffende honden’, zoals ze dat zeiden. Hoewel het geblaf zo wel een beetje aan zijn einde zou komen en het bijten zou beginnen. Eén van de beesten had nadat beide hun tanden al flink hadden laten zien, een hap proberen te nemen. Een hap die niet bepaald raak was, maar het was ook geen directe misser.
Het trof Casca echter met verbazing toen ze bij haar polsen vastgegrepen werd. Ze had een reactie terug verwacht, maar dit veraste haar. Zijn geschreeuw en gemekker was iets waar ze zich op had voorbereid, maar dit… Wat wilde hij nu gaan doen? Haar wegslingeren en hopen dat ze een lelijke smakkerd op de grond zou maken? Dan wenste ze hem veel succes. Dat zou hij nooit redden met het gewicht dat zij had. Getrainde mannen hadden er vaak genoeg al moeite mee gehad om Casca van haar plek te krijgen, laat staan hoe dat zou moeten gaan met Meneer Bleekscheet hier. Maar hij was er niet op uit om haar met zijn spaghetti armpjes van haar plek te sjorren. Daar kwam ze uiteindelijk vanzelf achter door de lichte brandlucht die plots in de kamer hing. En die lucht was niet gecreëerd door de ontvlambare temperamenten van het stel. Het kwam van hem. Hij probeerde het gebekvecht een tandje omhoog te brengen. Hij probeerde zich door het vlees en bot van haar polsen door te werken, waarna hij haar zou uitlachen om haar weggeschroeide vlees. Maar hij was een paar jaar te laat om dat genoegen te mogen ervaren. Hij brandde zonder moeite door haar kleding en het verband wat ze ten allertijden om haar armen gewikkeld droeg, maar verder dan dat kwam hij niet. Waar hij door haar huid probeerde te branden, was metaal het grote, onbekende obstakel, haar veiligheidsmechanisme. Maar het hield haar niet geheel veilig. Besef en realisatie zorgde voor de nodige opwekking van oude demonen. Trauma’s, oude littekens die met de juiste aanraking weer dezelfde pijnsensatie gaven als wanneer ze in de huid en de herinneringen gebeiteld werden.
Het leek hem fysiek meer pijn op te leveren dan haar, iets waar ze blij om was natuurlijk, hoewel ze dat in het eerste opzicht niet door leek te hebben. Ze was in een donkere wereld geworpen, las bladzijdes van een oud boek dat ze nooit meer aan had willen raken. Acties en woorden gingen langs haar heen als wind. Als een ziek, zwak kind liet ze zich door de kleine vaart die hij haar meegaf naar de andere kant van de kamer leiden, zwarte en rode vlekken door haar zicht dansend. Haar stappen waren langzaam en instabiel, alsof ze dronken was. De geur van brandend vlees, slechts een sensatie die was ontstaan uit zwarte herinneringen, walmde sinds tijden weer in haar op. En voor even moest ze diep adem halen om te voorkomen dat haar misselijkheid zodanig zou groeien tot ze de inhoud van haar maag over de vernielde vloer eruit zou gooien. Nog meer bende om op te ruimen. Maar ze hield zich sterk. Wist zich uit de kracht van haar verbeeldende herinneringen te halen, hoewel ze dicht bij de rand van toegeven had gestaan. Té dicht. En allemaal door haar geliefde baas, die zich oh zo collegiaal opstelde. Haar mouwen werden goed en tussen verschoven verbandrepen gestoken, het metaal van haar armen weer verbergend. Langzaam herstelde Casca zich weer van de klap. Haar rug rechtte zich weer, terwijl ze zich half terug draaide naar de werknemer van de maand. Haar brandende blik, nu voorbíj de emotie die je woede kon noemen, hield zich op de dader gericht. Het persoon die zojuist haar polsen had geprobeerd door te branden en om haar creperend van de pijn op de grond had willen zien liggen. Gore… vuile… Als dit thuis, op Erd, was gebeurd… oh man. Dan had ze die grote kutharses van hem vastgegrepen en net zo vaak tegen de muur aan geslagen tot zijn brein niks meer was dan een vlekje. Zijn hoofd, open gekraakt als een ei en de glibberige dooier die vermorzeld werd tot iets wat als niks meer dan ‘troep’ herkend kon worden. Een vies stukkie op de muur, wat de schoonmaakster de volgende ochtend weer schoon zou vegen, zonder er verder vragen over te stellen. Maar helaas; ze was niet thuis. Dit was niet Erd en hij was geen straathond. Op zijn kop in blijven slaan tot er geen persoon meer uit te onderscheiden viel was niet zo een strak plan, hoe graag ze het mocht willen op het moment. Hij was en bleef haar baas. Een klootzak, een gore gladdekker, een motherfucking, cocksucking, dickmunching, assplumbing, willyrubbing, son of a bitch! Maar alsnog haar baas. En de gevolgen die op haar bord zouden komen te liggen als ze zijn hoofd open zou slaan als een walnoot, zouden te groot en te zwaar voor haar eetlust zijn. Zeer spijtig, maar ze zat niet te wachten op een toekomst waar ze de dag door moest komen door met een lege beker tegen ijzeren tralies aan te klikken, ritmes van oude radioliedjes proberend na te bootsen, wat toch nooit ergens op zou lijken. Áls er dan nog een toekomst voor haar klaar lag. Wellicht dat de vrouw door zo een daad in een ander soort stoel gezet zou worden. Nee, ze moest zich inhouden bij dick the friendly hier. Voor haar eigen bestwil, háár bestwil. Dat was nu het enige wat ertoe deed en dat mocht ze niet vergeten. Hoe vreselijk hij ook aan haar liep te trekken en haar uit liep te lokken, ze mocht haar grip niet verliezen. Maar dat zou niet betekenen dat ze hem over haar heen zou laten lopen, oh nee. Ze piekerde er niet over om dat te laten gebeuren! Dan slikte ze nog liever asbest door. Ze zou zich sterk en overeind houden, maar zou het niet te ver laten komen. Ze wist waar ze toe in staat was en die resultaten wilde ze koste wat kost mijden.
