Onderwerp: [Odio] a fox' shelter vr aug 24 2012, 10:38
мιѕѕ ιɴdepeɴdeɴт
[justify]Met haar nauwelijks 1.60 en nog geen veertig kilo, viel Mohave bij uitstek in de categorie 'bijzonder fragiel'. Dat zou sexy kunnen zijn, ware het niet dat 'graatmager' ook wel bij haar paste. Het was dat ze momenteel een oversized shirt droeg, maar anders waren haar ribben te tellen geweest. Hoewel de donkere stof, welke vermoedelijk eens rood was geweest, maar inmiddels behoorlijk verwassen was, haar ribbenkast dan mocht verhullen, gaf het haar middel en buik wel prijs: zes maten te groot kon nog steeds te kort zijn, wanneer je de stof bij het middel afknipte – of scheurde. Het meisje had niet alleen de onderkant van het shirt onder handen genomen, maar ze had meteen de moeite genomen om de mauwen af te scheuren en de halslijn wat te verruimen. Niet voldoende om haar, geringe, decolleté vrij te geven, maar wel genoeg om suggestief te zijn. Zoals 'bijzonder fragiel' absoluut buiten de categorie sexy kon vallen, zo kon een oversized shirt kennelijk overduidelijk ook binnen die categorie vallen. Al had je misschien een persoon als Mohave nodig om een dergelijk saai kledingstuk bijzonder te maken.
Haar verdere kleding was nauwelijks de moeite van het benoemen waard – en misschien maakte het dat juist wel de moeite waard. Ze had niet de moeite genomen om schoenen aan te doen, en droeg niet meer dan een zeer korte short die maar net over haar kont kwam. Om uiteenlopende redenen was Mohave niet iemand die gesteld was op kleding en het mocht duidelijk zijn dat het begrip 'school-uniform' haar vrij weinig zei. Zeer zeker niet genoeg om iets dergelijks te dragen. Om haar rechterpols droeg ze een smalle, gouden armband met diverse bedeltjes, waaronder een klein, kristallen hartje. Boven in haar linkeroor had ze lang geleden twee gouden ringetjes laten schieten, maar verder leek ze zich net zo min aan sieraden te hechten als aan kleding. Sieraden hadden toch alleen maar de neiging om te blijven haken, waardoor ze of stuk gingen, of haar beschadigden, of op den duur kwijt raakten.
Opgesmukt, uiterlijk schoon was niet aan haar besteed. Ze had een rond gezicht met grote ogen en fijne wenkbrauwen, smalle lippen en een kleine neus. Ze zou een bijzonder mooi meisje kunnen zijn, maar had wat meer vet op haar lichaam nodig om daadwerkelijk aantrekkelijk te zijn. Toch had ze zo haar eigen charmes: rebellie en dierlijke gratie draagt altijd een zeker magnetisme met zich mee. En Mohave was geboren om een rebel te zijn. Om dingen op haar eigen manier te doen en om in opstand te komen wanneer het haar allemaal niet beviel. Allicht was dat dan ook de reden dat ze zich nu niet in een klaslokaal bevond, maar buiten op het grasveld. Ze had het sowieso al niet op de benauwdheid van de lokalen: ze was licht claustrofobisch en verlangde altijd naar buiten, en als de studiestof haar interesse dan ook nog eens niet wist te vangen, was de keuze snel gemaakt.
Lichtvoetig als ze was, en onbelemmerd door de tassen die de andere studenten altijd mee schenen te moeten slepen, danste ze over het grasveld. Hoewel haar stappen gelijk waren aan die van een gewone wandelaar, was haar pas zo licht en soepel dat het woord 'lopen' haar zonder meer te kort zou doen. Ze had de souplesse van een jonge ree: dezelfde gratie, kracht en vrijheid, welke maar zelden bij mensen voor kwam. Zij was er mee geboren en ze gebruikte hem met een doeltreffendheid die angstaanjagend was. Over haar schoonheid viel dan misschien te twisten, maar de manier waarop ze liep, was zonder meer verleidelijk.
