PortalIndexLesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] HpD5UwnLesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] 2q24v8xLaatste afbeeldingenZoekenRegistrerenInloggen



 

Deel
 

 Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ]

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
AuteurBericht
Lesaiah

Lesaiah

Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] UTL8oxA PROFILEPosts : 3995
Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] UTL8oxA MAGICIAN
✦ CHARACTER ✦
Magic: Woud
Klas: None
Partner: Something's changing, rearranging me.

Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Empty
BerichtOnderwerp: Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ]   Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Icon_minitimedi okt 16 2012, 12:56

Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] 14udgcz
Algemeen

Volledige naam: Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret
• Uitspraak: [ Lè-saj-ah ]
• Feuilleie -> Frans voor blad
• Morié -> Afgeleid van het Latijnse “mori” wat “te doden” betekend.
• Fôret -> Frans voor woud
Leeftijd: 213 Jaar
• Lichamelijk 20
Planeet van herkomst: Gren
Beheerst: Woudmagie
Geaardheid: Hetero
Stem:


Persoonlijkheid
[ Wisselvallig | Muzikaal | Onvoorspelbaar | Koppig | Driftig ]

[ Wisselvallig ]“Ik ben er niet trots op, maar ik ben waarschijnlijk wisselvalliger dan het weer. Het is niet alsof ik het kan helpen, mijn gevoelens zijn nu eenmaal snel opgewekt en even snel weer gaan liggen, net als herfststormen. Daarmee vergelijk ik mezelf dan ook vaak, met het weer. Ik kan omslaan en dat is niet altijd even handig, zeker niet met het werk wat ik doe. Maar ik heb nooit beweerd dat het geen goede kanten heeft. Ik kan me snel aanpassen, denk ik. Het heeft zijn lichte kant en zijn schaduwkant, maar is dat niet zo met elke eigenschap?”

[ Muzikaal ]“Dus. Persoonlijkheid. Eigenschappen. Goed, het is meer een talent. Maar ik kan het er toch onmogelijk uit laten? Het is een deel van me geworden, het spelen van muziek. Mijn uitlaatklep voor gevoelens die ik niet kan, wil of durf te uiten. Ik heb het altijd gedaan en ik zal het ook altijd blijven doen. Het speelt in mijn hoofd, al voor zo lang ik het me kan herinneren. Het is er nooit niet en echt- het stoort me niet. Ik heb nooit echt momenten van stilte in mijn hoofd. Ik kan altijd naar de muziek vluchten.”

[ Onvoorspelbaar ] “Ook hier ben ik niet trots op, maar het is een eigenschap die me wel een paar keer het leven heeft gered. Of een ander leven heeft genomen. Ik kan niet zeggen dat ik altijd hetzelfde zal reageren. Integendeel; waarschijnlijk reageer ik iedere keer anders en kan ik dat niet helpen. Het heeft me meerdere keren vriendschappen gekost, een paar keer heeft het me mijn leven gered. Maar het komt erop neer dat het nogal irritant is en ik er niets aan kan doen. Maar ja, iedere vrouw heeft wel ergens een punt waar ze zichzelf haat. Ik heb mijn onvoorspelbaarheid. Het is weer eens wat anders.”

[ Koppig ] “Koppig, ja, dat ben ik wel. Niet dat ik iedereen meteen met mijn mening moet overrompelen, maar ik houd vast aan wat ik denk en wat ik geloof en wat ik niet geloof. Ik kan er ook nogal om in paniek raken, zeker als iemand me probeert te overtuigen van iets wat ik niet wil weten. Ja, dan word ik kinderachtig, vouw ik mijn handen figuurlijk over mijn oren en ga zitten zingen. Sommige dingen wil ik niet weten. Het overtuigd me toch niet. Je hebt eerder twee Maagdenburger halve bollen uit elkaar getrokken voordat je mij van mijn standpunt hebt afgebracht.”

