MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Onderwerp: In your cage, boy- zo dec 11 2011, 18:32
Zijn snelle, benende pas was nauwelijks van tempo veranderd sinds ze het kantoor hadden verlaten. Savador had vluchtig door de gangen van de school gelopen, had geïrriteerd gesnauwd dat ze aan de kant moesten gaan toen een paar leerlingen hem voorzichtig benaderden om iets te willen vragen en sleurde William achter zich aan alsof hij een gevaarlijke chemische substantie was en iedereen plaats moest maken om geen enkel risico te lopen. Tussen duim en wijsvinger trok hij de jongen nog altijd mee, tot ze zich op de allerlaagste verdieping van het kasteel bevonden en nu in een haast vergeten gang waar je eerst het spinrag voor je gezicht moest vegen om verder te kunnen voor een groot luik in de vloer stonden. Savador keek William even aan, liet hem toen los en pakte de verroeste ijzeren ring met beide handen vast om het luik met veel gevergde inspanning uiteindelijk krakend open te krijgen. Er onthulde zich een diep donker gat waar een smal stenen trappetje je naar beneden begeleidde, en er sloeg een kille bries uit het gat omhoog alsof het in geen tijden meer was geopend. Eigenlijk was dat ook zo. Omdat zakelijke mannetjes van het Ministerie van Onderwijs zo nu en dan eens langskwamen had hij het niet gewaagd om zonder enige aarzelingen misdragende leerlingen in de koude kerkercellen te stoppen, zoals hij vroeger wel zonder poespas deed. Alleen hij kwam er af en toe om zich te verschaffen in de martelkamer met een glaasje wijn en een boek, waar hij kon genieten van de martelwerktuigen aan de muur, het donker opgedroogde bloed en de verschrikkelijke scenario's die zich hier lang geleden hadden afgespeeld. Niemand die hem kwam storen. Savador deed een stap achteruit terwijl hij bedenkelijk naar het donkere gat staarde, wreef even in zijn bleke handen. Hij draaide zich vervolgens naar een muur om daar een toorts uit zijn houder te nemen en die door middel van een vuurspreuk aan te steken. Zonder William aan te kijken greep hij hem in het voorbijgaan weer vast bij zijn mouw en trok hem zacht mee terwijl hij de trap afdaalde. 'De kerkers zijn lang geleden gebouwd en dragen veel bewaren merkwaardigheden uit het verleden in de muren, in verborgen kamers en zijgangetjes,' sprak Savador nors terwijl hij met de fakkel heen en weer zwaaide om de spinnenwebben weg te halen. 'Ik wil níet - ik herhaal; níet - dat je je in zulke van oudsher bewaarde kamers waagt, dat je de merkwaardigheden uit hun in tact gebleven status haalt of speciale objecten ook maar aanraakt!' Hij keek William over zijn schouder even waarschuwend aan. 'Daarbij zal ik je cel ook op slot doen,' vervolgde hij op een minder aanvallende toon terwijl hij verder de trap afdaalde. Alles wat in de gloed van de fakkel kwam oogde vies en griezelig; donkere vlekken op de muren, spinnen van een absurd groot formaat in spinnewebben en boven hen fel oplichtende lichtpuntjes van glurende vleermuizen aan het plafond. In de verte klonk het eenzame gedrup van water, dat door de rest van de kathedraal-achtige gangen galmde. Savador sloeg een stoffige zijgang in, onbevreesd voor de lugubere plek en met stevige tred lopend omdat hij de kerkers op zijn duimpje kende. Het was vanaf hier niet ver meer naar de verlaten celblokken.
~ William ~
William .
PROFILE Real Name : Jussels Posts : 259 Points : 10
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: AirxWater Klas: Partner: ~There's nothing either Good or Bad; Thinking makes it so ღ
Onderwerp: Re: In your cage, boy- zo dec 11 2011, 19:50
Hij trok zijn capuchon extra goed over zijn hoofd voor hij het kantoor verliet, wilde niet riskeren dat mensen naar hem zouden kijken en gelijk zagen wat de Hoofdmeester zo graag wilde verbergen. Hij wilde niet dat alles waar hij net zijn best voor had gedaan door de geschrokken kreet van het één of andere als speenvarken functionerende schoolkind ervoor zorgde dat hij weer terug bij af was, de shuttle zou moeten nemen naar Puffoon en weer terug zou moeten naar zijn ouders.. Misschien kon hij het tegen hen opnemen, maar ergens had hij het hart niet om ze iets aan te doen, kon hen slechts haten en ontlopen. Er zat niets anders op. Want hij was en bleef William; iemand die niet in staat was anderen te vermoorden enkel op basis van een persoonlijke emotie, wat volgens hem een zwakke fundatie was. Hij hield zijn linkerarm stevig vast en probeerde het tempo van Savador bij te houden, ondanks zijn slechte linkerbeen. Mank lopen deed hij nog net niet, maar het kostte hem altijd iets meer moeite om zijn linkerbeen aan het werk te krijgen. Na verloop van tijd wendde je er wel aan, maar genezen deed het niet. William liet zich door de man voor hem meetrekken, aangezien dat voelde als de enige handige manier om zijn slopende pas bij te houden. Als hij hem nu uit het oog verloor.. Niet dat hij zo graag naar de kerkers wilde, het was slechts het idee van überhaupt een bestemming dat hem hielp. Van een plek om naartoe te gaan, hoe slecht die dan ook was. Alice zou haar weg wel vinden, hopelijk naar een schone slaapzaal waar ze snel op haar eigen manier vrienden kon maken met mensen, lessen kon volgen en een gewoon leven leiden. Hij ging wel naar de kerkers, als dat was wat haar een veilige oversteek garandeerde. Moe en koud was hij toch wel. Zijn vingers voelden krampachtig pijnlijk, zoals ze de hele tijd al om zijn arm geklemd zaten. De spieren te lang aangespannen, hoewel hij best vaak zo liep. Waarom duurde het zo lang voor ze er waren? Er waren zoveel warme, verlichte gangen waarin hij niet mocht lopen, met allemaal lachende en pratende mensen die hem nooit mochten zien.. Naarmate de omgeving stiller en donkerder werd merkte hij wel dat ze lager gekomen waren; de lucht voelde vochtiger en de kou werd intenser, zocht steeds meer een weg tussen zijn kleding door naar zijn huid en zo gemakkelijk zijn dunne lichaam in, dat geen beschermend laagje vet of iets dergelijks had. Hij was vel over been en dat ging hem hier niet helpen. Hij had het kunnen weten. Williams aandacht kwam in één klap terug toen ze stopten, voor een oud luik met een verroeste ring. Waarschijnlijk jaren niet meer gebruikt. Geweldig, wat voelde hij zich nu een uitzondering. Vereerd. Maar hij mocht niet klagen, dat mocht niet.. Het was vast goed zo, als hij er dood van zou gaan was het tenminste niet voor Alice's ogen. Want mocht er iets met hem gebeuren; ergens wilde hij niet dat ze zag hoe Crestworms tot iemands einde konden leiden. Het had haar al genoeg gedaan. Een ijskoude windvlaag liet rillingen door zijn hele lichaam heen lopen zodra het luik opengegaan was. Het duister leek hem toe te lachen, uit te nodigen. Ergens was William wel blij dat zijn favoriete elementen duisternis en kou er waren; onzichtbaarheid en verdoving, de dingen die hij sinds al die gebeurtenissen het meest gewend was. Hoe slecht ze ook voor hem waren, ergens kon hij zich er wel in vinden. Een toorts werd aangestoken, verlichtte de duisternis zonder enige vertwijfeling. William kneep zijn oog even dicht om het aan het flakkerende licht te laten wennen voor hij begon aan de afdaling over de stenen trap. Zijn stappen waren zacht en lieten een spookachtige echo na, die een paar seconden bleef hangen, zodat het leek of iemand hen volgde. Als schaduwen leefden.. Maar in deze duisternis waren er geen schaduwen, die konden net overleven in het toortslicht. De norse stem van de Hoofdmeester begon aan een korte introductie, waar William niet helemaal bij was. Teveel bezig met het verkennen van zijn omgeving, die hem echt liet voelen als het beest dat opgesloten zou worden tot het omkwam van de honger. Misschien was dat wel het alternatief. Even naar Puffoon om een begraafplaats te regelen op zijn thuisplaneet en dan even wachten tot hij vanzelf wegrotte in de kerkers. Simpel genoeg. Maar hij had beloofd de man te vertrouwen en dat was dan ook wat hij zou doen. 'Dat is goed,' mompelde William; alsof hij iets anders zou doen dan met zijn armen om zijn middel op de grond in een hoekje zitten, wensend dat de knagende pijn eens verlicht werd. Trouwens, met de deur op slot kon hij toch niets uithalen. Overal leek wel stof te zijn, stof en vocht. Wat een walgelijke plaats.. die maar al te goed paste bij het wrak wat hij was. De zekere pas van de man voor hem vertelde hem dat ze er bijna waren, bij de verlaten cellen. 'Waarom doet u de cel op slot?' vroeg William, zijn stem niet zacht maar op de een of andere manier krachtiger nu hij zich niet zo bewust hoefde te zijn van zichzelf en dus zekerder was. 'Ik kan u zo ook beloven dat er dagen zijn dat ik niet op kan staan en veel te ontdekken is hier niet voor mij.' Deze man was vreemd; het was alsof hij een soort van medelijden had, ergens deep down, maar een nog grotere haat en afgunst jegens hem. Het was verwarrend en niet al te fijn; wie wist wat eruit zou komen. 'Trouwens, ik weet niet of Alice me zo wel kan vinden.' Want dat was toch wel cruciaal: zij was immers de enige die hem kon helpen, mocht er wat gebeuren.