Na het langwerpige grasveld over te zijn gestoken, kwam ze uiteindelijk bij de oude, begroeide stenen die de plaats van de twee ruïnes kenmerkten. Ooit had ze gehoord van het gezegde 'alles wat over blijft van een heldendom, is een vervallen heuvel, begroeid met gras'. Dat was zonder meer waar als je deze plaats bestudeerde. Ooit hadden hier twee gigantische gebouwen gestaan, gerezen uit natuursteen, ingelegd met mozaïeken-ramen en grote, houten deuren. Maar het verval had ook deze ruimtes achterna gejaagd tot er met de tijd niet meer over gebleven was dan een hoop stenen, begroeid met mos en struiken.
Het was een plaats geworden waar zij zich thuis voelde. Ze trok de eerste meters om de ruïne heen om na een kleine vijftien meter aan de klim te beginnen: ze nam een kleine aanloop en vond blindelings de gleuven waar ze haar smalle handen en voeten in kwijt kon. Nauwelijks seconden later balanceerde ze op de hoogste, uitstekende muur, voordat ze aan de andere kant naar beneden glipte en uiteindelijk zo'n vijf meter onder de grond belandde: op de plaats waar ooit de kelders van het gebouw hadden moeten zijn. Ze had enkele seconden nodig om haar ogen te laten wennen aan het duister, maar kende de plek inmiddels zo goed dat ze niet de moeite nam om te wachten. Ze haastte zich onder de verschillende muren en kelderbogen door, om uiteindelijk in een kleine ruimte aan te belanden. Aan de muren hingen manshoge fakkels. Door haar handen er om heen te sluiten en zich te concentreren liet ze de geoliede lonten ontvlammen. Het licht weerkaatste spookachtig tegen de wanden en gaven daarmee het geheim van de ruimte prijs: het was een kleine woonruimte, met een simpel bed, wat kleren en maar weinig persoonlijke bezittingen. Het enkele schoolboek dat er lag, was niet de moeite van het vermelden waard.
Onderwerp: Re: [Odio] a fox' shelter vr aug 24 2012, 12:33
De zon prikte door zijn oranjekleurige gordijnen heen en bereikte zijn gesloten ogen. Het was maar een subtiel verschil, maar genoeg om de getinte jongen wakker te maken. Gepaard met een zachte kreun opende hij zijn donkere ogen. Zijn handen die zich tijdens zijn slaap kennelijk in zijn dreads hadden begraven, plaatsten zich nu naast zijn lichaam zodat hij zichzelf omhoog kon drukken. Zijn eerst volgende actie was het pakje sigaretten pakken dat naast zijn bed op een tafeltje lag. Binnen een paar seconde lag de smeulende nicotine-rol al weer tussen zijn lippen. Gelijk daarna vielen zijn ogen opzij. Zijn kijkers gleden over haar vormen en bestuurde hoe ze zo naast hem lag. Stella. Zijn mondhoeken krulden zich om hoog terwijl haar haren even aanraakte en een zacht geluid haar antwoord was. “Jij ook goedemorgen, girl.” Voorzichtig tilde hij haar op en plaatste haar op zijn schoot. Zijn vingers gleden even genietend langs haar hals, voordat hij haar goed vastpakte en begon te spelen. Er ging niks boven rustig op je gitaar jammen als je net wakker bent.
Terwijl zijn vingers een willekeurig nummer speelden –the heavy, how you me like now- vielen zijn ogen op de alarmklok naast zijn bed. Half één al weer en hij was niet wakker worden van zijn wekker. Was het soms al weekend? Het kleine ‘vr’ dat in het hoekje van de digitale klok stond, vertelde hem een heel ander verhaal. Damn – wekker vergeten te zetten. Terwijl zijn hart een klein sprongetje maakte, legde hij zijn gitaar weer naast zich op het bed. In lichte stress haalde hij de sigaret uit zijn mond en blies de rook naar boven. Ok, wat te doen – wat te doen? De eerste drie lessen had hij sowieso al gemist en als hij zich nu heel snel zou omkleden, zou die toch alleen maar op tijd komen voor de laatste twee. Was dat wel de moeite waard? Nee, dat was het niet. Resoluut maakte hij zijn sigaret uit in zijn overvolle asbak, hoe moest dat ding echt een keer legen, en stond op. Op z’n gemak scharrelde hij rond door zijn kamer in zijn versleten joggingsbroek waarin hij altijd sliep. Zijn kamer was een rotzooi. De tijd die hij kon gebruiken om de ruimte op te ruimen, stak hij liever in muziek maken. De enige plekken waar geen spullen lagen was in de buurt van zijn drumstel en de houders waarin hij zijn (bas)gitaren bewaarde. Vanaf zijn bank, zo’n oude leren, roofde hij een donkergroene, ruimvallende skaterbroek en een zwarte tanktop. Ergens anders, over een stoel heen gesmeten, pakte hij een zwarte wollen vest. Ja, het was zomer en de meeste mensen moesten er niet aan denken om nu een wollen vest aan te doen, maar Odio was nog steeds gewend aan de ware temperaturen van Razen. Dus hij had het nu eenmaal snel koud en daar hield hij niet van. Dat hij met gemak zijn vuurmagie zou kunnen gebruiken om zichzelf warm te houden, was een idee waar hij nog nooit aan gedacht had. Sowieso als hij er wel opgekomen was, zou hij het te veel gedoe vinden. Hij gebruikte zijn magie amper en zijn vuurmagie al helemaal niet. Too much of an hassle.