“Je weet niks over de ware definitie van Satan.” De gesiste woorden smaakte zelfs in haar eigen mond bijna giftig met al het gal wat ze erbij spuwde. Maar dat was lang niet zo erg als de bittere nasmaak die erbij volgde. De nasmaak die veroorzaakt werd omdat ze zich zo in moest houden. Het deed bijna pijn. Het idee waarbij ze het koude metaal van haar handen om zijn keel wikkelde stond al zo goed als in haar hoofd, plaatjes, animaties, soundeffects, alles erbij inbegrepen. Het enige wat nu nog ontbrak, was de waarheid. De vervulling. Maar die zou helaas niet komen. Het mocht niet. Dat was niet meer de wereld waar ze in leefde. Die gewoontes had ze achter zich gelaten toen ze dit nieuwe leventje aannam. Een leven waarin ze eerlijk en oprecht maandelijks een loonstrookje ophaalde en waarin ze vijf dagen in de week werkte, met een 40-uren contract. Uit het leven van de straatgevechten, weg van de Wastelanders, de grafrovers en de ontembare woestenijen wat ze voor die jaren als haar thuis had beschouwd. Dat was niet meer van haar. Ze hoorde nu beschaafd te leven. Maar, beschaafd of niet, een gevecht liet je nóóit onafgemaakt achter. Het was een oude gewoonte, een slechte, maar haar trots zou zo een actie nooit tolereren. Eindelijk maakte Casca haar draai af en stond ze nu volledig naar hem gericht. Haar bleke gelaat trok langzaam weg, hoewel de misselijkheid nog lichtelijk aanwezig was, samen met wat duistere herinneringen die als een donkere wolk bleven hangen. Bij het kantelen en rekken van haar nek werd het nodige gekraak hoorbaar. Een onheilspellend geluid. Goed… hoe ging ze dit aanpakken zónder hem volledig te vermorzelen als de fruitvlieg die hij was… “Wil je dat misschien nog een keer proberen, Qybah?” Ja, ze zou hem wel uitlokken, zijn acties op die manier naar zich toe leiden. Dan kon ze terugvallen met tegenaanvallen en zou de kans om hem al te ernstig te verwonden wat minder groot zijn. Het zou hem hooguit wat kneuzingen op kunnen leveren, maar dat was allemaal nog matig voor Casca haar doen. Wat kon ze zeggen? Ze was er nou eenmaal voor gemaakt. Letterlijk. Haar grip op de vloer met gebruik van haar magie versterkte zich wat, zodat ze op die manier snellere reacties kon geven wanneer haar tegenstander met de volgende aanval zou komen. Enkele scheuren en barsten verschenen daarbij in de vloer. Nog iets wat hem zou uitlokken. Ze bereed zich op deze manier in elk geval goed voor op wat er zou komen.