Master Savador
PROFILE Real Name : Saf Posts : 14626 Points : 0
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Onderwerp: Re: In your cage, boy- zo dec 11 2011, 22:50
Waarom precies wist hij niet, maar William leek hem niet zo soepel bij te kunnen houden. Mankeerde de jongen nog wel iets meer behalve dat met aders opgezette glazige oog, toevallig verborgen voor het menselijke oog onder zijn kleding? Als het zo doorging kon hij nog meer voor hem gaan regelen. Zijn budget zat ook niet altijd mee, al verdiende hij al gauw een paar duizenden dukaten per maand. Het mocht gelukkig niet lang duren voor ze er waren, ondanks dat de weg ernaar toe en het kantoor en de kerkers op redelijk lange afstand zaten. De ene locatie zowat boven, de ander helemaal beneden. De verlaten stenen gang naar de kerkers was kil en had een soort spookachtige blauwe gloed. Als het stormde waren hier de gierende rukwinden door de hoeken van de stenen muren te voelen, en als het sneeuwde vormde zich op vreemde wijze ijzel op de wanden en werden de sneeuwvlokken soms langs kieren en gaten door de kreunende gevesten naar binnen geblazen. Het was eeuwenoud, en dat was te merken. De kerkers zelf waren al net zo koud en vochtig, maar alles stond er wel beter in hun muren. Dat was op z'n minst nog een voordeel voor William. Met de brandende toorts voor zich uit, als een begeleidende gids in het pikkedonker, daalden ze de smalle trap af tot ze weer een harde stenen ondergrond onder hun voeten hadden. Hun stappen galmden door de stille ruimte als een teken van menselijk bezoek, en grote watervlugge ratten die voor de geluiden en het flakkerende licht wegvluchtten waren daar al van op de hoogte. Zonder hem aan te kijken sprak Savador de jongen nors toe, want hij voelde er absoluut niets voor om gezien te worden als hij zijn vrije tijd benutte door met een glas wijn in de martelkamer door te brengen. Hij wilde geen enkel gezelschap van zeurende leerlingen aan zijn hoofd als hij na al het werk eindelijk iets voor zichzelf kon doen. 'Dat is goed,' weerklonk Williams mompelende antwoord. Hij hoopte dat het goed was en het joch niets uit zou vreten. 'Waarom doet u de cel op slot?' vroeg de jongen even later toen ze het zijgangetje in waren geslagen dat naar de rijen celblokken leidde. Savador leek op het eerste gezicht niet te reageren; zijn slangachtige ogen tuurden ernstig door de duisternis, een strakke trek daarbij op zijn bleke gelaat. Hij hield zijn pas niet voor William in, maar leek zo snel mogelijk bij hun eindbestemming te willen komen. Bovendien schoot zijn blik verscheidende keren heen en weer om voor zijn voeten trippelende ratten, vleermuizen of ander ongedierte weg te halen met een dreigende haal van zijn fakkel. Met een kleine ademteug scheurde hij uiteindelijk zijn smalle lippen van elkaar af. 'Voor je eigen veiligheid, Ventura,' antwoordde hij uiteindelijk met een ietwat geprikkelde ondertoon. 'Ik ben vaak genoeg in de kerkers geweest om je te kunnen zeggen dat hier meer rondloopt dan enkel ratten en ander klein gespuis.' Hij loog er niet over wat hij zei. De kerkers waren groot genoeg om als doolhof gezien te worden, waar in onbekende gangen wezens op de loer lagen die er niet over in zaten om van meer te leven dan alleen de kleinere dieren. Lege trieste kamertjes naast elkaar, enkel afgesloten met drie kale muren en dikke tralies schoven langzaam in de gloed van de toorts voorbij; ze waren er - de celblokken. In enkelen waren nog de strepen in de muur te zien van de oude gevangenen uit de vroegere eeuwen, die de dag tot hun vrijlating of veroordeling aftelden. En in andere lag opgedroogd bloed permanent in de vloer, in enkele kleine druppels of in een grote vervaagde vlek die ooit een bloedplas moest zijn geweest. Savador liep vastberaden door tot één van de achterste celblokken, totaal niet afgeschrikt door de gruwelijke dingen die hier ooit hadden plaatsgevonden en waar nu nog restanten van waren te zien. De celruimtes die helemaal achter in de gang lagen waren schoner en minder luguber dan de rest, al hing er hier ook nog altijd een onbehagelijke sfeer. Bij één van de ruimtes kwam Savador tot stilstand. Zijn bleke hand verdween in de diepe zak van zijn mantel om er een flinke sleutelbos uit te vissen. Hij bekeek alle sleutels even in het licht van de fakkel op zijn handpalm en haalde er een grote uit die roodbruin zag van de roest. Die stak hij in het zware, extra afgesloten slot. 'Ik kan u zo ook beloven dat er dagen zijn dat ik niet op kan staan en veel te ontdekken is hier niet voor mij,' vervolgde William. Savador rammelde even aan het slot, maar hield de sleutel een ogenblik later roerloos in zijn hand alsof hij de woorden van de jongen nogmaals tot zich door moest laten dringen. Hij draaide zijn hoofd met een scherpe blik naar William toe. 'Er valt hier meer te ontdekken dan je denkt,' sprak hij hem streng toe. Hij merkte dat de toon van zijn stem bijna weer uitmondde in een snauw. 'Al zijn de meeste ontdekkingen te gruwelijk voor tere mensenogen,' zei hij er zachter achteraan terwijl hij zich weer op het slot richtte. Hij sloot een bleke hand om één van de spijlen van de tralies, gaf er een forse ruk aan en slaagde er uiteindelijk in om de roestige sleutel in het slot met een knik om te draaien. De gammele deur van tralies piepte en kreunde in zijn scharnieren bij het opengaan. Hij ging William voor. Savador stak de toorts in een houder aan de muur, stopte zorgvuldig de sleutelbos weer weg. 'Trouwens, ik weet niet of Alice me zo wel kan vinden.' Leerlingen moesten altijd denken dat ze iets tekort kwamen. 'Ze hoeft maar aan te kloppen bij mijn kantoor en ik escorteer juffrouw Ventura dan naar je celblok om haar je een bezoek te laten brengen. Het is veel te gevaarlijk voor dat meisje om alleen te gaan,' gaf Savador nors antwoord op zijn vraag terwijl hij met een rot stuk hout dat in de hoek had gelegen allereerst de spinnenwebben uit de hoeken en langs de muren wegveegde. Toen hij daarmee klaar was knipte hij een enkele keer in zijn vingers om alle overige toortsen op de lange gang en tevens die in de andere celblokken te doen laten branden, wat de duisternis gedeeltelijk wegjoeg en de lugubere sfeer meteen iets deed verminderen. Hij had zich aan het krakende bed dat langs één muur stond gewaagd om het oud bevlekte matras op te tillen en zorgvuldig om te draaien. Het zou niet comfortabel liggen en het was ook niet bepaald prettig slapen met het muffige beddengoed. Hij slingerde de sleutelbos uit zijn zak en sloeg zijn mantel als alternatief laken over het bed. Dat moest dan maar voor zolang. Savador ging ten slotte in het midden van de celruimte staan, zijn blik haast in diepe concentratie gericht op de wand voor hem en zijn vingers in een merkwaardig symbool gevormd. Die hield hij vlak voor zijn buik terwijl hij zacht spreuken in een onherkenbare taal prevelde en herhaaldelijk met de vinger van zijn vrije hand langzaam langs de muren wees. Over de muur voor hem leek iets dat nog het meest leek op een rood gordijn neer te vallen. Het bedekte alle oneffenheden en krassen in de muur, verspreidde een vriendelijke gloed en gaf een broeierige warmte af. De vlammen binnenin de doorzichtige Raziaanse gordijnen dansten en krioelden als eigenwijze beestjes over en langs elkaar heen. Hij deed het ook bij de andere drie wanden, waardoor de cel in zijn geheel niet langer meer als een cel oogde, maar bijna als een klein knus kamertje. Zelfs de tralies waren aan de binnenkant nauwelijks te zien. Voor degene buiten de cel zou het een doodgewone enge ruimte zijn zoals iedere andere cel in de gang. De magie kwam echter pas tot leven bij het betreden. Savador liet traag zijn hand zakken en bekeek met een verlichtende zucht zijn werk. Ze mochten nog zo slecht over hem gaan denken; hij hield heus wel rekening met alles waar rekening mee gehouden moest worden in Williams geval. Dat de jongen vel over been was had hij bij het eerste aanzicht al begrepen. 'Goed..' Hij liep met de sleutelbos in een hand naar de deur, veegde het zweet dat door de warmte al lichtelijk op zijn voorhoofd parelde fronsend weg. In de deuropening draaide hij zich weer naar William om. 'Je bagage en je eten breng ik je vanavond. De was zal morgen pas klaar zijn,' somde hij op een grimmige toon alles op wat hij de jongen nog moest laten weten. 'Ondertussen moet ik voorbereidingen treffen om iets voor je te kunnen regelen. Zijn er anders nog dingen die je nodig hebt of die je wilt weten?' Savador leunde met een schouder tegen de muur en kneep zijn ogen toe terwijl hij zijn rechterarm omklemde en William aanstaarde. Zoveel vuurmagie op hoger niveau gebruiken in één keer vergde veel van zijn lichamelijke status, maar dat was vooral omdat hij puur Shadraans was.