[ Zorgzaam ] “Goh, ik klink wel erg negatief over mezelf, hè? Goede eigenschap dan. Ik ben zorgzaam, vind ik zelf. Het is niet iets wat je van me verwacht, maar ik ben in het bezit van een diploma in geneeskunde. Dat zegt genoeg, toch? Ik ben niet het soort wat overal kleine vogeltjes en eekhoorns gaat helpen, maar als iemand hulp nodig heeft dan- dan geef ik dat wel. welk soort hulp dat ook is, ik probeer te helpen. Maar ik weet ook wanneer ik los moet laten. Ik ben zorgzaam, maar niet overbezorgd.”
Familie
[ Silvana Alice Sophie de la Fôret ]
“Mijn moeder was perfect. Op iedere mogelijke manier, voor de tijd waarin ik ben opgegroeid. Ze was elegant, stil, vriendelijk, gehoorzaam, alles wat een man wilde. Deed nooit iets zonder dat ze vroeg of het mocht van mijn vader, was altijd in de weer voor anderen. Tenzij het op mij aankwam. Want haar perfectie had op een punt gefaald en dat was haar dochter. Mijn moeder heeft nooit van me kunnen houden zoals ze van Tyrel heeft gehouden. Silvana was zo perfectionistisch als iemand kan zijn en ik was de enige vlek op haar bestaan. Ze had me waarschijnlijk het liefst weggeveegd. Ik dank eeuwenoude moederliefde dat ze dat niet heeft kunnen doen.”

[ Thymos Petrus de la Fôret ]
“Ken je het gevoel dat iemand je aankijkt alsof hij je het liefst in een put zou gooien? Wel, ik ken hem maar al te goed. Vaderliefde heb ik praktisch nooit in zijn ogen zien glinsteren. Hij was niet trots op zijn dochter, nooit. Waarschijnlijk heb ik het zelf alleen nog maar erger gemaakt, door dingen te gaan doen die jongens zouden moeten doen. Ik wilde het goedmaken dat ik geen zoon was en dat maakte het besef voor hem alleen maar duidelijker. Maar alsnog. Hij wist van Tyrel, dat weet ik zeker. Dat zag ik wel in zijn ogen. Maar hij zei er niets van. Alsof hij wilde dat ik pijn leed. Hij was een realistische, koude man. Ik heb hem nooit iets vergeven, maar ik heb verwijt hem ook niets meer. Hij was een ongelukkig man, ben ik te weten gekomen. Ergens is dat straf genoeg, is het niet?”

[ Tyrel Nicholas Richard de la Fôret ]
“Er zijn maar weinig mensen waar ik echt bang voor ben. Maar zelfs als dode, als levenloos lichaam, dat van een tachtigjarige, joeg hij de rillingen over mijn rug. Het is zinloos om een dode te haten, maar het geeft zoveel voldoening om te weten dat hij er niet levend vandaan is gekomen en ik wel. Vreemd, hoeveel invloed iemand op je kan hebben, als ze je maar dreigen te onderdompelen in een bak ijswater. Haten is een groot woord, maar over Tyrel kan ik uitweiden tot in de eeuwigheid. Als haat echt een groot woord is, dan is het geschikt voor Tyrel. Misschien is het zelfs te weinig.”
Geschiedenis
I. Kindertijd “Ik ben verkeerd begonnen, om dat duidelijk te maken. Mijn geboorte was een helse belevenis voor mijn moeder; midden in de nacht, tijdens een storm die bomen omrukte en regen die daken deed bezwijken. Het was pijnlijk en langdurig, heb ik later van de vroedvrouwen gehoord. Maar goed, genoeg daarover. Direct nadat ik geboren was, werd duidelijk dat ik niet was wie ik hoorde te zijn. Ik was een meisje, geen jongen. Mijn vader was kwaad, mijn moeder zonk in een postnatale depressie en zag me slechts als ik moest voeden. Ze hadden niet eens een naam voor me, dus de eerste drie maanden was ik “de baby” in plaats van Lesaiah. Een van de kamermeiden heeft me uiteindelijk die naam gegeven en mijn vader en moeder zijn hem ook gaan gebruiken. Als zij me die naam niet had gegeven, was ik misschien wel mijn hele leven naamloos gebleven – iets wat ik me nog steeds niet goed kan voorstellen, hoe ik mijn naam dank aan een voor mij onbekende. Verder was ik een gezond kind, groeide ik heel normaal op. Mijn ouders zag ik weinig, maar dat was eigenlijk heel normaal in die tijd. Toen ik anderhalf was, kreeg ik een broertje. Ik kan me maar een ding herinneren van Tyrel als baby; hij keek me lief lachend aan. Dat is de enige keer die ik me kan herinneren dat ik het gevoel had dat hij mijn broertje was en niet mijn aartsvijand. Maar verder was ik gelukkig, denk ik. Vanaf mijn zesde levensjaar kreeg ik volop lessen – vooral in de schone kunsten die een dame behoorde te kennen en diplomatieke taken, erg vrouwelijke zaken – en begon ik met muziek. Die passie had ik overigens al veel eerder; ik kan me nog herinneren dat ik op mijn derde verjaardag een concert mocht bijwonen en dat dat het beste cadeau was wat ik ooit heb gekregen. De jurken, het paard wat ik kreeg en de grote bedragen geld die anderen mijn ouders schonken verbleekten gewoon bij die ervaring. Maar goed, terug naar het verhaal. Tot ik tien was heb ik nooit veel last gehad van mijn geslacht – ik merkte het voortrekken niet echt op, dacht dat het kwam omdat Tyrel nu eenmaal jonger was. Maar toen ik het een keer opmerkte, merkte ik ineens alles op. Hij mocht zoveel meer dan ik mocht, dat ik als tienjarige in opstand kwam. Ik wilde ook wild kunnen spelen, kunnen vechten, magie kunnen gebruiken. Dat laatste leerde ik overigens wel, maar niet zo specifiek als Tyrel die lessen kreeg. Ik ben stiekem lessen gaan volgen bij de wapenmeester – een man die altijd een zwak voor me heeft gehad – en speelde in het hooi. Het leverde problemen op, natuurlijk, maar het leverde eigenlijk meer afkeur op dan problemen. Ik was al mislukt als jongen, waarom ging ik me zo gedragen?”