Master Savador
PROFILE Real Name : Saf Posts : 14626 Points : 0
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Het meest krachtige wapen was een mensenziel in vuur en vlam, brandend van de passie, flakkerend van vermogen. Inspirerend om te zien, als een laaiende bosbrand. Maar laaiende bosbranden bewonderde je toch liever op een afstand als je over een beetje verstand beschikte. De snotsnol had het meest fervente in hem losgetrokken - zeg maar gerust losgerukt - en dat is waar ze een gigantische misstap had gemaakt. Hij voelde een grote kans als een hongerig beest op afstand loeren waarbij zij het zwijgen oplegde en hij naar huis ging met een verkoolde schedel in zijn aktetas, die hij diezelfde avond nog ergens in de diepte van het meer zou dumpen. Hij had niet kunnen weten dat ze er zo één was, toch? Nee. Misschien wel, ergens - het feit dat ze Erds was, bijvoorbeeld, dat was al het eerste dat niet deugde. Then again, als hij hier en nu een lijst zou maken van dingen die niet aan haar deugden was hij tegen morgen nog niet klaar. Terwijl de eens zo smetteloze zuurstof gevuld werd met een brandende stinklucht wankelde hij nog zwaar nahijgend een stap achteruit, de aders in zijn tintelende handen palpiterend als honderden knuppelende vuisten. Moest zijn kracht op het moment nu zo nodig een limiet hebben? Wichten zoals zij moesten hun onacceptabele attitude zo snel mogelijk verleren, en daar hielp hij maar al te graag een handje bij, de trut. Zijn geklauwde handen om haar polsen werden op een zeker moment echter tegengehouden door iets, en dat had hij ook gemerkt. Ze had kunnen krijsen als een speenvarken dat geslacht werd om de tweedegraads brandwonden op haar huid, maar dit deed ze niet. Hij betwijfelde of hij ook maar iets van een lelijke wond op haar huid had aangebracht. Was zijn actie verdomme meer een tegenreactie geworden! Maar nee, totaal onschadelijk leek het niet te zijn, want Pascha volgde wankelend de geforceerde lijn die hij voor haar trok op het moment dat hij haar langs zich heen slingerde, strompelde met gebogen hoofd langs de wand en kwam uiteindelijk tot stilstand, vlakbij de deur. Alsof ze helemaal van de wereld was, totaal uit haar doen, haar verrekte ziel tegelijkertijd met zijn handeling uit haar lichaam gesleurd. Het kon hem niet meer schelen dat zijn hoofd bonsde en de rode waas nog niet volledig was weggetrokken, dat zijn armen van schouderblad tot vingerpuntje binnenuit in een onzichtbare hitte geschroeid werden, hoe hij nu open en zonder verdediging stond tegen mogelijke tegenaanvallen. Zijn schouders deinden ritmisch op en neer op zijn zware ademhaling, en terwijl het gonzen in zijn hoofd en het suizen van zijn bloed minder werd, staarde hij naar haar. Het misselijkmakende kleine kreng. Want er was iets met haar, en hij kon niet plaatsen wat. Zijn blik dwaalde automatisch af naar haar onderarm, waar hij de lelijke rafels van weg geschroeide huid verwachtte te zien. In plaats daarvan zag hij de rafels van geschonden wit verband dat ze om de een of andere reden al droeg - misschien ter voorbereiding om zijn allergeweldigste kunnen, wat een verstand. Behalve dat zag hij ook een eigenaardige, zilverachtige blikkering. Dat laatste kon hij slechts even in een glimp opvangen, want het mens draaide zich van hem weg en verhulde het al net zo snel als dat ze de kalmte van een man op de proef kon stellen.
Maar wat maakte het uit? Woede was er in vele soorten en maten, en het kon zoveel meer lostrekken dan oneindig geclash tussen twee tegenpolen. Sterker nog, hij was het allang weer vergeten toen Juffertje Plompe Ploert zich weer tot hem richtte, kennelijk weer helemaal terug bij bezinning. Of niet. Een drift van onbedwang flakkerde in haar ogen als het vuur dat haar pols nog geen twee minuten geleden gehavend had, een duidelijke dreigende waarschuwing, een onheilspellende stilte voor een nog onheilspellendere storm. Speciaal voor hem. De omzichtigheid op zijn gelaat maakte plaats voor een onuitstaanbare expressie van triomfantelijkheid toen zijn wenkbrauwen langzaam de hoogte in rezen. Zijn blik gleed van haar ene oog naar haar andere, in stilte zijn vermoedens confirmerend. Zijn mond hing halfopen en zijn hoofd kantelde zich iets terwijl hij haar nog even met toegeknepen ogen onderzoekend aan bleef staren. Toen krulden zijn mondhoeken zich om tot een joviale glimlach, alsof hij zich zacht hoofdschuddend opeens iets geestigs besefte en nu van een klein binnenpretje genoot. Het was een overdreven act van laatdunkerij, puur en alleen om haar nog meer onder de huid te zitten. 'Nee maar, Pascha. Maakt mijn vuur je zo weekjes?' vroeg hij spottend. 'Last van.. teergevoeligheid, wellicht?' Hij waagde een stap dichterbij. 'Er is zeker nooit eerder een man in je leven geweest die je op temperatuur heeft gebracht. Ach, mijn hart bloedt.' Met eenzelfde glunderende uitdrukking die zich zo-even ook meester van zijn gelaat had gemaakt, boog hij zich glimlachend dichter naar haar toe. 'Gelukkig voor jou heb ik een waar talent om iemand op kookpunt te brengen - zullen we eens een tweede poging wagen?' vervolgde hij op een vermakelijke fluistertoon. Wie weet kon hij die harde schil van haar dan ook laten smelten tot er niets anders overbleef dan eerbied en politesse.