- Gefeliciteerd met uw 100ste post, btw n__n
William .
PROFILE Real Name : Jussels Posts : 259 Points : 10
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: AirxWater Klas: Partner: ~There's nothing either Good or Bad; Thinking makes it so ღ
Onderwerp: Re: In your cage, boy- ma dec 12 2011, 18:28
Hij voelde zich net een aankoop met allerlei verborgen gebreken, hoewel hij zelf natuurlijk wel wist dat die er waren. Er was ook zoveel met hem aan de hand. Zijn gezondheid was niet eens slecht te noemen; soms vroeg hij zich wel eens af of hij überhaupt wel een gezondheid had, in plaats van een voortdurende aaneenschakeling van klachten en problemen. Afgezien van de pijn die bijna altijd door de linkerkant van zijn lichaam jaagde en de uiterlijke problemen die hij vertoonde, zat het vanbinnen ook niet helemaal goed. Vaak misselijk, slechte doorbloeding, snel vermoeid, zwakke botten, af en toe kleurenblindheid, de ene ziekte na de andere… Hij kon nog wel even doorgaan op deze manier, alle kwaaltjes opsommend die hij ooit had gehad na dat ‘ongeluk’. Het ergste was nog wel dat hij ze negen van de tien keer niet aan voelde komen en dat ze om de meest uiteenlopende redenen toesloegen, hem pakten als hij er niet op berekend was. Pijn zou een aankondiging kunnen zijn, ware het niet dat hij altijd pijn had; de mate waarin was het enige merkbare verschil. De fakkel voor hem danste op en neer als een duidelijk herkenningspunt, wat hij uit alle macht bleef volgen. Af en toe hoorde hij gepiep of geschuifel; tekenen van het talrijke ongedierte wat hier moest huizen. Ja, het waren kerkers eerste klas, dat moest hij toegeven. Als je leerlingen bang wilde maken of uit het zicht wilde houden waren ze perfect. Lelijk, vochtig en gevaarlijk; het leek bijna een cliché. Jammer dat de hoofdpersoon de een of andere verpeste antiheld was, in plaats van een actieheld die met een zwaai van zijn hand de kerkers licht en verdraagzaam kon maken. Zonde, maar er was niets aan te doen. Uiteindelijk kwamen ze bij de cellenblokken, tegen de tijd dat Savador het zich verwaardigde te antwoorden. William bleef zijn arm vastklemmen terwijl hij luisterde, steeds dichter tegen zich aan. De pijn leek feller te worden, geholpen door de ijzigheid van de kou hier die langzaamaan in zijn botten begon te sluipen. Normaal zou dat kunnen verdoven, maar nu… Alles was vandaag langzaam en vermoeiend geweest; de reis heen, met de shuttle, het heen en weer gesleep met bagage tot ze eindelijk het kantoor gevonden hadden, nu weer een lange, hobbelige weg naar de kerkers, waar de kou ook nog eens lag te wachten tot ze hem kon pakken. Alles, werkelijk alles was langzaam en slopend. Als dat een inleiding was naar een nieuw leven… Steken van pijn werden sterker en heviger, maar hij probeerde het tegen beter weten in te onderdrukken. Nu niet, niet als die man het kon zien. Niet zodat het erop ging lijken dat hij net zo goed afgeschoten kon worden, als het beest dat hij voor de man leek te zijn. Het vuur gaf hem af en toe inzicht in een cel, een lugubere aanblik. Opgedroogd bloed en streepjes op de muren, typische tekenen van lijden en wanhoop dat zich op een plaats opgehoopt had. O, dus zijn deur moest op slot voor zijn eigen veiligheid. Oké dan maar. Als het niet anders kon. Te gruwelijk.. waren dood en marteling gruwelijk als je zelf op de rand van de afgrond gestaan had? Wat was dan nog de definitie van al die dingen, veranderde die dan niet? Waarschijnlijk was hij de enige die daar antwoord op kon geven. Maar in zeuren had hij niet veel zin meer, aangezien het toch niet veel uit zou halen. De stem van de man droeg nog steeds irritatie in zich mee, leek snauwend en straalde uit dat de man hier weg wilde zodra de last gedumpt was. Groot gelijk, oké, maar niet echt een uitnodiging om veel te zeggen. William slikte en probeerde zich voor te stellen dat iedere stap die hij nam hem meer energie gaf, in plaats van het weg te nemen. Hij was moe, zo moe van al die opgekropte spanningen en stukken die hij had moeten afleggen om te bereiken waar hij nu was. Het ergste was nog wel dat dat de wormen in hem leek uit te nodigen weer te leven, te bewegen. De reden waarom hij soms eng rustig kon blijven; woede, haat.. alle heftige emoties konden dat destructieve effect tot gevolg hebben. Dat de wormen weer even gingen leven, hoewel Alice haar magie ze voor een groot deel vernietigd of ingeslapen had. Het gevaar was er nog. Één van de dingen die hij haar nooit direct verteld had, hoewel hij vreesde dat ze het wel wist. Misschien wist ze ook wel van de aders om zijn oog, waarom de huid daar niet opgezet en rood was zoals zou moeten als het werkelijk ontstoken aders waren. Het probleem was dat dat het niet waren; het waren overblijfselen van die walgelijke Crestworms, die onder zijn huid waren blijven steken en als het ware geweigerd hadden zich weg te laten spoelen. Het was een eeuwige, dagelijkse herinnering als hij in de spiegel keek aan wat er op hem te wachten lag als hij niet uitkeek, teveel magie gebruikte of wat dan ook. Dan zouden ze weer gaan bewegen, wat hij nog maar één keer meegemaakt had en toen was het wel heel erg geweest. Nee, dat wilde hij niet aan Alice toegeven, dat de wormen nog dichterbij waren dan zij al vreesde. Dat kon hij haar niet aandoen. Zijn cel werd geopend, bleek even koud en lelijk en eenzaam als de rest. Hij hoopte dat Alice zich over haar walging voor de man heen kon zetten en hem zou vragen waar hij was. Wat was hij, zonder haar? Savador ging hem voor de cel in, William bleef buiten staan, dankbaar op adem komend. Misschien had hij niet zo plotseling moeten stoppen; hij voelde de misselijkheid in één keer opkomen, onderdrukte het voor zover dat nog ging. Nee. Niet. Nu. De man stond al in de cel, zou misschien niets merken van zijn gevecht met zichzelf, dat hij op de een of andere manier altijd verloor. Nu zou het niet anders zijn. Maar wie niet probeert, heeft al opgegeven en opgeven betekende dat hij net zo goed een mes door zijn hart kon steken, een geweer tegen zijn hoofd kon drukken. Opgeven was net zozeer zelfmoord als doorgaan en als doorgaan betekende dat hij Alice nog minstens één keer kon zien, dan was dat de keuze. Punt. Hij voelde sterke magie uitstralen, wat moest betekenen dat de Hoofdmeester met iets bezig was. Waarschijnlijk iets aardigs, daar kon hij niet omheen. Maar nu.. hij kon zich niet concentreren, merkte dat de straling het allemaal nog erger maakte. Nee. Voor hij het doorhad had hij zijn hoofd wat naar achteren