II. Familiegeheimen
“Hoofdstuk een klinkt gelukkig, is het niet? Dat was het dan ook. Past toen Tyrel tien werd, veranderde mijn leven drastisch. Ik was toen bijna twaalf, maar mijn broertje was een kop groter en door zijn training ook een stuk sterker. Ik weet niet wat ik de eerste keer mis deed, maar het leverde me een blauw oog op. En hij vond het leuk, bleek algauw. Hij bleef slaan, bleef me pijn doen. In het begin was het alleen slaan. Later werden het martelingen. Ik kan mijn adem erg lang inhouden en dat heb ik aan hem en zijn spelletjes met water te danken. Hij zou een goede verhoorder zijn in een wrede gevangenis; wist altijd mijn zwakke punten te raken. Niet alleen fysiek, maar langzaam maar zeker ook mentaal. Ik had een paard, maar het is nooit meer teruggekomen nadat hij ermee is gaan jagen. Mijn piano is een keer aan stukken geslagen – ik kreeg geen nieuwe – en ik vond mijn bladmuziek terug in kleine snippers. Ik begon te vluchten, begon mezelf op te sluiten in mijn gedachten. Mijn jongensachtigheid begon weer af te zwakken. Ik kon geen bescherming vragen aan mijn moeder of vader; zij hadden hun ogen ervoor gesloten en als twaalfjarig meisje ben je toch al niet zo soepel met je ouders. Ik begon me onder het personeel te begeven, leerde mezelf om niet op te vallen. Hij pikte me er na verloop van tijd altijd wel uit en strafte het verstoppen dan ook streng af, maar ik kon Tyrel af en toe ontwijken. Terugvechten kwam niet in me op. Ja, ik was een goede vechter, maar ook een laffe. Ik ben altijd beter geweest met pijl en boog dan met het zwaard, zoals het een woudmagiër betaamt, maar ik kon hem fysiek niet aan. Mentaal was ik te bang voor hem om het ook maar te proberen. Het ging letterlijk jaren door. Vier, om precies te zijn. Ik groeide op, ik bloeide op. Tyrel’s mishandeling werd minder zichtbaar, mijn pijngrens begon hoger te liggen. Ik schreeuwde niet meer, ik hield mijn lippen op elkaar geklemd in de wetenschap dat hij me zou doden als ik schreeuwde. Mijn koppigheid amuseerde hem en ik wist dat ik hem moest blijven amuseren, anders zou hij genoeg van me hebben en met me afrekenen. Ik twijfel er niet over of mijn ouders hadden er niets aan gedaan. Maar ja, dat is mijn familie. Wat me gered heeft is wat me gedood heeft. Mijn geslacht. Als vrouwe van adel moest ik trouwen, zo vroeg mogelijk, zodat ik ze niet meer tot last zou zijn. Ik was zestien toen het huwelijk werd gearrangeerd, maar had niet de intentie om te trouwen. Ik was gehard door het leven met mijn broertje en ondanks dat ik bang was, trok ik mijn handen weg van mijn thuis. Ik begon steeds vaker te verdwijnen, leerde de omgeving kennen. Tot ik er klaar voor was, de dag voor mijn zeventiende verjaardag.”