De glimlach stond nog op zijn licht getinte gezicht terwijl hij zijn rug weer rechtte, intussen haar sissende woorden aanhorend. Het was nauwelijks zichtbaar, maar hij leek af te zwakken op hetzelfde moment dat zijn gelaat even betrok. 'En jij hebt niet te spreken over duivels en Goden,' siste hij verbeten terug, zijn opgetogen houding abrupt laten varen. Welke ondervinding had zij daar nu helemaal van als miezerige twintiger? Ze kwam pas kijken! Met d'r grote tater. Als hij zo frank en vrij mocht wezen deed ze op het moment eerder aan als een corrosieve gevangene die van haar laatste bezittingen werd ontdaan dan een collega, een werknemer - laat staan een lerares. Uit welke fauxe emoties had zij ooit een masker weten te creëren dat hij haar een baan had gegeven, bij Medusa. Met een ongewild gevoel van opluchting - want ze leek hem wel het type voor gemene surprise-aanvallen uit onverwachte hoek, vooral nu ze met haar rug naar hem toestond - zag hij hoe Pascha zich weer volledig tot hem richtte. De jonge vrouw stond daar uitdagend haar nek te knakken als een potige boerenknaap, ondanks het feit dat ze amper tot zijn schouders kwam. Waar lengte haar gebrekkig was kwam des te meer drift voor in de plaats, en dat uitte ze in haar daden nu ook in haar woorden. Er gleed een blikkering over zijn goudgele ogen die zorgde voor een waarschuwende, zeg maar gerust dreigende fonkeling. Beradend kneep Savador ze kort tot smalle spleetjes. Het laatste woord in haar zin was gesproken met een Erdse tongval, die qua taalsysteem en afgeleide woorden veel leek op enkele Shadraanse dialecten, zijn thuistaal meegerekend. Nu wist hij zeker dat ze hem provoceerde. Een zacht 'hoo' verliet zijn lippen terwijl hij al hoofdschuddend naderde, half fluisterend, maar vooral verontwaardigd. 'Jij bent echt een klein, vuil, lafhartig wijf,' begon hij zacht, nog altijd traag met zijn hoofd schuddend. 'Ik zou je nog niet eens willen naaien, al lag je met je open poten op een biljarttafel. Volgens mij ben jij er ook meer één van likkepot, heb ik dat goed? Ach - maar waarom vraag ik het? Natuurlijk ben je dat. Daar staan de Erdse meisjes uit jouw streek ook bekend om, nietwaar? Wuivend met een stapeltje briefgeld op de hoek van de straat, lonkend met bont en blauw geslagen benen in netpanties - en als ze geen man aan de haak kunnen slaan storten ze zich uit zelfbehoud maar wat graag op hun vakgenootjes, het liefst nog midden op de laan. Vernederend.' De zwarte herenschoenen brachten hem met zacht klakkende geluiden voort, langzaam in een halve cirkel om haar heen. Daarbij scheurde hij zijn blik geen enkel moment van haar af, maar hield hij haar geringste beweging wel nauwlettend in de gaten. Half achter haar kwam hij even tot stilstand. 'Mag je uiteraard ook een keer voor mijn neus komen doen, zo'n vroom bloemenmeisje als jij zal daar vast niet zo preuts over zijn,' ging hij onbeschroomd verder. Het toch al kleine beetje waardering dat hij voor haar had was drastisch gedaald, en zo ook de deugdelijkheid van zijn taalgebruik. 'Op welke tijden schikt het je, schat?' vroeg hij grommend in haar oor. 'Misschien prop ik dan nog wel wat extra FOOI tussen je voorgevels!' En bij dat leverde hij direct bewijs dat hij evenwel een backstabber was, toen zijn onderarm plotseling vanuit het niets als een klem om haar keel sloeg, zodat hij haar achterhoofd tegen zijn schouder forceerde. Op hetzelfde ogenblik stootte zijn knie richting haar lichaam met de bedoeling om deze in haar onderrug te planten om het teveel aan ruggengraat dat ze had te vermorzelen. Eer en standvastigheid vermorzelen was immers het enige dat hielp bij barbaren zoals zij, die spraken en luisterden met hun vuisten.