geworpen en een harde kreet geslaakt, zijn arm om zijn middel geslagen en zijn andere hand om een tralie geklemd. Hij voelde vocht opwellen uit zijn oog maar gaf er niet om; de wormen bewogen, veroorzaakten helse pijn in zijn binnenste. Zelfs toen ze al vrij snel weer stopten bleef de pijn doorgaan, als een messteek in zijn maag en rug. William liet zijn hoofd naar voren zakken, wilde dat het over was maar een nieuwe schreeuw ontlokte zich aan zijn lippen. Door een plotselinge aanspanning van spieren klapte hij naar voren, liet de tralie los om zichzelf met zijn hand op te vangen. Zijn andere hand plantte hij naast de eerste op de grond, vervloekte alles dat het net nu gebeuren moest. De schok van het neerkomen had nog meer getriggerd dan alleen het gevoel alsof er van alle kanten op hem ingetrapt werd; een opwellend gevoel van misselijkheid resulteerde in een verstikt geluid en een plas bloed op de grond, waar enkele wormpjes nog in bewogen. Trillend en licht hijgend bleef William zitten, met de smaak van het bloed – zijn bloed – nog vers op zijn tong. Zijn trillende hand haalde hij langs zijn gezicht om het bloed te verwijderen en hij zocht de kracht om op te staan, om te doen alsof er niets gebeurd was. De seconden duurden zo lang, voordat de pijn eindelijk weg begon te vloeien en hem achterliet als een zielig, koud hoopje op de grond. Doen alsof er niets gebeurd was. Nu. William greep met een hand de tralie opnieuw vast en kreeg het voor elkaar zichzelf overeind te hijsen, zodat hij wankel op beide benen kon blijven staan. Dat zouden blauwe plekken worden op zijn knieën, zonder twijfel. Hij slikte heftig, wilde een andere bloedgolf tegenhouden, waar hij voor een keer in slaagde. Met een zwak gebaar van zijn hand probeerde hij het bloed weg te laten zakken in de grond, zodat het er niet zo walgelijk uitzag. Zijn ademhaling maakte hem trillerig en helemaal rechtop staan ging niet. Voorzichtig richtte hij zijn blik op, probeerde nog steeds te wensen dat er niets gebeurd was, dat de man niet krijsend weg zou rennen na hem vermoordt te hebben op de plek waar hij stond. De woorden van de man kwamen nu pas goed aan, iets over eten, bagage en was. Of hij nog meer nodig had. De kamer was warm, hij had een bed en een eigen plaats.. Nee, dat moest het wel zijn. Zijn gezicht zat gelukkig niet onder het bloed, wat vrij netjes naar beneden gevallen was en later verwijderd door zijn hand. Kon hij tenminste normaal naar mensen kijken. Zwakjes schudde hij zijn hoofd, wilde ontkennen dat hij er nog zieker en bleker uit moest zien dan eerst. ‘Bedankt. Ik geloof dat U aan al mijn mogelijke wensen voldaan hebt,’ uitte hij moeizaam, druk bezig met herstellen. Hij had het al vaker gehad, wist dat hij al snel weer eruit kon zien alsof het de gewoonste zaak van de wereld was dat je ineens bloed ging overgeven. Zo keek hij nu ook weer, net zoals voorheen. Vergeten hield hem op de been, niets anders. De man zag er ook moe uit en even voelde William zich oud, zoals hij daar stond in spiegelbeeld van de man, precies de tegenovergestelde arm vastklemmend. Allebei een verrotte gezondheid, zeker. En nog kon geen van beiden zich in de ander inleven. Waar ging het heen met de wereld. Voorzichtig zette William een paar stappen vooruit, zodat hij in de cel stond. Zo, dus hier zou hij de komende tijd doorbrengen. Beter dan onder de brug, in ieder geval.
Thankyou:3
Master Savador
PROFILE Real Name : Saf Posts : 14626 Points : 0
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Onderwerp: Re: In your cage, boy- wo dec 14 2011, 00:05
Hij had voor het nodige licht gezorgd, voor de nodige warmte om de koude akelige cel wat aangenamer voor William te maken. Het spinrag streek hij weg met een stuk hout en over het bed drapeerde hij zorgvuldig zijn mantel. Nee - soms begreep hij niet waarom leerlingen zo'n hekel aan hem hadden. Hij wilde toch alleen maar het beste. En dat hij harde ijzige trekjes had die vooral de jeugd niet konden uitstaan; dat was gewoon zijn karakter die hij ontwikkeld had in de afgelopen jaren. Doorwinterd en hard geworden door alle verraderlijke confrontaties in zijn leven, door het vertrouwen dat hij in niemand meer dan zichzelf stopte omdat hij wist dat anderen er enkel gebruik van zouden maken. Net zoals vroeger. Het was spijtig dat maar een paar enkele leerlingen zijn andere kant zagen. De kant die vrijgevend was, warm en misschien wel aangenaam. Maar hij ging zich niet zomaar open stellen aan iedereen, dat was te riskant. Tot ze zelf op een manier kwamen om die andere kant te leren kennen bleef hij de strenge adequate man. Zo ook in Williams geval, zeker in Williams geval. De jongen kon niets aan zijn verminkingen doen, van dat feit was hij op de hoogte, maar het maakte er niet relevanter op dat hij hem in vertrouwen nam. Savador was juist klaar met alle benodigde handelingen die gedaan moesten worden om de cel wat aangenamer te maken toen de warme achtergrondgeluiden van knappend vuur en een soort zacht gebrom van de Raziaanse gordijnspreuk ruw verstoord werden. Hij draaide zijn hoofd met een ruk om bij het horen van de plotselinge oorverdovende kreet. Half in shock zocht zijn ernstige verwijdde blik Williams gelaat op. De jongen was in pijn, dat zag hij meteen. Hij stond daar maar de longen uit zijn lijf te schreeuwen uit moord en brand, zijn hoofd in zijn nek geworpen, een arm om zijn maag en de andere hand waarmee hij krampachtig de tralies omklemde. Verbouwereerd bleef Savador in een roerloze positie toekijken, geen enkel spiertje dat in zijn gezicht vertrok. Zijn goudkleurige slangachtige ogen staarden William als doods aan toen er een tweede helse pijnkreet uit de mond van de jongen ontglipte. Hij wist niet wat er was - wat hij bij Medusa moest doen. Had hij het ingehouden? Al die tijd leek het redelijk met de jongen te gaan, maar nu.. Een hoogtepunt brak aan. Hij zag het gebeuren in een haast slow motion scenario, maar hij twijfelde geen moment. Als een speer had Savador zich naar voren geworpen, zijn armen recht gestrekt en zijn handen reikend naar William. Net iets te laat. De jongen smakte hard neer tegen de vloer, maar Savador maalde er niet om. Zijn armen lagen onder William heen, zijn borst dicht bij de plaats van zijn hoofd. Hij had hem op z'n minst een beetje op kunnen vangen met zijn bovenlichaam. Half gefaald, half gelukt - maar de jongen had nu tenminste ondersteuning. Een golf van bloed gutste het volgende moment over Williams lippen, over zijn broek, in spatten over zijn overhemd dat voorheen nog zo bleekwit was geweest en in een grote plas over de koude vloer. Hij voelde de warmte van het vocht door zijn kleding heen, maar Savador bleef als verstijfd zitten. Zijn vergrootte ogen waren leeg gericht op de kleine, nog kronkelende wormpjes in de bloedplas. Ze zaten ook op zijn kleding, op zijn bovenbenen en tegen zijn buikholte; ze zaten overal waar het bloed gekomen was. In een reflex vloog Savador overeind zodat ze van hem afvielen, streek met zijn handen gehaast over zijn overhemd en broekspijpen, maar het bloed bleef gedrenkt in zijn kledij zitten. Opnieuw schoot zijn wanhopige blik terug naar de plas bloed met de wormen. Wat in de wereld waren dát?! Crestworms? Hij kon nog nauwelijks bevatten wat er zojuist was gebeurd. Zijn ogen dwaalden terug af naar William, die nu een verwoede poging deed het bloed van zijn gezicht te vegen. In een resolute snaai greep Savador de jongen vast bij zijn kraag. 