Met weer een sigaret tussen zijn mondhoek, het was ondertussen een standaard ding van zijn uiterlijk geworden, en Stella op zijn rug gedragen verliet de jongeman zijn kamer. Het duurde niet lang of hij stond al weer buiten het schoolgebouw. Sommige leerlingen hadden er talent van gemaakt om te verdwalen in de eindeloze gangen van de school – Odio niet. Op z’n minst kon hij altijd de weg naar buiten redelijk snel vinden. En buiten was het rustig. Hij strompelde al even over het grasveld toen hij besefte dat hij geen eens de moeite had genomen om sokken of schoenen aan te doen. Op het moment dat zijn blik zich weer van de grond los maakte, liep er een zeer bevallige jongedame voorbij. Of bevallig? Die manier waarop ze liep was dat zeker wel, maar als hij alleen al naar rug keek –duidelijk zichtbaar door het korte shirt dat ze droeg- zou hij haar het liefste mee nemen naar zijn moeder zodat die haar goed kon vol proppen met een flinke berg voedsel. Oh boy wat was ze mager. De gedachte aan zijn moeder liet hem glimlachen, maar toen hij zag dat de jongedame net zoals hij op blote voeten was, veranderde die glimlach in een grijns. En, hij wist niet waarom, hij besloot haar te volgen. Het maakte hem vrij weinig uit of ze hem zou opmerken of niet, maar de behoefte om haar aan te spreken was er ook weer niet. Misschien later. Maar nu? Nee, gewoon rustig volgen en kijken waar die fragiele beentjes van haar naar toe gingen. Dat bleek de reünies te zijn. Odio was er één keer gekomen. Had er met een groepje mede-muzikanten een kampvuur gemaakt en de hele nacht muziek gespeeld. Het was zeer vermakelijk geweest, maar dat was dankzij de personen geweest met wie hij was – niet dankzij de plek. Eerlijk gezegd joegen die reünies de rillingen over zijn rug. Het was dan ook dat hij even stil stond, twijfelend of hij wel of niet zich om zou draaien en weg zou lopen. In de tijd die hij nodig had om na te denken, was het vreemde meisje uit zijn blikveld ontsnapt. Hij uitte een kleine vloek en alsof het iets hielp, zag hij haar opeens verder op tegen een muur op klimmen. Iets wat er alles behalve makkelijk zou moeten zijn, maar het meisje deed met een ongekende gratie. Een gratie die Odio de indruk gaf dat hij dat wel even na kon doen. Dat viel vies tegen. Met veel gekreun, gezucht en gevloek wist de jongen zich naar boven te werken op de muur. Hoe the hell had dat meisje zich hier zo gemakkelijk geklommen? Toen hij eenmaal de klim achter de rug had, hij was zeker niet zo snel als die jongedame geweest, besloot hij even een pauze te houden op de rand waar hij nu zat. Zijn donkere ogen keken naar beneden, naar zijn smeulende sigaret die tijdens het klimmen uit zijn mond geglipt was. Het was al weer de derde geweest die hij had opgestoken nadat hij zijn kamer verlaten had. Kettingroker much? Definitely. Met een kleine grom, hij hield niet van hoogten, liet hij zich aan de andere kant van de muur naar beneden vallen. Hij twijfelde er niet over dat het meisje een stuk sierlijker op haar voeten was terecht gekomen, maar de jongen viel op z’n minst niet om. Dat was al heel wat. Zijn bruinkleurige ogen keken onderzoekend rond