III. Volwassenheid
“Ik ben gevlucht. Heb mijn haren kort afgesneden en ben uit het raam geklommen, via een typische lakenketting. Ik ben altijd op de vlucht geweest, altijd een lafaard geweest en dat moet ik nog steeds, op een dag, goedmaken. Maar op dat moment was het mijn enige hoop, mijn hoop op onafhankelijkheid. Er waren verhalen over jongens die dat deden, jongens die het avontuur opzochten. Ik deed het ook, maar ik was een meisje. Dat was het eerste probleem waar ik tegenaan liep. Zonder mijn haar zag ik er weliswaar minder vrouwelijk uit, maar ik heb altijd een vrouwelijk lichaam gehad en dat is nogal moeilijk te verbergen. Maar het lukte me om rond te komen. Ik leefde voornamelijk in de wouden van Gren, pauzeerde af en toe in een dorpje. Ik begon mijn talenten te gebruiken; magie om te overleven, muziek om aan de kost te komen. Ik heb in het jaar dat ik alleen rondtrok meer rokerige kroegen gezien dan menig muzikant. Ik heb waarschijnlijk ook het grootste strafblad van de Legendarische Magiërs; ik ben nog steeds een goed zakkenroller, ondanks dat ik het niet meer hoef te doen. In die tijd heb ik meer relaties en nog veel meer onenightstands gehad dan ik kan tellen. Vandaar dat ik nu weet op welke signalen ik moet letten; niemand herkend een casanova beter dan een casanova zelf. Het was een samenloop van dit alles wat ervoor zorgde dat ik Ferost ontmoette. Hij was alleen en ik was alleen, dus in de herberg waar ik toen zat werd besloten dat we een kamer moesten delen. Het was goedkoper en in mijn ogen niet eens zo heel erg, want sja, hij was – is- eigenlijk best aantrekkelijk. Het was pas de ochtend daarna dat hij me vertelde wie hij was. En wat hij was. Natuurlijk geloofde ik hem niet, dus wedde hij dat hij het kon bewijzen. Ik denk nu dat hij al die tijd al heeft gevoeld wat ik pas een paar weken later voelde – een soort verbintenis. De weddenschap was simpel; als ik won, mocht ik gaan, als hij won, moest ik zijn reisgezel worden. Veel te verliezen had ik niet, want ik raakte hem toch wel kwijt – daar was ik van overtuigd. Toen hij het wist te bewijzen – ik heb al jaren geprobeerd om de magie te recreëren die hij toen heeft laten zien, maar het is me nooit gelukt – moest ik wel bij hem blijven. Eigenlijk wilde ik ook niet weg, voelde ik. Het duurde niet langer dan twee maanden voordat we allebei gevoelens toegaven. Twee jaar heb ik met hem rondgetrokken; als geliefde, niet als leerlinge. Een paar weken voordat ik twintig werd, kaartte hij het onderwerp voor het eerst aan; of ik niet zijn leerlinge wilde worden. Ik had de magie ervoor, beweerde hij, maar ik weigerde. Ik had dingen geleerd, de afgelopen jaren. Een van die dingen was dat vooroordelen zich snel verspreidden. Ik was zijn geliefde, vertelde ik hem, mensen zouden gaan denken dat ik alleen zijn opvolgster zou zijn omdat ik met hem sliep. Natuurlijk wás dat ook zo, maar ja, dat klinkt zo hard. Ik heb mijn onsterfelijkheid te danken aan het feit dat ik die nacht bij Ferost in de herberg moest slapen en toen met hem het bed heb gedeeld. Daar. Dat is eigenlijk wat er is gebeurd; het was mijn verjaardagscadeau, zei hij, mijn onsterfelijkheid. Maar ik was furieus. Ik wilde óf leerling, óf geliefde zijn. Het proces is onomkeerbaar, dus ik werd leerlinge. Maar dan had Ferost een voorwaarde. Vergeten. Ik moest vergeten wat er de afgelopen twee jaar was gebeurd. Het was een ingewikkelde bezwering die me de gebeurtenissen langzaam deed vergeten, die tot voor kort mijn geheugen heeft getekend. Maar ik was gelukkig. Een soort van.”