'Kijk me aan.' Zijn stem klonk zacht en onbehaaglijk kalm, maar trilde zo erg dat het een rustige indruk direct wegnam. Met een furieuze expressie op zijn bleke gelaat knielde Savador voor William neer en bracht zijn gezicht dicht bij het zijne. 'Jij gaat nú naar de ziekenzaal,' wist hij er door het erge beven van zijn stem sissend uit te brengen. 'Onmiddellijk! Hoor je dat? Je gaat NU naar de ziekenzaal!' Zijn stem verhief zich iets, en hij liet de jongen los en zette met knikkende knieën een stap achteruit toen William de kracht hervond en een poging waagde zich gewoon overeind te hijsen alsof er niets was gebeurd. Wat dacht het joch nu? Om het met zo'n zwakke gezondheid ook maar te willen proberen, om niet eerst voor zichzelf te zorgen in plaats van voor zijn zusje en haar enige kans. Om dat alles voor hem te willen verzwijgen en hier te gaan liggen creperen wanneer er niemand in de buurt was, dat was zeker wat hij had gehoopt. Geen sprake van! Hij kwam eerst maar eens goed te been, hij zorgde er maar voor dat hij weer herstelde zodat hij zijn eigen diploma-uitreiking nog mee kon maken. Desnoods zou hij maar weer wat extra geld en tijd investeren om ook voor acceptabele medicijnen voor de jongen te zorgen. Was hij nu helemaal gek geworden. Voor hoe lang leefde hij nu al zo? Hij was gewoon niet goed. Dit was ziekelijk. Hoe kon hij zo met zichzelf leven? Totaal onthutst doordat hij Williams toestand niet durfde te geloven merkte hij nauwelijks dat de jongen zorgvuldig zijn uitgespuwde bloed in de grond liet zakken. Zijn grote starende slangenogen bleven strak op dat magere gezicht gericht. Ongelofelijk.. te absurd voor woorden. Hij had allang opgenomen moeten worden. Tijdens dat langdurige staarproces werd hij zich wel weer langzaam bewust van de warme vochtige plekken op zijn kleding. En zelf moest hij er al net zo idioot uitzien met die donkere vlekken op zijn eens zo stralend witte overhemd, op zijn pas gepoetste herenschoenen en een grote plek op de plaats van zijn gulp. Het voelde aan alsof hij in zijn broek geplast had. William richtte moeizaam zijn hoofd op, leek zich er achteloos over willen op te stellen dat hij nog bleker en ongezonder dan voorheen zag en ging doodleuk door met zijn toneelstukje alsof dit nooit had plaatsgevonden. 'Bedankt,' beaamde de jongen hem zelfs. 'Ik geloof dat U aan al mijn mogelijke wensen voldaan hebt.' Hij kon zijn oren nauwelijks geloven! In een plotselinge handeling was Savador in beweging gekomen, vloog al op William af voor hij er zelf erg in had, zijn bleke hand zo ruw om de arm van de jongen omklemd dat hij zijn ledemaat bijna samenkneep. 'Verdomme!' Hij gooide er nog een paar verwensingen in het Shadraans achteraan terwijl hij William meeloodste en een ruwe ruk aan zijn arm gaf. 'Hoe heb je bij Medusa al die jaren met jezelf kunnen leven!' barstte Savador schreeuwend uit in Williams gezicht. 'JIJ GAAT NU NAAR DE ZIEKENZAAL!' Zijn stem sloeg over terwijl hij zijn eerdere zin herhaalde. 'Je hebt verdomme een dokter nodig en je zorgt er maar voor dat je eenmaal daar een fatsoenlijk bed opzoekt, medische hulp krijgt en bij Medusa herstelt - leathcheann dúr!' Eerder wilde hij de jongen niet onder ogen komen. Niet zozeer omdat hij kwaad op hem was door zijn kleding onder te kotsen - eerder om het feit dat William zo achteloos met zijn eigen gezondheid leek om te gaan. Hij wilde een gezond iemand zien als hij terugkeerde, niet een broodmagere tiener die zowat zijn ingewanden ophoestte en het leven van een patient met een levensbedreigende ziekte leidde.
William .
PROFILE Real Name : Jussels Posts : 259 Points : 10
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: AirxWater Klas: Partner: ~There's nothing either Good or Bad; Thinking makes it so ღ
Onderwerp: Re: In your cage, boy- wo dec 14 2011, 18:59
Het kwam ook op de juiste momenten, zoals altijd. Net op die momenten, die kostbare secondes, dat je alles te verliezen had als je het deed en nét dan besloot het te komen. De pijn. Het hing vast samen met de inspanning die hij stopte in de minuut van alles of niets, maar toch was het gewoonweg vals, onhandig en bovenal pijnlijk. Ook nu weer. De man was bijna weggeweest, had hem bijna in de cel gedumpt maar nee, toen kwam het weer. En nu zou er van alles moeten gebeuren voor hij hier kon achterblijven en dingen kon laten regelen. Nu zou het weer eeuwen duren voordat er eindelijk iets van de grond kwam, want ergens geloofde hij niet dat de man zijn kerkers onder wilde laten kotsen door zo'n iemand als hem. Misschien uit medeleven, misschien uit walging; maar ergens was het logisch dat hij hier niet kon blijven als de eerste staredown grandioos gewonnen werd door de cel. De schreeuw had hij niet meer tegen kunnen houden, al had hij nog wel een poging gedaan het af te kappen. Dat had geleid tot een tweede kreet, die hem vrijwel al zijn lucht gekost had. William voelde de klap waarmee hij de stenen geraakt had nog dreunen in zijn botten, als herinnering dat hij niet kon doen alsof er niets gebeurd was. Die redelijk kleine gebeurtenis was alles in de war aan het schoppen. Het had hem wel verbaasd dat, toen hij op de grond gevallen was, er plots warme armen onder hem waren, die voorkwamen dat zijn hoofd met een even harde bons de stenen raakte. Ergens was het wel logisch dat de man die net zijn cel aangenamer had lopen maken iets deed, maar William had verwacht dat hij toe zou kijken met grote ogen en zou walgen van alles wat hij onderging. Het tegendeel was gebeurd; de koude, strenge man had geholpen. Hij had zich onder het bloed laten spugen door het