~ Heb het zo maar gedaan, want ik weet niet of u het nou zo dolletjes vindt als Cas nu al verwondingen op zou lopen. Kunt u zelf bepalen of het raak is of dat ze het tegenhoudt en whatnot -
Miss Casca
PROFILE Real Name : An0N - 3.o Posts : 179
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Earth//Wood Klas: - Partner: Boy, you're Standing too Close to a Flame that's Burning Hotter than the Sun in the Middle of July~
Onderwerp: Re: Rebel & Mr. Brightside ma jul 21 2014, 19:26
||. Live with a 'Fist First' Philosophy .||
‘Loop weg,’ galmde de stem van haar geweten door haar hoofd. ‘Loop weg en laat hem, nu het nog kan.’ Wijzere woorden waren vandaag nog niet in haar hoofd gekomen. Tenzij je ‘Word wakker en ga je bed uit’ meetelde. Maar de stem werd nu door dovenmansoren beluisterd. Ze liep niet weg. Keerde haar rug niet naar hem toe, om die rotkop uit haar ogen te halen en ver bij hem vandaan te kunnen benen. Want dat zou verstandig geweest zijn. En op het moment was de jonge vrouw te eigenwijs om naar verstandigheden te luisteren. Trots? Te koppig? Of dat ze wist dat je je rug niet naar een glibber als deze moest keren? Een optelling van die hele som? Wellicht. Of misschien wilde ze juist verder en verder gepushed worden. Wilde ze haar eigen limieten pushen om te zien hoe ver ze kon raken. Zocht ze naar een excuus om hem even lekker uit elkaar te scheuren. Het idee bleef in elk geval gevaarlijk lang in haar hoofd hangen, als een mist die niet op wilde klaren. Niet zo een heel groot wonder ook. Die manier waarop hij haar bleef aanspreken werkte nou niet bepaald kalmerend. Het vergrootte de neiging om zich naar hem toe te draaien en om z’n ademsappel uit z’n strot te trekken alleen maar. Gewoon even een stukje draaien en ‘ploep’, hebbes. ‘Oeps… ja, dit was ooit van jou. Kijk er maar even naar terwijl je al gorgelend in je eigen bloed stikt, eikel.’ Maar het bleef voor nu slechts nog bij dat zwevende idee. Ze hield zich rustig –voor zover dat mogelijk was nadat iemand je polsen had geprobeerd door te branden. Maar haar zelfkennis was op het moment groter dan dat verlangen. Ze zou zich op afstand proberen te houden. Casca wist zelf immers het beste waar ze toe in staat was en dat het haar alleen maar tegen kon gaan werken als ze luisterde naar dat verlangen. Hoe pijnlijk het ook mocht zijn, ze kon het niet toelaten. Zelfs terwijl hij als een observerend roofdier, wat eerst een beetje met z’n prooi wilde spelen rond haar dartelde, wist ze zich in te houden. Fentoomhanden gaven een tintelend gevoel af wat erger leek te worden bij elk woord dat van zijn lippen rolde, maar ze hield zich in. Toen hij over naaien en meisjes die zichzelf te koop zette begon, had ze bijna haar limiet bereikt echter. Het had maar een stap dichterbij haar gescheeld, of ze had hem letterlijk door de muur geramd. Maar het idee dat hij zo over háár sprak maakte haar niet eens kwaad. Het was meer de waarheid die in zijn woorden school. ‘Daar staan Erdse meisjes uit jouw streek bekend om.’ Goorlap. Diezelfde meisjes op die hoek aten in de avond bij haar aan dezelfde tafel. Meisjes van nauwelijks 13 jaar oud, ouderloos, hopeloos, enkel een kansje om wat geld bij elkaar te sprokkelen door hun eigen lichaam te koop te zetten. Talent in de schilderskunst, prachtige poëzie kunnen schrijven, prachtige dansbewegingen die ze konden maken, maar dat was niks waar ze wat mee konden verdienen. Daarmee kregen ze geen brood op de plank. In plaats daarvan moesten ze hun passies en talenten verwaarlozen en moesten hun borsten er maar uit gooien, nog zo onontwikkeld dat ze nauwelijks in hun bh’s paste. En dit was zo een smerige klootzak die je wel zou kunnen vinden in zo een buurt. Onbeschaamd een goedkope wip regelen bij iets wat nog gewoon kind was. Pakte ze lekker jong, lekker vers, nog goed te beïnvloeden en te manipuleren. Zwaai met wat extra flappen en je hoorde ze nooit ‘nee’ zeggen. Maakte wat valste beloftes, zeg maar dat je ze weg uit het helhol zou halen en dat je wel bij je thuis mogen gaan wonen en je zou ze voor altijd hebben. Want voor zo een hoofdprijs, kreeg je natuurlijk korting van een volle, 100%. En dan, in diezelfde week nog, werd datzelfde kind ergens in een steegje gevonden, binnenstebuiten gekeerd, omdat ze het even niet eens was met Mr. Loverboy, of even lastig deed. Maar gaf iemand erom? Tuurlijk niet. Het was slechts een ander niemandspersoon minder. Wat kon iemand het schelen dat er een hoertje minder was op de planeet? Ruimde lekker op, volgens de meeste. Motherfuckers.