IV. Vertrek
“Ik stelde geen vragen over mijn geheugen; Ferost zei dat ik gevallen was en wat last had van mijn geheugen, maar verder was alles goed. Uiteindelijk raakte ik eraan gewend en heb ik er eigenlijk nooit meer vragen bij gesteld. Mijn training heeft een jaar of twintig in beslag genomen, gok ik. We hielden het nooit zo bij en de enige keren dat we echt gezelschap kregen wat langer was dan oogcontact was als Fennon en Flynn langskwamen. Het waren ook die tijden dat ik het meest genoot, omdat Flynn en ik overeenkwamen op een punt; de training was zwaar en we waren ook maar mensen. Hij is in de loop der jaren mijn beste vriend geworden, bijna een broer. Natuurlijk zijn we wel eens dronken geworden en hebben we domme dingen gedaan, maar daar heeft geen van ons ooit een probleem over gemaakt. Mijn leven was in principe heel vrij; twee jaar van mijn training heb ik Ferost in totaal niet gezien. Dan moest hij officiële zaken regelen en was ik in mijn eentje. Het was een gelukkige tijd, waarin niets moest en alles kon. Ongeveer zeven jaar in mijn training heeft Ferost me mijn enige huisdier ooit gegeven; een eenhoorn die ik Dyonisos heb genoemd. Het was een edel dier, maar opstandig en eigenwijs. We waren elkaars spiegelbeeld en ondanks dat we elkaar bijna nooit écht zagen, was hij er altijd voor me en is hij altijd mijn huisdier gebleven. Zelfs nu hij versteend is, beschouw ik hem alsnog als mijn vriend.
Het sloeg aan het einde van mijn training. We gingen weer uit elkaar, Ferost en ik. Meestal zag ik hem een week niet, maar hij gaf het nooit zo aan. Twee maanden later was hij nog niet terug. Hij was vertrokken, verdwenen, opgegaan in lucht. Ik stond er ineens weer alleen voor en dat deed pijn. Veel pijn. Maar het was ook glashelder; hij had zijn opvolger getraind en nu was ik klaar. Ik was officieel de op een na sterkste magiër in het universum. Het voelde goed. De pijn van Ferost die me had achtergelaten en de vreugde van het besef dat ik geslaagd was, neutraliseerden elkaar. Nu ik erop terugkijk, vermoed ik dat ik zijn redenen om te vertrekken kan raden. Is de ergste vorm van liefde niet van iemand houden die niet beseft dat je van die persoon houdt? Hij had dat iedere dag, vermoed ik. En hij kon het me ook niet vertellen, omdat ik het hem zelf verboden had. Hij is vertrokken omdat het moest en niet meer teruggekomen omdat het niet meer hoefde; het was heel logisch. En toch vermoed ik, dat als we geen romantische relatie hadden gehad, hij me niet zou hebben achtergelaten.”