terwijl ze in feiten niks zagen. Dit was één van die zeldzame momenten om zijn magie te gebruiken. Een korte knip met zijn vingers en er een verscheen een kleine vlam die de ruimte verlichtte. Terwijl de jongen al weer een nieuwe sigaret pakte, scanden zijn ogen de ruimte. Het leek nog wel het meeste op de kerkers die zich ook onder het nieuwe schoolgebouw bevonden. Hij vond de reünies als niet fijn, maar deze plek joeg al helemaal de rillingen over zijn rug. Wat had een breekbaar meisje als zij hier te zoeken? Met die vraag in gedachte gebruikte hij voor de tweede keer zijn magie. Deze keer zijn luchtmagie om het meisje te vinden die hij ondertussen hopeloos was kwijt geraakt. Rustig, met de sigaret smeulend in zijn mondhoek, volgde hij het spoor dat aangegeven werd door zijn magie. Na even wandelen belandde hij in een ruimte verlicht door een stel gigantische fakkels. Zijn blik gleed van links naar rechts opzoek naar dat uiterst vreemde meisje. “Leuke kamer heb je hier, girl. Wel jammer dat je ’s ochtends wel zo vroeg moet opstaan als je op tijd in de les wilt zijn.” Zijn stem was lichtelijk spottend, maar zeker niet onaardig. Een kleine grijns hield zijn mondhoeken omhoog terwijl zijn sigaret tussen zijn vingers nam en de rook uitblies. Misschien dat hij het meisje op de kast zou jagen met zijn koele, scherpe ogen (zoals bij vele meisjes gebeurde, niet expres), maar dat zou hij dan snel genoeg merken.
Onderwerp: Re: [Odio] a fox' shelter vr aug 24 2012, 16:37
Hij was onhandig, lomp en langzaam. Maar wel volhardend, want nu stond hij hier in haar kamer om haar te vertellen dat ze op tijd haar bed uit moest komen als ze op tijd in de les wilde zijn. Zwijgend, om niet te zeggen afkeurend, keek ze naar hem op met haar diepe, goudachtige ogen. Zodra haar scherpe zintuigen haar verteld had, dat iemand haar volgde door de donkere gangen van de ruïnes, had ze het zichzelf gemakkelijk gemaakt in een hoek van de kamer die uitzicht bood op de ingang. Na een snelle blik zou je waarschijnlijk tot de conclusie komen dat dit de enige in- en uitgang was die het vertrek rijk was. Een wat langer en kritischer onderzoek zou je waarschijnlijk niet veel anders vertellen. Ware het niet dat Mohave niet een persoon was dat besloot te vertrouwen op één enkele vluchtmogelijkheid. Er was nog een andere uitgang, maar die zat dermate hoog in het plafond en buiten het bereik van het schimmige licht van de fakkels, dat je moest weten waar hij zat om hem te kunnen vinden – of misschien een zeer bijzondere aanleg tot het vinden van vluchtwegen hebben. En zelfs als je wist waar hij was, dan was het maar de vraag of je er komen kon. Het stond buiten kijf dat deze jongeman haar in ieder geval nooit voor zou zijn. Zelfs al ze hem zou uitleggen waar de stapstenen en de gleuven voor zijn vingers zaten, dan zou hij er nog een rotzooi van maken. Hij was te lang, zijn lijf was te breed en, bovendien, had hij al bewezen dat hij niet bepaald atletisch was. De sigaret die tussen zijn lippen hing, bevestigde dat: doorgaans ging sportiviteit en roken niet bepaald goed samen. Maar misschien was deze vreemdeling een uitzondering. Wist zij veel.