Maar, ze hield zich in. Hoe vreselijk de woede ook naar vergif begon te smaken, ze hield zichzelf ondergedrukt. Geen klappen, enkel vuile woorden uitwisselen. “Je zou me niet eens kúnnen betalen.” Woorden luid en fel als kogels. Maar haar worden waren voor nog geen seconde stilgelegd, of Casca werd er weer aan herinnerd dat ze niet gemaakt was voor het verbale wereldje. Zo druk bezig geweest met zijn –en haar woorden, zo druk bezig geweest met zich inhouden, dat ze de eerste regel van gevechten was vergeten; geef ze nooit een opening. Het was maar goed dat hij in zijn huidige houding haar gezichtsuitdrukking niet kon zien, want de woede die ervan af spatte was heter dan welke vlam dan ook. Tanden op elkaar geklemd, bijna grommend als één of ander roofdier greep de jonge vrouw zijn arm vast. Maar, in plaats van zich los te wrikken uit zijn greep, gebruikte ze deze houding om aan zijn aanval te ontkomen. Beide benen zette ze af van de grond en trok ze omhoog, zodat ze voor een kort moment in de lucht hing en op zijn kracht leunde, hem van zijn balans gooiend. En met haar gewicht, duurde het natuurlijk niet lang voordat ze weer op de grond landde, waarna ze haar tegenaanval begon. Toen haar benen met een tik weer op de grond terecht kwamen, liet ze zich een klein beetje door haar knieën zakken en taste ze met een hand naar zijn kraag. Met haar andere hand maakte ze zijn arm los van haar keel. In nog diezelfde motie schoof haar linkerbeen naar achter en trok ze hem aan zijn kraag over zich heen, waarbij het ze woord “fucker” gromde. Terwijl Casca hem over zich heen gooide, kon ze enkele naden van zijn kledingstuk horen scheuren, waarbij ze wenste dat het zijn spieren waren geweest. Zichzelf weer recht stellend van die verassingsaanval deed de vrouw een extra stap naar achteren, zichzelf voorbereidend op wat er nu zou gaan komen. Geen mogelijkheid dat hij het hierbij zou gaan laten. Geen mogelijkheid dat zíj het hierbij zou laten. Ze zou nu alleen maar wachten. Wachten tot het juiste moment, waarin ze hem echt goed kon fucken en ervoor zou zorgen dat hij bij elke gedachte aan haar het bijna in z’n broek zou doen. Mmaar waarbij ze het ‘net’ en ‘oprecht’ genoeg zou houden, zodat hij het in elk geval niet tegen haar zou kunnen gebruiken.
Master Savador
PROFILE Real Name : Saf Posts : 14626 Points : 0
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Onderwerp: Re: Rebel & Mr. Brightside wo aug 20 2014, 03:08
The plan is simple: choke the weed before it grows. Was dat niet het hele concept geweest waarmee hij het stokje van Madeline had afgepakt, het veranderd had in een scepter en ermee begon te zwaaien? Onkruid verging niet, dus zou hij het zelf wel wegvegen. Als een kundige krijttekening die niets meer was dan een paar vieze smoezelige vegen op een vel papier na een haal van zijn hand. Het mislukte uitgummen en het zich opnieuw laten ontwikkelen, op zijn manier. De gewenste manier. Het 'ja, vader - ja, moeder', zonder tegenstrijd je huiswerk doen, zonder opstandige problemen je jeugd doorkomen. En hij liet het net zoveel keer overnieuw doen totdat het perfect was. Kennelijk was het al zover gekomen dat de stierlijke ideeën van de jeugd van deze generatie zich al hadden uitgebreid tot het brein van een volwassene - voor zover hij dit jonge loederspersoon als volwassene kon zien. Ze had er zo gemakkelijk van af kunnen komen. Door je knieën gaan, een paar nederige toten op zijn herenschoen en je al buigend en verontschuldigend de kamer verlaten om de volgende paar weken jezelf meer uit de naad te werken dan anders in de hoop voor erkenning. Maar hij wist dat het nooit zo mooi zou kunnen worden - Pascha was koppig, hij was koppig. En voor een vrouw had ze een trots gelijk aan die van een man zoals hij, zo bleek maar weer. Het was net een misselijke puber, zo'n gruwelijk bacterienest dat een vol blokuur de stoelen en tafels van zijn theorielokaal bevuilde met hun handen en schrijfgereien en propjes en briefjes. En intussen maar antwoorden leveren op serieuze vragen die slechts indiceerden hoe verdomd saai de les was, dat hij een humorloze klootzak was - alles om het leraartje uit zijn tent te lokken. Ze was precies zó. Ontkenningen hier, ontkenningen daar. Hij kon wel zien dat ze zich stond op te vreten om de feiten die hij in haar gezicht spuwde, want dat waren ze. Oh ja, hij had zijn huiswerk gedaan en het