V. Solo
“Het is grappig hoe ik bijna abrupt terugviel in mijn vroegere patroon; alsof die twintig jaar helemaal niet gebeurd waren. Goed, er waren een paar dingen veranderd, maar niet veel. Ik zong nog steeds om aan de kost te komen, had nog steeds iets met rokerige kroegen, maar ik begon naar de steden te trekken. Grote steden, waarin je niet opviel. Dat had ik nooit eerder gedaan. Ook sliep ik niet meer met jan en alleman. Niet dat ik niet meer wist hoe ik een man dronken moest krijgen en mijn bed in moest praten; ik voelde de behoefte er niet meer toe. Ik was ermee begonnen om me geliefd te voelen, nu wist ik dat dat niet perse nodig was. Jaren gingen voorbij. Ik trok van stad naar stad; ik moest wel. Na tien jaar van niet ouder worden beginnen mensen dingen te verzinnen en ik wilde absoluut niet dat iemand wist wie ik was. Ik had van Ferost geleerd dat anonimiteit een van de beste vermommingen ooit was en ik hield me aan die wijsheid vast. De eerste honderd jaar maakte ik geen vrienden; ik redde mezelf en was eerder een mysterieuze aanwezigheid dan een gezellige buur. Ik voelde me niet op mijn gemak in de grote mensenmassa’s, maar ben er uiteindelijk aan gewend. Na bijna een eeuw van amper spreken tegen iemand, sloeg er iets om. Ik kon vrienden maken, ik kon relaties onderhouden, het hoefde niet allemaal zo anoniem. De reden dat het gebeurde was simpel; ik ging voor het eerst in mijn leven naar school – de medische opleiding – en de mensen die ik daar ontmoette waren niet moeilijk om mee te praten. Ja, mijn verleden is een en al schommelen tussen wel sociaal en niet sociaal. Ik haalde zonder moeite mijn opleiding en heb me sinds die dag dokter mogen noemen, hoewel ik er niet mee te koop liep. Zoals de meeste normale mensen dat deden, ging ik in een praktijk werken. Ik sprak met niemand over mijn verleden – zelfs met mijn vrienden niet – en terwijl zij ouder werden, met elkaar trouwden en kinderen kregen, bleef ik een twintigjarige. Maar ik had me genesteld in mijn manier van doen. De gewoontes die ik had ontwikkeld, de lekkende kraan in de badkamer van mijn appartement, de eindeloze gesprekken met vriendinnen; ik kon ze niet zomaar achterlaten zoals ik dat eerder had gedaan. Het was onmogelijk om hen te verlaten, maar tegelijkertijd durfde ik ze niet te vertellen wie ik was en vooral wat ik was. Het begon me vanuit binnen op te vreten, het schuldgevoel. Vrienden had ik nooit veel gehad en nu vertelde ik ze de waarheid niet. Maar ik zag dingen over het hoofd. Na mijn hele leven antisociaal te zijn geweest, kwam het niet in me op dat mensen hun eigen conclusies al hadden getrokken en me er niet om veroordeelden. Dus toen het er per ongeluk uitglipte, midden in een gesprek, was de helft niet eens meer verbaasd. Maar onze omgang veranderde wel. Van iemand die ze vertrouwden, werd ik een soort buitenstander. Meer toeschouwer dan medestander, meer bekende dan vriend. Contacten verwaterden, zoals ik had gevreesd. Maar ik leefde verder. Ik moest wel. En een jaar of vijftig later kwam er bericht van Ferost’s verdwijning. Het was alleen maar logisch dat ik mijn plaats opeiste als rechtmatige opvolger.”
Uiterlijk
[ Bruine lokken ] Lesaiah’s haar heeft een kleur die tussen kastanje- en mahoniebruin inhangt. In de winter is het donkerder dan in de zomer, verschijnen er soms wat blonde lokken. Haar bos haren is dik, moeilijk te temmen, maar valt eigenlijk altijd wel elegant over haar schouders. Ze wisselt tussen een middenscheiding en een zijscheiding. Voor belangrijke gelegenheden wil ze het wel eens opsteken, maar dat kost haar zoveel moeite dat ze het meestal laat. Het liefst laat ze haar haren hangen, zodat ze tot op haar middel vallen.