beest dat opgesloten moest worden, uit ieders zicht. En dat raakte William. Er was nog iemand die iets voor hem deed zonder dat er om gevraagd werd, nog iemand die verder kon kijken dan hoe hij eruitzag. William klemde zijn hand zo hard om de tralie waaraan hij zich vasthield dat zijn knokkels wit werden, herbeleefde het moment van net, zag het in de herhaling. Op Savadors kleding zaten nu bloedvlekken, donkere plekken die het erop lieten lijken dat hij iemand neergestoken had. Een paar wormpjes lagen nog op de grond, bewogen soms als in een stuiptrekking. Die dingen kon hij niet oplossen, daar was zijn magie veel te zwak voor. Zeker nu, in deze toestand. Savador had er met grote ogen naar gestaard. William veegde zijn hand onbeholpen af aan de muur, hoewel dat niet echt hielp. Abrupt stopte hij toen een hand hem bij de rand van zijn vest greep en hem dwong de man recht aan te kijken. Moeizaam richtte hij zijn blik op, beantwoordde die ontzette blik in de ogen van Savador. Zijn ene oog staarde berustend terug, het andere gaf geen teken van leven. Dat zou het ook nooit meer doen, door die.. dingen die daar op de grond kronkelden, in het bloed waar ze van leefden. De stem van de Hoofdmeester trilde, verloor de rust die er eerst in geschuild had. William haalde nogmaals zijn hand langs zijn gezicht, om het vocht dat uit zijn oog gestroomd was van zijn wang af te halen. Hij zat nog op zijn knieën, maar dat leek geen probleem te zijn. Savador zelf kwam wat lager en maakte duidelijk dat hij naar de ziekenzaal moest gaan, en wel nu. De ziekenzaal? En wat ging er daar dan gebeuren? Onmiddellijk. Hij verhief zijn stem, als om het extra duidelijk te maken, maar het raakte William niet, kwam niet helemaal aan. Hij verplaatste zijn hand omhoog en begon overeind te komen, langzaam, voorzichtig. Hij stond nu nog een beetje scheef, leunde tegen de tralies aan, trilde als een gek. Maar hij stond; en dat was het doel geweest, wat bereikt was. William merkte dat Savador nogal aangedaan keek, alsof hij een aanval als deze niet verwacht had. Alsof het hem daadwerkelijk iets deed. Waarschijnlijk was dat ook wel zo, maar William was er ondertussen zo aan gewend dat hij snel doorging met doen alsof er niets aan de hand was, iedere keer weer. Dat was de enige manier waarop hij Alice ervan kon overtuigen dat het maar een eenmalig iets was, dat het alleen maar een korte terugval was en geen doorgaande toestand. William sprak nu zijn antwoord, rustig, met adempauzes tussen de woordgroepen in. De 'aanval' van Savador kwam totaal onverwacht; opeens zat er een bankschroef om zijn arm geklemd, was de trillende stem een hard geluid geworden en was het gezicht met de slangenogen ontzettend dichtbij. 'Verdomme!' Een paar onbegrijpelijke woorden kwamen erachteraan, waar William geen aandacht aan besteedde. Met grote ogen staarde hij naar de Hoofdmeester, zich afvragend waar dat nu ineens vandaan kwam. Zo'n verkeerd antwoord was het toch niet geweest? Best netjes, juiste uitspraak.. maar toch. Hij begon aan William te sjorren, maar de jongen gaf niet mee. Naar de ziekenzaal? Een onbegrijpelijk licht lachje krulde om zijn lippen terwijl hij luisterde naar de bezorgde woorden. Een dokter, medicijnen. Herstellen. Uiteindelijk kwam er een zacht gelach uit zijn keel, met horten en stoten, maar desondanks een lachje. 'Herstellen..' William herhaalde het woord, alsof het het grappigste woord was wat hij ooit gehoord had. 'Dit zal niet meer herstellen. Het eet je vanbinnen weg, ziet u,' legde hij zacht uit. Die ingevallen wangen, het dode oog; dat zou allemaal zo blijven. 'Het heeft me twee jaar gekost om te zijn zoals ik nu ben,' vervolgde William, zijn stem werd iets steviger. Hapte even naar adem. 'Ik voel me beter dan ooit!' Ja, er waren maanden geweest dat hij iedere nacht kotsend boven de wasbak hing, dat hij zijn gegil smoorde in zijn kussen. Zelfs na Alice's behandeling was het zo gebleven, had hij nauwelijks op kunnen staan. Na twee lange jaren kon hij eindelijk weer zelfstandig lopen, eten, leven. 'Geen enkele dokter kan zo'n wonder verrichten als het herstel van mijn uiterlijk. Ik zal er nooit meer gezond uitzien,' verklaarde hij, zijn stem wat minder vrolijk. 'Om nog maar te zwijgen over de resten van die krengen.' Duidelijk wijzend op de Crestworms, natuurlijk. 'Ziet u die kleine uitsteeksels aan die beestjes?' William gebaarde vaagjes naar de worm die op de grond lag, die verwijderd was uit zijn gestel. 'Het begint er met een paar, die zich in je vastzetten.. het worden er steeds meer.. Ze eten je weg, gebruiken alles wat ze kunnen vinden om te vermenigvuldigen.. En het doet pijn, je voelt ze bewegen, voelt ze leven van de kracht die voor jou bedoeld was.' Zijn blik bleef op de grond gericht, hij probeerde een rilling te onderdrukken. Vaak legde hij het niet uit, wilde er niet over beginnen. Maar hij moest toch echt duidelijk maken dat de dokter er niet zoveel aan zou kunnen doen. 'En zelfs Alice kon ze niet allemaal vernietigen. Het zijn er niet veel meer, maar wat hen betreft ben ik over een maand dood.. of morgen.' Het kwam er gemakkelijk uit, de gedachten die al zolang in zijn hoofd rondspookten. William keek weer op, zocht de blik van Savador met zijn berustende glimlach. 'Er is niets wat een dokter eraan kan doen; wat vernietigd is, is weg. What's done, is done.' Daar sloop Shakespeare zijn woorden weer binnen, een gewoonte die hij niet kon onderdrukken. 'Ik weet niet wat u wilde regelen, maar misschien is het het beste dat u dat gaat doen en mij hier laat, waar niemand hoeft te zien wat er kan gebeuren als je ouders ontevreden zijn,' besloot hij. Dokters, wat wilden die nog doen aan een weggevreten lichaam? Zijn ingevallen huid kon hij alleen herstellen als hij decennia lang als iemand die obesitas wilde ging eten, wat hij niet eens kon zonder over te geven. Zijn haren bleven wit, zijn oog bleef nietsziend. Hij bleef zwak, hoeveel antibiotica je ook zijn gestel in gooide. Nu moest hij dat alleen even aan de Hoofdmeester duidelijk maken en zorgen dat Alice goed terechtkwam. Alice.. Wat zou het betekenen voor haar als hij ineens naar een dokter moest? Zijn blik werd een beetje glazig, zijn gedachten versprongen totaal. 'Maar zij.. ze mag niet terug naar Puffoon, ik wil niet dat.. dat hetzelfde gebeurt..' Hij mompelde, zijn woorden waren vaag en misschien wel onbegrijpelijk als je niet wist dat hij een zusje had en dat hij van Puffoon kwam. Hij snel hij ook dood mocht gaan, als zijn ouders haar maar niet te pakken kregen..