waren feiten, alright. Really, velen van die meisjes uit haar district hingen uren achter de kaptafel rond en draaiden voor elkaar in korte leren rokjes, zoals ze benomen door een gniffelbui hun school niet afmaakten en er een kick voor hadden om met de foute jongens uit de buurt om te gaan. Giechelend als ze op hakjes waar ze amper op konden lopen een plaatselijke supermarkt uit klakten, hun topjes volgestopt met gestolen chips en snoepgoed. Schaterend om alle waarschuwingen van de wijzere personen om hen heen, want ze wisten het toch allemaal wel beter. En uiteindelijk jankend als ze een blik terug wierpen op hun verklote leventje, omdat het niet eerder tot hun kop door had kunnen dringen waar ze in hemelsnaam mee bezig waren, dat het niet langer zo door kon blijven gaan en dat het al veel te laat was. En dan sloeg het besef ze in het opgedofte gezicht. Gevangen in een zelf ontworpen net waar ze niet meer uit konden komen. Als een afgetrainde hond na een clicker-cursus wierpen ze zich later op de avond dan onder hun klant en spreidden op commando hun benen. Wie was hij om dat te weigeren? Vijftig dirham voor de Dupes In Het Prostitutie-Fonds, there you go. Hij zou zich bijna een saint kunnen noemen hoeveel hij al voor dat goede doel had gegeven, dat hij zich neerzette als beschermer omdat hij in hun ogen een geldboom was waardoor ze later niet ergens aan de kant van een verlaten landweggetje ineen zakten van de honger of van een brug sprongen. Het geluk spatte bijna van hun gezicht als ze een dure personenauto zagen stoppen op de hoek van de straat en er een man uitstapte in duur driedelig kostuum, gevolgd door zijn personal assistant. Hij draaide zijn hand er niet eens voor om om de conclusie te trekken dat Pascha uit datzelfde kaliber kwam; het feit dat ze zich zo in moest houden alleen al. Maar ze hoefde zich niet zo druk te maken, hoor. Nee zeg. Totaal onnodig. Zijn uitstapjes naar zulke achterwijken waren gehalveerd - werkelijk iedereen papte daar aan. Eenzame freelance-verkopers zonder enig succes en gefrustreerde mannen die nog in een huwelijk waren verwikkeld uit straatjes vol armzalige rijtjeshuisjes. Tegenwoordig was hij meer in clubs te vinden, daar waar het voetvolk meteen de deur werd uitgeschopt. Ze zou blij moeten zijn. En wat kon hij er verder aan veranderen? De Zeven Zonden waren zijn hoofdeigenschappen. Heck, niet kunnen betalen - hij vroeg zich af wanneer ze stopte met haar ge-assfuckery. Hij zou haar drievoudig kunnen betalen.
Maar het stelde haar uiteraard niet tevreden, het stelde nooit iemand tevreden. Haar innerlijk klimaat, had hij al gemerkt, leek veel op voorjaar in de Shadraanse woestijnen. Ze zat vol met tornado's die zich wilden ontladen en zou hij als boer - in een vorig leven, een volgend leven, misschien wel nooit als je keek naar zijn verschrikkelijke sterallures - naar een lucht hebben gekeken die eruitzag als het gezicht van Casca op dat moment, zou hij op slag zijn gezin bijeengeroepen hebben en in de schuilkelder geloodst. Zou hij hebben gedaan als hij verstand eerder voorrang gaf dan zijn trots, maar zo ging het niet in zijn wereldje. Bestrijdt vuur met vuur en je krijgt een verschrikkelijke rookwalm, en het was niet het vuur waar hij mee vocht, dat was slechts een afleidingsmanoeuvre: hij maakte gebruik van het rookgordijn om ze te pakken, en hoe. Een kwestie van brains over muscles. En jeetje, wat was het makkelijk om haar in die rookwalm te drijven. Het zou hem eigenlijk niet moeten verbazen: op Erd ging het er ongetwijfeld aan toe dat je iemand bij de kaak greep en zijn gezicht aan duigen sloeg, directe aanvallen zonder wissewasjes. Op Shadra was het een heel ander verhaal, meer eentje van afpersen en liegen en bedriegen. Hij voelde de drang opkomen om zijn lichte ontzetting te uiten in een vergenoegde lach, het lag al op de tippen van zijn longen als vet op water. Een steek, een draai, een knik en het was gebeurd. De stoot lucht door zijn luchtpijp stokte zodat er een hese hijg te horen viel in plaats van de lach: hij was niet de enige die vocht met metaforische rook. Ze ontvluchtte zijn plotselinge uithaal niet, ze profiteerde. Hergebruikte het als een smerige oude tweedehands sok. Dit mens heeft rotsen uit een vast dieet in haar jeugd gevreten, schoot het door hem heen toen hij ternauwernood zijn evenwicht wist te hervinden op het moment dat ze op hem leunde.