Hij was in ieder geval de moeite van het bekijken waard. Iets wat ze dan ook deed. Grondig. Mohave mocht dan misschien klein zijn, dat betekende niet dat ze niet wist hoe ze anderen in verlegenheid moest brengen. Als zij iemand bekeek – en dan zeker iemand die zojuist haar persoonlijke ruimte binnen gedrongen was, dan was er geen detail dat haar ontging. Van top tot teen kleedde ze de jongeman uit met haar ogen. Ze mat zijn lengte, de omvang van zijn spieren, ze bestudeerde nauwkeurig hoe het zwarte shirt om zijn lichaam spande en overwoog de verschillende mogelijkheden van sporten en kwaliteiten. Ze begon bij zijn tenen, die goed zichtbaar waren door het gebrek aan schoenen, en eindigde uiteindelijk bij zijn ogen. Ogen die scherp en koel waren en die iemand die minder zelfverzekerd was waarschijnlijk de koude rillingen hadden bezorgd. Haar liet het onverschillig. Blikken bezaten alleen macht als je ze toestond om macht over je te hebben. Zij had al te veel meegemaakt om onder de indruk te zijn van iets simpels als een blik. Ongeacht hoe kil en intens de ogen erachter dan ook mochten zijn.
'Het zou mij aanzienlijk minder tijd kosten dan jou,' merkte ze uiteindelijk nuchter op, na bijna een minuut stil te zijn geweest. Haar stem was zacht en bevatte een zachte rinkeling, de toonhoogte was opvallend: typerend voor een meisje. Ze wendde zich van hem af, richtte zich op de boekenkast die in een hoek gestouwd stond. Hoewel ze hem ogenschijnlijk de rug toekeerde, waren haar zintuigen tot het uiterste gespannen: ze was een jager, er was geen moment dat ze niet oplette, geen moment dat ze er niet vanuit ging dat iemand anders haar geen mes in de rug zou steken.
Met haar smalle vingertoppen gleed ze langs een van de astronomische instrumenten die in de kast stonden. Zonder zich naar hem terug te draaien, sprak ze verder. 'Het verbaast me dat je me tot hier gevolgd bent. Niet alleen omdat ik vele malen sneller ben dan jij, maar ook omdat deze ruimte je lijkt te...' Haar stem stierf weg, ze dacht een seconde of twee na voordat ze haar beslissing nam: 'benauwen.' Langzaam draaide ze zich naar hem terug, keek naar hem op van onder haar neergeslagen wimpers en liet een zweem van een glimlach zien. 'Het is maar goed dat je je eigen zuurstof bij je hebt, niet? Je kan immers nooit zeker weten wanneer de muren hier echt op je afkomen.' Dit keer was het haar beurt om haar toon licht spottend te laten zijn – en in tegenstelling tot de jongeman was dat niet in het minst vriendelijk. Voor iemand die zelf licht-claustrofobisch was, waren het misschien vreemde woorden, gezien op de plek waar ze zich bevonden. Ware het niet dat haar claustrofobie maar weinig te doen had met kleine ruimtes, en des te meer met het gebrek aan een uitgang. Hier kende ze de weg, hier voelde ze zich geen moment opgesloten; dus had ze geen enkele reden om claustrofobisch te zijn.
Nu draaide ze haar blik openlijk naar hem op, week een pas achteruit zodat ze meer ruimte had om hem te bekijken. Alsof ze dat al niet grondig genoeg had gedaan. 'Ik moet je wel heel erg interesseren, dat je een dergelijke moed op brengt om tegen je instinct in te gaan en de donkere krochten van je eigen ziel te betreden.' Dit keer was haar glimlach mild: geamuseerd. Ze haalde een hand door haar wilde, vosachtige haar en maakte een wijdsgebaar. 'Maar nu je hier toch bent, wat denk je van mijn nederige schulpje?' Een verstandig man zou op zijn hoede zijn; een ieder die goed zou opletten, zou zien dat dit meisje dan misschien klein en breekbaar mocht zijn, maar ook dat ze de wildheid van een roofdier over zich had. Iemand die bijzonder gevaarlijk kon worden wanneer ze agressief was, en iedereen zou moeten weten dat je een jager niet in het nauw moet drijven – of zijn territorium moet betreden. En dat de jongeman het territorium van deze jager betreden had, dat was een ding dat zeker was.