Master Savador
PROFILE Real Name : Saf Posts : 14626 Points : 0
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: Dark // Fire Klas: Teacher FireMagic Partner: ♛ Seven Devils all around you
Onderwerp: Re: In your cage, boy- do dec 15 2011, 00:53
Savador had het een goor maccabre gevonden, ja, maar hij zat diep van binnen meer in met de jongen dan met zijn eigen walging. En hij had al genoeg gruwelijke dingen in zijn leven gezien om tegen bloed, losse ledematen en andere duistere fenomenen te kunnen, maar dit vormde toch echt het topje van dat alles. Hoeveel leerlingen braakten nu bloed met nog levende krioelende wormen op? Er kwam ook een vreselijke stank mee waardoor hij voor een moment zelf zijn kokhalsneigingen tegen moest gaan, al kon het ook aan zijn verbeelding liggen. Crestworms - hoe konden zulke kleine beestjes zoveel schade aanrichten? Onzichtbaar voor het oog, maar hun vernietigende kunnen werd meteen als direct bewijs geleverd bij het verlaten van het lichaam in een golf bloed dat ze langzaam maar zeker van binnenuit wegvraten. William moest al een aardig lange tijd op deze manier leven, begreep er de voor- en tegenslagen van en had het kennelijk al lang geaccepteerd. Hij kwam met behulp van steun aan de tralies overeind en nam zich een houding aan alsof het doodnormaal was. Alsof dit walgelijke gebeuren hem iedere dag overkwam en hij op dat moment gewoon maar even een stil kamertje opzocht om het over zich heen te laten komen. Ondenkbaar. Het joch nam het met ja en amen zoals het was en dat kon niet. Waarom zou het wel tolereerbaar moeten zijn? Savador was haast over zijn voeten gestruikeld in de verwoede duikvlucht om de jongen nog op te kunnen vangen, wat resulteerde in een half succes. Zijn altijd zo netjes gewassen en formeel gestreken kleding werd er het volgende moment wel de dupe van. Het zat onder het bloed, drenkte door tot zijn bleke huid. Dat werd weer douchen vanavond, iets dat hij dankzij zijn waterfobie als een grote uitdaging aanvaarde. En het deed zijn verschijning lijken als de grote slechterik die hij in bijna iedereens ogen was, alsof hij net weer de zoveelste stiekeme slechte daad had gepleegd. Dat alles leek hem op het moment weinig te kunnen schelen - sterker nog; hij besefte het maar half. Hij had zich op langzame wijze opgericht om met grote ogen naar de spartelende wormpjes in de grote bloedplas te staren. En hij wist zich voor even totaal geen houding te geven, waardoor zijn bleke hand als vanzelf al plotseling naar Williams kleding graaide. Vurig starend in het ene doods terugstarende oog, en het ander levend, berustend, maar ook met een licht dat langzaam leek te doven. Kwaad dat hij er zo eenvoudig mee om kon gaan, dat het hem haast niets leek te kunnen schelen dat zijn lichaam langzaam verwoest werd. Maar Savador had ervaring met dit soort incidenten. Diva had ook zo geleden toen ze nog leefde. Een erfelijke vloek in de familie die de lichamen van de gezonde, jonge leden ervan bedekte met een soort groeiend kristal, beginnend bij de voeten en in de kleur die het best bij je karakter paste. Als het zover kwam dat het tot je borst kwam, vergreep het zich medogenloos om je hart tot het te verkrampt was om nog te kunnen kloppen, en zelfs na je dood groeide het kristal door. Diva had een blauw gekleurde soort gehad. Naar verwachting zou ze niet ouder zijn geworden dan dertig, maar ze had gezond en wel verder geleefd omdat hij ervoor gezorgd had. Hij had iets kunnen doen, iets kunnen betekenen - en waarom zou het in Williams geval nu anders zijn? Maar zelf kon hij nu nog niets voor de jongen doen. Daarvoor had hij eerst wat meer informatie over de aandoening nodig, kijken of er iets aan gedaan kon worden door medische specialisten die er hoopvol meer over wisten. En daarvoor moest William zich laten onderzoeken op de ziekenzaal. Hij eiste het. William zelf leek er lang niet zo aangedaan over te zijn. Zelfs zijn bittere verheven stem die in de meeste gevallen als een intimiderende donderslag aan kwam maakte nauwelijks indruk. In plaats van zich bij het belang van de Hoofdmeester neer te leggen kwam hij voorzichtig overeind, leek het zelfs te negeren. Maar zag hem nu staan; half gebogen omdat hij zich amper staande wist te houden, hevig trillend als een rietje. De jongen had niet eens zelfmedelijden. Ook om zulke reacties kon Savador zich opfokken, om iedere vorm van achteloosheid fokte hij zich op. Ruw wist hij William bij zijn arm te grijpen, gaf er een ferme ruk aan, schreeuwde in zijn gezicht en loodste hem mee de cel uit om hem met alle inspanning duidelijk te maken dat hij verdomme herstel nodig had. Maar de jongen lachte. Hij lachte. 'Herstellen..,' klonk Williams stem hees door zijn lachen heen alsof het begrip één grote grap was. Verbluft staarde Savador hem aan. 'Dit zal niet meer herstellen. Het eet je vanbinnen weg, ziet u,' maande de jongen het hem uit te willen leggen. 'Het heeft me twee jaar gekost om te zijn zoals ik nu ben.' William hapte even naar adem. 'Ik voel me beter dan ooit!' Met bijna een schampere blik gleden Savadors slangachtige ogen over Williams graatmagere gelaat. Noemde je dit beter dan ooit? 'Geen enkele dokter kan zo'n wonder verrichten als het herstel van mijn uiterlijk. Ik zal er nooit meer gezond uitzien,' ging William verder. 'Om nog maar te zwijgen over de resten van die krengen.' Savadors blik ging even naar de wormpjes in de donkere vervaagde vlek waar zojuist nog de bloedplas had gelegen. Zijn woede leek langzaam te zijn weggeëbd. 'Ziet u die kleine uitsteeksels aan die beestjes?' Hij focuste zijn aandacht op de details van de beestjes en meende inderdaad een soort kleine uitsteeksels aan de wormen te zien. 'Het begint er met een paar, die zich in je vastzetten.. het worden er steeds meer.. Ze eten je weg, gebruiken alles wat ze kunnen vinden om te vermenigvuldigen.. En het doet pijn, je voelt ze bewegen, voelt ze leven van de kracht die voor jou bedoeld was.' Hij bleef zwijgen, al had hij Williams arm nog altijd vast. Hij kon het zich op de een of andere manier voorstellen. Maar hij had niet geweten dat het zo erg was. 'En zelfs Alice kon ze niet allemaal vernietigen. Het zijn er niet veel meer, maar wat hen betreft ben ik over een maand dood.. of morgen.' De laatste woorden liet Savador jammerlijk wegkijken, zijn blik neergeslagen. Dat de jongen het zo makkelijk over zijn lippen kon krijgen. Dat hij er vrede mee had dat het al te laat was. 'Er is niets wat een dokter eraan kan doen; wat vernietigd is, is weg. What's done, is done.' Hij liet William langzaam los. De jongen had hem weten te bedaren, zoals het ook gebruikelijk was om een totaal doorgedraaid iemand te bedaren met een klap in het gezicht. William was dat gelukt met enkele woorden. 'Ik weet niet wat u wilde regelen, maar misschien is het het beste dat u dat gaat doen en mij hier laat, waar niemand hoeft te zien wat er kan gebeuren als je ouders ontevreden zijn,' besloot William uiteindelijk. Savador had bijna in een verslagen houding zijn ogen gesloten om zijn medeleven voor hem te bedrukken, maar keek leegjes op bij de woorden van de jongen. Ja - dat was waarschijnlijk de beste manier voor nu. Daar had hij gelijk in. Traag richtte hij een arm op, pakte William vast bij een schouder om hem nu zacht terug zijn cel in te duwen. Hij verdween even de cel ernaast in om een oude emmer te pakken en die naast William op de vloer te zetten waar hij zijn bloed in kwijt kon, mocht hij nog braakneigingen hebben. Daarna sloot hij zacht de celdeur af. 'Maar zij.. ze mag niet terug naar Puffoon, ik wil niet dat.. dat hetzelfde gebeurt..' Een beetje afwezig staarde Savador de jongen tussen de spijlen door aan. 'Dat gebeurt niet,' antwoordde hij met een monotone stem. 'Ik heb haar de kans gegeven en die neemt ze aan, al doet ze het voor jouw belang. Het maakt me niet uit, maar ze blijft hier gewoon op de school.' Hij zou Alice ook niet terug laten gaan als ze haar broer in slechte conditie achterliet. Daarbij was ze bekwaam genoeg om de lessen te bijwonen. 'En ik ga kijken wat ik voor je kan doen, de dingen verder voor je regelen. Geen zorgen.' Hij zweeg een klein poosje waarbij hij William roerloos aan bleef staren. Zijn neutrale houding zonk weg in de bekrompen trek van medelijden die door zijn harde masker wist te breken en plotseling over zijn bleke gelaat gleed. 'Ik heb dit ook niet voor je gewenst, jongen,' wist Savador er nog uit te persen voor zijn gevoel van medeleven helemaal beslag van hem nam en hij zich in zijn emoties zou verliezen. Gauw wendde hij zijn neerslachtige blik vervolgens van William af, draaide zich om en beende met resolute snelle stappen die door de lange gangen nagalmden weg. Om geen gehoor te geven aan het gevoel dat hij wel degelijk bezat en alles voor de jongen te kunnen doen wat in zijn beschikking lag.
- Ik kan hem na jouw post terug laten komen met het alternatief of verder gaan in een volgend topic? :3 Zegt u het maar.
William .