Onder werd boven, het plafond werd zijn vloer, een doffe klap, impact - en daarna had hij geen enkel ander besef meer dan die van de pijn, helse, tenenkrommende pijn. Zijn ogen knepen zich dicht en hij schreeuwde. Aderen van zijn hals en slapen puilden uit. Zijn rug - het leidsel naar al zijn even door ziekte verpeste zenuwen en de oorzaak ervan - explodeerde en hulde hem, wit stralend, in het centrum van een nova. Zijn spieren spanden- en ontspanden zich weer, bevend over al zijn leden. Tranen waren hem in de ogen gesprongen, maar hij weigerde om ze de vrije loop te laten. Voortdurend zag hij haar voor zich zoals ze weerstand had geboden en de rollen om had gedraaid, waarna ze hem even gemakkelijk als een zoutzak over zich heen wierp. Voortdurend werd hij weer opgeslokt door die schrikwekkende blauw-witte nova van pijn. 'Azazel, help me -' jammerde hij terwijl hij een stokkerige poging deed zich op zijn handen en knieën te werken. 'Azazil - Iblīs.. saa'id-nee rajaa'an -' Even snel kwam de woede opdraven. That arse over tit, anti-clockwise hobnocker. That fucking clunge. Had de smerige guts om hem als een hooibaal tegen de grond te smijten, zodat zijn MS plotsklaps weer parten kon spelen na dagen van gelukzalige afwezigheid. Om zijn dure overhemd te scheuren, zodat zijn kraag nu half uit de naden hing en zijn bovenste knopen wegsprongen in verre hoekjes van de ruimte. Om hem aan te raken. Hij likte het speeksel van zijn trillende lippen en ondertussen kroop hij half slepend de kamer rond, zijn armen, de één besmeurd met zwarte vegen en ontbloot door zijn weggebrande mouw, nauwelijks zijn eigen gewicht kunnen dragend. Maar vanuit zijn ooghoeken bleef hij de wentelteef slinks in het vizier houden. Ze zou een optater krijgen waardoor hij haar terug onder het stinkende viskraampje schoot waaronder ze geboren was, oh ja - hij zou haar laten merken wat het betekende als je Savador onder zijn huid zat. Dit alles was op zichzelf al genoeg waardoor hij iedere namiddag, wanneer de mooie dag aanbrak dat ze de geest had gelaten, om klokslag half vijf op Erd zou landen om op haar graf te spuwen. Misschien groef hij haar restanten wel op om in te pakken in vrolijk inpakpapier van roze konijntjes aan haar achterwijkmeisjes te geven. Een half ontbonden hoofd aan die, een door maden bewoonde arm voor de ander. Voor ieder wat wils.
Aan de leuning van een stoel hangend wist hij zich met moeite weer op beide voeten te hijsen, al dan niet een beetje voorover gebogen. Hijgend en nog steeds pijn lijdend, weliswaar, maar beradend. 'Denk je dat dit te kwijtschelden valt, domme trut? Ik zou me intussen maar eens gaan indenken wat het betekent om mij nog verder op je dak te krijgen..,' siste hij hees, heser dan hij zijn eigen stem ooit had gehoord. En opeens versplinterde zijn gezicht. De opgehouden koppigheid verbrokkelde en wat erdoorheen scheen was de manie van een krankzinnig kwade geest. Dwars door de kamer stormde hij, ondertussen hier en daar stukken van haar metalen bouwconstructie van de vloer grissend, onderdelen van iets dat ze aan het begin van hun confrontatie in elkaar had willen zetten. Ook haar gereedschap, haar kistje vol instrumenten, wat ze ook maar voor troep mee de kamer in had geloodst om aan haar stupide mechanische project te sleutelen. Scraps die niet meer dan rotzooi zouden zijn na vandaag, want hij klonkte ze baldadig op elkaar in een hoop, ondertussen verwensingen hijgend en 'versjteerde vrouw' sissend, en daarna zou hij ze meenemen naar de grote zaal, om ze daar bovenop een tafel weg te smeulen als een waarschuwende roep tot hen allen, en tenslotte zou hij haar smeulend laten kronkelen bij het besef van het haar en de huid die van haar schedel dwarrelden onder zijn gloeiend hete eens regerende, altijd regerende hand. Het zou er nog wekenlang stinken naar verkoolde huid, dat zou het. Ze zou nog jaren gebukt gaan onder haar fouten, de zaal vermijden, al in tranen uitbarstend als ze hem ook maar voorbij moest, dát zou ze! Hijgend in zijn eigen glunderen schommelde hij haar voorbij, vastbesloten over zijn buitengewoon goede idee. Zijn mantel ruiste achter hem aan in zijn kielzog terwijl hij de lerarenkamer verliet, op weg naar de eetzaal. Grote deuren die met een klap opensloegen, hij die met zijn armen vol metaal demonstratief binnenstormde - als de act van de doorgedraaide slechterik in een musical. Lokaas genoeg om haar naar de meest druk bezochte plek van de school te krijgen waar ze haar publieke vernedering zou ondergaan, nietwaar? Reken maar! Het tij zou voor haar gekeerd worden en ze hoefde er geen vuile vinger naar uit te steken.
Volledig in het thema van Valentijn staan er twee Events op het programma van de site. Beide zullen van start gaan vanaf 14 februari, dus houd de site zeker goed in de gaten.
Cupid Hearts: Verras vrienden of in game characters met een vrolijk hartje deze Valentijn. Met of zonder lief berichtje eraan vast. Anoniem of juist niet. Stuur je hartjes naar het account van Alpha.
Valentine's Dance:Vanaf 14 februari zal de grote zaal van de school omgetoverd worden tot een danszaal vol met eten, drinken en live muziek. Iedereen is welkom om aan dit algemene topic deel te nemen.
WINTER
Tijdens de winter is het terrein van de school in diepe rust. De meeste dieren zijn onvindbaar verscholen en de ijzige wind houd ook de leerlingen binnen. De perfecte tijd om met een kop warme choco naar de vallende sneeuw te kijken.