Onderwerp: Re: [Odio] a fox' shelter vr aug 24 2012, 17:48
Haar stem had hem eerder bereikt dan zijn ogen haar kleine lichaampje hadden gevonden. Het hielp hem in ieder geval wel. Leidde zijn kijkers naar het hoekje waar hij haar kleine gedaante vond. Je kon nou niet echt zeggen dat de ruimte duidelijk belicht was dankzij de fakkels, maar alsnog kon hij twee stel ogen hem fel tegemoet zien treden. Als de ogen van een wild dier dat op elk moment toe kon slaan. Het hielp hem nou niet echt mee om zich enigszins prettiger te voelen in deze ruimte die hem sowieso al beklemde. De jongedame die hij gevolg had was inderdaad vreemd, zoals hij al gedacht had, maar kennelijk was ook nog gevaarlijk. Dat was tenminste wat zijn instinct vertelde, maar -hé- was gevaar niet altijd één van de meeste interessante dingen ooit geweest? Vandaar dat hij ook zijn sigaret met een grijns op de grond gooide en vervolgens zelf ook op de koude stenen neer plofte. Koud. Nog zoiets onaangenaams aan deze ruimte. Nog steeds niet op zijn gemak, maar vastbesloten om te blijven totdat hij ontdekt wie dat vreemde dierachtige meisje was, haalde hij zijn gitaar van zijn rug af en legde haar in zijn schoot. Ja, hij had Stella al die tijd mee gesjouwd op zijn rug. Dus het was niet aan hem te verwijten geweest dat hij wat klunzig op de muur was geweest. Vond hij dan. Het redde zijn eergevoel toch wel een beetje? Ah, what the heck. Eergevoel op het gebied van sport had hij toch niet. Hij was niet atletisch en de enige spieren die hij had, was dankzij het drummen en de boksbal die in zijn kamer hing. Dus dat hij moeite had gehad om over een onmogelijk hoge muur te klimmen, was totaal geen probleem geweest – wist hij zichzelf te overtuigen.
Terwijl hij de tijd had genomen om zijn zelfvertrouwen weer op te bouwen, waren zijn ogen de hele ruimte rond geweest om op het laatst weer te eindigen op de jongedame. Nog steeds zat ze hem maar aan te kijken alsof hij een stuk vlees was. Een groot stuk kogelbiefstuk dat je het liefste rauw op at – juist ja. Niet dat hij dacht dat ze kannibalistisch was, niet echt, maar aan de andere kant begon hij ook wel weer te twijfelen of ze wel helemaal menselijk was. En nog steeds weigerde hij weer op te staan en braaf weg te gaan. Niet alleen om de eerste plaats omdat hij de uitgang echt niet meer zou terug kunnen vinden in dit doolhof. Als hij hier uit wilde, zou dat meisje hem weg moeten brengen. Anders zou hij eindeloos hier ronddwalen en eindigen als voedsel voor de ratten en God mocht weten wat voor wezens hier nog meer leefden. Dus bleef hij rustig zitten, zijn benen losjes over elkaar geslagen, zijn handen achter zich neer gezet waar hij licht op leunde. En de spanning bouwde zich maar op en op. Een soort spanning die alles behalve prettig was en verrassend genoeg alsnog gemakkelijk te breken was.
Zijn vrolijke, diepe lach werd weergalmd door de muren om hen heen. Haar woorden die wellicht als een aanval bedoeld waren, werden door hem alleen opgevat als een poging om het ijs tussen hen tweeën te breken. Iets wat voor deze donkere jongen uiteraard werkte. Hij was makkelijk met mensen, zelfs als hij het idee kreeg dat die mensen hem het liefste in de koekenpan zouden willen gooien. Sowieso had hij een flinke portie zelfspot om zichzelf nuchter te houden. Dus een opmerking als de hare, scherp en recht door zee, kon deze jongeman alleen maar waarderen. En als bijwerking vond hij haar ook gelijk een stuk minder eng. Terwijl zijn lach ondertussen weg stierf in een zacht gegniffel, had het meisje haar tijd genomen om wat ingewikkelde dingen in een boekenkast te bekijken. Hij voelde de behoefte om iets te zeggen, maar wist niet wat en werd sowieso afgehaakt door het meisje die al weer de volgende reeks woorden op hem af vuurde. Nu zijzelf de angst van hem had afgenomen, merkte hij geen eens meer de onaardige ondertoon van haar woorden op. Nee, nu mocht hij haar. Als in een halve verdediging bracht hij zijn handen om hoog en grijnsde breed. “Nieuwsgierigheid is behoorlijk lastig te bedwingen, girl.” Hij liet zijn handen weer zakken en plaatste ze weer achter hem op de grond. “En brengt je vaak naar plekken waar je anders niet zou komen.” Een kleine, niet flirtende bedoelde, knipoog volgde zijn woorden op terwijl zijn vingers al weer groeven naar een nieuwe sigaret. Dat de geur van de nog smeulende sigaret die naast hem op de grond lag, nog steeds in zijn neus prikte kon hem weinig boeien. Hij wilde een nieuwe sigaret dus pakte hij een nieuwe sigaret.