PROFILE Real Name : Jussels Posts : 259 Points : 10
MAGICIAN ✦ CHARACTER ✦ Magic: AirxWater Klas: Partner: ~There's nothing either Good or Bad; Thinking makes it so ღ
Onderwerp: Re: In your cage, boy- do dec 15 2011, 20:48
De tralies waaraan hij zich vastgehouden had, hadden hun ijzeren geur en hun koude in zijn vingers gestraald, zodat zijn hand onwennig voelde en zwaar te bewegen was. Nou ja, hij klemde die arm de helft van de tijd toch tegen zich aan, dus zo'n ramp was het niet. Op zich. Hij trapte op een nog bewegend wormpje terwijl hij erover praatte, alsof het persoonlijke wraak was. Zijn hak draaide er nog wat op, hoewel het hem moeite kostte om te blijven staan in deze houding. Al snel ging hij weer in zijn half gebogen houding staan, met zijn arm tegen zijn zij geklemd om het trillen tegen te gaan. Er was niets gebeurd, niets ergers dan normaal. Oké, misschien totaal onverwacht en niet echt meer te stoppen, maar dat kwam door de omstandigheden. Niet omdat het erger werd. Vast niet. De Hoofdmeester leek erop gebrand om hem naar de Ziekenzaal te krijgen, alles wat hij eerder beweerd had vergooiend. De jongen mocht nu wel op de begane grond lopen, tussen de mensen. Misschien zelfs zonder capuchon, aangezien die afgevallen was in het pijnlijke proces van net. Het bewijs voor William dat de man daadwerkelijk een hart had. Ergens vond hij het onbeleefd van zichzelf, schrok hij van zijn reactie. Lachen, terwijl iemand nog wel zo zijn best deed. Maar het woord riep gewoon zoveel vertwijfeling op, zoveel hoop dat het niet meer draagbaar was. Hoeveel pijn die wezens ook mochten doen, hoop was het gif dat hem werkelijk teveel zou kunnen worden. Daarom wilde hij niet geloven dat er een alternatief was, had hij al opgegeven en sleet hij zijn dagen met een halve glimlach op zijn gezicht als dat geen pijn deed. Zelfs al bleek Savador nog bijna een engel te zijn, William durfde het niet meer aan om ergens in te geloven. Wie weet werd hij de volgende dag tussen de wormen gevonden, die zich eindelijk een weg naar buiten hadden gebeten door zijn graatmagere lichaam en niets meer hadden om op te teren. Dat was het stadium dat na dit stadium zou komen, had hij horen zeggen. De wormen bleven eten, groeien.. Bij hem was het dan wel langzamer geworden door Alice haar behandeling, maar ze zouden vermeerderen, dat wist hij.. En aangezien hij niet meer zoveel had waar ze op konden leven, hield dat in dat ze ooit door zijn huid zouden moeten komen, gruwelijke kluwen wormen in gaten waar eerst een ongezond bleke huid gezeten had. Dat zou het toppunt zijn, als dat gebeurde zou hij zichzelf op een zwaard gooien of wat dan ook; maar hij zou dat niet mee willen maken. Nou ja, misschien ook wel, als Alice dan nog bereid was hem te zien zou hij het doen, zich inpakken met verband en zijn vest erover, hop, niemand die het hoefde te zien. Voor Alice zou hij het doen. Maar voor niemand anders. Misschien als zij hem gevraagd had naar de ziekenzaal te gaan, dat hij zich dan over de gangen gesleept had, maar nu weigerde hij simpelweg; weigerde de hoop die hem aangeboden werd. Want als die hoop niet waar bleek te zijn, was dat zo'n grote klap, zo'n slag in zijn gezicht dat hij het niet aankon. Dan onthield hij zichzelf er maar van; ervaring leerde dat heftige emoties hem eerder vermoordden dan dit berustende gedrag waar de Hoofdmeester zo ontzet over leek. Hij verwaarloosde zichzelf niet.. niet echt, vond hij. Het was bijna normaal dat hij bloed overgaf, dat hij door de gangen hinkte en af en toe moest gillen. In het begin was dat veel erger geweest, toen hij er nog niet mee om kon gaan. Maar hoe kon iemand dat weten, die er geen ervaring mee had? Niet dat hij het iemand anders toewenste, nee, totaal niet. Savador had hem eerst met alle mogelijke moeite de cel uit willen slepen, maar was gestopt toen William begon met lachen. Hij meende even een ontzette blik in zijn ogen te zien, alsof hij het allemaal niet kon geloven. Dat bleek ook wel uit zijn woorden; alsof hij niet kon geloven dat iemand zo rond wilde lopen, dat iemand zo ziek kon zijn en zichzelf dan nog de wereld over sleepte voor iemand anders. De man was het waarschijnlijk niet gewend om uitgelachen te worden, maar hij leek nu zo geschokt dat hij daar niets over zei. Beter dan ooit, ja, het klonk vreemd en ongezond, maar William wist hoe hij zich eerder gevoeld had, hoe hij er eerder uitzag. En je kon er gif op innemen dat het verbeterd was, al kon niemand dat weten buiten Alice. Langzaam leek de furie van de man te zakken, leek hij niet meer zo erop gebrand hem de cel uit te slepen, het licht in. De knellende greep op zijn arm verdween, net zoals Savador zijn blik van hem afhaalde en zich even geen raad leek te weten met zijn harde houding in een situatie als deze, waarin een leerling je onder kotste en er nog een goede reden voor had ook. William werd nu weer de cel ingeleid, liep braafjes mee deze keer. Trillen deed hij nog steeds, hoopte dat het niet te erg opviel. Hij wilde niet naar de ziekenzaal, dat zou Alice alleen maar bezorgder maken. Want je kon er donder op zeggen dat ze erachter zou komen, vroeger of later. En hij wilde haar bezorgde blik niet zien; die leek altijd te zeggen dat hij beter moest worden, wat hij niet op eigen kracht kon. Ze had al zoveel gedaan! Hij trapte bijna tegen de emmer voor hij doorhad dat deze er stond, maar waardeerde het gebaar. Wat een verandering, die Savador had ondergaan. De man antwoordde op zijn smeekbede, met een monotone stem waar wel degelijk gevoel achter schuin ging. William keek op naar hem, voelde een steek van hoop die hij juist had willen vermijden, maar die ongevraagd toch de kop opstak. Hij knikte, keek dankbaar voordat zijn lippen dat uit konden spreken. 'Bedankt,' zei hij toch, meende het vanuit de grond van zijn hart. Alice was alles, echt alles. Savador sprak verder. Iets voor hem regelen? De man was gek, wat kon hij nu voor hem regelen? 'Maak het u alstublieft niet te lastig,' vond William. Hij was een hopeloos geval, wat wilde de man nu regelen? Wat kon er überhaupt geregeld worden? Geen zorgen.. William hield de lach deze keer in, wilde de man geen pijn doen nu hij de emotie op zijn gezicht zag. 'Ik heb dit ook niet voor je gewenst, jongen,' kwam er opeens, totaal vanuit het niets. Wow. Die had hij niet aan zien komen. De man wilde echt wat doen, maar.. Er kon niets gebeuren! William onderdrukte de emoties die op kwamen spelen, keek echter wel weg. Waarom kreeg hij altijd hoop aangeboden, terwijl het niet kon? Of ja, niet in zijn beleving. 'Dat weet ik,' kreeg hij er nog uit, totaal overbodig, voordat de man weg was en hij alleen was. William strompelde naar het bed, gaf zijn strijd om te staan uiteindelijk op nu er niemand meer keek. Niemand hoefde dat te weten. Zijn knieën deden pijn en hij plofte op het bed neer, sloot zijn ogen. Ook al viel hij niet in slaap, het liggen alleen al hielp. Verlichtte de druk op zijn gewrichten. Hier waren ze veilig, als zijn ouders hier zouden komen zouden ze wel helemaal gek geworden zijn..
Misschien is een nieuw topic dingetje overzichtelijker :3 Saf is wel ontzettend lief bezig zo :3
Volledig in het thema van Valentijn staan er twee Events op het programma van de site. Beide zullen van start gaan vanaf 14 februari, dus houd de site zeker goed in de gaten.
Cupid Hearts: Verras vrienden of in game characters met een vrolijk hartje deze Valentijn. Met of zonder lief berichtje eraan vast. Anoniem of juist niet. Stuur je hartjes naar het account van Alpha.
Valentine's Dance:Vanaf 14 februari zal de grote zaal van de school omgetoverd worden tot een danszaal vol met eten, drinken en live muziek. Iedereen is welkom om aan dit algemene topic deel te nemen.
WINTER
Tijdens de winter is het terrein van de school in diepe rust. De meeste dieren zijn onvindbaar verscholen en de ijzige wind houd ook de leerlingen binnen. De perfecte tijd om met een kop warme choco naar de vallende sneeuw te kijken.