[ Groene ogen ] In het verloop der tijd hebben veel mensen haar een brunette genoemd, waar ze dat niet echt is. Haar ogen zijn niet bruin, maar sprankelend groen. Het zijn het soort ogen die je op een schilderij altijd aan zullen staren, vanuit welke hoek je ook kijkt. De tint groen verschilt met haar humeur en zal dus nooit echt hetzelfde zijn. Heldere, lichte ogen duiden op een opgewekt humeur, donkere kleuren geven aan dat ze niet in een al te vrolijke bui is en als ze felgroen, om niet te zeggen gifgroen zijn, dan kan je je maar beter uit de voeten maken.

[ Petite ] Lesaiah is niet… Klein, ze is petite. Met haar 1.72 is ze van heel normale lengte voor een vrouw van haar fysieke leeftijd, maar het is haar figuur wat het een allemaal in de war gooit. Ze is vrouwelijk gebouwd, met duidelijke heupen, borsten en billen en hoewel alles een redelijk formaat is, is het niet uitzonderlijk groot. Haar vormen worden eigenlijk nog duidelijker doordat ze slanker is dan ze zou moeten zijn. Er is erg duidelijk een zandloper in haar figuur te ontdekken en die slanke vormen hebben niet alleen het nadeel dat veel mensen denken dat ze te dun is, maar ook dat ze niet veel spiermassa heeft. Ze is dus niet alleen breekbaar gebouwd, maar heeft ook geen echte onderliggende spieren. Ze heeft wel een goede conditie en ze is niet heel erg zwak, maar ze is toch echt het bewijs dat wie niet sterk is, slim moet zijn en dat zijzelf érg slim moet zijn.

[ Tatoeage ] Het zou een onverstandige beslissing geweest kunnen zijn, of een weddenschap, of een manier om haar magie in het begin te bedwingen, Lesaiah weet het niet meer precies. Het enige wat ze over de tatoeage die zich van het midden van haar linkerdij tot net over haar heupbot strekt weet, is dat hij haar helpt herinneren aan wat er in het verleden is gebeurd, aan de fouten die zijn gemaakt. Sommige mensen hebben littekens, zij heeft de tekening op haar lichaam. Er zit geen kleur in, het zijn slechts figuren in zwart-wit. Ze heeft nooit de behoefte gevoelt om hem weg te halen, maar zorgt er wel altijd voor dat hij verborgen is onder haar kleding. De enige keren dat je er een glimp van kan opvangen is als ze een korte broek draagt, of een doorschijnend shirt. Als je hem echt goed wil bestuderen, zal je haar moeten overhalen om met je te gaan zwemmen. Een bikini bedekt het geval namelijk niet.
Relaties

Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletblack = Kennis
Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletblue = Vriend
Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletgreen = Goede vriend
Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletyellow = Verliefd op -
Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletpink = Geliefde
Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletred = Veracht/Verafschuwen

Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletblue Norwood:
“Ik mag hem van mezelf mijn vriend noemen. Niet mijn beste vriend, maar wel een vriend die ik niet zou kunnen missen. Goed, we zijn verkeerd begonnen en ondanks dat ik hem in het begin niet écht kon vertrouwen, is vriendschap wel gegroeid en daar ben ik persoonlijk heel blij mee. Natuurlijk kwetst het me dat Ferost me vergeten lijkt te hebben, maar als je zo lang leeft als ik, dan leer je met dat soort dingen omgaan. Ook met teleurstellingen in mensen. Dat heeft Norwood ook gedaan, me teleurgesteld. Het was niet zijn schuld, nee, maar ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om de schuld van zijn vervloeking alleen op Savador af te schuiven. Hij is een vriend, mijn opvolger en een mens. Mensen maken fouten en van alle mensen zou ik moeten weten dat je fouten moet vergeven. Dat doe ik dan ook.”

Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletgreen Flynn:

“Is hier nog uitleg nodig? Iedereen heeft op een gegeven moment een vriend die in precies hetzelfde schuitje zit, met precies dezelfde problemen en precies dat verbindt jullie tot in de eeuwigheid. Bij Flynn en mij is dat nogal letterlijk gebeurd; beiden leerling van een legendarische magiër, beide onsterfelijk. Ons talent om in ongemakkelijke situaties te belanden heeft ons tot vrienden gemaakt, de tijd tot goede vrienden en ik heb aan hem meer een broer dan ik ooit aan Tyrel heb gehad. We hebben samen domme dingen gedaan en daar schaamt geen van ons zich voor. Hij is hetgeen wat het dichtst bij familie komt wat ik nog heb.”

Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletblue Ferost:

“Hij is dood. Dat is het enige wat ik erover kwijt wil. Hij is dood en doden moet je met rust laten, wat ze ook hebben gedaan in hun leven. Natuurlijk, hij heeft gelogen, tegen mij en tegen de wereld, hij heeft me vervangen, hij ging weg zonder een woord te zeggen. Maar ik heb ook van hem gehouden. En hij van mij. Het is pijnlijk je te bedenken dat je ineens iemand meer als vader gaat zien dan als geliefde. Als leermeester in plaats van als klasgenoot. Het is naar geweest voor hem, pijnlijk. Maar ik kan er nu niets meer aan doen dan hem in zijn rust laten en hem niets verwijten.”

Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletblack Savador:

“Goed, ik heb het uitgelokt, maar hij ging erop in. We mogen elkaar niet, heb ik het idee, al is het alleen maar omdat ik Ferost’s opvolger ben en Ferost en Deshas een hekel aan elkaar hadden. Dat vermoed ik, in ieder geval. Maar ik heb besloten om me er niets meer van aan te trekken. Als hij het zo wil spelen, mag hij het zo spelen. Ik ga het volwassen proberen te doen. Ik ken hem amper en daar houd ik het liever op. Hij is niet mijn zaak en je met andermans zaken bemoeien word meestal niet geapprecieerd.”

Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletblue Alejandro:

“Ik weet het niet. Ik weet het écht niet. Hoe kan iemand die je zo lijkt te verachten in het begin, zo op je lijken als je langer met ze omgaat? Betekent dat dat ik mezelf haat, of dat ik gewoon een hypocriet ben? Ik weet het niet. Het frustreert me hoe hij soms kan handelen, zo kinderachtig, zo dom. Maar tegelijkertijd mag ik er niet over praten, want ik weet niet wat erachter zit. We zijn vrienden, hebben we besloten, maar het gaat stroef. Het verleden is niet makkelijk uitgewist en zeker tussen ons twee zal het nog even duren voordat alles… normaal gaat.”

Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletblack Neara:

“Ik ken haar amper en dat wil ik graag zo houden, want veel heb ik niet met haar te zoeken. Mijn indruk is statig, bijna hooghartig, kalm en eeuwig. Het soort magiër wat we nodig hebben, in plaats van wat ik ben. Misschien ben ik jaloers op haar, misschien is het gewoon dat ik ooit zo zou moeten zijn geweest en dat ze me daaraan herinnert, maar ik weet niet wat ik van haar moet denken.”

Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletblack Fealwen:

“Ze lijkt me echt heel aardig, daar niet van. Maar ik ken haar niet zo goed. In feite weet ik alleen dat ze de vrouwe van het water is, jonger dan ik en kleiner dan ik. Ik heb geen problemen met haar en ik denk dat we nog best een soort van vrienden zouden kunnen zijn, als we elkaar beter leren kennen. Dat is namelijk het punt; ik ken haar amper en kan dus nergens een conclusie uit trekken.”

Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ] Bulletblack Francis:

“Francis? Hij is een goede danser, weet ik. Hij kent Alejandro al langer, is de heer van het vuur en lijkt altijd vrolijk te zijn. Maar verder weet ik niet zoveel van hem, net als Fealwen. Nou, eigenlijk wel iets. Hij is charmant, spreekt net als Alejandro met een interessant accent en ik weet niet wat het is, maar iets lijkt erop te wijzen dat hij niet helemaal is zoals hij zich voordoet. Alsof hij iets achterhoud. Maarja, dat is niet mijn zaak en dus moet ik mijn mond erover houden, niet?”

Credits & © voor de opzet naar le Epic Noor
Terug naar boven Ga naar beneden
 

Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret [ ♛ ]

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

 Soortgelijke onderwerpen

-
» Lesaiah Feuilleie Morié de la Fôret
» De weirdo's achter Lesaiah 'nd Alejandro ~

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Starshine Academy ::  ::  :: Wood Magicians-