Toen hij weer op keek, hij had helaas moeten constateren dat dit al weer zijn laatste sigaret zou zijn die hij bij zich had, trad haar blik de zijne weer zonder vrees tegemoet. Dat moest hij haar wel nageven: ze was totaal niet geschrokken door zijn uitstraling en dat vond hij heerlijk. Eindelijk wat frisse tegenwind – een soort van. Toch ontstond er een kleine frons boven zijn ogen bij het horen van haar worden. Donkere krochten van zijn eigen ziel? Wat bedoelde ze daar nou weer mee. Ja, het was hier duidelijk donker, maar ze waren niet in zijn hoofd of iets dergelijks. Behalve als ze een of andere spreuk op hem los gelaten had. Net zoiets als Inception zou het dan zijn, die ene film die hij laatst nog gekeken had. Nah, vast niet. Ze probeerde gewoon poëtisch te zijn - net zoals die gedichten die zijn zusje zo graag voorlas. Liet hij nou niet van het enge, negatieve uit gaan maar van het vrolijke, optimistische. Hoewel hij betwijfelde of donkere krochten ooit ergens positief waren geweest. Ja, voor duistere tovenaren die hun schuilplaatsen daar hadden. Maar die bestonden niet in het echte leven. Net zoiets dat dit meisje voor hem gewoon een meisje was. Een beetje vreemd, een beetje dierlijk – maar nog steeds maar een meisje. Natuurlijk had ze hem niet vervloekt. Waarom zou ze zoiets doen?
Als reactie op haar vraag keek de jongen voor de zoveelste keer om zich heen. “Het is maar net waar je van houdt,” zijn toon was twijfelend – maar de glimlach op zijn gezicht maakte het alles behalve onbeleefd. Zachtjes begon zijn vinger ritmisch op de stenen onder zijn huid te tikken. Muziek om hem gerust te stellen dat hij geen fout had begaan om hier te komen. “En hoe heb je deze plek gevonden, girl? Het is niet erg gemakkelijk om hier terecht te komen.” Een kort gegrinnik volgde zijn woorden. “Of op z’n minst voor iemand zoals mij is het niet gemakkelijk.” Zijn donkere ogen bleven haar aan kijken met een nieuwsgierige twinkeling terwijl zijn vinger rustig door tikte. ‘Such a lovely place, such a lovely face.’
Onderwerp: Re: [Odio] a fox' shelter vr aug 24 2012, 18:15
Zij leek hem te amuseren, iets wat maar weinig voor kwam. Meestal waren mensen of op een vervelende, aanhankelijke manier geïntrigeerd door haar verschijning. Of ze waren bang. Hij leek oprecht geïnteresseerd. Als ze dierlijke oren had gehad, had ze ze nu in haar nek gelegd: wantrouwend. Nu moest ze het doen met een argwanende blik. Zijn lach was lichtzinnig en ontspannen, hij leek haar afwijzende toon niet eens te horen – en als hij het wel hoorde dan besteedde hij er in ieder geval geen aandacht aan. Zijn toon was ontspannen, entertainend. Dit was iemand die wist hoe hij mensen moest vermaken, hoe hij een moeilijke zaal naar zijn hand kon zetten en het ijs kon breken. Misschien voelde hij haar vijandigheid wel, maar weigerde hij er simpelweg op te letten, maar haar instinct vertelde haar dat hij teveel op het positieve gefocust was om haar afwijzendheid op te merken. De woorden kwamen soepel uit zijn mond, even vriendelijk als daarvoor. Ze wist niet zeker of ze moest lachen of grommen en realiseerde zich dat ze bewegingsloos was blijven staan: haar houding het midden tussen een afwijzing en verbazing.
Haar blik volgde de sigaret die haast achteloos op de vloer belandde en ze merkte op hoe makkelijk hij er een nieuwe opstak. Het feit dat hij rookte irriteerde haar: de geur was zo aanwezig dat het alle andere geuren overheerste en haar belemmerde in haar vermogen om de omgeving in de gaten te houden. Het was niet iets waar hij last van scheen te hebben, maar hij was ten slotte ook maar gewoon een mens. Gewone mensen vergaten de helft van de tijd dat ze zoiets als een reukorgaan hadden – laat staan dat ze wisten hoe ze er gebruik van moesten maken. En dan begon ze nog niet eens over het feit dat bij rokers de neus dicht sloeg en de smaakpapillen ernstig verslechterden. Zelfs als ze hem zou kunnen uitleggen wat hij zichzelf aandeed, dan zou hij het nog niet begrijpen, niet, tot hij zou stoppen met roken. En aangezien hij er in twee minuten al twee sigaretten door heen gejaagd had, zouden zijn zintuigen zeker tien jaar nodig hebben om ook maar een beetje te herstellen. Een verloren zaak, als je het haar vroeg, hij zou zeker de zestig niet halen als hij zo doorging. Niet iets wat zij hem zou vertellen. Ze dacht ook niet dat hij het serieus zou nemen: hij leek te lichtzinnig om zich om dergelijke zwaarwegende motieven druk te maken.
Het was een gedachte die een vluchtige glimlach om haar mondhoeken teweeg bracht, al kon ze niet precies zeggen waarom. Zich plotseling bewust van zijn donkere ogen die nog altijd op haar rustten, wendde ze haar blik af. Gelukkig voor haar, was hij het type niet dat aan ongemakkelijke momenten – of stiltes, deed. Hij babbelde vrolijk verder, waarbij de meeste woorden als water langs haar heen gleden. Ze vroeg zich af of hij de stiltes vulde met zijn eigen stemgeluid omdat hij zichzelf graag hoorde praten, of omdat hij zo makkelijker kon negeren dat hij zich ergens bevond waar hij niet wilde zijn. Vermoedelijk een mix van beide.
Ze realiseerde zich pas dat hij een vraag gesteld had toen de stilte nadrukkelijk tussen hen in viel en bleef hangen. Ze nam een seconde of wat de tijd om zich te concentreren op datgene wat zojuist gezegd was en liet toen een vluchtige, maar milde glimlach zien. 'Laten we zeggen dat ik er een neus voor heb om plekken te vinden waar anderen niet willen of kunnen komen. Ik hou er van om me te verbergen, met name op plekken die bestaan uit lange gangen, waar ieder ander gemakkelijk zou verdwalen.' Ze glimlachte haar tanden bloot en liet daarmee een zweem zien van haar wolfachtige wezen. 'De weg vinden is één van mijn specialiteiten,' merkte ze op.
Voor een moment bleef ze stil, keek bedenkelijk naar de jongeman die in de opening van haar vertrek was gaan zitten, en zich nu vermaakte door een ritme op de grond te tokkelen. 'Maar dat lijkt me bij uitstek niet één van jouw specialiteiten, je rookt teveel om je neus te kunnen gebruiken. Geen kans dat jij hier nog de weg terug vindt. Vertrouwde je op mijn welwillendheid om je terug te brengen? Of heb je misschien een spoor uit gezet?' Haar toon was geamuseerd en niet geheel ontdaan van een milde spot. Toch was ze dit keer niet echt gemeen, eerder licht flirtend. Haar gouden ogen schitterden met kleine lichtjes: nieuwsgierig naar wat de jongeman hierop zou zeggen.
Volledig in het thema van Valentijn staan er twee Events op het programma van de site. Beide zullen van start gaan vanaf 14 februari, dus houd de site zeker goed in de gaten.
Cupid Hearts: Verras vrienden of in game characters met een vrolijk hartje deze Valentijn. Met of zonder lief berichtje eraan vast. Anoniem of juist niet. Stuur je hartjes naar het account van Alpha.
Valentine's Dance:Vanaf 14 februari zal de grote zaal van de school omgetoverd worden tot een danszaal vol met eten, drinken en live muziek. Iedereen is welkom om aan dit algemene topic deel te nemen.
WINTER
Tijdens de winter is het terrein van de school in diepe rust. De meeste dieren zijn onvindbaar verscholen en de ijzige wind houd ook de leerlingen binnen. De perfecte tijd om met een kop warme choco naar de vallende sneeuw te kijken.